Regeling vervallen per 31-12-2014

Verordening op de heffing en invordering van lijkbezorgingsrechten 2014

Geldend van 28-11-2013 t/m 30-12-2014

Intitulé

Verordening op de heffing en invordering van lijkbezorgingsrechten 2014

De raad van de gemeente Delfzijl;

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 29 oktober 2013;

gelet op artikel 229, eerste lid, aanhef en onderdelen a en b, van de Gemeentewet;

besluit vast te stellen de volgende verordening

Verordening op de heffing en invordering van lijkbezorgingsrechten 2014

Artikel 1 Begripsomschrijving

In deze verordening en de daarop berustende bepalingen wordt verstaan onder:

  • a

    begraafplaats: de algemene begraafplaatsen “Begraafplaats Centrum”en “Maarhof” te Delfzijl en de algemene begraafplaats te Wagenborgen;

  • b.

    particulier koopgraf: een graf waarvoor aan een natuurlijk persoon of rechtspersoon het uitsluitend recht voor onbepaalde tijd is verleend tot:

    • -

      het doen begraven en begraven houden van lijken;

    • -

      het doen bijzetten en bijgezet houden van asbussen met of zonder urnen;

  • c.

    particulier huurgraf: een graf waarvoor aan een natuurlijk persoon of rechtspersoon het uitsluitend recht voor bepaalde tijd is verleend tot:

    • -

      het doen begraven en begraven houden van lijken;

    • -

      het doen bijzetten en bijgezet houden van asbussen met of zonder urnen;

  • d.

    particulier urnengraf: een graf waarvoor aan een natuurlijk persoon of rechtspersoon het uitsluitend recht is verleend tot het doen bijzetten en bijgezet houden van asbussen met of zonder urnen.

  • e.

    particulier urnennis: een nis waarvoor aan een natuurlijk persoon of rechtspersoon het uitsluitend recht is verleend tot het doen bijzetten en bijgezet houden van asbussen met of zonder urnen.

  • f.

    asbus: een bus ter berging van as van een overledene;

  • g.

    urn: een voorwerp ter berging van een of meer asbussen.

  • h.

    verstrooiingsplaats: een plaats waarop as wordt verstrooid;

  • i.

    grafbedekking: gedenkteken en grafbeplanting op een graf of verstrooiingsplaats;

Artikel 2 Belastbaar feit

Op basis van deze verordening worden rechten geheven voor het gebruik van de gemeentelijke begraafplaats en voor het door of vanwege de gemeente verlenen van diensten in verband met de algemene begraafplaats.

Artikel 3 Belastingplicht

De rechten worden geheven van degene op wiens aanvraag dan wel ten behoeve van wie de dienst wordt verricht of van degenen die van de bezittingen, werken of inrichtingen gebruik maakt.

Artikel 4 Belastingtijdvak

  • 1. Voorzover in de bij deze verordening behorende tabel rechten zijn opgenomen die per jaar worden geheven, is het belastingtijdvak gelijk aan het kalenderjaar.

  • 2. Het belastingtijdvak voor de rechten genoemd in hoofdstuk 4.4 van de tabel is gelijk aan de periode waarvoor wordt afgekocht.

Artikel 5 Tarieven en maatstaven van heffing

  • 1. De rechten worden geheven naar de maatstaven en de tarieven, opgenomen in de bij deze verordening behorende tarieventabel.

  • 2. Voor de berekening van de rechten wordt een gedeelte van een in de tarieventabel genoemde eenheid als een volle eenheid aangemerkt.

Artikel 6 Wijze van heffing

  • 1. De onderhoudsrechten, bedoeld in hoofdstuk 4.2, 4.3 en 4.4 van de tabel, worden geheven bij wege van aanslag.

  • 2. De overige rechten worden geheven bij wege van een gedagtekende schriftelijke kennisgeving, waaronder mede wordt begrepen een nota of andere schriftuur.

Artikel 7 Ontstaan van de belastingschuld en bepalingen omtrent aanvang en einde van de belastingplicht in de loop van het belastingtijdvak

  • 1. De onderhoudsrechten, als bedoeld in hoofdstuk 4.2, 4.3 en 4.4 van de tabel, zijn verschuldigd bij de aanvang van het belastingtijdvak of, indien de belastingplicht in de loop van het belastingtijdvak aanvangt, bij de aanvang van de belastingplicht.

  • 2. Indien de belastingplicht in de loop van het belastingtijdvak aanvangt, zijn de rechten onder 4.2 en 4.3 van de tabel verschuldigd over zoveel twaalfde gedeelten als er in dat jaar, na het tijdstip van de aanvang van de belastingplicht, nog volle kalendermaanden overblijven.

  • 3. Indien de belastingplicht in de loop van het belastingtijdvak eindigt, wordt voor de rechten onder 4.2 en 4.3 van de tabel ontheffing verleend over zoveel twaalfde gedeelten als er in dat jaar, na het tijdstip van het eindigen van de belastingplicht, nog volle kalendermaanden overblijven.

  • 4. Belastingbedragen van minder dan € 5,00 worden niet geheven.

  • 5. Ontheffing wordt niet verleend indien deze minder dan € 5,00 bedraagt.

Artikel 8 Vrijstellingen

De rechten worden niet geheven voor:

  • a.

    het opgraven van een lijk of asbus op rechterlijk gezag;

  • b.

    het begraven of cremeren van doodgeboren kinderen of van zuigelingen die met de overleden moeder in een kist worden begraven of gecremeerd.

Artikel 9 Termijn van betaling

De rechten moeten worden betaald binnen 30 dagen na de dagtekening van het aanslagbiljet of de schriftelijke kennisgeving.

Artikel 10 Kwijtschelding

Bij de invordering van de lijkbezorgingsrechten wordt geen kwijtschelding verleend.

Artikel 11 Nadere regels door het college van burgemeester en wethouders

Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en de invordering van de rechten.

Artikel 12 Inwerkingtreding en citeertitel

  • 1. De Verordening op de heffing en invordering van lijkbezorgingsrechten 2013 van 28 februari 2013, nr. 3 wordt ingetrokken met ingang van de in het vierde lid genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.

  • 2. Deze verordening treedt in werking met ingang van de achtste dag na die van de bekendmaking.

  • 3. In afwijking in zoverre van het in de voorgaande leden bepaalde, blijft, indien de datum van inwerkingtreding van deze verordening ligt na de in het vierde lid genoemde datum van ingang van de heffing, de ingetrokken verordening gelden voor de in de tussenliggende periode plaatsvindende belastbare feiten voorzover ter zake daarvan de heffing van de rechten in die periode plaatsvindt.

  • 4. De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2014.

  • 5. Deze verordening kan worden aangehaald als de Verordening lijkbezorgingsrechten 2014.

Ondertekening

Delfzijl, 14 november 2013
De raad voornoemd,
griffier.
(O. Rijkens)
voorzitter.
(E.A. Groot)

Tarieventabel lijkbezorgingsrechten 2014

Tarieventabel bij de Verordening op de heffing en invordering van lijkbezorgingsrechten 2014