Drank- en Horecaverordening Delfzijl

Geldend van 01-01-2014 t/m heden

Intitulé

Drank- en horecaverordening Delfzijl

De raad van de gemeente Delfzijl,

Gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 3 december 2013;

Gelet op de Drank- en Horecawet:

besluit vast te stellen de navolgende:

Drank- en Horecaverordening Delfzijl;

Hoofdstuk 1 Begripsbepalingen

Artikel 1 Begripsbepalingen

De begripsbepalingen uit artikel 1 van de Drank- en Horecawet zijn op deze verordening van toepassing.

Hoofdstuk 2 Bepalingen paracommercie

Artikel 2 Schenktijden

  • 1. Buiten onderstaande tijden is het voor paracommerciële rechtspersonen met een sportieve aard verboden om alcohol te schenken.

    • a.

      Maandag tot en met vrijdag van 18:00 tot twee uur na afloop van de hoofdactiviteit met een maximale eindtijd van 23:00 uur.

    • b.

      Zaterdag van 14:00 tot twee uur na afloop van de hoofdactiviteit met een maximale eindtijd van 24:00 uur.

    • c.

      Zzondag van 12:00 uur tot twee uur na afloop van de hoofdactiviteit met een maximale eindtijd van 24:00 uur.

  • 2. Buiten onderstaande tijden is het voor paracommerciële rechtspersonen welke zich voornamelijk richten op het organiseren van activiteiten waarbij het faciliteren van sociale interactie een voorname rol speelt en bij overige paracommerciële rechtspersonen verboden om alcohol te schenken:

    • a.

      Zondag tot en met donderdag van 14:00 tot één uur na afloop van de hoofdactiviteit met een maximale eindtijd van 24:00 uur.

    • b.

      Vrijdag en zaterdag van 12:00 uur tot één uur na afloop van de hoofdactiviteit met een maximale eindtijd van 01:00 uur (volgende ochtend).

  • 3. Onverminderd het bepaalde in de lid 2, is het verboden om alcoholische dranken te schenken in paracommerciële rechtspersonen wanneer de hoofdactiviteit van deze inrichting gericht is op personen onder de 18 jaar.

  • 4. De burgemeester kan in bijzondere omstandigheden, in relatie tot de activiteiten van die rechtspersoon, ontheffing verlenen van het bepaalde in leden 1 en 2.

Artikel 3 Verbod sterke drank

  • 1. Het is verboden bedrijfsmatig of anders dan om niet sterke drank te verstrekken in inrichtingen van de volgende aard:

    • a.

      een paracommercieel rechtspersoon dat zich voornamelijk richt op het organiseren van activiteiten van sportieve aard;

    • b.

      een paracommercieel rechtspersoon dat zich voornamelijk richt op het organiseren van activiteiten van educatieve aard;

    • c.

      een paracommercieel rechtspersoon dat zich voornamelijk richt op het organiseren van activiteiten voor de jeugd of dat voornamelijk wordt bezocht door de jeugd.

  • 2. De burgemeester kan in bijzondere omstandigheden, in relatie tot de activiteiten van die rechtspersoon, ontheffing verlenen van het in het eerste lid genoemde verbod.

  • 3. De burgemeester kan in het belang van de openbare orde, de veiligheid, de zedelijkheid of de volksgezondheid aan een vergunning als bedoeld in artikel 3 van de Drank- en Horecawet voorschriften verbinden en de vergunning beperken tot het verstrekken van zwak-alcoholhoudende drank.

Artikel 4 Verbod bijeenkomsten van persoonlijke aard

  • 1. Het is een paracommerciële rechtspersoon verboden om alcoholhoudende drank te verstrekken tijdens bijeenkomsten van persoonlijke aard.

  • 2. De burgemeester kan aan buurt- en dorpshuizen ontheffing verlenen van het in het eerste lid genoemde verbod voor ten hoogste zes bijeenkomsten van persoonlijke aard per jaar.

  • 3. De instelling uit lid 2 dient uiterlijk zes weken voorafgaand aan de te houden activiteit een aanvraag voor de ontheffing in bij de burgemeester.

  • 4. Het is verboden om de mogelijkheid tot het houden van en deelname aan bijeenkomsten van persoonlijke aard in een paracommerciële rechtspersoon openlijk aan te prijzen of door middel van reclame onder de aandacht te brengen.

Hoofdstuk 3 Bepalingen verlof alcoholvrij

Artikel 5 Verbod verstrekken alcoholvrije dranken zonder verlof

  • 1. Het is verboden zonder verlof van de burgemeester in een besloten ruimte bedrijfsmatig alcoholvrije drank voor gebruik ter plaatse te verstrekken.

  • 2. Dit verbod geldt niet:

    • a.

      indien wordt gehandeld krachtens een ingevolge de wet verleende vergunning tot het uitoefenen van een horecabedrijf.

    • b.

      Indien wordt gehandeld krachtens een ontheffing ingevolge de wet tot het verstrekken van zwak alcoholische drank bij bijzondere gelegenheden van zeer tijdelijke aard.

Artikel 6 Verlofregeling

  • 1. Voor het verkrijgen van een verlof moet een natuurlijk persoon de leeftijd van 18 jaar hebben bereikt en voldoen aan dezelfde zedelijkheidseisen die de Drank- en Horecawet stelt aan leidinggevenden

  • 2. Het verlof kan onder beperkingen worden verleend en aan het verlof kunnen voorschriften worden verbonden.

  • 3. De burgemeester kan een verlof als bedoeld in het eerste lid intrekken indien:

    • a.

      niet langer wordt voldaan aan de in het eerste lid bedoelde voorschriften of beperkingen;

    • b.

      zich feiten hebben voorgedaan die de vrees wettigen dat het van kracht blijven van het verlof gevaar zou opleveren voor de openbare orde, veiligheid, zedelijkheid of volksgezondheid.

Hoofdstuk 4 Overgangs- en slotbepalingen

Artikel 7 Overgangsrecht

  • 1. In navolging van de in artikel III van de Wet tot wijziging van de Drank- en Horecawet van 24 mei 2012 opgenomen overgangsregeling voor paracommerciële instellingen, vervallen op het tijdstip van inwerkingtreding van deze verordening voor paracommerciële inrichtingen:

    • a.

      de voorschriften en beperkingen die tot dat tijdstip zijn gesteld;

    • b.

      de ontheffingen die tot dat tijdstip door het college van burgemeester en wethouders en de burgemeester zijn verleend;

    • c.

      de tot dat tijdstip gehanteerde schenk- of taptijden.

  • 2. Voorschriften en beperkingen die tot het tijdstip van inwerkingtreding van deze verordening op grond van eerder gemeentelijke verordening krachtens de wet zijn gesteld aan vergunningen van andere dan in het eerste lid bedoelde inrichtingen, blijven van kracht.

  • 3. Ontheffingen die tot het tijdstip van inwerkingtreding van deze verordening zijn verleend op grond van eerdere gemeentelijke verordeningen krachtens de wet, behalve de in het eerste lid, onder b, bedoelde ontheffingen, blijven 12 maanden na inwerkingtreding van deze verordening van kracht. Daarna komen deze ontheffingen te vervallen.

Artikel 8 Inwerkingtreding en citeertitel

  • 1. Deze verordening treedt in werking de dag na bekendmaking.

  • 2. De Drank- en Horecaverordening, vastgesteld bij raadsbesluit van 29 april 2004 en in werking getreden op 17 juni 2004, wordt ingetrokken met ingang van de in het eerste lid genoemde datum.

  • 3. Deze verordening wordt aangehaald als Drank- en Horecaverordening Delfzijl.

Ondertekening

Aldus vastgesteld in de raad,
Delfzijl, 19 december 2013,
voorzitter
(E.A. Groot)
griffier
(O. Rijkens)