Verordening op de ambtelijke bijstand 2004

Geldend van 08-04-2004 t/m heden

Intitulé

Verordening op de ambtelijke bijstand 2004

De raad van de gemeente Delfzijl;

gelet op artikel 33, derde lid, van de Gemeentewet;

gelezen het voorstel van het seniorenconvent d.d. 15 maart 2004;

besluit vast te stellen de volgende:

Verordening op de ambtelijke bijstand 2004

Artikel 1

  • 1. Een raadslid wendt zich tot de griffier met een verzoek om:

    • a.

      feitelijke informatie van geringe omvang;

    • b.

      inzage in of afschrift van documenten die openbaar zijn.

    • c.

      bijstand bij het opstellen van voorstellen, amendementen en moties of andere bijstand.

  • 2. De informatie, bedoeld in het eerste lid, onderdeel a of b, wordt door de griffier, een medewerker van de griffie of op verzoek van de griffier door een ambtenaar gegeven.

  • 3. Indien een ambtenaar twijfelt of het verzoek betrekking heeft op informatie bedoeld in het eerste lid, onderdeel a of b, stelt hij de secretaris daarvan in kennis. De secretaris beslist.

  • 4. De bijstand, bedoeld in het eerste lid, onderdeel c, wordt verleend door de griffier of een medewerker van de griffie. Indien de gevraagde bijstand niet door de griffier of een medewerker van de griffie kan worden verleend kan de griffier de secretaris verzoeken, één of meer ambtenaren aan te wijzen, die de gevraagde bijstand zo spoedig mogelijk verlenen.

Artikel 2

  • 1. Een ambtenaar verleent op verzoek van de griffier of de secretaris ambtelijke bijstand tenzij:

    • a.

      het raadslid niet aannemelijk heeft gemaakt dat de bijstand betrekking heeft op de werkzaamheden van de raad;

    • b.

      dit het belang van de gemeente kan schaden.

  • 2. De secretaris beoordeelt of ambtelijke bijstand op grond van het eerste lid geweigerd wordt.

  • 3. Indien de bijstand op grond van het eerste lid wordt geweigerd deelt de secretaris dit met redenen omkleed mee aan de griffier en aan het raadslid dat het verzoek heeft ingediend.

Artikel 3

Indien het verzoek om bijstand van een ambtenaar door de secretaris wordt geweigerd kan de griffier of het betrokken raadslid het verzoek voorleggen aan de burgemeester. De burgemeester beslist zo spoedig mogelijk over het verzoek.

Artikel 4

  • 1. Indien een raadslid niet tevreden is over door een ambtenaar verleende bijstand, doet hij of de griffier hiervan mededeling aan de secretaris.

  • 2. Indien overleg met de secretaris niet leidt tot een voor beide partijen bevredigende oplossing leggen zij de zaak voor aan de burgemeester. De burgemeester beslist zo spoedig mogelijk over de zaak.

  • 3. Indien de burgemeester in zijn rol van portefeuillehouder inhoudelijk is betrokken bij het verlenen van bijstand, wordt zijn taak als bedoeld in lid 2 overgedragen aan de loco-burgemeester.

Artikel 5

  • 1. Indien het college of leden van het college informatie wensen over een verzoek om ambtelijke bijstand of de inhoud van een door een ambtenaar, niet zijnde de griffier of een medewerker van de griffie gegeven advies, wenden zij zich daartoe rechtstreeks tot het betrokken raadslid.

  • 2. De ambtenaar die bijstand verleent aan de raad of een raadslid is voorzover het de werkzaamheden betreft als bedoeld in deze verordening, alleen verantwoording schuldig aan de raad.

Artikel 6

  • 1. Deze verordening treedt in werking met ingang van 8 april 2004.

  • 2. De Verordening ambtelijke bijstand 2003 wordt hierbij ingetrokken.

Ondertekening

Delfzijl, 8 april 2004.
De raad voornoemd,
voorzitter.
(H.A.L. van Hoof)
griffier.
(O. Rijkens)