Nadere regels subsidie voor welzijnsactiviteiten 2017

Geldend van 01-01-2017 t/m heden

Intitulé

Nadere regels subsidie voor welzijnsactiviteiten 2017

Burgemeester en wethouders van de gemeente Delfzijl;

overwegende dat in de "Algemene Subsidieverordening Delfzijl 2017" de wettelijke grondslag voor de subsidieverstrekking ten behoeve van activiteiten is vastgelegd;

dat zij op grond van artikel 3 van de Algemene Subsidieverordening Delfzijl 2017 bevoegd zijn nadere regels te stellen waarin de te subsidiëren activiteiten, de doelgroepen en de verdeling van de subsidie per beleidsterrein worden beschreven;

besluiten vast te stellen de volgende:

nadere regels subsidie voor welzijnsactiviteiten 2017

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

In deze regeling wordt verstaan onder welzijnsactiviteiten:

  • a.

    activiteiten die gericht zijn op de bevordering van het welbevinden en/of participeren van bepaalde doelgroepen, zoals jeugdigen, vrijwilligers, mantelzorgers, gehandicapten, ouderen;

  • b.

    activiteiten die gericht zijn op de bevordering van de leefbaarheid van een bepaald gebied, zoals buurt, dorp of wijk.

Artikel 2 Activiteiten en kosten die voor subsidie in aanmerking komen

  • 1. Subsidie op grond van deze regeling kan worden verstrekt voor:

    • a.

      De rolstoelbus: voor de participatie van mensen met een beperking kan een bijdrage in de exploitatie van een rolstoelbus worden toegekend.

    • b.

      Palliatieve zorg en ondersteuning: zorg en ondersteuning in de laatste levensfase die door vrijwilligers wordt gegeven.

    • c.

      Vakantiespelen jeugd.

    • d.

      Speeltuinverenigingen:

      • o

        voor kleine reparaties, onderhoud en reserveringen;

      • o

        deskundigheidsbevordering;

      • o

        voor het afsluiten van eenbestuurdersaansprakelijkheidsverzekering.

    • e.

      Jeugdsozen: de kosten die vanuit de subsidie kunnen worden betaald, zijn: activiteiten, deskundigheidsbevordering, huur (indien van toepassing), accommodatie of apparatuur, nutskosten (gas, water en elektra), vergaderkosten, porti e.d., buma/stemra rechten, verzekeringen, onder de voorwaarde dat de stichting of vereniging beschikt over een bestuursreglement.

    • f.

      Vergoeding onroerend zaakbelasting: de OZB-subsidie wordt uitsluitend verstrekt voor zover de OZB betrekking heeft op bijzondere gebouwen, te weten jeugdgebouwen, gebouwen voor sociaal-culturele activiteiten, verenigingsgebouwen, dorps- en buurthuizen en sportvoorzieningen. Onder bijzondere gebouwen wordt niet begrepen gebouwen waarin activiteiten van politieke, godsdienstige of levensbeschouwelijke aard plaatsvinden.

    • g.

      Welzijnsactiviteiten met een eenmalig karakter.

  • 2. Indien van toepassing wordt subsidie slechts verstrekt voor zover dit in overeenstemming is met beleid dat in nota's of programma's door de raad of het college is vastgelegd. Bedoeld beleid is richtinggevend bij de beslissing omtrent subsidieverstrekking.

Artikel 3 Aanvullende weigeringsgronden

  • 1. Overeenkomstig artikel 9, vierde lid, aanhef en onder g, van de Algemene subsidieverordening Delfzijl 2017 kan subsidieverlening worden geweigerd als:

    • a.

      de activiteiten een politieke, godsdienstige of levensbeschouwelijke boodschap hebben;

    • b.

      aannemelijk is dat de activiteiten ook zonder subsidie zonder belangrijke vertraging zouden worden uitgevoerd.

Artikel 4 Doelgroep

Subsidie op grond van deze regeling wordt uitsluitend verstrekt aan stichtingen, verenigingen, bewonersorganisaties of platforms voor buurt- dorps of wijkverenigingen.

Artikel 5 Subsidievereisten

Rolstoelbus

  • 1.

    Voor de rolstoelbus wordt bij de aanvraag aangegeven op welke wijze de buurt gebruik kan maken van de rolstoelbus om een bijdrage te leveren aan de bereikbaarheid van en de leefbaarheid in het dorp of wijk.

  • 2.

    Voor de rolstoelbus wordt bij de aanvraag aangegeven bij welke partijen een verzoek voor cofinanciering is ingediend.

  • 3.

    Voor de rolstoelbus wordt bij het verzoek tot vaststelling een overzicht gegeven van het aantal kilometers, vrijwilligers en het aantal personen dat de bus gebruikt op jaarbasis. Ook dient inzage te worden verstrekt in de gebruikersintensiteit.

Ozb

  • 4.

    Bij een verzoek om OZB-subsidie dient een kopie van de OZB aanslag te worden overgelegd.

  • 5.

    Een verzoek om OZB-subsidie wordt, voorzien van een kopie als bedoeld onder art 5 lid 4, uiterlijk op 30 juni van het betreffende subsidiejaar ingediend

Artikel 6 Berekening van de subsidie

  • 1. De subsidie voor de exploitatie van een rolstoelbus bedraagt maximaal € 4.500,00.

  • 2. Voor palliatieve zorg is jaarlijks een subsidie van maximaal € 2.600,00 beschikbaar.

  • 3. Voor vakantiespelen en vakantiekampen bedraagt de subsidie € 10,00 per deelnemer en/of begeleider. Voor vakantiespelen en vakantiekampen die in 2019 worden georganiseerd, wordt het subsidiebedrag eenmalig verhoogd met € 250,00.

  • 4. Voor speeltuinverenigingen is jaarlijks een subsidie van € 850,00 beschikbaar voor kleine reparaties, onderhoud en reserveringen, € 40,00 voor deskundigheidsbevordering en € 112,00 voor het afsluiten van een bestuurdersaansprakelijkheidsverzekering.

  • 5. Voor jeugdsozen is jaarlijks een subsidie in het tekort van de exploitatie beschikbaar van maximaal € 1.500,00 per jeugdsoos.

  • 6. Voor welzijnsactiviteiten met een eenmalig karakter is maximaal € 500,00 beschikbaar.

Artikel 7 Verdeling van het subsidieplafond

  • 1. Aanvragen worden, met uitzondering van de subsidie voor OZB- bijzondere gebouwen, behandeld op volgorde van binnenkomst. Wanneer de aanvrager krachtens artikel 4:5 van de Algemene wet bestuursrecht de gelegenheid heeft gehad de aanvraag aan te vullen, geldt als datum van ontvangst van de aanvraag de datum waarop de aanvraag is aangevuld. Als meerdere subsidieaanvragen op hetzelfde tijdstip binnenkomen wordt er door middel van loting besloten aan welke subsidieaanvraag tegemoet wordt gekomen. Dit is alleen van belang wanneer het subsidieplafond bijna is bereikt en wanneer een van deze aanvragen het subsidieplafond zou overschrijden.

  • 2. Als het totaal van de subsidieaanvragen voor OZB- bijzondere gebouwen het subsidieplafond overschrijdt dan wordt het subsidieplafond naar evenredigheid van de hoogte van de OZB. aanslag over de op tijd en volledig ingediende aanvragen verdeeld.

Artikel 8 Reservevorming en verrekening

  • 1. Voor de hoogte van de subsidie per kalenderjaar geldt de regel dat, voor zover de subsidie niet geheel is gebruikt, deze subsidie gereserveerd mag worden. Deze reservering mag echter niet meer bedragen dan 15% van de totale jaaromzet volgens de laatste exploitatierekening. Het meerdere wordt verrekend met de verstrekte subsidie.

  • 2. De hoogte van de subsidie per kalenderjaar wordt vastgesteld overeenkomstig de subsidieverlening met dien verstande dat voor zover de subsidie niet geheel gebruikt is voor de activiteiten, waarvoor de subsidie is verleend, het bedrag van de niet gebruikte subsidie gereserveerd mag worden tot maximaal 15% van het maximale bedrag, waarvoor subsidie is verleend. Indien daarna nog een restbedrag van de niet gebruikte subsidie overblijft, wordt de subsidie dienovereenkomstig lager vastgesteld. In de situatie dat sprake is van meerdere subsidiegevers wordt het bedrag dat geacht wordt niet te zijn gebruikt door ons college bepaald op basis van een toerekening van de niet benodigde middelen aan de verschillende subsidiegevers naar rato van het door ieder verstrekte subsidiebedrag.

  • 3. Indien sprake is van een onverschuldigd betaald subsidiebedrag wordt dit verrekend met de aan dezelfde subsidieontvanger voor een ander tijdvak verstrekte subsidie voor dezelfde activiteiten

    Toelichting Voorbeeld

    “Stel, aan een instelling is door ons college in een subsidieverleningbeschikking een bedrag van maximaal € 1.000,00 toegekend. Dit bedrag is via een voorschot betaald. Daarnaast heeft een andere subsidiegever de instelling een subsidie van € 500,00  toegekend. De verhouding is dus 2/3 gemeentelijke subsidie en 1/3 van de andere subsidiegever. De activiteiten hebben € 1.200,00 gekost. Het beoogde gemeentelijke aandeel daarin is 2/3 van € 1.200,00 is € 800,00. De niet gebruikte subsidie is in totaal € 300,00. Op basis van de aangegeven verhouding is het bedrag van de niet gebruikte gemeentelijke subsidie derhalve 2/3 van € 300,00 is € 200,00.

    Van de niet gebruikte gemeentelijke subsidie mag maximaal 15% van het totale subsidiebedrag dat verleend is, gereserveerd worden. In dit geval maximaal 15% van € 1.000,00 is € 150,00.

    Bij de vaststelling wordt vervolgens het definitieve subsidiebedrag bepaald op € 800,00 plus € 150,00 is € 950,00.

    Het voorgaande houdt in dat € 1.000,00 (het voorschot) minus € 950,00 (de vastgestelde subsidie) is € 50,00 teveel is betaald. Dit bedrag wordt als onverschuldigd teruggevorderd en vervolgens verrekend met de subsidie voor een ander tijdvak.

Artikel 9 Hardheidsclausule

Het college kan in bijzondere gevallen beargumenteerd afwijken van bovenstaande bepalingen.

Artikel 10 Slotbepalingen

  • 1. Deze regeling treedt in werking op 1 januari 2017.

  • 2. De regeling wordt aangehaald als: nadere regels subsidie voor welzijnsactiviteiten 2017

  • 3. De regeling nadere regels subsidie voor welzijnsactiviteiten wordt per 1 januari 2017 ingetrokken.

Ondertekening

Aldus besloten door het college van burgemeester en wethouders 6 december 2016
Gerard Beukema
(burgemeester)
Peter Leeuw
(secretaris)