Regeling vervallen per 29-12-2011

Verordening op de heffing en de invordering van een liggeld voor woonschepen 2011

Geldend van 06-01-2011 t/m 28-12-2011

Intitulé

Verordening op de heffing en de invordering van een liggeld voor woonschepen 2011

De raad van de gemeente Delfzijl;

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders;

gelet op artikel 229, eerste lid, aanhef en onderdeel a en b, van de Gemeentewet, alsmede op artikel 5.3.2., lid 6 en 14b, van de Algemene Plaatselijke Verordening van de gemeente Delfzijl;

besluit vast te stellen:

Verordening op de heffing en de invordering van een liggeld voor woonschepen 2011

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

Voor de toepassing van deze verordening wordt verstaan onder:

  • a.

    woonschip: elk vaartuig dat uitsluitend of in hoofdzaak wordt gebezigd als, of te oordelen naar zijn constructie of inrichting uitsluitend of in hoofdzaak bestemd is tot, dag- of nachtverblijf van een of meer personen;

  • b.

    ligplaats: een gedeelte van het openbaar water, bestemd of geschikt om door een woonschip met bijbehorende voorzieningen te worden ingenomen;

  • c.

    bijbehorende voorzieningen: zaken zonder welke het gebruik van het schip als woning niet goed mogelijk is, zoals een bijboot, steiger en een loopplank.

Artikel 2 Belastbaar feit

Onder de naam “liggeld” wordt een recht geheven voor het innemen van een ligplaats met een woonschip op plaatsen zoals genoemd in artikel 5.3.2, lid 6 van de Algemene Plaatselijke Verordening van de gemeente Delfzijl, zoals vastgesteld in de openbare vergadering van de raad van 27 maart 2003.

Artikel 3 Belastingplicht

Belastingplichtig is de hoofdgebruiker of gebruiker van het woonschip. Wie hoofdgebruiker of gebruiker is wordt naar de omstandigheden beoordeeld.

Artikel 4 Belastingtijdvak

Het belastingjaar is gelijk aan het kalenderjaar.

Artikel 5 Belastingtarieven

De grondslag waarnaar het liggeld wordt geheven is de lengte van het woonschip. Het liggeld bedraagt per woonschip voor het verblijf op de in artikel 2 omschreven plaats:

  • a.

    indien de lengte over alles van het woonschip niet meer dan 15 meter bedraagt, per jaar € 167,75;

  • b.

    voor elke meter of gedeelte daarvan, dat het woonschip de lengte van 15 meter overschrijdt bovendien per jaar € 10,65.

Artikel 6 Wijze van heffing

Het liggeld wordt bij wijze van aanslag geheven.

Artikel 7 Ontstaan belastingschuld

  • 1. De rechten als bedoeld in artikel 2, eerste lid, zijn verschuldigd bij de aanvang van het belastingjaar of, zo dit later is, bij de aanvang van de belastingplicht.

  • 2. Indien de belastingplicht in de loop van het belastingjaar aanvangt is de belasting verschuldigd voor zoveel twaalfde gedeelten van de voor dat jaar verschuldigde belasting als er in dat jaar, na de aanvang van de belastingplicht nog volle kalendermaanden overblijven.

  • 3. Indien de belastingplicht in de loop van het belastingjaar eindigt, bestaat aanspraak op ontheffing voor zoveel twaalfde gedeelten van de voor dat jaar verschuldigde belasting als er in dat jaar, na het einde van de belastingplicht nog volle kalendermaanden overblijven.

Artikel 8 Termijnen van betaling

  • 1. In afwijking van artikel 9, eerste lid, van de Invorderingswet 1990 moeten de aanslagen worden betaald in twee termijnen waarvan de eerste vervalt op de laatste dag van de maand volgend op de maand die in dagtekening van het aanslagbiljet is vermeld en de tweede twee maanden later.

  • 2. In afwijking in zoverre van het eerste lid geldt, ingeval het totaalbedrag van de op één aanslagbiljet verenigde aanslagen, of als het aanslagbiljet maar één aanslag bevat het bedrag daarvan, meer is dan € 50,00 doch minder dan € 2.000,00 en zolang de verschuldigde bedragen door middel van automatische incasso kunnen worden afgeschreven, moeten worden betaald in tien gelijke termijnen. De eerste termijn vervalt één maand na de dagtekening van het aanslagbiljet en elke van de volgende termijnen telkens een maand later.

  • 3. Met betrekking tot een ingevolge artikel 2, tweede lid, onderdeel c, van de Invorderingswet 1990, met een belastingaanslag gelijkgestelde beschikking inzake een bestuurlijke boete is het eerste lid van overeenkomstige toepassing.

  • 4. De algemene Termijnenwet is niet van toepassing op de in de voorgaande leden gestelde termijnen.

Artikel 9 Inwerkingtreding en citeertitel

  • 1. De “Verordening op de heffing en de invordering van een liggeld voor woonschepen” van 19 november 2009, nr. 6 wordt ingetrokken, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de rechten die zich voordien hebben voorgedaan.

  • 2. Deze verordening treedt in werking met ingang van de achtste dag na die van de bekendmaking.

  • 3. De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2011.

  • 4. Deze verordening kan worden aangehaald als “Liggeld woonschepen 2011”.

Ondertekening

Delfzijl, 16 december 2010
 
De raad voornoemd,
 
voorzitter.
(E.A. Groot)
 
griffier.
(O.Rijkens)