Regeling vervallen per 01-01-2020

Verordening Studiefaciliteiten

Geldend van 01-05-1994 t/m 31-12-2019

Intitulé

Verordening Studiefaciliteiten

De raad der gemeente Delfzijl;

overwegende, dat het gewenst is regels vast te stellen voor het toekennen van studiefaciliteiten aan ambtenaren in dienst van de gemeente Delfzijl;

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders;

gehoord de commissie voor het Georganiseerd Overleg;

besluiten vast te stellen de volgende

 

Verordening studiefaciliteiten

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

Voor de toepassing van deze verordening wordt verstaan onder:

  • a.

    ambtenaar : ambtenaar in de zin van de C.A.R.;

  • b.

    volledige betrekking : een betrekking waarvan de arbeidsduur gemiddeld 36 uur per week bedraagt;

  • c.

    werkdag : de krachtens artikel 4:1 van de CAR/UWO per dag vastgestelde - al of niet gelijke - arbeidsperiode;

  • d.

    woongebied : een door burgemeester en wethouders aan te wijzen gebied aansluitend aan het grondgebied van de gemeente.

Artikel 2 Algemene voorwaarden

  • 1. Burgemeester en wethouders kunnen, binnen het kader van de Notitie vorming en opleiding en de jaarlijkse opleidingsplannen, een of meer studiefaciliteiten toekennen, indien:

    • a.

      met de studie een gemeentelijk belang wordt gediend;

    • b.

      de opleiding door burgemeester en wethouders deugdelijk wordt geoordeeld;

    • c.

      het belang van de dienst zulks toelaat.

  • 2. Voor de beoordeling of hieraan wordt voldaan, worden studies onderscheiden in de volgende categorieën:

    • a.

      studies in het kader van een herplaatsingsprocedure;

    • b.

      studies die zich richten op de functie-eisen zoals vastgesteld voor de huidige vervulde betrekking of voor de betrekking waarvan kan worden aangenomen c.q. vaststaat dat deze binnen redelijke tijd wordt vervuld;

    • c.

      conferenties, bijscholingscursussen en/of vaardigheidstrainingen van korte duur, noodzakelijk voor het uitoefenen van de huidige betrekking en/of om bij te blijven in het eigen vakgebied en die in opdracht van burgemeester en wethouders worden gevolgd;

    • d.

      studies en bijscholingscursussen waarbij het persoonlijk belang (niet noodzakelijk voor het goed kunnen vervullen van de betrekking) prevaleert boven het dienstbelang;

    • e.

      loopbaanstudies die geheel of overwegend in het persoonlijk belang zijn en die niet gevolgd worden om kennis en vaardigheden voor de huidige betrekking te ontwikkelen.

  • 3. Burgemeester en wethouders verlenen in beginsel geen studiefaciliteiten voor het tegelijkertijd volgen van meerdere studies.

  • 4. Indien de ambtenaar een opleiding heeft gekozen waarvan de totale studiekosten méér bedragen dan van een ander gelijkwaardige opleiding, kunnen hem, voor wat betreft deze meerkosten, studiefaciliteiten worden onthouden.

Artikel 3 Studieadvies

  • 1. Alvorens studiefaciliteiten te verlenen, dan wel de daarvoor gestelde termijn te verlengen, kunnen burgemeester en wethouders een gericht studieadvies inwinnen.

  • 2. In bijzondere gevallen kan in overleg met de ambtenaar een psychologisch onderzoek worden ingesteld.

  • 3. Het resultaat van het gehouden onderzoek wordt aan de ambtenaar medegedeeld.

  • 4. De kosten van het onderzoek komen ten laste van de gemeente.

Artikel 4 Duur van de faciliteiten

  • 1. Studiefaciliteiten worden voor elk school- of cursusjaar in beginsel slechts eenmaal verleend. In geval van doublure dient de ambtenaar voor hetzelfde school- of cursusjaar opnieuw faciliteiten aan te vragen. Burgemeester en wethouders kunnen een maximum termijn vaststellen voor te verlenen faciliteiten.

  • 2. De bedoelde termijnen worden geacht in elk geval te zijn verstreken op de datum, waarop het dienstverband van de ambtenaar met de gemeente eindigt.

Artikel 5 Studieresultaten

  • 1. Indien de ambtenaar niet regelmatig of niet voldoende studeert, waardoor hij niet in staat kan worden geacht zijn studie binnen de termijn als bedoeld in artikel 4 te volbrengen, kunnen de verleende studiefaciliteiten - al dan niet tijdelijk - worden ingetrokken. Deze intrekking vindt niet plaats, indien de ambtenaar aannemelijk maakt, dat de onregelmatige of onvoldoende studie het gevolg is van feiten of omstandigheden, die niet aan hem zelf zijn te wijten.

  • 2. De ambtenaar is verplicht de inlichtingen te geven, die voor de toepassing van deze verordening nodig worden geacht.

Artikel 6

  • 1. De ambtenaar, aan wie studiefaciliteiten zijn toegekend, is onverlet het bepaalde in artikel 4, verplicht zich na het verstrijken van de termijn aan het eerstvolgende voor zijn studie geldende examen c.q. het een deel van de studie afsluitend tentamen te onderwerpen.

  • 2. Indien de ambtenaar door persoonlijke omstandigheden is verhinderd aan het examen c.q. het een deel van de studie afsluitend tentamen deel te nemen, is hij verplicht hiervan zo spoedig mogelijk via de directeur aan burgemeester en wethouders mededeling te doen.

  • 3. De uitslag van het examen c.q. het een deel van de studie afsluitend tentamen, dient binnen 14 dagen middels een fotokopie van de cijferlijst aan burgemeester en wethouders te zijn medegedeeld.

  • 4. Indien studiefaciliteiten zijn toegekend voor een opleiding waaraan geen afsluitend examen c.q. tentamen is verbonden kan worden volstaan met overlegging van een door het betrokken opleidingsinstituut af te geven verklaring of getuigschrift dat de opleiding is voltooid.

Artikel 7 Tegemoetkoming in studiekosten

  • 1. De naar het oordeel van burgemeester en wethouders redelijk gemaakte studiekosten worden vergoed tot:

    • a.

      100% voor het volgen van studies als bedoeld in artikel 2, 2e lid sub a en b;

    • b.

      100% voor het volgen van studies als bedoeld in artikel 2, 2e lid sub c;

    • c.

      75% voor het volgen van studies als bedoeld in artikel 2, 2e lid sub d;

    • d.

      in incidentele gevallen 50% voor het volgen van studies als bedoeld in artikel 2, 2e lid sub e.

  • 2. Onder met de studie verband houdende kosten worden verstaan:

    • a.

      het cursus-, les- of collegegeld en examen-, tentamen- en/of diplomagelden, alsmede studiemateriaal met uitzondering van schrijfbehoeften, verzendkosten, duurzame gebruiksartikelen en niet verplicht voorgeschreven boeken.

    • b.

      de noodzakelijke reis- en verblijfkosten, met dien verstande, dat de reiskosten worden berekend naar de minst kostbare wijze van openbaar vervoer (eventueel aangevuld met noodzakelijke (trein)taxikosten) of € 0,10 per kilometer, tenzij uit de dienstregelen de onmogelijkheid blijkt tijdig aanwezig te zijn. Geen vergoeding wordt gegeven, indien de lessen worden gevolgd of het examen wordt afgelegd binnen het woongebied.

    De kosten worden voor 100% vergoed.

  • 3. De ambtenaar die geen volledige betrekking vervult, ontvangt een in evenredigheid tot het aantal uren van een volledige betrekking berekend, deel van de vergoeding zoals bedoeld in lid 1.

Artikel 8 Terugbetalingverplichting

  • 1. Uitgezonderd voor de studies als bedoeld in artikel 2, 2e lid sub c wordt vergoeding van studiekosten eerst gegeven, nadat de ambtenaar schriftelijk heeft verklaard, dat hij de uit dien hoofde genoten bedragen zal terugbetalen, indien:

    • a.

      hij de hem ingevolge artikel 6 opgelegde verplichting niet nakomt;

    • b.

      hij de studie, waarvoor de vergoeding is verleend, beëindigt voordat de in artikel 4 bedoelde termijn is verstreken zonder dat de studie tot het behalen van een diploma heeft geleid;

    • c.

      de studiefaciliteiten definitief worden ingetrokken op grond van artikel 5;

    • d.

      hij op eigen verzoek of ten gevolge van aan hemzelf te wijten feiten of omstandigheden wordt ontslagen voor het einde van de studie waarvoor vergoeding is toegekend of binnen twee jaren na het behalen van het voor deze studie geldende diploma;

    • e.

      hij op eigen verzoek of ten gevolge van aan hemzelf te wijten feiten of omstandigheden wordt ontslagen binnen twee jaren na het beëindigen van de studie zonder dat het door hem - na het verstrijken van de termijn bedoeld in artikel 4 - afgelegde examen tot het behalen van een diploma heeft geleid.

  • 2. De terugbetalingsverplichting vervalt, indien voortzetting van de studie redelijkerwijs niet van hem kan worden verlangd.

  • 3. Geen terugbetaling behoeft te geschieden, indien de ambtenaar aansluitend aan zijn ontslag een betrekking aanvaardt, waaraan het ambtenaarschap in de zin van de Algemeen burgerlijke pensioenwet is verbonden. Indien op de datum van ingang van het ontslag van de bedoelde termijn van twee jaren ten minste één jaar is verstreken blijft de verplichting tot terugbetaling beperkt tot 1/24 gedeelte van de genoten bedragen voor iedere volle maand, die aan de termijn van twee jaren ontbreekt.

  • 4. Voor studies welke voor een vergoeding van 100% in aanmerking komen, geldt in beginsel geen terugbetalingsverplichting, tenzij bij het verstrekken van de opdracht tot het volgen van de studie anders wordt overeengekomen.

  • 5. Burgemeester en wethouders kunnen de ambtenaar op zijn verzoek, geheel of gedeeltelijk en al dan niet tijdelijk ontheffen van de op hem rustende verplichting tot terugbetaling.

  • 6. In afwijking van het bepaalde in het eerste lid van dit artikel onder d. en/of e. zijn burgemeester en wethouders bevoegd om in overleg met de ambtenaar aanvullende bepalingen vast te stellen. Dit geldt eveneens ten aanzien van studies waarvoor op grond van artikel 7 faciliteiten zijn toegekend en welke een door burgemeester en wethouders nader te bepalen bedrag aan kosten te boven gaan.

Artikel 9 Verlof

Aan de ambtenaar aan wie een vergoeding als bedoeld in artikel 7, lid 1 onder c. en/of d. is toegekend, wordt, indien en voor zover de belangen van de dienst zich daartegen niet verzetten, tot ten hoogste één werkdag per studieweek verlof met behoud van bezoldiging verleend voor het aantal uren dat noodzakelijk is voor het volgen van lessen en andere voorgeschreven studiebijeenkomsten die in diensttijd worden gegeven.

Artikel 10

Aan een ambtenaar die een opleiding volgt, waarvan de lessen niet of niet geheel in diensttijd worden gegeven, kan studieverlof worden verleend van minimaal een halve werkdag per vier weken tot maximaal een halve werkdag per week, rekening houdend met de aard van de opleiding en de persoonlijke omstandigheden van de ambtenaar.

Artikel 11

  • 1. Ter voorbereiding op een examen of een deel van de studie afsluitend tentamen, kan door de directeur of een door hem aangewezen functionaris aan de ambtenaar verlof met behoud van bezoldiging worden verleend tot een maximum van drie halve dagen per jaar.

  • 2. Omtrent het opnemen van dit verleende verlof dient de ambtenaar overleg te plegen met de directeur of met een hiertoe door hem aangewezen functionaris.

Artikel 12 Nadere regelen

Burgemeester en wethouders kunnen ter uitvoering van deze verordening nadere regelen stellen.

Artikel 13 Onvoorziene gevallen

Burgemeester en wethouders zijn bevoegd in gevallen waarin deze verordening niet of niet in redelijkheid voorziet een voorziening te treffen.

Artikel 14 Overgangsbepaling

De ambtenaar aan wie op de datum van inwerkingtreding van deze verordening reeds faciliteiten waren toegekend op grond van de Studiefaciliteitenverordening, behoudt gedurende de voor hem vastgestelde studietermijn, deze faciliteiten voor zover zij meer aanspraken inhouden dan bij toepassing van deze verordening het geval zou zijn.

Artikel 15 Slotbepalingen

  • 1. Deze verordening kan worden aangehaald als Studiefaciliteitenverordening 1994 en treedt in werking met ingang van 1 mei 1994.

  • 2. Onverminderd het bepaalde in artikel 14 van deze verordening vervalt de Studiefacilteitenverordening, van toepassing verklaard bij raadsbesluit van 25 januari 1990.

Ondertekening

Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van 28 april 1994.
 
De raad voornoemd,
 
secretaris.                   
(J. Scheltens)
 
voorzitter.
(E. Haaksman)