Verordening op de Rekenkamercommissie

Geldend van 01-04-2011 t/m heden

Intitulé

Verordening op de Rekenkamercommissie

De raad van de gemeente Delfzijl;

gelezen het voorstel van het presidium d.d. 14 februari 2011;

gelet op artikel 81o van de Gemeentewet;

besluit vast te stellen de navolgende

Verordening op de Rekenkamercommissie;

Artikel 1 Begripsbepalingen

  • 1. In deze verordening wordt verstaan onder:

    • *

      Wet: Gemeentewet;

    • *

      commissie: rekenkamercommissie;

    • *

      voorzitter: voorzitter van de rekenkamercommissie;

    • *

      college: college van burgemeester en wethouders;

    • *

      rekenkamercommissie: de rekenkamercommissie van de gemeente Delfzijl;

    • *

      doelmatigheid: het realiseren van bepaalde prestaties met een zo beperkt mogelijke inzet van middelen;

    • *

      doeltreffendheid: de mate waarin de beoogde maatschappelijke effecten van het beleid ook daadwerkelijk worden gehaald;

    • *

      rechtmatigheid: het in overeenstemming zijn met geldende wet- en regelgeving, waaronder gemeentelijke verordeningen, raadsbesluiten en besluiten van het college van burgemeester en wethouders;

    • *

      secretariaat: de ambtelijk secretaris van de rekenkamer.

Artikel 2 Rekenkamercommissie

  • 1. Er is een commissie die door de raad wordt ingesteld en wordt aangeduid als de rekenkamercommissie.

  • 2. De commissie is belast met het onderzoeken van de doelmatigheid en doeltreffendheid van het gemeentelijk beleid en de rechtmatigheid van de bestedingen.

  • 3. De rekenkamercommissie bestaat uit minimaal drie en maximaal vijf leden.

Artikel 3 Benoeming leden

  • 1. De raad benoemt buiten de kring van zijn eigen leden, op voordracht van het presidium, de voorzitter en de leden van de rekenkamercommissie.

  • 2. De voorzitter en de leden van de rekenkamercommissie worden voor een periode gelijk aan de zittingsduur van de raad benoemd. Na afloop daarvan kunnen zij opnieuw tot lid van de commissie worden benoemd.

  • 3. De benoemde voorzitter en leden van de rekenkamercommissie kunnen maximaal twee zittingsperioden van de raad deze functie bekleden.

Artikel 4 Voorzitter

  • 1. De voorzitter draagt zorg voor het tijdig en periodiek bijeenroepen van de commissie, het leiden van de vergaderingen, het bewaken van de uitgangspunten en werkwijze en het bevorderen van een zorgvuldige besluitvorming. De voorzitter voert hiertoe regelmatig overleg met de onderzoekers en met het secretariaat.

  • 2. De commissie wijst uit haar midden een van de andere leden aan als waarnemend voorzitter.

Artikel 5 Ontslag en non-activiteit

  • 1. De raad ontslaat de leden en plaatsvervangende leden of stelt hen op non-activiteit.

  • 2. Het lidmaatschap van een lid eindigt:

    • *

      op eigen verzoek;

    • *

      indien het lid een functie aanvaardt die onverenigbaar is met het lidmaatschap;

    • *

      wanneer hij bij onherroepelijk geworden rechterlijke uitspraak wegens misdrijf is veroordeeld, dan wel hem bij zulk een uitspraak een maatregel is opgelegd die vrijheidsbeneming tot gevolg heeft;

    • *

      indien hij onherroepelijk geworden rechterlijke uitspraak onder curatele is gesteld, in staat van faillissement is verklaard, surcéance van betaling heeft verkregen of wegens schulden is gegijzeld;

    • *

      indien hij naar het oordeel van de raad ernstig nadeel toebrengt aan het in hem gestelde vertrouwen.

Artikel 6 Ambtelijk secretaris

  • 1. De raad benoemt de ambtelijk secretaris in overleg met de rekenkamercommissie.

  • 2. De secretaris staat de rekenkamercommissie bij de uitvoering van haar taken terzijde.

  • 3. De secretaris legt rechtstreeks verantwoording af aan de rekenkamercommissie over de wijze waarop de ondersteunende taken worden verricht.

  • 4. De secretaris draagt zorg voor de agendaplanning, de verslaglegging en de vorming van dossiers.

Artikel 7 Onderzoeken en onderzoeksplan

  • 1. De commissie stelt jaarlijks een onderzoeksplan voor het daaropvolgende jaar vast en brengt dit ter kennis van de raad en het college.

  • 2. De commissie bepaalt de onderwerpen die zij onderzoekt, formuleert de probleemstelling en stelt de onderzoeksopzet vast.

  • 3. De raad kan de commissie een gemotiveerd verzoek doen tot het instellen van een onderzoek. De rekenkamer bericht de raad binnen zes weken in hoeverre aan dat verzoek wordt voldaan. Indien de commissie niet aan het verzoek van de raad voldoet, zal zij daarvoor gegronde redenen moeten aanvoeren.

Artikel 8 Werkwijze en bevoegdheden

  • 1. De commissie is belast met en verantwoordelijk voor de uitvoering, begeleiding en sturing van de onderzoeken volgens het door haar vastgestelde onderzoeksplan en onderzoeksopzet.

  • 2. De commissie beoordeelt of het wenselijk is de raad tussentijds te informeren.

  • 3. De commissie is bevoegd bij alle leden van het gemeentebestuur en bij alle ambtenaren de mondelinge en schriftelijke inlichtingen in te winnen die zij nodig heeft voor de uitvoering van de onderzoeken. De leden van het gemeentebestuur en de ambtenaren van de gemeente zijn verplicht de gevraagde inlichtingen binnen de door de commissie gestelde termijn te verstrekken.

  • 4. Tot de door de commissie te onderzoeken onderwerpen behoren alle gemeentelijke taken. Onderwerp van onderzoek kunnen ook zijn, indien en voorzover de gemeente uit andere hoofde over deze bevoegdheid beschikt:

    • a.

      naamloze vennootschappen en besloten vennootschappen met beperkte aansprakelijkheid waarvan de gemeente meer dan 50% van het geplaatste aandelenkapitaal houdt, over de jaren dat dit het geval is;

    • b.

      openbare lichamen en gemeenschappelijke organen, ingesteld krachtens de Wet gemeenschappelijke regelingen, waaraan de gemeente deelneemt, over de jaren dat de gemeente deelneemt in de regeling;

    • c.

      andere privaatrechtelijke rechtspersonen waaraan de gemeente of een derde voor rekening en risico van de gemeente rechtstreeks of middellijk een subsidie, lening of garantie heeft verstrekt ten bedrage van ten minste 50% van de baten van deze rechtspersonen, over de jaren waarop deze subsidie, lening of garantie betrekking heeft.

    De commissie is bevoegd mondeling en schriftelijk informatie in te winnen bij de onder a, b en c genoemde organisaties.

  • 5. Voor de uitvoering van het onderzoek kan de commissie, met inachtneming van het beschikbare budget, externe personen of bureaus inschakelen.

  • 6. De commissie stelt de betrokkenen in de gelegenheid om binnen een door haar te stellen termijn, die ten minste twee weken bedraagt, hun zienswijze op het conceptonderzoeksrapport aan de commissie kenbaar te maken. Betrokkenen zijn degenen wier taakuitvoering (mede) voorwerp van onderzoek is of is geweest. De commissie bepaalt verder wie verder als betrokkenen worden aangemerkt.

  • 7. Na vaststelling door de commissie worden het onderzoeksrapport en de nota met conclusies en aanbevelingen en de zienswijze van betrokkenen op het rapport zo spoedig mogelijk, onder toezending van een afschrift aan het college en betrokkenen, aan de raad aangeboden.

  • 8. De commissie stelt elk jaar voor 1 april een verslag van haar werkzaamheden in het voorgaande jaar vast. Dit verslag wordt ter kennis gebracht van de raad.

Artikel 9 Geheimhouding

De leden van de commissie en degenen die ten behoeve van de commissie werkzaam zijn, zijn verplicht tot geheimhouding van al hetgeen waarvan zij kennisnemen in hun hoedanigheid van lid, respectievelijk medewerker.

Artikel 10 Vergaderingen

  • 1. De commissie vergadert zoveel als zij nodig acht, ter bespreking van procedurele en inhoudelijke aspecten van het onderzoek. De voorzitter roept de leden schriftelijk op voor de vergaderingen.

  • 2. De commissie vergadert in beslotenheid, haar rapporten zijn openbaar. Op grond van de belangen genoemd in artikel 10 van de Wet Openbaarheid van Bestuur kan de commissie rapporten die aan de raad worden voorgelegd of gedeelten daarvan als geheim aanmerken. De commissie kan openbare informatieve vergaderingen beleggen.

  • 3. Een vergadering wordt niet gehouden als niet ten minste de helft van het aantal zitting hebbende leden aanwezig is.

  • 4. Indien het vereiste aantal leden niet is opgekomen, schrijft de voorzitter een nieuwe vergadering uit met dezelfde onderwerpen als voor de in het 3e lid genoemde vergadering en die gehouden wordt uiterlijk binnen 14 dagen na de vergadering waarin het vereiste aantal leden niet aanwezig was. In deze vergadering beraadslagen en besluiten de aanwezige leden over de aanhangige onderwerpen, met dien verstande dat ten minste 2 leden aanwezig zijn. Indien slechts één lid opkomt, wordt een nieuwe vergadering uitgeschreven als bedoeld in lid 1 van dit artikel.

Artikel 11 Vergoedingen

  • 1. De leden van de commissie ontvangen naast een vergoeding van de reis- en verblijfkosten een door de raad vast te stellen vergoeding voor het bijwonen van vergaderingen van de commissie.

  • 2. De vergoedingen als bedoeld in het eerste lid komen ten laste van het budget van de commissie als bedoeld in artikel 12.

  • 3. De vergoedingen kunnen jaarlijks worden aangepast met de verhoging van het indexcijfer. De griffier is gemachtigd deze indexering ingaande 1 januari 2009 jaarlijks door te voeren.

Artikel 12 Budget

  • 1. De rekenkamercommissie is bevoegd binnen een aan haar bij de begroting beschikbaar gesteld budget uitgaven te doen ten behoeve van de uitvoering van haar taken.

  • 2. Ten laste van het in het voorgaande lid bedoelde budget worden de kosten gebracht van:

    • a.

      de vergoeding van de leden;

    • b.

      de eventuele vergoeding van de ambtelijk secretaris;

    • c.

      interne onderzoeksmedewerkers;

    • d.

      externe deskundigen die eventueel door de rekenkamercommissie zijn ingeschakeld;

    • e.

      eventuele overige uitgaven die de commissie nodig acht voor de uitoefening van haar taak.

  • 3. De rekenkamercommissie is voor de besteding van het budget uitsluitend verantwoording verschuldigd aan de raad.

Artikel 13 Inwerkingtreding

Deze verordening komt in de plaats van de verordening zoals vastgesteld op 29 mei 2008 en treedt in werking met ingang van 1 april 2011.

Artikel 14 Citeertitel

Deze verordening kan worden aangehaald als Verordening gemeentelijke rekenkamercommissie Delfzijl.

Ondertekening

Delfzijl, 24 maart 2011.
 
De raad voornoemd,
 
voorzitter.
(E.A. Groot)
 
griffier.
(O. Rijkens)