Regeling vervallen per 01-02-2019

Mandaatverlening inzake Halter 2/Bellevue

Geldend van 21-04-2014 t/m 31-01-2019

Intitulé

Mandaatverlening inzake Halter 2/Bellevue

MANDAATVERLENING DOOR HET COLLEGE VAN BURGEMEESTER EN WETHOUDERS AAN ZEESTAD BV IN HET KADER VAN DE REALISERING VAN HALTER 2/BELLEVUE

  • -

    In het Uitwerkingsplan Stadshart, dat de gemeenteraad in september 2008 heeft vastgesteld, is o.a. de ambitie vastgelegd om de binnenstad te ontwikkelen tot een aantrekkelijk en compact winkelhart. In genoemd uitwerkingsplan is daarvoor de realisering van het zgn. Halterplan voorzien. In de gebiedsontwikkeling wordt de Keizerstraat aangemerkt als de centrale winkelstraat, met op de ‘koppen’ aan de Beatrixstraat (Halter 1) en de Spoorstraat (Halter 2/Bellevue) twee sterke winkelconcentraties met parkeergarages en trekkers (detailhandel).

  • -

    Zeestad CV, het samenwerkingsverband tussen de gemeente Den Helder, de provincie Noord-Holland en Zeestad BV, waarvan Zeestad BV de beherend vennoot is, is de uitvoerende projectorganisatie van de gebiedsontwikkeling Stadshart. Aan Zeestad BV zijn door haar aandeelhoudsters: de gemeente Den Helder en de provincie Noord-Holland, voor de realisering van haar doelstelling ook ontwikkelingsfinanciën ter beschikking gesteld.

  • -

    De voorbereidings- en uitvoeringswerkzaamheden zijn mede door de hervestiging van de schouwburg op Willemsoord, inmiddels zover gevorderd dat de realisering van Halter 2/Bellevue in uitvoering kan worden genomen. Op 17 maart 2014 hebben Zeestad CV en Woningstichting Den Helder een concrete ontwikkelovereenkomst over de realisering van Halter 2/Bellevue gesloten.

  • -

    Twee ontwikkelingen lopen op moment van het bij dit document verleende mandaat parallel en dat zijn respectievelijk de vaststelling van het bestemmingsplan voor het betreffende plangebied en de verwerving, voor zover nodig, van de in het plangebied gelegen panden/percelen.

  • -

    Ten aanzien van de verwerving van panden/percelen geldt het uitgangspunt van minnelijke verwerving door Zeestad BV. Als ‘ultimum remedium’ zou echter sprake kunnen worden van onteigening door de gemeente, zulks binnen het kader van artikel 77 Onteigeningswet.

  • -

    Het is de planning dat de twee hiervoor genoemde parallele ontwikkelingen begin 2015 voor afrondende besluitvorming aan de gemeenteraad van Den Helder worden voorgelegd.

  • -

    Indien onteigening opportuun mocht blijken, dan sluit het college aan bij de wijze van bevoegdheidsuitoefening zoals die door de Minister van Infrastructuur en Milieu in zijn brief van 12 december 2012, RWSCD BJV 2012/2162, als handreiking voor een vlotte voorgang van besluitvorming door de Raad van State, aan de colleges van burgemeester en wethouders in overweging heeft gegeven (Bijlage 1).

  • -

    Wanneer niet een gemeente zelf projectverantwoordelijke is en in die rol direct panden/percelen verwerft, maar een ontwikkelaar zoals ten aanzien van de uitvoering van het Uitvoeringsplan Stadshart met Zeestad CV het geval is, past het tegen de achtergrond van de voornoemde brief van de Minister I & M dat een college van burgemeester en wethouders in verband met de eigenstandige verantwoordelijkheid van de gemeente in onteigeningsonderhandelingen, tijdig aan de ontwikkelaar mandaat verleent met betrekking tot zijn in van artikel 160, lid 1, aanhef en onder e., Gemeentewet vermelde bevoegdheid van het besluiten tot het verrichten van privaatrechtelijke rechtshandelingen van de gemeente. De verwervingsonderhandelingen worden dan van meet af aan door de ontwikkelaar namens de gemeente gevoerd. De financiering van de aan te kopen panden/percelen in het plangebied van Halter 2/Bellevue ligt bij Zeestad CV.

  • -

    Onteigening is welhaast de zwaarst ingrijpende publiekrechtelijke bevoegdheid op gemeentelijk niveau. De verantwoordelijkheid voor deze bevoegdheidsuitoefening ligt bij de gemeente en wordt niet gedeeld met de ontwikkelaar. Voor een evenwichtige en in het kader van de hiervoor genoemde planning, tijdige bevoegdheidsuitoefening door de gemeente, is het noodzakelijk dat Zeestad BV het college over de voortgang in haar verwervingsonderhandelingen geïnformeerd houdt. Hoewel de gemeente en Zeestad BV binnen de governance van Zeestad CV/BV op privaatrechtelijke grondslag overleggen en de verwerving van de panden/percelen voor de realisering van Halter2/Bellevue zonder meer binnen die governance onderwerp van beraadslaging is, richt Zeestad BV zich binnen het kader van het hierbij aan haar verleende mandaat zelfstandig tot het college met rapportages over de vorderingen die in de verwervingsonderhandelingen worden gemaakt. Het format voor deze rapportages zal nog nader tussen het college en Zeestad BV worden vastgesteld.

  • -

    Gelet op het besluit van het college van burgemeester en wethouders van 11 maart 2014, a13.01186 (Bijlage 2).

  • -

    Binnen het vorenstaande kader verleent het college van burgemeester en wethouders aan Zeestad BV mandaat van zijn bevoegdheid van artikel 160, lid 1, aanhef en onder e. Gemeentewet: het besluiten tot het verrichten van privaatrechtelijke rechtshandelingen van de gemeente, voor het door Zeestad BV namens de gemeente Den Helder voeren van verwervingsonderhandelingen over panden/percelen die ter realisering van de Halter2/Bellevue.

  • -

    Zeestad BV, niet werkzaam zijnde onder verantwoordelijkheid van het college van burgemeester en wethouders, stemt door haar ondertekening in met het haar verleende mandaat, als bedoeld in artikel 10:4, lid 1, Algemene wet bestuursrecht.

  • -

    Dit besluit treedt in werking op de dag na die van haar openbare bekendmaking.

In tweevoud opgemaakt en ondertekend te Den Helder op 2 april 2014.

Burgemeester en Wethouders van Den Helder,

namens dezen,

P.N. Bruin

wethouder

Zeestad BV,

ir. F. Vreugdenhil,

directeur

Bijlage 1

Brief Minister I&M d.d. 12 december 2012, RWSCD BJV 2012/2162

Bijlage 2

Collegebesluit a13.01186 d.d. 11 maart 2014