Regeling vervallen per 02-04-2020

Beleidsregel Geldlening woonlasten tijdens detentie

Geldend van 01-01-2015 t/m 01-04-2020

Intitulé

Beleidsregel Geldlening woonlasten tijdens detentie

Algemeen

Een persoon aan wie rechtens zijn vrijheid is ontnomen, is op grond van artikel 13, eerste lid, sub a van de Participatiewet uitgesloten van het recht op bijstand. Wanneer tijdens de detentieperiode deze persoon geen middelen heeft om de woonlasten (huur of hypotheek) te betalen, bestaat de kans dat deze persoon zijn of haar woning verliest.

Omdat het niet maatschappelijk gewenst dat (ex-)gedetineerden na een korte detentieperiode geen beschikking meer hebben over een zelfstandige woning, kan onder bepaalde voorwaarden bijzondere bijstand in de vorm van een renteloze geldlening worden verstrekt. De voorwaarden zijn uitgewerkt in deze beleidsregel.

Gemeentelijk beleid

Artikel 1 Voorwaarden

  • 1. Aan belanghebbende kan, bij een kortdurende vrijheidsontneming van maximaal 3 maanden, bijzondere bijstand worden verstrekt voor de woonlasten.

  • 2. Onder woonlasten wordt verstaan de periodieke kosten voor het aanhouden van een woning.

  • 3. Wanneer er sprake is van kortere perioden van vrijheidsontneming, kan gedurende deze perioden bijzondere bijstand worden verstrekt totdat de maximale duur van drie maanden is bereikt.

Artikel 2 Geldlening

De bijzondere bijstand wordt verstrekt in de vorm van een renteloze geldlening als bedoeldin artikel 48, tweede lid, onder b van de Participatiewet.

Artikel 3 Citeertitel

Deze beleidsregel wordt aangehaald als: Beleidsregel Geldlening voor woonlasten tijdens detentie.

Artikel 4 Inwerkingtreding

Na bekendmaking treedt dit besluit in werking op 1 januari 2015.

Den Helder, 25 november 2014

Burgemeester en Wethouders van Den Helder,

Koen Schuiling, burgemeester

dr. Joost C.M. Cox, secretaris