Regeling vervallen per 01-07-2021

Beleidsregel Vrijlating inkomsten

Geldend van 01-01-2015 t/m 30-06-2021

Intitulé

Beleidsregel Vrijlating inkomsten

Algemeen

Op grond van artikel 31, tweede lid, onderdeel n en onderdeel r van de Participatiewet kunnen inkomsten uit arbeid deels worden vrijgelaten:

  • 1.

    inkomsten uit arbeid worden gedurende ten hoogste zes aaneengesloten maanden tot 25 procent van deze inkomsten (tot een in de wet genoemd maximum bedrag per maand) vrijgelaten, voor zover er algemene bijstand wordt ontvangen en de vrijlating naar het oordeel van het college bijdraagt aan zijn arbeidsinschakeling (artikel 31 tweede lid onder n Participatiewet);

  • 2.

    inkomsten uit arbeid van een alleenstaande ouder die de volledige zorg heeft voor een tot zijn last komend kind tot 12 jaar, worden - nadat de periode van zes aaneengesloten maanden als bedoeld bij artikel 31, tweede lid, onder n Participatiewet is verstreken -gedurende een aaneengesloten periode van maximaal 30 maanden tot 12,5 procent van deze inkomsten (tot een in de wet genoemd maximum bedrag per maand) vrijgelaten, voor zover er algemene bijstand wordt ontvangen en de vrijlating naar het oordeel van het college bijdraagt aan zijn arbeidsinschakeling (artikel 31 lid 2 onder r Participatiewet).

Gemeentelijk beleid

Artikel 1 Voorwaarden

  • 1. Een belanghebbende komt in aanmerking voor een vrijlating indien voldaan wordt aan de volgende voorwaarden:

    • -

      er dient een arbeidsovereenkomst aanwezig te zijn;

    • -

      er moet sprake zijn van het aanvaarden van (nieuw) werk. Een urenuitbreiding van minimaal drie uur per week van een bestaand dienstverband wordt eveneens gezien als nieuw werk. De vrijlating geldt dan voor alle inkomsten uit arbeid en niet slechts voor de nieuw gegenereerde inkomsten. De omvang van het dienstverband is geen criterium;

    • -

      uit houding en gedrag van de belanghebbende dient te blijken dat deze -binnen zijn mogelijkheden- verdere uitbreiding van het aantal arbeidsuren nastreeft, dan wel zich inspant arbeid te behouden in die gevallen dat dit niet gevergd kan worden;

    • -

      de werkzaamheden komen voort uit een aangeboden voorziening of op eigen initiatief.

  • 2. Wanneer een dienstverband al aanwezig was voor het ontstaan van het recht op bijstand is er sprake van behoud van arbeid. In dergelijke gevallen is de vrijlating niet van toepassing.

Artikel 2 Overige bepalingen

  • 1. De vrijlating geldt voor de belanghebbende die op of na 1 januari 2015 voldoet aan de omschrijving zoals hiervoor is weergegeven en ten aanzien van wie nog geen toepassing aan de vrijlating is gegeven als omschreven in artikel 31, tweede lid, onder n WWB gedurende de periode van bijstandsverlening vanaf 1 januari 2004.

  • 2. De inkomstenvrijlating als bedoeld in artikel 31, tweede lid, onder n Participatiewet kan slechts voor één tijdvak van zes maanden worden toegepast. Deze beperking geldt ook indien bijstand wordt verleend naar de norm van gehuwden. Individuele gezinsleden hebben geen individueel recht. Gedurende het tijdvak dat de inkomstenvrijlating wordt toegepast kan dit wel betrekking hebben op meerdere gezinsleden.

Artikel 3 Citeertitel

Deze beleidsregel wordt aangehaald als: Beleidsregel Vrijlating inkomsten.

Artikel 4 Inwerkingtreding

Na bekendmaking treedt dit besluit in werking op 1 januari 2015.

Den Helder, 25 november 2014

Burgemeester en wethouders van Den Helder

Koen Schuiling, burgemeester

Dr. Joost C.M. Cox, secretaris