Beleidsregel Briefadres

1. Aan een belanghebbende die wel beschikt over een woon- of verblijfplaats en waarvan vaststaat dat hij het feitelijke verblijf in de gemeente Den Helder heeft, maar die zich niet op het adres van de woon- of verblijfplaats wil of kan inschrijven, wordt het briefadres niet ter beschikking gesteld.

2. Indien vastgesteld is dat er sprake is van bijzondere omstandigheden waaruit een noodsituatie voortvloeit, kan in afwijking van lid 1 besloten worden aan de belanghebbende met een adresprobleem, op verzoek, tijdelijk het briefadres ter beschikking te stellen.

1. Het briefadres wordt aan dak- of thuislozen voor onbepaalde tijd ter beschikking gesteld.

2. Indien op grond van artikel 2, tweede lid, van deze beleidsregel het briefadres beschikbaar wordt gesteld, wordt de duur van de ter beschikking stelling afgestemd op de situatie van de belanghebbende met een maximum van drie maanden.

1. De belanghebbende dient op verzoek of onverwijld uit eigen beweging alle feiten en omstandigheden welke voor de vaststelling de (nood)situatie noodzakelijk zijn te melden. Voor het onderzoek naar de (nood)situatie wordt onder andere gebruik gemaakt van een vragenformulier dat de belanghebbende volledig moet invullen en ondertekenen.

2. Indien het briefadres ter beschikking is gesteld, dient de belanghebbende op vertoon van zijn legitimatiebewijs minimaal één maal per week zijn post op te halen bij de receptie van de afdeling Sociaal Domein.

3. Voor de bewoonsters van het Blijf-van-mijn-lijf-huis geldt een aangepaste werkwijze.

1. Wanneer de belanghebbende niet of onvoldoende inlichtingen met betrekking tot zijn woon- of verblijfplaats en/of zijn persoonlijke omstandigheden verstrekt waardoor de noodzaak voor het ter beschikking stellen van het briefadres niet kan worden vastgesteld, wordt het verzoek om de ter beschikking stelling afgewezen of de reeds afgegeven ter beschikkingstelling ingetrokken.

2. De ter beschikkingstelling van het briefadres wordt eveneens ingetrokken, wanneer:

• a.

  uit onderzoek is gebleken dat de noodzaak van de ter beschikking stelling niet langer aanwezig is of niet langer kan worden vastgesteld;

• b.

  belanghebbende gedurende een periode van vier aaneengesloten weken zijn post niet op heeft gehaald bij de afdeling Sociaal Domein.