Verordening op de raadscommissies Den Helder 2018

Geldend van 11-09-2021 t/m heden

Intitulé

Verordening op de raadscommissies Den Helder 2018

De raad van de gemeente Den Helder;

gelezen het raadsvoorstel nummer RVO18.0087 van het presidium van Den Helder van 9 juli 2018;

gelet op artikel 82, eerste lid, van de Gemeentewet;

kennis genomen hebbende van de voorbereidende commissievergadering Bestuur en Middelen op

10 september 2018;

besluit:

vast te stellen de hiernavolgende Verordening op de raadscommissies Den Helder 2018

Hoofdstuk 1. Algemene bepalingen

Artikel 1. Begripsbepalingen

In deze verordening wordt verstaan onder:

  • commissiegriffier: griffier van een raadscommissie of diens plaatsvervanger;

  • commissielid: lid van een raadscommissie of diens plaatsvervanger;

  • commissievoorzitter: voorzitter van een raadscommissie of diens plaatsvervanger;

  • griffier: griffier van de raad of diens plaatsvervanger;

  • fractie: raadsleden die door het centraal stembureau op dezelfde kandidatenlijst verkozen zijn verklaard, worden bij de aanvang van de zittingsperiode als één fractie beschouwd;

  • wet: Gemeentewet.

Artikel 2. Instelling raadscommissies

  • 1. De raad stelt de volgende raadscommissies in:

    • a.

      Commissie Maatschappelijke ontwikkeling;

    • b.

      Commissie Bestuur en Middelen;

    • c.

      Commissie Stadsontwikkeling en -beheer;

  • 2. De raadscommissie Maatschappelijke ontwikkeling adviseert en overlegt over de volgende onderwerpen:

    • welzijn;

    • sociale zekerheid;

    • volksgezondheid;

    • wijkgericht werken;

    • onderwijs (inclusief volwasseneneducatie);

    • kinderopvang;

    • sport- en jeugdzaken;

    • cultuur.

  • 3. De raadscommissie Bestuur en Middelen adviseert en overlegt over de volgende onderwerpen:

    • algemeen bestuurlijke zaken en bestuurlijke vernieuwing;

    • openbare orde en (integrale) veiligheid (Brandweer- Politiezaken);

    • personeel en organisatie;

    • communicatie;

    • onderzoek en statistiek;

    • juridische zaken;

    • financiën (inclusief Grondzaken);

    • economische zaken;

    • werkgelegenheid;

    • toerisme;

    • evenementen.

  • 4. De raadscommissie Stadsontwikkeling en -beheer adviseert en overlegt over de volgende onderwerpen:

    • ruimtelijke ontwikkeling;

    • centrumontwikkeling;

    • ISV;

    • volkshuisvesting;

    • verkeer;

    • stadsbeheer;

    • milieu;

    • energiezaken.

  • 5. Indien een onderwerp meerdere raadscommissies aangaat, wordt het onderwerp in de raadscommissie die het onderwerp het meest aangaat, behandeld. Een onderwerp zal in die raadscommissie integraal worden behandeld, zowel het kader van beleid als de inzet van middelen.

Artikel 3. Taken

Een raadscommissie:

  • a. brengt advies uit aan de raad over die onderwerpen waarop haar werkzaamheden betrekking hebben;

  • b. kan advies uitbrengen aan de raad over andere onderwerpen dan bedoeld onder a;

  • c. voert overleg met het college of de burgemeester over in ieder geval de door hen verstrekte inlichtingen en het gevoerde bestuur ten aanzien van de onderwerpen bedoeld onder a.

Artikel 4. Samenstelling

  • 1. Een raadscommissie bestaat uit maximaal twee zetels per fractie.

  • 2. De leden voor deze zetels worden door de raad op voordracht van de fracties benoemd.

  • 3. Een lid kan zowel raadslid als niet-raadslid zijn. De artikelen 10, 11, 12, 13, 14 en 15 van de wet zijn van overeenkomstige toepassing op een lid van een raadscommissie.

  • 4. De leden die als niet-raadslid voor de commissie worden benoemd, dienen bij de laatstgehouden raadsverkiezingen wel verkiesbaar te zijn geweest, en geplaatst op een kandidatenlijst van een fractie, die bij aanvang van de zittingsperiode in de raad vertegenwoordigd is. Een fractie die sinds de laatste raadsverkiezingen twee jaar in de raad vertegenwoordigd is, mag echter ook personen als commissielid voordragen die bij deze verkiezingen niet op enige kandidatenlijst verkiesbaar zijn geweest.

  • 5. Een fractie mag maximaal vijf niet-raadsleden als commissielid voordragen.

  • 6. Een afgesplitste fractie van één raadslid mag maximaal twee commissieleden voordragen; een afgesplitste fractie van twee raadsleden mag maximaal één commissielid voordragen; een fractie van drie of meer afgesplitste raadsleden mag géén commissieleden voordragen.

Artikel 5. Voorzitter

  • 1. Voor het voorzitterschap van de drie raadscommissies wordt een poule gevormd van zes personen, door de raad uit zijn midden te benoemen.

  • 2. Om de affiniteit met een raadscommissie te bevorderen worden vanuit de poule aan elk van de drie raadscommissies twee vaste personen gekoppeld die om en om het voorzitterschap van de desbetreffende raadscommissie voor hun rekening nemen.

  • 3. De voorzitter is geen lid van de raadscommissie.

  • 4. De voorzitter is belast met:

    • a.

      het leiden van de vergadering;

    • b.

      het handhaven van de orde;

    • c.

      het doen naleven van deze verordening;

    • d.

      hetgeen deze verordening hem verder opdraagt.

Artikel 6. Zittingsduur en vacatures

  • 1. De zittingsperiode van een commissielid en -voorzitter eindigt in ieder geval met het einde van de zittingsperiode van de raad.

  • 2. Het lidmaatschap van een commissielid eindigt als niet meer wordt voldaan aan de in artikel 4, derde lid, gestelde eisen.

  • 3. De raad kan een commissielid ontslaan op voorstel van de fractie die het lid voor benoeming heeft voorgedragen.

  • 4. De raad kan een commissievoorzitter ontslaan.

  • 5. Een commissielid en de -voorzitter kunnen te allen tijde ontslag nemen. Zij doen daarvan schriftelijk mededeling aan de raad. Het ontslag gaat een maand na de schriftelijke mededeling in of zoveel eerder als hun opvolger is benoemd.

  • 6. Als door overlijden of ontslag een vacature ontstaat, beslist de raad zo spoedig mogelijk over de vervulling daarvan.

  • 7. Het lidmaatschap van commissieleden, benoemd op voordracht van een fractie die niet langer vertegenwoordigd is in de raad, vervalt van rechtswege.

Artikel 7. De commissiegriffier

  • 1. De griffier wijst ter ondersteuning van iedere raadscommissie een medewerker van de griffie aan als commissiegriffier.

  • 2. De commissiegriffier is in iedere vergadering aanwezig.

  • 3. Bij zijn verhindering of afwezigheid wordt hij vervangen door daartoe door de raad aangewezen medewerker van de griffie.

  • 4. De griffier kan in iedere vergadering aanwezig zijn.

  • 5. Een commissiegriffier kan op uitnodiging van de commissievoorzitter aan beraadslagingen in vergaderingen deelnemen.

Hoofdstuk 2. Vergaderingen

Paragraaf 1. Voorbereiding

Artikel 8. Vergaderfrequentie

  • 1. In de regel vinden de vergaderingen van de raadscommissies plaats op de maandagen.

  • 2. Indien de maandag van de vergadering een feestdag betreft wordt er op de daaropvolgende dinsdag vergaderd.

  • 3. De vergaderingen van de raadscommissies vangen aan om 19.30 uur en duren tot uiterlijk 21.30 uur en vinden plaats in het stadhuis.

  • 4. Een raadscommissie vergadert voorts indien de voorzitter het nodig oordeelt of indien tenminste twee fracties schriftelijk met opgaaf van redenen daarom verzoeken.

  • 5. In de schoolvakanties wordt niet vergaderd.

  • 6. De voorzitter kan in bijzondere gevallen een andere dag of aanvangsuur bepalen of een andere vergaderplaats aanwijzen. Hij voert hierover overleg met de agendacommissie.

Artikel 9. Agendacommissie

  • 1. Er is een agendacommissie.

  • 2. De samenstelling, taken en bevoegdheden van de agendacommissie zijn geregeld in de Verordening op de agendacommissie Den Helder 2018.

Artikel 10. Oproep en agenda

  • 1. De commissievoorzitter zendt ten minste twaalf dagen voor een vergadering de commissieleden een schriftelijke oproep en de voorlopige agenda met de daarbij behorende stukken

  • 2. In spoedeisende gevallen kan de commissievoorzitter na het verzenden van een schriftelijke oproep een aanvullende agenda opstellen. Zo spoedig mogelijk, maar uiterlijk 48 uur voor aanvang van de vergadering, wordt deze met de daarbij behorende stukken aan de leden gezonden.

  • 3. Op de stukken, bedoeld in het eerste en tweede lid, is artikel 11, derde lid, van toepassing.

  • 4. De agenda wordt bij aanvang van een vergadering door de raadscommissie vastgesteld.

  • 5. Wanneer de raadscommissie een onderwerp of voorstel onvoldoende voor de beraadslaging voorbereid acht, kan hij aan het college of de burgemeester nadere inlichtingen of advies vragen. De raadscommissie bepaalt in welke vergadering het onderwerp of voorstel opnieuw geagendeerd wordt.

  • 6. Op voorstel van een lid of de voorzitter kan de raadscommissie de volgorde van behandeling van de agendapunten wijzigen.

Artikel 11. Ter inzage leggen van stukken

  • 1. Stukken die ter toelichting van de onderwerpen of voorstellen op een agenda dienen, worden gelijktijdig met het verzenden van de schriftelijke oproep op het gemeentehuis ter inzage gelegd. Als na het verzenden van de schriftelijke oproep stukken ter inzage worden gelegd, wordt hiervan mededeling gedaan aan de leden van de raadscommissie en zo mogelijk door middel van openbare kennisgeving.

  • 2. Elektronisch beschikbare stukken worden op de website van de gemeente geplaatst.

  • 3. Stukken waaromtrent op grond van artikel 86, eerste en tweede lid, van de wet geheimhouding is opgelegd, blijven in afwijking van het eerste en tweede lid onder berusting van de griffier en verleent deze de commissieleden op verzoek inzage.

Artikel 12. Openbare kennisgeving

  • 1. De vergadering wordt tegelijkertijd met de schriftelijke oproep door aankondiging in het huis-aan-huisblad en door plaatsing op de gemeentelijke website openbaar gemaakt.

  • 2. In spoedeisende gevallen kan de openbare kennisgeving uitsluitend langs elektronische weg plaatsvinden.

Paragraaf 2. Vergadering

Artikel 13. Presentielijst

  • 1. De commissiegriffier draagt zorg voor het bijhouden van presentielijsten van vergaderingen.

  • 2. Bij binnenkomst in de vergaderzaal tekenen commissieleden de presentielijst, die aan het einde van elke vergadering door de commissievoorzitter en de commissiegriffier door ondertekening wordt vastgesteld.

  • 3. Een commissielid ontvangt voor het bijwonen van commissievergaderingen op een vergaderdag éénmaal de daarvoor geldende vergoeding. Een geschorste vergadering wordt hiermee gelijkgesteld.

Artikel 14. Opening vergadering en quorum

  • 1. Een vergadering wordt niet geopend voordat blijkens de presentielijst meer dan de helft van het aantal zitting hebbende fracties tegenwoordig is.

  • 2. Als op grond van het eerste lid de vergadering niet kan worden geopend, belegt de commissievoorzitter opnieuw een vergadering op een tijdstip dat ten minste vierentwintig uur na het bezorgen van de oproeping is gelegen.

  • 3. Op een vergadering als bedoeld in het tweede lid is het eerste lid niet van toepassing. Een raadscommissie kan echter over andere aangelegenheden dan die waarvoor de ingevolge het eerste lid niet geopende vergadering was belegd alleen beraadslagen of besluiten, als blijkens de presentielijst meer dan de helft van het aantal zitting hebbende fracties tegenwoordig is.

Artikel 15. Verslag

  • 1. De commissiegriffier draagt zorg voor het bijhouden van een presentielijst, de verslaglegging in geluid en, indien mogelijk, beeld en de besluitenlijst van de vergadering.

  • 2. De verslaglegging van de vergaderingen worden via het internet ter beschikking gesteld.

Artikel 16. Advies

  • 1. Wanneer de voorzitter vaststelt, dat een onderwerp of voorstel voldoende is toegelicht, sluit hij de beraadslaging, tenzij de raadscommissie anders beslist.

  • 2. Nadat de beraadslaging is gesloten, beslist de raadscommissie op voorstel van de voorzitter of er een advies aan de raad wordt uitgebracht.

  • 3. Indien de raadscommissie een advies aan de raad uitbrengt beslissen de leden op voorstel van de voorzitter over de inhoud van het advies.

  • 4. In het advies worden desgewenst de standpunten van alle fracties opgenomen.

  • 5. In het advies wordt gemotiveerd aangegeven of een onderwerp als hamerpunt of bespreekpunt op de raadsagenda komt, waarbij de bespreekpunten concreet worden opgenomen in het advies.

Artikel 17. Stemmen in commissies

  • 1. In een vergadering vinden geen stemmingen plaats, met uitzondering van stemmingen over geheimhouding en met betrekking tot orde.

  • 2. Indien sprake is van een stemming in de commissie heeft ieder aanwezig lid één stem.

Artikel 18. Aantal spreektermijnen

  • 1. Beraadslaging over onderwerpen of voorstellen geschiedt in ten hoogste twee termijnen, tenzij de raadscommissie anders beslist.

  • 2. Spreektermijnen worden door de commissievoorzitter afgesloten.

  • 3. Commissieleden voeren in een termijn niet meer dan éénmaal het woord over hetzelfde onderwerp of voorstel.

  • 4. Bij de bepaling hoeveel keer een commissielid over hetzelfde onderwerp of voorstel het woord heeft gevoerd, wordt niet meegerekend het spreken over een voorstel van orde.

  • 5. In de eerste termijn vinden geen interrupties plaats.

Artikel 19. Spreektijd

Voor de vergaderingen geldt geen spreektijd.

Artikel 20. Deelname aan de beraadslaging door anderen

Een raadscommissie kan besluiten dat anderen mogen deelnemen aan de beraadslaging.

Artikel 21. Spreekrecht burgers

  • 1. Na de opening van de vergadering, dan wel direct voorafgaand aan het agendapunt waarover wordt ingesproken, kunnen aanwezige burgers gezamenlijk gedurende maximaal vijftien minuten het woord voeren over geagendeerde onderwerpen.

  • 2. Het woord kan niet gevoerd worden over:

    • a.

      een besluit van het gemeentebestuur waartegen bezwaar en beroep openstaat of heeft opengestaan;

    • b.

      benoemingen, keuzen, voordrachten of aanbevelingen van personen;

    • c.

      een gedraging waarover een klacht ex artikel 9:1 van de Algemene wet bestuursrecht kan of kon worden ingediend.

  • 3. Degene, die van het spreekrecht gebruik wil maken, meldt dit uiterlijk om 12:00 uur op de dag van de desbetreffende vergadering aan de griffier. Hij vermeldt daarbij zijn naam, adres en telefoonnummer en het onderwerp, waarover hij het woord wil voeren.

  • 4. De voorzitter geeft het woord op volgorde van aanmelding. De voorzitter kan van de volgorde afwijken, indien dit in het belang is van de orde van de vergadering.

  • 5. Elke spreker krijgt maximaal vijf minuten het woord. De voorzitter verdeelt de spreektijd evenredig over de sprekers als er meer dan drie sprekers zijn. De voorzitter kan tevens in bijzondere gevallen afwijken van de maximale lengte van de spreektijd.

  • 6. De spreker voert het woord, nadat de voorzitter hem dit heeft verleend. De voorzitter kan de deelnemers aan een commissievergadering toestaan aan insprekers een korte, verhelderende vraag te stellen. Er vindt geen discussie plaats tussen een inspreker en deelnemers van de vergadering.

  • 7. Een inspreker wordt in de gelegenheid gesteld voor een tweede termijn maximaal vijf minuten het woord te voeren, nadat de beraadslagingen in eerste termijn over het betreffende agendapunt zijn afgerond. De voorzitter verdeelt de spreektijd evenredig over de insprekers als er meer dan drie insprekers zijn.

  • 8. De voorzitter of een lid doet een voorstel voor de behandeling van de inbreng van de burger.

Artikel 22. Actuele vragen

  • 1. Vragen dienen actueel te zijn en dienen kort en bondig geformuleerd te worden.

  • 2. Het commissielid dat de vragen wil stellen, meldt dit onder vermelding van het onderwerp en betreffende raadscommissie, uiterlijk op de dag van vergadering voor 12.00 uur bij de griffie.

  • 3. De actuele vragen worden in de betreffende raadscommissie behandeld als eerste (inhoudelijke) agendapunt na het vaststellen van de agenda. Op voorstel van de voorzitter kan de commissie besluiten dat de vragen worden behandeld op een later moment in de vergadering.

  • 4. De actuele vragenronde duurt niet langer dan 10 minuten.

Artikel 23. Agenderingsverzoek derden

  • 1. Ingezetenen en belanghebbenden kunnen een verzoek tot agendering van een onderwerp in een commissievergadering indienen.

  • 2. Het onderwerp als bedoeld in het eerste lid voldoet aan de volgende vereisten:

    • a.

      het onderwerp behoort tot de bevoegdheid van het gemeentebestuur;

    • b.

      het onderwerp betreft niet een aangelegenheid die onderdeel is van een beroeps- of bezwaarprocedure;

    • c.

      het onderwerp betreft geen gedraging waarover een klacht ex artikel 9:1 van de Algemene wet bestuursrecht kan of kon worden ingediend;

    • d.

      het onderwerp betreft niet een recent door het college van burgemeester en wethouders afgewezen verzoek.

  • 3. Een agenderingsverzoek als bedoeld in het eerste lid wordt tenminste drie weken voorafgaand aan de beoogde commissievergadering ingediend bij de griffier.

  • 4. De griffier legt het agenderingsverzoek zo spoedig mogelijk met een advies voor aan de agendacommissie.

  • 5. De griffier brengt het agenderingsverzoek ter informatie of ter voorbereiding onder de aandacht van het college van burgemeester en wethouders.

  • 6. De agendacommissie toetst het verzoek aan de voorwaarden genoemd onder lid 1 en lid 2 en beoordeeld of de beoogde vergadering voldoende ruimte biedt voor agendering. Als de beoogde commissievergadering onvoldoende ruimte biedt, biedt de agendacommissie een alternatief aan voor een spoedige behandeling van het onderwerp.

  • 7. De portefeuillehouder of diens vervanger is aanwezig bij de behandeling van het onderwerp in de commissievergadering.

  • 8. De commissievoorzitter doet in de vergadering aan de commissie een voorstel voor de behandeling van het onderwerp.

  • 9. De indiener van het verzoek voert in de commissievergadering het woord, nadat de voorzitter hem dit heeft verleend.

  • 10. De griffier draagt zorg voor de communicatie met de indiener.

Artikel 24. Handhaving orde en schorsing

  • 1. De commissievoorzitter handhaaft de orde in de vergadering.

  • 2. Hij kan de raadscommissie voorstellen aan een commissielid dat door zijn gedragingen de geregelde gang van zaken belemmert, het verdere verblijf in de vergadering te ontzeggen. Over het voorstel wordt niet beraadslaagd. Na aanneming daarvan verlaat het commissielid de vergadering onmiddellijk. Zo nodig doet de commissievoorzitter hem verwijderen. Bij herhaling van zijn gedrag kan het commissielid bovendien voor ten hoogste drie maanden de toegang tot de vergadering worden ontzegd.

  • 3. Hij kan ter handhaving van de orde de vergadering voor een door hem te bepalen tijd schorsen en, als na de heropening de orde opnieuw wordt verstoord, de vergadering sluiten.

  • 4. Hij roept sprekers tot de orde als deze zich in beledigende of onbetamelijke uitdrukkingen uitlaten, afwijken van het in behandeling zijnde onderwerp, andere sprekers herhaaldelijk interrumperen, dan wel anderszins de orde verstoren. Sprekers die hieraan geen gevolg geven, kunnen door hem het woord ontnomen worden over het aanhangige onderwerp.

Artikel 25. Voorstellen van orde

De commissievoorzitter en commissieleden kunnen tijdens een vergadering mondeling een voorstel van orde betreffende de vergadering doen. De raadscommissie beslist hier terstond over.

Paragraaf 3. Besloten vergaderingen

Artikel 26. Toepassing verordening op besloten vergaderingen

Op besloten vergaderingen is deze verordening van overeenkomstige toepassing voor zover dat niet strijdig is met het besloten karakter van de vergadering.

Artikel 27. Verslag besloten vergadering

  • 1. Van een besloten vergadering wordt een afzonderlijk verslag gemaakt.

  • 2. Conceptverslagen van besloten vergaderingen worden niet verspreid, maar uitsluitend voor de commissieleden ter inzage gelegd bij de commissiegriffier.

  • 3. Deze verslagen worden zo spoedig mogelijk in een besloten vergadering ter vaststelling aangeboden. Tijdens deze vergadering neemt de raadscommissie een besluit over het al dan niet openbaar maken van het verslag.

  • 4. De vastgestelde verslagen worden door de commissievoorzitter en de commissiegriffier ondertekend.

Artikel 28. Opheffing geheimhouding

Als de raad op grond van artikel 25, derde en vierde lid, van de wet voornemens is de geheimhouding op te heffen, wordt, als de raadscommissie die geheimhouding heeft opgelegd daarom verzoekt, daarover in een besloten vergadering met de raadscommissie overleg gevoerd.

Paragraaf 4. Toehoorders en pers

Artikel 29. Toehoorders en pers

  • 1. Toehoorders en vertegenwoordigers van de pers wonen openbare vergaderingen uitsluitend bij op de voor hen bestemde plaatsen.

  • 2. Het blijkgeven van tekenen van goed- of afkeuring of het op andere wijze verstoren van de orde is hen verboden.

  • 3. De commissievoorzitter is bevoegd, wanneer de orde in de vergadering op enigerlei wijze door toehoorders wordt verstoord, deze en zo nodig andere toehoorders te doen vertrekken.

  • 4. Hij is bevoegd toehoorders die bij herhaling de orde in de vergadering verstoren voor ten hoogste drie maanden de toegang tot de vergadering te ontzeggen.

Artikel 30. Geluid- en beeldregistraties

Degenen die van een openbare vergadering geluid- of beeldregistraties willen maken, doen hiervan mededeling aan de commissievoorzitter en gedragen zich naar diens aanwijzingen.

Hoofdstuk 3. Slotbepalingen

Artikel 31. Uitleg verordening

In de gevallen waarin deze verordening niet voorziet of bij twijfel over de toepassing van de verordening, beslist de raadscommissie op voorstel van de commissievoorzitter.

Artikel 32. Intrekken oude verordening

De Verordening op de raadscommissies 2015 wordt ingetrokken.

Artikel 33. Inwerkingtreding en citeertitel

  • 1. Deze verordening treedt in werking op de dag na bekendmaking.

  • 2. Deze verordening wordt aangehaald als: Verordening op de raadscommissies Den Helder 2018.

Ondertekening

Aldus besloten in de raadsvergadering van 24 september 2018.

voorzitter

Koen Schuiling

griffier

mr. drs. M. Huisman