Besluit van de gemeenteraad van de gemeente Den Helder houdende algemene regels over subsidieverlening voor evenementen (Subsidieverordening evenementen Den Helder 2020)

Geldend van 22-07-2020 t/m heden

Intitulé

Besluit van de gemeenteraad van de gemeente Den Helder houdende algemene regels over subsidieverlening voor evenementen (Subsidieverordening evenementen Den Helder 2020)

De raad van de gemeente Den Helder;

gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 19 mei 2020 inzake de Subsidieverordening evenementen Den Helder 2020;

kennis genomen hebbende van de voorbereidende commissievergadering Bestuur en Middelen op 8 juni 2020;

gelet op de artikelen 147 en 149 van de Gemeentewet;

gelet op de Algemene subsidieverordening Den Helder;

BESLUIT:

de navolgende Subsidieverordening evenementen Den Helder 2020 vast te stellen.

Subsidieverordening evenementen Den Helder 2020

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

In deze verordening en de daarop berustende bepalingen wordt verstaan onder:

  • a. Awb; Algemene wet bestuursrecht;

  • b. College: het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Den Helder;

  • c. Europese commissie: de commissie als bedoeld in artikel 17 van het Verdrag betreffende de Europese Unie;

  • d. Evenement: het geheel van activiteiten dat plaatsvindt bij een op publiek gericht en voor publiek toegankelijke één- of meerdaagse vertoning of gebeurtenis, van culturele, sportieve, maritieme en/of vermakelijke aard, die doelbewust is georganiseerd met een tijdelijk karakter, die een openbaar karakter heeft en gericht is op een relatief groot publiek en die substantieel bijdraagt aan de verbetering van de identiteit van de stad en een regionale of (inter)nationale uitstraling heeft;

  • e. Instelling: een organisatie die staat ingeschreven bij de Kamer van Koophandel en rechtspersoonlijkheid bezit en die zich ten doel stelt activiteiten zonder winstoogmerk te verrichten ten behoeve van ingezeten van de gemeente Den Helder;

  • f. Onderneming: iedere eenheid, ongeacht haar rechtsvorm of wijze van financiering, dus ook stichtingen en verenigingen, die een economische activiteit uitoefent;

  • g. Openbaar karakter: een door de instelling georganiseerd openbaar, voor publiek toegankelijk evenement of publieksactiviteit die zich richt op de inclusieve samenleving, waaraan door middel van publiciteit bekendheid wordt gegeven. Bedrijfsfeesten, braderieën, kermissen, branche-activiteiten, belangenbehartiging, religieuze activiteiten, goede doelen, onderzoeken, professionalisering van de doelgroep, fora en platforms, jubilea en activiteiten die een politiek, godsdienstig of levensbeschouwelijk karakter hebben worden niet als openbare evenementen of publieksactiviteiten in de zin van deze subsidieregels gezien;

  • h. Publieksactiviteit: het geheel van activiteiten dat plaatsvindt bij een op publiek gericht en voor publiek toegankelijke één- of meerdaagse vertoning of gebeurtenis, van culturele, sportieve, maritieme en/of vermakelijke aard, die doelbewust is georganiseerd met een tijdelijk karakter, die een openbaar karakter heeft voor met name het Helderse publiek dan wel een specifieke doelgroep en een (sub)lokale uitstraling heeft;

  • i. Raad: de gemeenteraad van de gemeente Den Helder;

  • j. Sisa: de manier waarop gemeenten zich aan het Rijk moeten verantwoorden over de besteding van de specifieke uitkeringen via “single information en single audit”;

  • k. Verdrag: het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie.

Artikel 2 Reikwijdte verordening en bevoegdheid college

  • 1. Deze verordening is van toepassing op de verlening van gemeentelijke subsidies voor evenementen en publieksactiviteiten.

  • 2. Doelstelling van deze verordening is het bevorderen van evenementen en publieksactiviteiten die worden georganiseerd in de gemeente Den Helder.

  • 3. Voor subsidiering op grond van deze verordening komen in aanmerking aanvragen voor evenementen en publieksactiviteiten die passen bij de promotie en profilering van Den Helder en aansluiten bij de kernkwaliteiten van Den Helder op het gebied van cultuur(historie), maritieme, techniek- en energiesector, muziek- of landschapsfestival en sport.

  • 4. De aanvrager toont aan dat de subsidie noodzakelijk is om het evenement of de publieksactiviteit doorgang te laten vinden.

  • 5. De activiteiten moeten een openbaar karakter hebben en in ieder geval (groten)deels in de gemeente Den Helder plaatsvinden.

  • 6. Alle in de subsidietitel 4.2 Awb aan het bestuursorgaan toegekende bevoegdheden worden uitgeoefend door het college.

  • 7. Het college is belast met de uitvoering van deze verordening en kan daartoe nadere regels vaststellen.

Artikel 3 Subsidiabele kosten

  • 1. De subsidie heeft uitsluitend betrekking op de direct aan de organisatie en uitvoering van een evenement verbonden kosten, die resteren na aftrek van bijdragen van derden en die naar het oordeel van het college noodzakelijk zijn voor het realiseren van de gesubsidieerde activiteiten.

  • 2. Kosten zijn subsidiabel indien zij gericht zijn op een of meer van onderstaande kostenposten:

  • a. organisatie, beveiliging en veiligheid

    b. promotie

    c. inkoop horeca

    d. kosten voor vrijwilligers

    e. Het college kan besluiten dat andere kosten dan genoemd in lid 2 subsidiabel zijn

    f. Kosten om de inclusiviteit te bevorderen. Denk hierbij aan kosten voor bezoekers met beperkte mobiliteit, een gebarentolk, brailleteksten, genderneutrale faciliteiten, etc.

Artikel 4 Subsidieplafond en begrotingsvoorbehoud

De raad stelt jaarlijks een subsidieplafond vast voor deze verordening.

Artikel 5 Aanvraag (indieningstermijn, indieningsvereisten, beslistermijn

  • 1. De subsidieaanvraag wordt bij het college ingediend vóór 1 oktober van het jaar voorafgaand aan het jaar waarin het evenement plaats vindt.

  • 2. De aanvrager geeft in de aanvraag duidelijk aan waar het evenement of de publieksactiviteit aan bijdraagt en op welke wijze.

  • 3. Aanvragen kunnen uitsluitend online/digitaal worden ingediend via de website van de gemeente Den Helder. Uitsluitend aanvragen die tijdig zijn ingediend worden in behandeling genomen

  • 4. Bij de subsidieaanvraag worden minimaal ingediend:

    • a.

      de beschrijving van het evenement (programma);

    • b.

      de begroting, bestaande uit een overzicht van geraamde inkomsten en uitgaven voor zover deze betrekking hebben op de activiteiten waarvoor subsidie wordt aangevraagd (de begroting dient sluitend te zijn);

    • c.

      het promotieplan (hieruit moet ook blijven dat het plan bij Citymarketing Den Helder is aangemeld voor de Evenementenkalender);

    • d.

      het overzicht met de samenstelling van het bestuur van de instelling.

  • 5. Als de aanvrager een onderneming is wordt tevens ingediend:

    • a.

      een opgave van subsidies, vergoedingen of tegemoetkomingen in welke vorm ook met staatsmiddelen bekostigd, die al zijn of zullen worden ontvangen voor de activiteiten waarvoor de subsidie wordt aangevraagd;

    • b.

      een verklaring als bedoeld in de de-minimisverordening van de Europese Commissie (de-minimisverklaring), waarmee de onderneming verklaart dat met de subsidieverstrekking de drempelwaarde uit de de-minimisverordening, gerekend over een periode van 3 jaar, niet wordt overschreden;

  • 6. Het college beslist uiterlijk 1 december over de ingediende subsidieaanvragen voor het komende jaar. Deze beslistermijn kan eenmalig worden verlengd tot 31 december.

  • 7. Bij aanvragen om een subsidie die overeenkomstig artikel 108, derde lid van het Verdrag worden aangemeld bij de Europese Commissie wordt de termijn verdaagd totdat de Europese commissie een eindbeslissing heeft genomen;

  • 8. Een rechtspersoon die voor het eerst een subsidie aanvraagt voegt een exemplaar van de oprichtingsakte en de statuten toe aan de aanvraag;

  • 9. Een rechtspersoon die vaker dan éénmaal subsidie heeft aangevraagd, verklaart bij elke nieuwe aanvraag dat er geen wijzigingen in de oprichtingsakte en statuten, als bedoeld in lid 3, zijn doorgevoerd;

  • 10. Indien niet wordt voldaan aan de indieningsvereisten, dan krijgt de aanvrager de gelegenheid de aanvraag aan te vullen, met dien verstande dat niet kan worden afgeweken van de indieningstermijn;

  • 11. Het college kan andere dan de in het vierde lid genoemde gegevens verlangen, indien die voor het nemen van een beslissing op de aanvraag noodzakelijk zijn;

  • 12. Het college kan nadere regels stellen ten aanzien van de begroting en betrokkenheid van de gemeente.

Artikel 6 Wijze van beoordeling

Een aanvraag om subsidie wordt op basis van de volgende algemene criteria en in samenhang tot de andere subsidieaanvragen beoordeeld:

  • a. identiteit;

  • b. ondernemerschap;

  • c. publiek en publieksbereik;

  • d. lokale samenwerking;

  • e. focus op maritiem, techniek en energie;

  • f. duur van de subsidieverlening.

Artikel 7 Weigerings-, intrekkings- en terugvorderingsgronden

  • 1. Onverminderd de artikelen 4:25, tweede lid (overschrijding subsidieplafond), en 4:35 van de Awb (overige weigeringsgronden) weigert het college de subsidie in ieder geval:

  • a. als de Europese Commissie overeenkomstig artikel 108, tweede lid, van het Verdrag heeft vastgesteld dat de subsidie onverenigbaar is met de interne markt;

    b. als het betreft een aanvrager tegen wie een bevel tot terugvordering uitstaat ingevolge een eerdere beschikking van de Europese Commissie waarin de steun onrechtmatig en onverenigbaar met de gemeenschappelijke markt is verklaard.

  • 2. Onverminderd het vorige lid kan het college de subsidie verder in ieder geval weigeren:

    • a.

      als de te subsidiëren activiteiten niet of niet in overwegende mate gericht zijn op de gemeente of haar ingezetenen of als ze onvoldoende ten goede komen aan de gemeente of haar ingezetenen;

    • b.

      als de aanvrager met uitvoering van de activiteiten beoogt winst te maken;

    • c.

      als de aanvrager doelstellingen beoogt of activiteiten zal ontplooien die in strijd zijn met de wet, het algemeen belang of de openbare orde dan wel deze niet passen binnen het beleid van de gemeente Den Helder;

    • d.

      de gelden niet of in onvoldoende mate besteed zullen worden voor de activiteiten en/of het doel waarvoor de subsidie beschikbaar wordt gesteld;

    • e.

      de doelstellingen, activiteiten, statuten of reglementen van de aanvrager dan wel het beoogde gebruik van de subsidie discriminatie opleveren wegens godsdienst, levensovertuiging, politieke gezindheid, ras, geslacht, burgerlijke staat, seksuele gerichtheid, leeftijd of op welke grond dan ook. Onder discriminatie wordt in dit verband niet begrepen onderscheid ter opheffing van maatschappelijke achterstand;

    • f.

      als de subsidieverstrekking op grond van artikel 107 van het Verdrag niet is toegestaan totdat de Europese Commissie met toepassing van artikel 108, tweede lid, van het Verdrag heeft vastgesteld dat de subsidie verenigbaar is met de interne markt;

    • g.

      in de bij de betrokken subsidieregeling bepaalde gevallen.

  • 3. Het college kan een subsidie in ieder geval weigeren dan wel intrekken in het geval en onder de voorwaarden, bedoeld in artikel 3 van de Wet bevordering integriteitsbeoordelingen door het openbaar bestuur;

  • 4. Het college vordert een subsidie met rente terug als dit nodig is ter uitvoering van een terugvorderingsbesluit van de Europese Commissie of een onherroepelijke rechterlijke uitspraak;

  • 5. Het college weigert de verlening van een subsidie als er sprake is van strijd met enige bepaling in deze subsidieverordening en/of de Algemene wet bestuursrecht of overige wettelijke gronden;

  • 6. Het college kan de verlening van een subsidie weigeren of intrekken:

  • a. indien evenementen en publieksactiviteiten niet voldoen aan de definiëring;

    b. indien de aanvraag niet voldoet aan de nadere regels ter uitvoering van deze subsidieverordening;

    c. indien op de gemeentebegroting geen bedragen beschikbaar zijn gesteld voor het doel waarvoor die subsidie wordt aangevraagd en als het beschikbare budget voor dat doel ontoereikend is;

    d. als er gegronde reden bestaat aan te nemen dat het evenement of de publiekactiviteit niet in voldoende mate in het algemeen gemeentelijk belang is;

    e. als de aanvrager ook zonder subsidie over voldoende gelden, hetzij uit eigen middelen, hetzij uit middelen van derden, hetzij uit (horeca)inkomsten tijdens het evenement of de publieksactiviteit kan beschikken om de kosten te dekken;

    f. indien de subsidieaanvrager nalatig is (geweest) bij het naleven van de (regels van de) evenementenvergunning en daartoe een bestuursrechtelijke handhavingsinstrument in het kader van de benodigde evenementenvergunning is ingezet zoals waarschuwing, bestuursdwang, of een andere maatregel.

  • 7. Het college kan aanvragen voor een subsidie geheel of gedeeltelijk weigeren indien het subsidiebudget voor evenementen dan wel publieksactiviteiten zoals dat voor het betreffende subsidie jaar door het college is vastgesteld, niet toereikend is om alle aanvragen te honoreren.

Artikel 8 Randvoorwaarden

  • 1. De aanvrager geeft aan waardoor de subsidiebehoefte is ontstaan.

  • 2. De aanvrager toont aan dat met inachtneming van de gevraagde subsidie sprake is van een sluitende begroting.

  • 3. Alle evenementensubsidies worden toegekend in de vorm van een garantiesubsidie. Dit houdt in dat de subsidie in principe volledig moet worden terugbetaald indien het evenement of de publieksactiviteit niet door gaat.

  • 4. Een subsidie kan slechts worden toegekend indien wordt voldaan aan alle in deze verordening en de nadere regels genoemde voorwaarden.

  • 5. Evenementen en publieksactiviteiten die worden georganiseerd voor commerciële doeleinden, komen niet voor evenementensubsidie in aanmerking.

  • 6. Het college kan aan het verlenen van een subsidie bijzondere voorwaarden verbinden. Deze bijzondere voorwaarden kunnen onder meer betrekking hebben op de wijze waarop het toegekende subsidie wordt aangewend of het heffen van entree- en/of deelnamegelden en de hoogte daarvan.

Artikel 9 Hoogte en duur van de subsidie

  • 1. Het college bepaalt de hoogte van de subsidie op basis van de mate waarin, naar het oordeel van het college, door de aanvrager een bijdrage wordt geleverd aan de doelstellingen als genoemd in artikel 2, lid 2.

  • 2. Het college stelt nadere regels op omtrent de wijze van beoordeling van de subsidiehoogte.

  • 3. Op grond van deze verordening kan slechts per kalenderjaar een subsidie worden aangevraagd en verleend.

  • 4. De subsidie bedraagt maximaal 25% van de kosten die voor subsidie in aanmerking komen, met een minimum van € 500,- en een maximum van € 25.000,-.

Artikel 10 Algemene verplichtingen van subsidieontvanger

De subsidieontvanger is verplicht alle relevante wijzigingen in de organisatie onverwijld aan het college te melden voor zover deze wijzigingen van invloed zijn op de gesubsidieerde activiteiten.

Artikel 11 Verantwoording

  • 1. Evenementensubsidies die op basis van deze verordening worden verleend kunnen door het college direct worden vastgesteld.

  • 2. Het college kan de aanvrager bij de subsidievaststelling verplichten achteraf bewijzen te overleggen dat de activiteiten waarvoor de subsidie wordt verstrekt, zijn verricht en daadwerkelijk hebben plaatsgevonden en dat is voldaan aan de aan de subsidie verbonden verplichtingen. Ook kan het college de aanvrager verplichten om achteraf aan te geven of de subsidie heeft bijgedragen aan de bij de aanvraag kenbaar gemaakte doelen en (gewenste) resultaten. In dat geval vindt de vaststelling plaats binnen 13 weken nadat de volledige verantwoording heeft plaatsgevonden.

  • 3. Het college kan bij subsidieregeling nadere regels stellen over de verantwoording van de subsidie door de subsidieontvanger.

Artikel 12 Aan een subsidie te verbinden bijzondere verplichtingen

  • 1. Aan een beschikking tot subsidieverlening kunnen verplichtingen worden verbonden met betrekking tot het beheer en gebruik van hetgeen met de subsidie tot stand is gebracht.

  • 2. Indien het college subsidie verstrekt voor activiteiten, die mede door andere bestuursorganen worden gesubsidieerd, kan het college afwijken van de bij of krachtens deze Algemene subsidieverordening aan de subsidie te verbinden verplichtingen, voor zover dit wenselijk is met het oog op een goede afstemming met de door die andere bestuursorganen opgelegde of op te leggen verplichtingen, en daardoor het belang met het oog, waarop die verplichtingen zouden moeten worden opgelegd, niet onevenredig wordt geschaad.

  • 3. Als er sprake is van subsidie waartoe door een ander bestuursorgaan door middel van subsidiering of via een Europese subsidie de gelden beschikbaar zijn gesteld, moet de aanvraag voor subsidievaststelling voldoen aan de aan de gemeente daarbij opgelegde verantwoordingsverplichtingen. Indien de gemeente de aan haar verstrekte subsidie via SiSa moet verantwoorden, is de subsidieontvanger verplicht een tussentijdse verantwoording in te dienen ten behoeve van de jaarrekeningcontrole van de gemeente voor het jaar waarvoor de subsidie is verstrekt.

Artikel 13 Berekening van uurtarieven, uniforme kostenbegrippen

Bij subsidie waarop een Europees steunkader van toepassing is, komen alleen die tarieven en kostenbegrippen in aanmerking die voldoen aan de eisen van het toepasselijke steunkader.

Artikel 14 Hardheidsclausule

Het college kan het bepaalde in deze verordening, met uitzondering van de artikelen 2 en 3, in bijzondere gevallen buiten toepassing laten of daarvan afwijken voor zover de toepassing van die bepalingen voor de subsidieaanvrager of -ontvanger gevolgen zou hebben die onevenredig zijn in verhouding tot de met de betrokken bepalingen te dienen doelen.

Artikel 15 Slotbepalingen

  • 1. Deze verordening treedt in werking de dag na bekendmaking.

  • 2. Deze verordening wordt aangehaald als ‘Subsidieverordening evenementen Den Helder 2020’.

  • 3. De Subsidieverordening Publieksactiviteiten, zoals vastgesteld op 7 november 2005, wordt ingetrokken na inwerkingtreding van deze verordening.

  • 4. Subsidies die zijn verleend op grond van de in het derde lid genoemde ingetrokken verordening worden afgehandeld conform die verordening.

  • 5. Op bezwaarschriften ingediend voor het tijdstip van inwerkingtreding van deze verordening en bezwaarschriften ingediend na het tijdstip van inwerkingtreding van deze verordening, maar betrekking hebben op de subsidieverleningen van vóór de inwerkingtreding van deze verordening, wordt beslist conform de in het derde lid genoemde ingetrokken verordening.

Aldus besloten in de raadsvergadering van 30 juni 2020,

Jeroen Nobel,

Voorzitter

mr. drs. M. Huisman

Griffier

Ondertekening