Verordening van de gemeenteraad van de gemeente Den Helder houdende regels omtrent cliëntenparticipatie (Verordening Cliëntenparticipatie 2016)

Geldend van 26-09-2020 t/m heden met terugwerkende kracht vanaf 01-07-2016

Intitulé

Verordening van de gemeenteraad van de gemeente Den Helder houdende regels omtrent cliëntenparticipatie (Verordening Cliëntenparticipatie 2016)

De raad van de gemeente Den Helder;

gelezen het raadsvoorstel nummer RVO16.0038 van het college van burgemeester en wethouders van Den Helder van 17 mei 2016;

gelet op:

  • -

    Gemeentewet artikel 150

  • -

    Participatiewet, artikel 47

  • -

    Wet maatschappelijke ondersteuning 2015, artikel 2.1.3

  • -

    Jeugdwet, artikel 2.10

overwegende:

dat het noodzakelijk is de wijze waarop personen of hun vertegenwoordigers betrokken worden bij de uitvoering van de bovengenoemde wetten, bij verordening te regelen;

kennis genomen hebbende van de voorbereidende commissievergadering Maatschappelijke ontwikkeling op 20 juni 2016;

besluit:

de Verordening Cliëntenparticipatie WWB 2012 in te trekken;

vast te stellen de hierna volgende

Verordening Cliëntenparticipatie 2016

Artikel 1 Begripsomschrijving

  • 1. Alle begrippen die in deze verordening worden gebruikt en niet nader worden omschreven hebben dezelfde betekenis als in de Participatiewet, de Jeugdwet, de Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo) ende Algemene wet bestuursrecht;

  • 2. In deze verordening wordt verstaan onder:

    • a.

      de Participatiewet : de wet die m.i.v. 2015 voorziet in uitkeringsondersteuning en arbeidsinschakeling;

    • b.

      de Jeugdwet : de wet die m.i.v. 2015 de verantwoordelijkheid voor preventie, ondersteuning, hulp en zorg aan jeugdigen en ouders bij opgroei- en opvoedingsproblemen, psychische problemen en stoornissen bij de gemeente legt;

    • c.

      de Wmo : de wet die m.i.v. 2015 de verantwoordelijkheid voor ondersteuning aan mensen, bij de gemeente legt; door de ondersteuning zijn mensen in staat zijn zo lang mogelijk thuis zelfstandig te blijven wonen;

    • d.

      de wetten : de in sub a, b en c genoemde wetten;

    • e.

      het college : het college van Burgemeester en Wethouders;

    • r.

      de gemeente : de gemeente Den Helder;

    • g.

      de raad : de gemeenteraad van de gemeente Den Helder;

    • h.

      belanghebbende / cliënt : de persoon of instelling die direct te maken heeft met de werking van de Wmo en/of de Jeugdwet en/of de Participatiewet; 

    • i.

      ASD :  de Adviesraad Sociaal Domein, het orgaan waarin de cliëntenparticipatie is ondergebracht;

    • j.

      belangenorganisaties : organisaties die de belangen van belanghebbenden behartigen en/of anderszins een directe cliëntgerichte rol vervullen in het Sociaal Domein.

    • l.

      vertegenwoordiger van cliënt : rechtmatig vertegenwoordiger, géén professional zijnde;

    • m.

      Noordkop : Regio bestaande uit de gemeenten Den Helder, Schagen, Hollands Kroon en Texel.

Artikel 2 Doelstelling

  • 1. Het college betrekt cliënten en/of hun vertegenwoordigers bij de beleidsvorming en uitvoering van de Jeugdwet, de Wmo 2015 en de Participatiewet;

  • 2. met het betrekken van de Adviesraad Sociaal Domein (ASD) , als centraal orgaan in de cliëntenparticipatie, bij beleidsvorming en uitvoering bevordert het college dat er vanuit de cliëntperspectieven integraal en evenwichtig gemeentelijk beleid tot stand komt;

  • 3. de ASD beoogt meerwaarde te bereiken in de kwaliteit van de dienstverlening bij de uitvoering van bovengenoemde wetten in het Sociaal Domein. De ASD zal alle in voorgaande advies- en cliëntenparticipatierollen op het terreinen van Wmo, jeugd en werk en inkomen in zich bundelen;

  • 4. de ASD verschaft inzicht in wat er onder cliënten en belangenorganisaties leeft in samenhang met de beoordeling van de kwaliteit van de dienstverlening;

  • 5. de ASD is contactpunt in de gemeente voor cliënten en belangenorganisaties en is aanspreekpunt voor het college;

  • 6. de ASD streeft naar een waar mogelijk grotere inbreng van cliënten en belanghebbenden en kan het college gevraagd en ongevraagd adviseren.

Artikel 3 Taken en bevoegdheden ASD

  • 1. De ASD geeft gevraagd en ongevraagd advies of doet voorstellen aan het college over zaken die betrekking hebben op beleid, de beleidsontwikkeling en de uitvoering op het gebied van de Wmo, de Jeugdwet en de Participatiewet en daarmee samenhangende regelingen (inclusief het minima- en armoedebeleid);

  • 2. de ASD heeft de bevoegdheid alle aangelegenheden die de uitvoering en de kwaliteit van de dienstverlening in het Sociaal Domein raken, indien nodig in overlegsituaties met het college aan de orde te stellen;

  • 3. de ASD heeft het recht om over alle informatie te beschikken die hij nodig acht voor de vervulling van zijn taken, mits het verkrijgen van die informatie niet in strijd is met wet- en/of regelgeving;

  • 4. de ASD stelt jaarlijks een inhoudelijk verslag op over de werkzaamheden over het voorgaande jaar;

  • 5. de ASD is niet bevoegd te adviseren over klachten, bezwaar- en beroepschriften en andere zaken die op individuele cliënten of belanghebbenden betrekking hebben, met uitzondering van de hierbij gehanteerde procedures en regelingen.

Artikel 4 Adviesrol ASD

  • 1. In het kader van de participatie van cliënten en belanghebbenden vraagt het college de ASD om advies. De adviesraad is ook gerechtigd om uit eigen beweging advies uit te brengen aan het college;

  • 2. het college vraagt de ASD in ieder geval advies over het gemeentelijke beleid, de ontwikkeling daarvan en over de uitvoering van de Participatiewet, de Jeugdwet en de Wmo;

  • 3. het advies wordt op een zodanig tijdstip gevraagd dat het uitgebrachte advies toegevoegd kan worden aan het college en de gemeenteraad ter beschikking te stellen stukken;

  • 4. het college draagt er zorg voor dat van de zijde van de gemeente aan de ASD de nodige informatie tijdig wordt verstrekt voor het naar behoren kunnen functioneren van de adviesraad. Het betreft hier alle informatie die noodzakelijk is om beleid en uitvoering te begrijpen en ontwikkelingen te kunnen volgen.

Artikel 5 Samenstelling van de ASD

  • 1. De ASD betaat uit cliënte van- en belanghebbenden bij ontwikkeling van beleid en uitvoering van de wetten, in een voor zover redelijkerweijs mogelijk representatieve vertegenwoordiging van de cliëntgroepen en vertegenwoordigers van belangenorganisaties van de bij de uitvoering van de wetten betrokken personen;

  • 2. in het kader van de Wet SUWI kunnen ook cliënten van het UWV bij de participatie betrokken worden;

  • 3. het aantal leden van de ASD is oneven en het minimum aantal leden van de ASD is 5 en het maximum aantal leden 11;

  • 4. de leden kiezen uit hun midden een voorzitter, secretaris en penningmeester;

  • 5. het lidmaatschap van de ASD is onverenigbaar met het bekleden van de functie van lid van de gemeenteraad, lid van een commissie uit de gemeenteraad, fractieassistent, lid van het college of ambtenaar van de gemeente, en werknemerschap, adviseurschap of bekleding van een bestuurs-, directie- of toezichtsfunctie bij instellingen, anders dan belangenorganisaties, of ondernemingen die in het Sociaal Domein in de Noordkop actief zijn;

  • 6. op ad hoc basis kan de ASD één of meerdere deskundigen uitnodigen aan een vergadering van de adviesraad of werkgroep(en) van die raad deel te nemen. Deze perso(o)n(en) tellen niet mee voor de bepaling van het officiële ledenaantal. Zij hebben geen stemrecht inzake de door de ASD uit te brengen adviezen;

  • 7. de ASD is, voor zover redelijkerwijs mogelijk, zodanig samengesteld dat cliënten of hun vertegenwoordigers, uit de in artikel 2 lid 1 genoemde domeinen, evenredig zijn vertegenwoordigd.

Artikel 6 Lidmaatschap

  • 1. Benoeming van de leden in artikel 5 gebeurt door het college op voorstel van de ASD; benoeming van leden van de eerste ASD, bij haar instelling, geschiedt aan de hand van een door het college in te stellen aanstellingsprocedure, waarbij de voorgaande adviesorganen, belangenorganisaties, cliëntgroepen, personen kunnen kandideren;

  • 2. de leden van de ASD worden benoemd voor een periode van drie jaar;

  • 3. na deze periode van drie jaar kan herbenoeming volgen van nog één keer drie jaar;

  • 4. het lidmaatschap van een lid van de ASD eindigt op de dag na die waarop sprake is van:

    • a.

      het verstrijken van de zittingstermijn.

    • b.

      vestiging in een andere gemeenten.

    • c.

      het niet meer behoren tot de doelgroep (artikel 4 lid 1).

    • d.

      op eigen verzoek.

    • e.

      overlijden.

  • 5. de leden van de ASD worden benoemd, geschorst en ontslagen door het college;

  • 6. het lidmaatschap eindigt tevens als er tegen (verdere) deelname ernstige bezwaren zijn gerezen, die aanleiding zijn tot onderzoek inzake integriteit, misstanden, e.d.;

  • 7. indien zich omstandigheden als bedoeld in het zesde lid voordoen, dan wordt beslissing tot beëindiging van het lidmaatschap van de ASD genomen door het college;

  • 8. binnen twee weken, nadat het college heeft besloten de persoon als bedoeld in het eerste lid van verdere deelname aan de ASD uit te sluiten, wordt de belanghebbende daarvan schriftelijk en gemotiveerd in kennis gesteld.

Artikel 7 Vergadering en besluiten

  • 1. De ASD stelt haar eigen vergadercyclus en -agenda vast en vergadert tenminste vier maal per jaar;

  • 2. een advies of initiatiefvoorstel van de ASD wordt met meerderheid van stemmen uitgebracht en schriftelijk vastgelegd;

  • 3. besluiten van de ASD worden genomen in vergaderingen waarbij minimaal de helft van het aantal leden aanwezig is;

  • 4. stemming van zaken gebeurt hoofdelijk of schriftelijk;

  • 5. notulen van de vergaderingen worden ter kennisname verzonden aan het college;

  • 6. de vergaderingen zijn in beginsel openbaar;

  • 7. de ASD stelt in beginsel werkgroepen in, die op thema’s en/of op wijkniveau adviseren aan de ASD. Deze werkgroepen worden gevormd door adviesraadsleden, waarbij de adviesraad er voor kan kiezen leden in specifieke gevallen op basis van hun expertise tot lidmaatschap van

    een werkgroep uit te nodigen. Voor de rol en positie van deze genodigden gelden verder de bepalingen onder artikel 5, lid 6 en 7.

Artikel 8 Ondersteuning van de ASD

  • 1. Ten behoeve van de ASD wordt jaarlijks in de gemeentebegroting een budget opgenomen;

  • 2. ten laste van het budget kunnen, ter beoordeling van het college, onder meer kosten wordengebracht die verband houden met gemaakte onkosten, kosten voor deskundigheidsbevordering, secretariële- en organisatiekosten;

  • 3. de leden van de ASD kunnen een persoonlijke onkostenvergoeding ontvangen, voor noodzakelijkerwijs gemaakte kosten;

  • 4. het college stelt vergaderruimte en kopieerfaciliteiten in het stadhuis beschikbaar ten behoeve van het naar behoren kunnen functioneren van de ASD;

  • 5. het college stelt haar ambtenaren in staat een ASD-vergadering bij te wonen om toelichting of uitleg te geven, indien de ASD daarom verzocht heeft;

  • 6. de besteding van het budget voor een boekjaar wordt binnen een kwartaal na afloop van dat boekjaar schriftelijk aan het college verantwoord.

Artikel 9 Innovatie

De ASD functioneert met een centrale raad waaronder werkgroepen actief zijn die, zeker ook wijk- en themagericht, initiatieven en adviezen voor de raad voorbereiden, op eigen initiatief, dan wel op verzoek van het college.

Artikel 10 Nadere regels

Het college kan met betrekking tot de uitvoering van deze verordening nadere regels vaststellen.

Artikel 11 Citeertitel

Deze verordening kan worden aangehaald als: ‘Verordening Cliëntenparticipatie 2016’.

Artikel 12 Evaluatie

Jaarlijks wordt tussen de ASD en de gemeentesecretaris geëvalueerd of de gekozen opzet van de ASD voldoet. De ASD brengt verslag uit van deze evaluatie aan de raad. De eerste volledige rapportage verschijnt in het laatste kwartaal van 2017.

Artikel 13 Inwerkingtreding

  • 1. Na haar bekendmaking treedt de verordening, zo mogelijk met terugwerkende kracht, in werking op 1 juli 2016;

  • 2. gelijktijdig met de inwerkingtreding van deze verordening wordt ingetrokken de Verordening Cliëntenparticipatie WWB 2012, welke door de raad is vastgesteld in zijn vergadering van 19 december 2011.

Ondertekening

Aldus besloten in de raadsvergadering van 11 juli 2016.

voorzitter

Koen Schuiling

griffier

mr. drs. M. Huisman

Artikelsgewijze toelichting

Artikel 1

Behoeft geen toelichting.

Artikel 2Doelstelling

De gemeente heeft behoefte aan ondersteuning bij de uitvoering van de wetten in het Sociaal Domein in de vorm van een klankbord. Daarnaast is er de politieke en bestuurlijke wens om via interactieve beleidsontwikkeling de stem van de burger beter door te laten klinken en zo een kwaliteitsimpuls aan de uitvoering te geven.

Artikel 3Taken en bevoegdheden van de ASD

Lid 2

Tot de taak van de ASD wordt in ieder geval gerekend het informeren en adviseren over het uitvoeringsbeleid en de uitvoeringspraktijk. Daarbij kan gedacht worden aan: de bejegening van cliënten, de schriftelijke en mondelinge informatievoorziening, het serviceniveau, de bereikbaarheid, wachttijden, privacybescherming, (klachten-) procedures, evenals het signaleren van ontwikkelingen, klanttevredenheidsonderzoeken.

Lid 3

De ASD zorgt er voor dat na afloop van het kalenderjaar er een verslag komt over de activiteiten van het voorgaande jaar.

Lid 4

Tenslotte is de ASD niet bevoegd om aan individuele belangenbehartiging te doen.

Artikel 4Adviesrol

Lid 1

De ASD kan gevraagd en ongevraagd adviezen geven over beleid en beleidsontwikkeling op de beleidsterreinen binnen het Sociaal Domein: Wmo, Jeugd en werk en Inkomen, inclusief het gemeentelijk minimabeleid.

Lid 2

De afdeling Sociaal Domein voert de werkzaamheden uit in het kader van de Wmo (individuele voorzieningen), Wet inburgering en schuldhulpverlening. Voor wat betreft deze regelingen is er niet een directe wettelijke verplichting om advies te vragen aan de ASD. In voorkomende gevallen zal dit wel gevraagd kunnen worden.

Lid 3

Het uitbrengen van een advies is aan een termijn gebonden, omdat dit advies toegevoegd moet worden aan de stukken voor de gemeenteraad. Een termijn van vier weken wordt normaliter gehanteerd, met uitzondering van gevallen waarvoor meer tijd noodzakelijk is, zoals bij klanttevredenheidsonderzoeken. De ASD stelt het college schriftelijk op de hoogte van haar advies. Een ASD-advies is niet bindend. Indien het college afwijkt van het advies wordt dit door hen schriftelijk gemotiveerd.

Artikel 5 Samenstelling ASD

In dit artikel is geregeld dat de ASD door cliënten en belanghebbenden wordt gevormd. Als ervaringsdeskundigen kan van de cliënten veel informatie verwacht worden over de gevolgen van beleid en over de wijze van uitvoering.

Met de deelname van belangenorganisaties wordt ook de aanwezigheid van expertise uit hun kring geborgd. De deelnemende belangenorganisaties hebben het recht om namens hen benoemde leden tussentijds gemotiveerd te vervangen.

In dit artikel is ook opgenomen welke (gemeentelijke) functies niet verenigbaar zijn met het lidmaatschap van de ASD. Wij verstaan daar ook onder de leden van adviescommissies die namens een in de raad vertegenwoordigde politieke partij daarin zitting hebben.

Artikel 6Lidmaatschap

Lid 1

De leden worden door het college benoemd voor een bepaalde periode welke niet gelijk loopt met de zittingsperiode van de gemeenteraad, dit ook om eens te meer de vrijheid en onafhankelijkheid van de commissie te benadrukken. De zittingsperiode kan verlengd worden met eenzelfde periode.

Lid 4

Er is een beperkt aantal redenen om het lidmaatschap te beëindigen. Dat gebeurt automatisch als de zittingsduur is afgelopen (a), als de persoon door een verhuizing geen inwoner meer is van de gemeente (b), als iemand niet meer tot de doelgroep van de afdeling Sociaal Domein hoort (c), als iemand daar zelf om vraagt (d) en door overlijden (e)

Lid 6

In de Algemene wet bestuursrecht (artikel 2:2) is bepaald dat een bestuursorgaan iemand kan weigeren als vertegenwoordiger als er tegen die persoon ernstige bezwaren zijn gerezen of bestaan. Op analoge wijze is de bepaling in de verordening opgenomen. Omdat het gaat om een zeer bijzondere situatie wordt geen definitie gegeven van die omstandigheden, juist omdat er vanuit gegaan wordt dat een dergelijke omstandigheid zich alleen bij zeer hoge uitzondering zal voordoen. Deze bepaling is louter in de verordening opgenomen voor het geval een dergelijke, hopelijk zeer uitzonderlijke, situatie zich voordoet.

Artikel 7Vergadering en besluiten

Lid 2

Het college vindt de inbreng van cliënten en belanghebbenden belangrijk om inzicht te verkrijgen in het functioneren van de eigen organisatie en de dienstverlening waar nodig te verbeteren. In de dialoog tussen de wethouder, afdeling Sociaal Domein en de ASD zal een duidelijke meerwaarde voor de kwaliteit van de dienstverlening door de afdeling Sociaal Domein ontstaan.

Artikel 8Ondersteuning van de ASD

Lid 2

Het college draagt er zorg voor dat de leden van de ASD scholing kunnen ontvangen om hun taken te kunnen uitvoeren. Deze scholing kan omvatten: de hoofdlijnen van en relevante ontwikkelingen op het gebied van de wetgeving in het Sociaal Domein, trainingen op het terrein van vergadertechniek en voorzitterschap.

Het college zorgt indien gewenst ook voor vergaderaccommodatie en daarbij behorende aanvullende voorzieningen. Het college draagt er zorg voor dat de ASD, in de vorm van een ambtelijke ondersteuning, adequaat wordt ondersteund.

Lid 3

Omdat burgers als leden van gemeentelijke adviesraden presentiegelden kunnen ontvangen, zijn wij van mening dat leden van de ASD een persoonlijke onkostenvergoeding kunnen te ontvangen. Het is aan de ASD zelf hier een keuze in te maken.

Om te voorkomen dat, indien van toepassing, deze persoonlijke onkostenvergoeding in mindering gebracht wordt op een uitkering, wordt het bedrag als een onkostenvergoeding vrijwilligerswerk aangemerkt (artikel 31 tweede lid sub k en l WWB). Het bedrag is afgestemd op de fiscale forfaitaire vrijwilligersregeling zoals die op grond van de Coördinatiewet sociale verzekeringen geldt voor de werknemersverzekering en deze vergoeding wordt ook door de belastingdienst buiten beschouwing gelaten. Dit betekent wel dat zowel binnen een maand als binnen een kalenderjaar rekening gehouden moet worden met het maximale aantal bijeenkomsten van de ASD en het maximale bedrag van de vrijwilligersvergoeding (zowel per maand als op jaarbasis in verband met verrekening met uitkering of bijtelling belastingdienst) dat verstrekt kan worden.

De persoonlijke onkostenvergoeding is in ieder geval bestemd voor de uitgaven die gemoeid zijn voor de vervoerskosten tussen woonhuis en de plaats waar de vergadering van de adviesraad wordt gehouden, evenals gesprekskosten bij telefoongebruik.

Lid 5

Ambtelijke toelichting of uitleg vindt op casuïstieke basis plaats. Ambtelijke ondersteuning is geen vast of structureel gegeven; de ASD voert, voedt en ontwikkelt zijn agenda zelf.

Artikel 9Innovatie

De structuur van de ASD ziet er in essentie als volgt uit:

afbeelding binnen de regeling

De ASD is dus geen ‘klassiek’ platform, maar een orgaan dat dicht op de burgers en mede gevuld door burgers actief is. De ASD wordt ook in staat gesteld zich te ontwikkelen tot een adviesraad die (op eigen initiatief dan wel in gevallen op verzoek van het college) ook meer wijk- en themagericht te werk gaat, waarbij samenwerking met de wijkplatforms een duidelijke optie is.

Artikel 10Nadere regels

In gevallen waarin niet is voorzien dan wel voor een juiste uitvoering van de verordening, kan het college beslissen nadere regels vast te stellen.

Artikel 11Citeertitel

Behoeft geen toelichting.

Artikel 12Evaluatie

Behoeft geen toelichting.

Artikel 13Inwerkingtreding

Behoeft geen toelichting.