Regeling vervallen per 01-01-2015

Verordening vestiging alleenrecht participatievoorzieningen 2010

Geldend van 01-01-2010 t/m 31-12-2014

Intitulé

Verordening vestiging alleenrecht participatievoorzieningen 2010

Artikel 1 Begripsomschrijving

In deze verordening wordt verstaan onder:

a. Aanwijzingsbesluit :een besluit tot aanwijzing van instellingen, die belast worden met het uitvoeren van een of meer specifieke publiekrechtelijke taken.

b. Aanwijzingsbevoegdheid :de bevoegdheid tot aanwijzing van instellingen die belast worden met de uitvoering van een of meer specifieke publiekrechtelijke taken.

c. Alleenrecht: de bij publiekrechtelijk besluit aan instellingen verleende

bevoegdheid een of meer specifieke publiekrechtelijke taken uit te voeren.

d. College: College van Burgemeester en wethouders.

e. DAEB: Dienst van Algemeen Economisch Belang in de zin van

artikel 86 EG-Verdrag.

f. De wet: de Wet Participatiebudget.

g. Doelgroep: de groep personen zoals bedoeld in artikel 1 Wet

participatiebudget.

i. Voorziening(en): participatievoorziening(en) zoals benoemd in artikel 1 van de Wet participatiebudget.

Artikel 2 Kwalificatie

Voorzieningen ten behoeve van tot de doelgroep behorende personen op grond van de wet worden aangemerkt als diensten van algemeen economisch belang (DAEB) in de zin van de Vrijstellingsbeschikking 2005/842/EG van de Europese Commissie, waarvoor een alleenrecht kan worden gevestigd.

Artikel 3 Aanwijzingsbevoegdheid

Het college is bevoegd om op basis van deze verordening instellingen aan te wijzen, die belast worden met de uitvoering van voorzieningen op grond van de wet ten behoeve van tot de doelgroep behorende personen.

Artikel 4 Aanwijzingsbesluit

  • 1. Het college oefent de aanwijzingsbevoegdheid uit door het per voorziening nemen van een aanwijzingsbesluit.

  • 2. Het aanwijzingsbesluit bevat, overeenkomstig met de vrijstellingsverordening 2005/842/EG:

    • ·

      de naam van de instelling

    • ·

      de aard en de duur van de openbare dienstverplichtingen;

    • ·

      de betrokken ondernemingen en het betrokken grondgebied;

    • ·

      de aard van alle uitsluitende of bijzondere rechten die de ondernemingen zijn toegekend;

    • ·

      een vastgestelde kostentoerekeningssystematiek met objectieve parameters;

    • ·

      een beleidsregel met betrekking tot reservevorming, die overcompensatie uitsluit.

  • 3. Het aanwijzingsbesluit bevat, overeenkomstig de artikelen 25a t/m 25e van de Mededingingswet:

    • ·

      voorschriften aangaande een te voeren gescheiden registratie van lasten en baten van de verschillende activiteiten.

  • 4. Het in een aanwijzingsbesluit vermelde alleenrecht heeft een werkingsduur van 24 maanden.

Artikel 5 Overeenkomst

Het college sluit met inachtneming van het aanwijzingsbesluit een overeenkomst met de instelling die belast wordt met de uitvoering van de voorziening.

Artikel 6 Inwerkingtreding

Deze verordening treedt na publicatie in werking op 1 januari 2010.

Artikel 7 Citeertitel

Deze verordening kan worden aangehaald als de Verordening vestiging alleenrecht participatievoorzieningen 2010.

Ondertekening

Aldus besloten in de raadsvergadering van 14 december 2009.
ir. C.J. Vriesman, voorzitter
mr. drs. M. Huisman, griffier