Regeling vervallen per 22-09-2020

Verordening Algemene begraafplaats 2008

Geldend van 01-01-2009 t/m 21-09-2020

Intitulé

Verordening Algemene begraafplaats 2008

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

Voor de toepassing van deze verordening wordt verstaan onder:

  • a.

    algemeen graf: een graf in beheer bij de gemeente bestemd tot het doen begraven en begraven houden van lijken van overledenen;

  • b.

    asbus: een bus ter berging van de as van een overledene;

  • c.

    begraafplaats: de Algemene Begraafplaats aan de Kerkhoflaan te Huisduinen, gemeente Den Helder, bestemd voor de lijkbezorging van de stoffelijke resten van overleden mensen;

  • d.

    beheerder: de ambtenaar die belast is met de dagelijkse leiding van de begraafplaats of degene die hem vervangt;

  • e.

    bestuursorgaan: het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Den Helder;

  • f.

    columbarium: gedeelte van de begraafplaats bestemd voor het plaatsen van asbussen in de nissen van de urnenmuren;

  • g.

    gedenkteken: voorwerp op het graf voor het aanbrengen van opschriften of figuren, daaronder begrepen kettingen en hekwerken;

  • h.

    grafakte: de beschikking waarin overeenkomstig de bepalingen van deze verordening door of namens het bestuursorgaan een grafrecht wordt verleend;

  • i.

    grafbedekking: gedenkteken en grafbeplanting op een graf of gedenkplaats;

  • j.

    grafrecht: het recht op het begraven en begraven houden in een huurgraf of huur urnengraf, het daarin doen begraven en begraven houden van lijken van overledenen, het doen bijzetten of bijgezet houden van asbussen (met of zonder urnen) in een urnennis of urnengraf of het doen verstrooien van as op de strooivelden;

  • k.

    huurgraf ook genoemd eigen graf: een graf(kelder), uitgegeven voor bepaalde of onbepaalde tijd, aan een natuurlijk of rechtspersoon ten behoeve van lijkbezorging;

  • l.

    kindergraf: een huurgraf bestemd voor het begraven van kinderen;

  • m.

    rechthebbende: de natuurlijke persoon of een rechtspersoon, die het uitsluitend recht heeft verkregen tot het doen begraven in een huurgraf of het doen bijzetten in een urnengraf of urnennis;

  • n.

    urn: een voorwerp ter berging van een asbus;

  • o.

    urnennis: een nis waarvoor het uitsluitend recht is verleend tot het daarin doen bijzetten en bijgezet houden van asbussen of urnen;

  • p.

    urnentuin: een gedeelte van de begraafplaats bestemd tot het doen bijzetten en bijgezet houden van asbussen in een urnengraf.

Artikel 2 Beheer

Het beheer van de begraafplaats wordt gevoerd door de afdelingsmanager Stadsbeheer, namens de directie onder verantwoordelijkheid van het bestuursorgaan.

Onder toezicht van het bestuursorgaan worden één of meer daartoe aangewezen personen belast met:

  • a.

    de aanwezige administratie van de begraafplaats;

  • b.

    de dagelijkse leiding van de begraafplaats;

  • c.

    het onderhoud van de begraafplaats;

  • d.

    het delven of openen en sluiten van graven.

Indeling en administratie der begraafplaats

Artikel 3 Indeling

  • 1. Het bestuursorgaan regelt de indeling van de gemeentelijke begraafplaats.

  • 2. Het bestuursorgaan draagt zorg voor een plattegrondtekening van de begraafplaats, waarop de grafruimten genummerd zijn aangegeven.

Artikel 4 Administratie

  • 1.

    Het bestuursorgaan houdt een register van de lijkbezorgingen bij.

  • 2.

    De rechthebbenden en gebruikers zijn verplicht wijziging van hun adres aan het bestuursorgaan door te geven.

  • 3.

    Van het in het eerste lid bedoelde register kunnen uitsluitend rechthebbenden en gebruikers, een uittreksel t.a.v. hun grafplaats verkrijgen.

Openstelling begraafplaats

Artikel 5 Openstelling

  • 1.

    De begraafplaats is kosteloos voor eenieder toegankelijk.

  • 2.

    De openingstijden zijn, behoudens door het bestuursorgaan te verlenen ontheffing, op alle dagen van april tot oktober van 08.00 uur tot 21.00 uur, en van oktober tot april van 08.00 uur tot 17.00 uur. Het is verboden gedurende de tijd dat de begraafplaats niet voor het publiek is geopend, zich daarop te bevinden.

  • 3.

    De tijd van het begraven van stoffelijke resten en het bezorgen van de as is op:

    • a.

      op werkdagen van 09:00 uur tot 15:00 uur;

    • b.

      op zaterdag, op zondag en op feestdagen van 09:00 uur tot 13:00 uur.

  • 4.

    Het tijdstip van begraven of bijzetten van stoffelijke resten en het bezorgen van de as wordt telkens en voor elk geval afzonderlijk door de beheerder, in overleg met de betrokken nabestaande(n) vastgesteld.

Ordemaatregelen

Artikel 6 Orde

  • 1. Het is verboden op de begraafplaats:

    • a.

      zich op hinderlijke wijze te gedragen;

    • b.

      te colporteren of goederen voor verkoop aan te bieden;

    • c.

      op enige wijze reclame te maken voor handel of bedrijf;

    • d.

      op de graven te lopen of de begraafplaats te verontreinigen;

    • e.

      gedenktekens te ontvreemden, te verplaatsen, te beschadigen, te bekladden of op enigerlei andere wijze te verontreinigen;

    • f.

      dieren te begraven;

    • g.

      te gaan zitten anders dan op de daartoe aangebrachte zitplaatsen;

    • h.

      iets te doen of na te laten dat in strijd is met de eerbied van de nagedachtenis van de overledene(n).

  • 2. Het is verboden op de begraafplaats:

    • a.

      rij- of voertuigen, met uitzondering van invaliden-, kinder- en wandelwagens, mee te nemen, te rijden elders dan op de daartoe aangewezen rijwegen, anders dan ter gelegenheid van een begrafenis of tot het vervoeren van materialen bestemd voor op de begraafplaatsen te verrichten werkzaamheden;

    • b.

      met motorrijtuigen sneller dan 10 km per uur te rijden.

  • 3. Het bestuursorgaan kan ontheffing verlenen van het verbod, bedoeld in het tweede lid, aanhef en sub a.

Artikel 7 Rust en netheid

  • 1.

    Bezoekers, personeel van uitvaartondernemingen en personen die werkzaamheden op de begraafplaatsen hebben te verrichten, zijn verplicht zich in het belang van de orde, rust en netheid te houden aan de aanwijzingen van de beheerder.

  • 2.

    In verband met werkzaamheden op de begraafplaats kan bezoekers de toegang tot (een deel van) de begraafplaats worden ontzegd.

  • 3.

    Ter handhaving van de orde op de begraafplaats kan bezoekers de toegang tot de begraafplaatsen worden ontzegd.

Artikel 8 Melden herdenkingen

  • 1.

    Dodenherdenkingen, onthullingen van gedenktekens en dergelijke plechtigheden op de begraafplaatsen moeten vijf dagen van tevoren worden gemeld aan de beheerder onder opgave van datum en uur van de plechtigheid en de wijze waarop de plechtigheid zal plaatsvinden.

  • 2.

    Deelnemers aan de plechtigheid, bedoeld in het eerste lid moeten zich in het belang van de orde, rust en netheid houden aan de aanwijzingen van de beheerder.

Indeling begraafplaats en onderscheid graven

Artikel 9 Plattegrond

  • 1. De beheerder heeft een plattegrond van de begraafplaats waarop de graven genummerd zijn aangeduid.

  • 2. Het bestuursorgaan behoudt zich het recht voor de indeling van de begraafplaats, de bestemming van de gravenvelden en het onderscheid in graven vast te stellen en te wijzigen.

Artikel 10 Huurgraven en algemene graven

  • 1.

    De begraafplaats biedt gelegenheid tot het begraven van stoffelijke overschotten in:

    • a.

      algemene graven;

    • b.

      huurgraven. Beide soorten graven zijn dubbeldiepe zandgraven.

  • 2.

    In algemene graven kan worden begraven voor een termijn van 10 jaren. Deze termijn kan niet worden verlengd. Een stoffelijk overschot kan echter na afloop van de termijn in een nieuw huurgraf volgens de bepalingen van deze verordening worden herbegraven.

  • 3.

    Huurgraven worden uitgegeven voor een termijn van 20 jaren. Deze termijn wordt telkens verlengd voor een periode van 10 jaar op verzoek van de rechthebbende, mits een zodanig verzoek vóór het verstrijken van de lopende termijn, doch niet eerder dan twee jaar voor het verstrijken van die termijn worden ingediend.

  • 4.

    De graven worden slechts uitgegeven voor directe begraving.

  • 5.

    In bijzondere gevallen kan het bestuursorgaan afwijken van het bepaalde in het vorige lid.

  • 6.

    Het bestuursorgaan bepaalt bij nader vast te stellen regels hoeveel lijken er kunnen worden begraven in huurgraven.

  • 7.

    Een uitsluitend recht op een huurgraf geeft de rechthebbende zeggenschap over wie in dat graf wordt begraven en begraven wordt gehouden, onder voorwaarden en beperkingen van deze verordening. Dit grafrecht wordt door het bestuursorgaan schriftelijk bevestigd door middel van een grafakte aan de rechthebbenden.

  • 8.

    De volgorde van de uit te geven grafvelden wordt bepaald door het bestuursorgaan.

Artikel 11 Plaatsen asbus

  • 1.

    Een asbus kan worden bijgezet in een huurgraf; de bepalingen van deze verordening betreffende huurgraven en betreffende het begraven van stoffelijke overschotten zijn zoveel mogelijk van overeenkomstige toepassing.

  • 2.

    Een asbus kan niet worden bijgezet in een algemeen graf.

  • 3.

    Urnengraven en urnennissen worden uitgegeven voor een termijn van 10 jaren. Deze termijn wordt op verzoek van de rechthebbende telkens met 5 jaar of een veelvoud daarvan verlengd, mits een zodanig verzoek vóór het verstrijken van de termijn is gedaan, doch niet eerder dan twee jaar voor het verstrijken van die termijn.

  • 4.

    Op de graven kunnen geen asbussen worden bijgezet.

  • 5.

    Het bestuursorgaan bepaalt bij nader vast te stellen regels hoeveel asbussen met of zonder urnen er kunnen worden begraven in een urnengraf.

Vereisten voor begraving of bijzetting

Artikel 12

  • 1. Degene die wil doen begraven of een asbus wil doen bijzetten, geeft daarvan uiterlijk twee werkdagen voorafgaande aan de dag waarop de begraving, bijzetting of verstrooiing zal plaatsvinden, schriftelijk kennis aan de beheerder. De zaterdag en zondag gelden niet als werkdag.

  • 2. Indien de burgemeester verlof heeft verleend om het stoffelijk overschot binnen 36 uur na het overlijden te begraven, moet de kennisgeving zo tijdig mogelijk worden gedaan.

  • 3. Bij de in het eerste lid bedoelde kennisgeving dient het verlof tot begraving of een ander wettelijk daarmee gelijkgesteld document te worden overlegd.

  • 4. Indien het stoffelijk overschot binnen 36 uur na het overlijden wordt begraven dient behalve het in het derde lid bedoelde verlof of document ook het in het tweede lid bedoelde verlof van de burgemeester te worden overlegd.

Artikel 13

  • 1. Indien de begraving of de bezorging van as in een huurgraf zal plaatsvinden, dient een machtiging daartoe aan de beheerder te worden overlegd. De machtiging moet zijn ondertekend door de rechthebbende of, indien deze zelf de overledene is, door degene die in de uitvaart voorziet.

  • 2. Begraving of bijzetting in een huurgraf waarvan de termijn binnen 10 jaar afloopt, kan alleen plaatsvinden onder gelijktijdige verlenging van het grafrecht tot 10 jaar na deze begraving of bijzetting. De verlenging dient te worden aangevraagd door de rechthebbende, indien deze is overleden, door één van de in artikel 18, tweede lid, bedoelde personen.

  • 3. In het geval dat het vorige lid van toepassing is, vindt verrekening plaats van de verlenging van het grafrecht naar evenredigheid van het aantal hele jaren.

Artikel 14

  • 1.

    De aanwijzing van de plaats van het graf geschiedt door de beheerder van de begraafplaats, met inachtneming van het bepaalde in deze verordening en in overleg met de aanvrager.

  • 2.

    Tot de begraving of bijzetting wordt niet eerder overgegaan dan nadat:

  • a.

    de beheerder, indien deze heeft geconstateerd dat aan de in de artikelen 13 en 14 opgenomen vereisten is voldaan, hiervoor opdracht aan het personeel van de begraafplaats heeft verleend;

  • b.

    alleen bij begraving van een stoffelijk overschot, het personeel van de begraafplaats de identiteit van het stoffelijk overschot heeft vastgesteld door vergelijking van het op de kist of een ander lijkomhulsel vermelde registratienummer met dat op een bijgevoegd document dat tevens de namen, overlijdens- en geboortedatum van de overledene dan wel de geslachtsnaam van de levenloosgeborene bevat.

  • 3.

    Het openen van een graf ter begraving of voor het bezorgen van as, en het daarna sluiten van een graf, mag uitsluitend geschieden door het personeel van de begraafplaats op aanwijzingen en onder toezicht van de beheerder.

Artikel 15 Aula

Op de begraafplaats bevindt zich een aula, welke volgens nader door het bestuursorgaan te bepalen regels ter beschikking wordt gesteld.

Artikel 16 Gebruik lijkhoezen

  • 1.

    Rechthebbenden leveren, gebruiken en accepteren uitsluitend lijkhoezen, die voldoen aan in of krachtens de wet dan wel op basis van publiekrechtelijke verordeningen, privaatrechtelijke reglementen of algemene voorwaarden gestelde regels ten aanzien van de doorlaatbaarheid van vloeistoffen en gassen, mechanische eigenschappen, vorm en biologische afbreekbaarheid. Genoemde regels zijn vastgesteld in het Lijkomhulselbesluit 1998.

  • 2.

    Rechthebbenden zijn verplicht tot het schriftelijk aangeven van het gebruik van lijkhoezen aan de gemeente.

Tarieven

Artikel 17 Tarieven

  • 1.

    De tarieven voor het gebruik van een algemeen graf, voor het vestigen, overdragen of verlengen van een uitsluitend grafrecht op een huurgraf, voor de bijzetting van een asbus, voor bijzetting van een tweede of volgende stoffelijk overschot in een bestaand graf, voor het delven of openen en sluiten van een graf, voor het onderhoud van grafbedekkingen, van opgraving van een stoffelijk overschot, van ruiming van een huurgraf, alsmede de eventuele andere kosten die verband houden met het gebruik van de begraafplaats of begrafenisplechtigheden, worden vastgesteld door de gemeenteraad en openbaar bekend gemaakt.

  • 2.

    Daarbij wordt tevens aangegeven, voorzover zulks niet in deze verordening is geschied, wanneer of binnen welke termijn de betreffende kosten voldaan moeten zijn/worden.

Overgang grafrechten

Artikel 18 Overgang grafrechten

  • 1.

    Het grafrecht kan op aanvraag van de rechthebbende of gebruiker door het bestuursorgaan worden overgeschreven ten name van een derde.

  • 2.

    Na het overlijden van de rechthebbende of gebruiker kan het grafrecht worden overgeschreven op naam van een natuurlijk persoon of rechtspersoon, mits de aanvraag hiertoe wordt gedaan binnen 1 jaar na het overlijden van de rechthebbende of gebruiker.

  • 3.

    Indien na het overlijden van de rechthebbende of gebruiker de aanvraag tot overschrijving niet wordt gedaan binnen 12 maanden is het bestuursorgaan bevoegd het grafrecht te doen vervallen.

  • 4.

    Na het verstrijken van de in het vorige lid genoemde termijn kan het bestuursorgaan het grafrecht alsnog op naam stellen van een nieuwe rechthebbende, tenzij dit recht betrekking heeft op een graf dat inmiddels is geruimd.

  • 5.

    Over elke overdracht of overboeking zijn de daarvoor vastgestelde kosten verschuldigd.

Einde grafrechten

Artikel 19 Einde grafrechten

  • 1.

    De grafrechten vervallen:

  • a.

    door het verlopen van de termijn;

  • b.

    indien de betaling van een verlenging van het grafrecht niet binnen drie maanden na de aanvang van de termijn is geschied;

  • c.

    indien de rechthebbende -ondanks een aanmaning- in verzuim blijft een op grond van deze verordening op hem rustende verplichting na te komen;

  • d.

    indien de rechthebbende van een graf is overleden en binnen één jaar nadien door de nabestaanden geen aanwijzing van een opvolger als bedoeld in artikel 18, heeft plaatsgevonden;

  • e.

    indien de rechthebbende afstand doet van het recht.

  • 2.

    In de gevallen als bedoeld in het eerste lid, onderdelen c, d en e, hoeft geen terugbetaling van een deel van de kosten van het grafrecht plaats te vinden.

  • 3.

    De eventueel op het graf aanwezige grafmonumenten, naamplaten, beplanting of andere voorwerpen worden bij of na het vervallen van het grafrecht door of namens het bestuursorgaan verwijderd.

  • 4.

    Indien de de rechthebbende aangeeft het bepaalde in het vorige lid in eigen beheer te willen uitvoeren wordt dit door het bestuursorgaan toegestaan onder voorwaarde dat alle opstallen voor het vervallen van de termijn verwijderd zijn.

Gedenktekens en grafbeplanting

Artikel 20 Vergunning

  • 1. Het is verboden zonder vergunning van het bestuursorgaan gedenktekens of andere voorwerpen op een graf of een plaat ter afsluiting van een urnennis te plaatsen.

  • 2. Omtrent de wijze van aanvraag van de vergunning, de aard en de afmetingen van de grafbedekkingen, het aanbrengen of onderhoud van beplantingen en het plaatsen en veranderen van gedenktekens op de graven en in het bijzonder de historische grafvelden G, R, A en F, heeft het bestuursorgaan nadere regels opgenomen in het ‘Uitvoeringsbesluit Algemene Begraafplaats 2008’.

  • 3. Het bestuursorgaan kan ontheffing verlenen van de door hen vastgestelde nadere regels.

  • 4. Het bestuursorgaan kan de in het eerste lid bedoelde vergunning weigeren indien:

  • a. niet voldaan is aan de door haar vastgestelde nadere regels conform het uitvoeringsbesluit;

  • b. de grafbedekking afbreuk doet aan het aanzien van de begraafplaats;

  • c. de duurzaamheid van de materialen onvoldoende is;

  • d. de constructie van de grafbedekking ondeugdelijk is.

  • 5. Het (doen) plaatsen, aanbrengen of onderhouden van monumenten, grafstenen, zerken of andere gedenktekens of van heesters of andere beplantingen op huurgraven, huur urnengraven of- urnennissen of huurgalerijnissen geschiedt door of namens de rechthebbende.

  • 6. Het (doen) plaatsen, aanbrengen of onderhouden van gedenktekens of van beplantingen op algemene graven, geschiedt door of namens de gebruiker.

  • 7. Alle kosten voor het plaatsen of aanbrengen, herstellen of vernieuwen van monumenten, grafstenen, zerken of andere gedenktekens of afsluitplaten, of van heesters of andere beplantingen, komen voor rekening van de rechthebbende of de gebruiker.

  • 8. Verwelkte bloemen of kransen en kapotte voorwerpen kunnen zonder voorafgaande kennisgeving door de beheerder worden verwijderd, zonder dat aanspraak kan worden gedaan op schadevergoeding. Linten, siervazen en dergelijke voorwerpen worden gedurende drie maanden ter beschikking gehouden van de rechthebbende indien deze daartoe een mondeling of schriftelijke verzoek hebben gedaan bij de beheerder.

Artikel 21 Grafkelder

  • 1. Het bestuursorgaan kan aan de rechthebbende op een huurgraf vergunning verlenen tot het daarin voor eigen rekening doen aanbrengen van een grafkelder.

  • 2. Het bestuursorgaan kan nadere voorwaarden verbinden aan de in het eerste lid genoemde vergunning.

Artikel 22 Onderhoud door rechthebbenden en gebruikers

  • 1.

    Rechthebbenden en gebruikers zijn verplicht voor het onderhoud van gedenktekens en beplantingen zorg te dragen. Het onderhoud moet gericht zijn op het verlengen van de instandhoudingstermijn van de gedenksteen.

  • 2.

    De rechthebbende of de gebruiker is verplicht de - door welke omstandigheden ook - daaraan toegebrachte schade op eerste aanschrijven te herstellen, indien de beschadiging zodanig is dat deze naar het oordeel van het bestuursorgaan het uiterlijk aanzien van de begraafplaats schaadt.

  • 3.

    Indien door een ondeugdelijk geworden constructie naar het oordeel van de beheerder een situatie is ontstaan die gevaar oplevert voor het omvallen of inzakken van een grafmonument, kan het bestuursorgaan direct maatregelen treffen.

  • 4.

    Indien binnen 3 maanden na de dag van aanschrijving geen herstel of vernieuwing heeft plaatsgevonden, is het bestuursorgaan bevoegd tot verwijdering en vernietiging van de gedenktekens of beplantingen over te gaan, waarbij geldt dat zij voor deze handeling niet aansprakelijk kan worden gesteld, onverlet het recht van het college van burgemeester en wethouders tot herstel of vernieuwing op kosten van de rechthebbende of gebruiker over te gaan.

  • 5.

    De in artikel 21 bedoelde gedenktekens of beplantingen worden geacht voor rekening en risico van de rechthebbende of gebruiker te zijn aangebracht.

  • 6.

    Schade als gevolg van brand, storm, vorst, wateroverlast, bliksem, ontploffing, molest, vandalisme en andere van buiten komende oorzaken, of ontstaan door het weghalen en terugplaatsen van monumenten, grafstenen, zerken of andere gedenktekens of van heesters of andere beplantingen ten behoeve van de begraving van een lijk of de bijzetting van een asbus in een huurgraf of een bestaand familiegraf, de bijzetting van een asbus in een bestaand urnengraf respectievelijk in een urnennis en eventuele gevolgschade voor derden, is voor rekening en risico van de rechthebbende of

    gebruiker.

  • 7.

    Het afnemen en herplaatsen van een gedenkteken respectievelijk afdekplaat ten behoeve van de begraving van een lijk of de bijzetting van een asbus in een huur graf of een bestaand familiegraf, de bijzetting van een asbus in een bestaand urnengraf respectievelijk in een urnennis, geschiedt op last van en voor rekening van de rechthebbende of gebruiker.

  • 8.

    Indien een gedenkteken naar het oordeel van de beheerder een gevaar voor bezoekers of buurgraven vormt, kan het direct worden verwijderd, zonder dat de rechthebbende of gebruiker enig recht op schadevergoeding kan doen gelden.

  • 9.

    Een rechthebbende of gebruiker is verplicht te gedogen dat de op een graf aanwezige gedenktekens, beplanting en voorwerpen vanwege de gemeente op haar kosten tijdelijk geheel of gedeeltelijk wordt verwijderd en herplaatst, indien dit voor een begraving of bijzetting in de nabijheid van het graf of om een andere reden nodig is.

  • 10.

    Bij de uitvoering van de in het achtste en negende lid van dit artikel bedoelde werkzaamheden is de gemeente niet aansprakelijk voor breuk en andere beschadigingen, tenzij deze ontstaan zijn door schuld of grove nalatigheid van de zijde van de gemeente.

Artikel 23 Onderhoud door gemeente

  • 1.

    Het bestuursorgaan voorziet in het schoonhouden van de begraafplaats.

  • 2.

    Het onderhoud van gedenktekens kan op schriftelijk verzoek van de rechthebbende, tegen betaling, worden overgenomen door de gemeente. Wat onder dit onderhoud wordt verstaan is beschreven in het bij deze verordening behorende uitvoeringsbesluit.

Ruimen van graven

Artikel 24 Ruiming en opgraving

  • 1. De bij de ruiming van een graf aanwezige overblijfselen van lijken, worden begraven of verstrooid op een door het bestuursorgaan aangewezen gedeelte van de begraafplaats.

  • 2. Het bestuursorgaan kan de rechthebbende op een huurgraf of huururnengraf toestemming verlenen om de overblijfselen van de overledenen die zich bevinden in het graf waarop het uitsluitend recht betrekking heeft, opnieuw te doen begraven, hetzij in hetzelfde graf, hetzij in een ander graf. Een verzoek hiertoe dient schriftelijk te worden ingediend.

    De rechthebbende op een urnennis kan de beheerder vragen deze ter beschikking te houden om elders bij te zetten of te doen verstrooien.

  • 3. Nabestaanden van een overledene die begraven is in een algemeen graf kunnen gedurende een periode van één jaar voor beëindiging van de grafrusttermijn de beheerder schriftelijk verzoeken bij de ruiming de

    overblijfselen indien mogelijk bijeen te doen brengen voor herbegraving elders.

  • 4. Het is niet toegestaan dat bij het opgraven van lijken en het ruimen van graven andere personen aanwezig zijn dan degenen die met deze werkzaamheden belast zijn.

Artikel 25 Geplaatste voorwerpen na ruiming

  • 1.

    De op de graven geplaatste voorwerpen blijven ter beschikking van de rechthebbende, gedurende een periode van 3 maanden voor ruiming van het betreffende graf.

  • 2.

    Na afloop van de in het vorig lid genoemde periode vervalt het recht op deze voorwerpen aan de gemeente.

Slotbepalingen

Artikel 26

Door vestiging van een grafrecht onderwerpen een rechthebbende of een gebruiker zich aan de bepalingen van deze verordening, zoals deze eventueel nader wordt gewijzigd of aangevuld, en verplichten zij zich tot tijdige betaling van de daarop gebaseerde kosten.

Artikel 27

In geval waarin deze verordening niet voorziet of in geval van verschil van mening over de uitleg van haar bepalingen, beslist het bestuursorgaan.

Artikel 28

Deze verordening treedt in de plaats van alle voorgaande verordeningen van de begraafplaats.

Artikel 29 Citeertitel en inwerkingtreding

  • 1.

    Deze verordening komt in de plaats van de ‘Verordening op het beheer en het gebruik van de gemeentelijke begraafplaats’ zoals vastgesteld bij raadsbesluit van 7 december 1994.

  • 2.

    Deze verordening kan worden aangehaald als: Verordening Algemene Begraafplaats 2008.

  • 3.

    Deze verordening treedt in werking op 1 januari 2009.

Ondertekening

Aldus besloten in de raadsvergadering
van 27 oktober 2008
S. Hulman MSc , voorzitter
mr. drs. M. Huisman , griffier