Regeling vervallen per 06-01-2012

Verordening cliëntenparticipatie WWB en WIJ 2010

Geldend van 25-02-2011 t/m 05-01-2012 met terugwerkende kracht vanaf 01-08-2010

Intitulé

Verordening cliëntenparticipatie WWB en WIJ 2010

Artikel 1 Begripsomschrijving

  • 1.

    Alle begrippen die in deze verordening worden gebruikt en niet nader worden omschreven hebben dezelfde betekenis als in de Wet werk en bijstand, de Wet investeren in jongeren en de Algemene wet bestuursrecht.

  • 2.

    In deze verordening wordt verstaan onder:

    • b.

      de wet: de Wet werk en bijstand (WWB); de Wet investeren in jongeren (WIJ);

    • b.

      het college: het college van Burgemeester en Wethouders van Den Helder;

    • c.

      de gemeente: de gemeente Den Helder;

    • d.

      cliënt: de persoon die een uitkering of voorziening ontvangt of aan wie op grond van artikel 7 eerste lid WWB door de gemeente ondersteuning dient te worden geboden of op grond van artikel 11, eerste lid van de WIJ een werkleeraanbod is gedaan;

    • e.

      CAR: Cliëntenadviesraad WWB & WIJ;

    • f.

      belangenorganisaties: organisaties die de belangen van cliënten behartigen.

Artikel 2 Doelstelling

  • 1.

    Met cliëntenparticipatie wordt beoogd meerwaarde te bereiken in de kwaliteit van de dienstverlening bij de uitvoering van de wet. Voor dit doel wordt een organisatie in het leven geroepen die zal opereren onder de naam Cliëntenadviesraad WWB & WIJ.

  • 2.

    De CAR verschaft inzicht in wat er onder cliënten leeft in samenhang met de beoordeling van de kwaliteit van de gemeentelijke dienstverlening en waar mogelijk te komen tot een grotere inbreng van cliënten.

  • 3.

    De CAR is contactpunt in de gemeente voor cliënten en belangenorganisaties en is aanspreekpunt voor het gemeentebestuur.

Artikel 3 Taken en bevoegdheden CAR

  • 1.

    De CAR geeft gevraagd en ongevraagd advies of doet voorstellen aan het college over zaken die betrekking hebben op beleid, de beleidsontwikkeling en de uitvoering op het gebied van de Wet werk en bijstand en daarmee samenhangende regelingen (inclusief het minimabeleid). Evenals de uitvoering van: de Wet investeren in jongeren, de Wet maatschappelijke ondersteuning, de Wet inburgering en schuldhulpverlening.

  • 2.

    De CAR heeft de bevoegdheid alle aangelegenheden die de uitvoering en de kwaliteit van de dienstverlening door de afdeling Publiekszaken (locatie Drs. F. Bijlweg 2) van de gemeente raken, in overlegvergaderingen aan de orde te stellen.

  • 3.

    De CAR heeft het recht om over alle informatie te beschikken die hij nodig acht voor de vervulling van zijn taken, mits het verkrijgen van die informatie niet in strijd is met de wet- en/of regelgeving.

  • 4.

    De CAR stelt jaarlijks een inhoudelijk verslag op over de werkzaamheden over het voorgaande jaar.

  • 5.

    De CAR is niet bevoegd te adviseren over zaken die op individuele cliënten betrekking hebben zoals o.a. klachten en bezwaar- en beroepschriften, met uitzondering van de hierbij gehanteerde procedures en regelingen.

Artikel 4 Samenstelling van de cliëntenadviesraad

  • 1.

    De CAR bestaat uit cliënten van de afdeling Publiekszaken (locatie Drs. F. Bijlweg 2) en vormen zoveel mogelijk een representatieve vertegenwoordiging van de doelgroepen van de afdeling.

  • 2.

    In het kader van de Wet SUWI kunnen ook cliënten van het UWV WERKplein bij de participatie betrokken worden.

  • 3.

    Indien er geen of onvoldoende respons is vanuit de doelgroep om zitting te nemen in de CAR, zullen belangenorganisaties benaderd worden om deel te gaan nemen.

  • 4.

    Het minimum aantal leden van de cliëntenadviesraad is 3 en het maximum aantal leden 7.

  • 5.

    De leden kiezen uit hun midden een voorzitter en een secretaris.

  • 6.

    Het lidmaatschap van de CAR is onverenigbaar met het de functie van lid van de gemeenteraad, lid van een commissie uit de gemeenteraad, fractieassistent, lid van het college of ambtenaar van de gemeente.

  • 7.

    Op ad hoc basis kan de CAR één of meerdere deskundigen uitnodigen aan een vergadering deel te nemen. Deze perso(o)n(en) tellen niet mee voor de bepaling van het officiële ledenaantal. Zij hebben geen stemrecht tot de door de CAR uit te brengen adviezen.

Artikel 5 Benoeming, zittingsduur, rechtsbescherming en beëindiging lidmaatschap

  • 1. Benoeming van de leden in artikel 4 gebeurt door het college op voorstel van de CAR.

  • 2. De leden van de CAR worden benoemd voor een periode van vier jaar, welke periode gelijk is aan de zittingsduur van de gemeenteraad.

  • 3. Na deze periode van vier jaar kan een herbenoeming volgen van nog één keer vier jaar.

  • 4. Het lidmaatschap van de CAR eindigt door:

    • a.

      het verstrijken van de zittingstermijn;

    • b.

      vestiging in een andere gemeente;

    • c.

      op eigen verzoek

    • d.

      overlijden.

  • 5. De leden van de CAR worden benoemd, geschorst en ontslagen door het college.

  • 6. Het lidmaatschap eindigt tevens als er tegen (verdere) deelname door een persoon ernstige bezwaren bestaan.

  • 7. Indien zich omstandigheden als bedoeld in het zesde lid voordoen, dan wordt de beslissing tot beëindiging van het lidmaatschap van de CAR genomen door het college.

  • 8. Binnen twee weken, nadat het college heeft besloten de persoon als bedoeld in het eerste lid van verdere deelname aan de CAR uit te sluiten, wordt de belanghebbende daarvan schriftelijk en gemotiveerd in kennis gesteld.

Artikel 6 Werkwijze CAR

  • 1. In het kader van de cliëntenparticipatie vraagt het college de CAR om advies. De adviesraad is ook gerechtigd om uit eigen beweging advies uit te brengen aan het college.

  • 2. Het college vraagt de CAR in ieder geval advies over het gemeentelijke beleid over de uitvoering van de Wet werk en bijstand, het minimabeleid en de Wet investeren in jongeren.

  • 3. Het advies wordt op een zodanig tijdstip gevraagd dat het uitgebrachte advies toegevoegd kan worden aan het College en de gemeenteraad ter beschikking te stellen stukken.

  • 4. Het college draagt er zorg voor dat van de zijde van de gemeente aan de CAR de nodige informatie tijdig wordt verstrekt voor het naar behoren kunnen functioneren van de adviesraad. Het betreft hier alle informatie die noodzakelijk is om beleid en uitvoering te begrijpen en ontwikkelingen te kunnen volgen.

Artikel 7 Vergadering en besluiten

  • 1. De CAR vergadert ten minste zes maal per jaar.

  • 2. Een advies of initiatiefvoorstel van de CAR wordt met meerderheid van stemmen uitgebracht en schriftelijk vastgelegd.

  • 3. Besluiten van de CAR worden genomen in vergaderingen waarbij minimaal de helft van het aantal leden aanwezig is.

  • 4. Stemming van zaken gebeurt hoofdelijk of schriftelijk.

  • 5. Notulen van de vergaderingen worden ter kennisname verzonden aan het college.

  • 6. De vergaderingen zijn in beginsel openbaar.

Artikel 8 Ondersteuning van de CAR

  • 1.

    Ten behoeve van de CAR wordt jaarlijks in de begroting een budget opgenomen.

  • 2.

    Ten laste van het budget kunnen, ter beoordeling van het college, onder meer kosten worden gebracht die verband houden met gemaakte onkosten, kosten voor deskundigheidsbevordering en organisatiekosten.

  • 3.

    De leden van de CAR ontvangen een persoonlijke onkostenvergoeding die gekoppeld is aan de maximale vergoeding vrijwilligersregeling Belastingen.

  • 4.

    De gemeente stelt ambtelijke ondersteuning, vergaderruimte en kopieerfaciliteiten beschikbaar ten behoeve van het naar behoren kunnen functioneren van de CAR.

Artikel 9 Bevoegdheid college

Het college kan met betrekking tot de uitvoering van deze verordening nadere regels stellen.

Artikel 10 Citeertitel

Deze verordening kan worden aangehaald als: ‘Verordening Cliëntenparticipatie WWB en WIJ 2010’.

Artikel 11 Inwerkingtreding

Deze verordening treedt in werking met ingang van de dag na die van haar bekendmaking en werkt terug tot 1 augustus 2010.

Ondertekening

Aldus besloten in de raadsvergadering van 14 februari 2011.
Koen Schuiling, voorzitter
Mr. drs. M. Huisman, griffier

Artikelsgewijze toelichting

Inleiding

In artikel 47 van de Wet werk en bijstand is geregeld dat de gemeenteraad bij verordening regels vaststelt over de wijze waarop de doelgroep, zoals opgenomen in artikel 7 eerste lid WWB, of hun vertegenwoordigers betrokken worden bij de uitvoering van de WWB. De CAR vertegenwoordigt ook de doelgroep van de Wet investeren in jongeren (WIJ).

Artikel 1 Begripsomschrijving

Er is voor gekozen om begrippen die al zijn omschreven in de WWB en de WIJ niet afzonderlijk te definiëren in de verordening. In het tweede lid worden omschrijvingen gegeven van begrippen die meer dan eens in de verordening voor komen waarvan het van belang is dat er telkens hetzelfde onder wordt verstaan.

Artikel 2 Doelstelling

De gemeente heeft behoefte aan ondersteuning bij de uitvoering van de WWB in de vorm van een klankbord. Daarnaast is er de politieke en bestuurlijke wens om via interactieve beleidsontwikkeling de stem van de burger beter door te laten klinken en zo een kwaliteitsimpuls aan de uitvoering te geven.

Artikel 3 Taken en bevoegdheden van de CAR

Lid 2

Tot de taak van de CAR wordt in ieder geval gerekend het informeren en adviseren over het uitvoeringsbeleid en de uitvoeringspraktijk. Daarbij kan gedacht worden aan: de bejegening van cliënten, de schriftelijke en mondelinge informatievoorziening, het serviceniveau, de bereikbaarheid, wachttijden, privacybescherming, (klachten-) procedures, evenals het signaleren van ontwikkelingen, klanttevredenheidsonderzoeken.

Lid 3

De CAR zorgt er voor dat na afloop van het kalenderjaar er een verslag komt over de activiteiten van het voorgaande jaar.

Lid 4

De CAR is niet bevoegd om aan individuele belangenbehartiging te doen.

Artikel 4 Samenstelling CAR

In dit artikel is geregeld dat de cliëntenadviesraad door cliënten wordt gevormd. Als ervaringsdeskundigen kan van de cliënten veel informatie verwacht worden over de gevolgen van beleid en over de wijze van uitvoering. Indien er vanuit de cliënten onvoldoende respons komt om zitting te nemen in de adviesraad, kunnen belangenorganisaties die met dit terrein bekend zijn, worden benaderd.

Als belangenorganisaties (gaan) deelnemen, hebben zij het recht om het namens hen benoemde lid/leden tussentijds gemotiveerd te vervangen.

In dit artikel is ook opgenomen welke (gemeentelijke) functies niet verenigbaar zijn met het lidmaatschap van de cliëntenadviesraad. Wij verstaan daar ook onder leden van adviescommissies die namens een in de raad vertegenwoordigde politieke partij daarin zitting hebben.

Artikel 5 Benoeming, zittingsduur, rechtsbescherming en beëindiging lidmaatschap

Lid 1

De leden worden door het college benoemd voor een bepaalde periode welke gelijk loopt met de zittingsperiode van de gemeenteraad. De zittingsperiode kan verlengd worden met eenzelfde (raads) periode.

Lid 4

Er is een beperkt aantal redenen om het lidmaatschap te beëindigen. Dat gebeurt automatisch als de zittingsduur is afgelopen (a), als de persoon door een verhuizing geen inwoner meer is van de gemeente (b), als iemand daar zelf om vraagt (c) en door overlijden (d).

Lid 6

In de Algemene wet bestuursrecht (artikel 2:2 Awb) is bepaald dat een bestuursorgaan iemand kan weigeren als vertegenwoordiger als er tegen die persoon ernstige bezwaren bestaan. Op analoge wijze is de bepaling in de verordening opgenomen. Omdat het gaat om een zeer bijzondere situatie wordt geen definitie gegeven van die omstandigheden, juist omdat er vanuit gegaan wordt dat een dergelijke omstandigheid zich alleen bij zeer hoge uitzondering zal voordoen. Deze bepaling is louter in de verordening opgenomen voor het geval een dergelijke, hopelijk zeer uitzonderlijke, situatie zich voordoet.

Artikel 6 Werkwijze CAR

Lid 1

De CAR kan gevraagd en ongevraagd adviezen geven over beleid en beleidsontwikkeling op het terrein van de WWB, het gemeentelijke minimabeleid en de WIJ.

Lid 2

De afdeling Publiekszaken voert daarnaast de werkzaamheden uit in het kader van de WMO (individuele voorzieningen), Wet investeren in jongeren (WIJ), Wet inburgering en schuldhulpverlening. Voor wat betreft deze regelingen is er niet een directe wettelijke verplichting om advies te vragen aan de CAR. In voorkomende gevallen zal dit wel gevraagd kunnen worden voor zover er geen sprake is van andere adviesorganen op dit terrein (bijv. WMO platform).

Lid 3

Het uitbrengen van een advies is aan een termijn gebonden, omdat dit advies toegevoegd moet worden aan de stukken voor de Gemeenteraad. Er moet gedacht worden aan een termijn van vier weken, behalve in uitzonderlijke gevallen waarvoor meer tijd noodzakelijk is, zoals bij klanttevredenheidsonderzoeken. De cliëntenadviesraad stelt het college schriftelijk op de hoogte van haar advies. Een advies van de cliëntenadviesraad is niet bindend. Indien het college afwijkt van het advies wordt dit door hen schriftelijk gemotiveerd.

Artikel 8 Ondersteuning van de CAR

Lid 2

Het college draagt er zorg voor dat de leden van de cliëntenadviesraad scholing kunnen ontvangen om hun taken te kunnen uitvoeren. Deze scholing kan omvatten: de hoofdlijnen van en relevante ontwikkelingen op het gebied van de WWB dan wel sociale zekerheid, trainingen op het terrein van vergadertechniek en voorzitterschap.

Het college zorgt ook voor vergaderaccommodatie en daarbij behorende aanvullende voorzieningen. Het college draagt er zorg voor dat de cliëntenadviesraad, in de vorm van een ambtelijke ondersteuning, adequaat wordt ondersteund.

Lid 3

Omdat burgers die vertegenwoordigt zijn in gemeentelijke adviesraden daarvoor presentiegelden kunnen ontvangen, zijn wij van mening dat de leden van de CAR een persoonlijke onkostenvergoeding dienen te ontvangen. Om te voorkomen dat deze persoonlijke onkostenvergoeding in mindering gebracht wordt op de uitkering, wordt het bedrag als een onkostenvergoeding vrijwilligerswerk aangemerkt (artikel 31 tweede lid sub k en l WWB). Het bedrag is afgestemd op de fiscale forfaitaire vrijwilligersregeling zoals die op grond van de Coördinatiewet sociale verzekeringen geldt voor de werknemersverzekering en deze vergoeding wordt ook door de belastingdienst buiten beschouwing gelaten. Dit betekent wel dat zowel binnen een maand als binnen een kalenderjaar rekening gehouden moet worden met het maximale aantal bijeenkomsten van de cliëntenadviesraad en het maximale bedrag van de vrijwilligersvergoeding (zowel per maand als op jaarbasis in verband met verrekening met uitkering of bijtelling belastingdienst) dat verstrekt kan worden.

De persoonlijke onkostenvergoeding is in ieder geval bestemd voor de uitgaven die gemoeid zijn voor de vervoerskosten tussen woonhuis en de plaats waar de vergadering van de adviesraad wordt gehouden, evenals gesprekskosten telefoon.

Artikel 9 Bevoegdheid college

In gevallen waarin niet is voorzien dan wel voor een juiste uitvoering van de verordening kan het college, in goed overleg met de cliëntenadviesraad, beslissen nadere regels vast te stellen.

Artikel 10 Citeertitel

Behoeft geen toelichting

Artikel 11 Inwerkingtreding

Behoeft geen toelichting