Regeling vervallen per 05-01-2022

Beleid briefadres gemeente Deurne 2015

Geldend van 03-07-2015 t/m 04-01-2022

Intitulé

Beleid briefadres gemeente Deurne 2015

Beleid briefadres gemeente Deurne 2015

Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Deurne,

gelet op:

de artikelen 1.1, 2.23, 2.38, 2.39, 2.40, 2.41, 2.42, 2.45, 2.27, 2.52 van de Wet basisregistratie personen (Wet BRP);

artikel 4:84 van de Algemene wet bestuursrecht;

de circulaire briefadres (BPR2013-0000746109) van 6 december 2013 en op de circulaire registratie briefadres om veiligheidsredenen waaronder ingeval van verblijf in Blijf-van-mijn-lijf-huizen (BPR2013—0000722005) van 6 december 2013 van de minister van BZK;

overwegende dat het noodzakelijk is om een beleidsregel vast te stellen met betrekking tot de aangifte en registratie van een briefadres om het oneigenlijk gebruik van het briefadres tegen te gaan;

besluit vast te stellen:

Beleid briefadres gemeente Deurne 2015

Artikel 1 Begrippen

In deze beleidsregel wordt verstaan onder:

  • 1.

    briefadres: adres waar voor betrokkene bestemde geschriften in ontvangst worden genomen en waar, indien daartoe grond bestaat, zorg wordt gedragen dat geschriften of inlichtingen daarover, betrokkene bereiken (artikel 2.45, lid 3 Wet BRP);

  • 2.

    briefadresgever: de natuurlijke persoon of rechtspersoon, bedoeld in artikel 2.42 Wet BRP, die een briefadres ter beschikking stelt;

  • 3.

    briefadreshouder: de ingezetene in de basisregistratie die een briefadres houdt;

  • 4.

    gezinshuishouden:

    • a.

      twee personen die volgens de Basisregistratie Personen een geregistreerd partnerschap zijn aangegaan of gehuwd zijn, met of zonder kind(eren);

    • b.

      twee personen die door het overleggen van een door een notaris opgemaakt samenlevingscontract hebben aangetoond, dat zij een gemeenschappelijke huishouding voeren, met of zonder kind(eren);

    • c.

      een alleenstaande ouder met kind(eren).

Artikel 2 Redenen briefadres

Als geldige redenen voor het aanvragen van een briefadres en het toekennen ervan door het college worden aangemerkt:

  • 1.

    het ontbreken van een woonadres vanwege:

    • a.

      dak- of thuisloosheid;

    • b.

      korte overbrugging tussen twee woonadressen;

    • c.

      de uitoefening van een ambulant beroep;

    • d.

      kort verblijf in het buitenland: gedurende een jaar ten hoogste twee derden van de tijd;

    • e.

      korter dan 2 jaar verblijf in het buitenland en beroepshalve varend op een schip dat de thuishaven in Nederland heeft;

  • 2.

    verblijf in een instelling voor mannen- of vrouwenopvang (blijf-van-mijn-lijfhuizen);

  • 3.

    verblijf in een instelling als bedoeld in artikel 2.40, lid 3 en 4 van de Wet BRP;

  • 4.

    verblijf op een adres waarvan het opnemen van dat woonadres naar het oordeel van de burgemeester om veiligheidsredenen niet wenselijk is.

Artikel 3 Voorwaarden

Aan de aanvraag voor een briefadres worden de volgende voorwaarden gesteld:

  • 1.

    De aangifte wordt gedaan in de gemeente waar het briefadres zich bevindt.

  • 2.

    De aangever is verplicht om bij de aangifte tot briefadres alle benodigde stukken te overleggen.

  • 3.

    Onder benodigde stukken als bedoeld in het tweede lid wordt in ieder geval verstaan:

    • a.

      een geldig identiteitsbewijs;

    • b.

      de schriftelijke verklaring van de aangever met reden voor de aangifte en de te verwachten periode dat het briefadres noodzakelijk is;

    • c.

      een geldig identiteitsbewijs of een kopie ervan en een schriftelijke verklaring van instemming van de briefadresgever;

    • d.

      een ingevulde en ondertekende vragenlijst briefadres, als het briefadres gevraagd wordt op grond van artikel 2, lid 1.

  • 4.

    Als het briefadres gevraagd wordt op grond van artikel 2, lid 4, is een schriftelijke verklaring van de burgemeester noodzakelijk waaruit blijkt dat opname van een woonadres niet wenselijk is.

  • 5.

    De briefadresgever kan maximaal aan twee gezinshuishoudens, aan twee alleenstaanden of aan een gezinshuishouden en een alleenstaande toestemming geven een briefadres te houden.

Artikel 4 Volledige aangifte

  • 1. De aangifte is volledig als alle benodigde gegevens, zoals bedoeld in artikel 3, lid 2 en 3, zijn ingeleverd.

  • 2. Als één of meer gegevens ontbreken, dan wordt de aangever in de gelegenheid gesteld binnen veertien dagen het verzuim te herstellen en de aangifte alsnog aan te vullen.

  • 3. Als de aangifte niet binnen de, in het vorige lid bepaalde termijn kan worden aangevuld, dan kan, op verzoek van de aangever, de termijn eenmalig verlengd worden met veertien dagen.

  • 4. Als de aangifte niet binnen veertien dagen na aangifte, aangevuld wordt of uitstel gevraagd wordt, wordt de aangifte buiten behandeling gesteld.

Artikel 5 Weigeringsgronden

  • 1. Het college zal een aanvraag voor een briefadres in ieder geval weigeren, als:

    • a.

      de aangever een woonadres heeft;

    • b.

      de aangever langer dan acht maanden gedurende één jaar in het buitenland verblijft en niet beroepshalve varend is op een schip dat zijn thuishaven in Nederland heeft.

    • c.

      de aangever beroepshalve varend is op een schip dat zijn thuishaven in Nederland heeft en langer dan twee jaar in het buitenland verblijft;

    • d.

      er een onderzoek loopt naar de verblijfplaats van de briefadresgever;

    • e.

      het briefadres een adres betreft waarop reeds aan twee alleenstaanden of twee gezinshuishoudens of een alleenstaande en een gezinshuishouden een briefadres is verleend;

    • f.

      het briefadres geen bestaand adres betreft;

    • g.

      het briefadres een postbus is.

    • h.

      Het briefadres bij een rechtspersoon is, welke niet door het college van burgemeester en wethouders is aangewezen.

    • i.

      de briefadresgever of de briefadresnemer niet voldoen aan een verzoek van het college van burgemeester en wethouders om op grond van artikel 2.45 Wet BRP, inlichtingen te verstrekken die van belang zijn voor de beoordeling van een verzoek tot registratie van het briefadres. De betrokkene verschijnt hierbij desgevraagd in persoon.

    • j.

      het briefadres wordt gevraagd op grond van artikel 2, lid 4 en de verklaring van de burgemeester zoals bedoeld in artikel 3, lid 4, ontbreekt.

  • 2. Het college weigert een aanvraag briefadres als het vermoeden bestaat dat het briefadres om oneigenlijke redenen wordt aanvraagd.

Artikel 6 Termijn briefadres

  • 1. In de situatie als bedoeld in artikel 2, lid 1, onder b, mag een briefadres worden gekozen voor de duur van maximaal drie maanden. Deze termijn kan eenmalig met maximaal drie maanden worden verlengd.

  • 2. In de situatie als bedoeld in artikel 2, lid 1, onder d,en e mag een briefadres worden gekozen voor de duur van maximaal de periode dat aangever buiten Nederland zal verblijven.

  • 3. Als de aangever voor het aflopen van de termijn als bedoeld in het eerste en tweede lid geen woonadres heeft gekozen, wordt door de briefadreshouder uiterlijk twee weken voor afloop van de termijn een verzoek ingediend om het briefadres te verlengen.

  • 4. In de situatie als bedoeld in artikel 2, lid 4 mag een briefadres worden verleend voor de duur die de burgemeester noodzakelijk acht.

  • 5. De aanvraag voor verlenging van het briefadres wordt beoordeeld met inachtneming van de artikelen 2 en 5.

  • 6. Onverminderd hetgeen is bepaald in het eerste tot en met het vijfde lid, is een briefadreshouder die een ander adres krijgt, verplicht om binnen vier weken vóór de beoogde verhuisdatum tot en met uiterlijk de vijfde dag na het verkrijgen van een woonadres of verhuizing, hiervan aangifte te doen bij de gemeente waar hij zijn nieuwe adres heeft (artikel 2.39 Wet BRP)

Artikel 7 Hardheidsclausule

Als vanwege bijzondere omstandigheden een strikte toepassing van het bepaalde in deze beleidsregel zou leiden tot een onbillijkheid, kan worden afgeweken van het bepaalde in deze beleidsregel.

Artikel 8 Inwerkingtreding

Deze beleidsregel treedt in werking na bekendmaking op 1 juli 2015.

Artikel 9 Citeertitel

Deze beleidsregel wordt aangehaald als: Beleid briefadres gemeente Deurne 2015.

Aldus vastgesteld in de vergadering van 23 juni 2015.

de secretaris,

de burgemeester,

Toelichting beleid briefadres gemeente Deurne 2015