Regeling vervallen per 01-10-2010

Organisatieverordening Brandweer 1984

Geldend van 01-07-1984 t/m 30-09-2010

Intitulé

Organisatieverordening Brandweer 1984

DE RAAD DER GEMEENTE DEURNE

Gezien het voorstel van burgemeester en wethouders van 25 mei 1984;

gelet op artikel 1 van de Brandweerwet;

b e s l u i t:

vast te stellen de navolgende

Verordening betreffende de organisatie en het beheer van de gemeentelijke brandweer 1984

Artikel 1 Plaats en taak brandweer

  • 1. Burgemeester en wethouders beschikken over een gemeentelijke brandweer ter uitvoering van de taken, die voortvloeien uit de aan hen ingevolge artikel 1, vierde lid van de Brandweerwet 1985 opgedragen zorg:

    • a.

      het voorkomen, beperken en bestrijden van brand, het beperken van brandgevaar, het voorkomen en beperken van ongevallen bij brand en al hetgeen daarmee verband houdt;

    • b.

      het beperken en bestrijden van het gevaar voor mensen en dieren bij ongevallen anders dan bij brand.

  • 2. Tot de taak van de brandweer behoort tevens de uitvoering van werkzaamheden terzake van het beperken en bestrijden van rampen, als bedoeld in artikel 1 van de Rampenwet.

  • 3. Burgemeester en wethouders kunnen andere werkzaamheden, dan die bedoeld in de leden 1 en 2, aanwijzen die de brandweer verricht. Van elke aanwijzing als hier bedoeld doen burgemeester en wethouders mededeling aan de gemeenteraad.

  • 4. Burgemeester en wethouders dragen bij de uitvoering van deze verordening en overige regelingen, met betrekking tot de in het eerste en tweede lid genoemde taken van de gemeentelijke brandweer, zorg voor de goede coördinatie met de gemeenschappelijke regeling Regionale Brandweer Zuid-Oost Noord-Brabant.

Artikel 2 Personeel

  • 1.

    De gemeentelijke brandweer bestaat uit:

1 commandant;

1 plaatsvervangend commandant;

en ten minste:

1 officier

6 brandmeesters en onderbrandmeesters;

46 brandweerwachten.

  • 2.

    Het in het eerste lid genoemde personeel kan zijn samengesteld uit:

    • a.

      vrijwillig personeel dat, na vrijwillige beschikbaarstelling, is aangesteld om anders dan bij wijze van beroep werkzaamheden bij de brandweer te verrichten;

    • b.

      personeel dat is aangesteld om bij wijze van beroep werkzaamheden bij de brandweer te verrichten;

    • c.

      personeel dat is aangewezen om op grond van de voor hem geldende ambtelijke rechtstoestandregeling van de gemeente mede werkzaamheden bij de brandweer te verrichten.

  • 3.

    De commandant heeft de algemene leiding en het bevel over de brandweer, overeenkomstig de voor hem en het overige personeel door burgemeester en wethouders vastgestelde instructies.

Artikel 3 Indienstneming vrijwilligers

Indienstneming van personeel dat anders dan bij wijze van beroep bij de gemeentelijke brandweer werkzaam zal zijn, geschiedt uitsluitend krachtens een aanstelling als ambtenaar, zulks met inachtneming van de bepalingen van de voor dit personeel bij afzonderlijke verordening vast te stellen rechtspositieregeling.

Artikel 4 Ongevallenverzekering

  • 1. Ten behoeve van het in artikel 3, tweede lid, onder a, genoemde personeel sluiten burgemeester en wethouders een verzekering tegen de gevolgen van ongevallen, ontstaan in verband met de uitoefening van zijn betrekking, voor zover daarin uit anderen hoofde niet of niet in voldoende mate is voorzien.

  • 2. Burgemeester en wethouders dragen zorg, dat de in het eerste lid bedoelde verzekering bij voortduring in overeenstemming wordt gehouden met de samenstelling van het brandweerpersoneel, de individuele omstandigheden van de personeelsleden en het algemene loonpeil.

Artikel 5 Opleiding en oefening.

Burgemeester en wethouders dragen zorg, dat het brandweerpersoneel door opleiding en regelmatige oefening de theoretische en praktische kennis verkrijgt en op peil houdt, welke voor de uitoefening van zijn taak noodzakelijk is.

Artikel 6 Materieel

Het mobiele brandweermaterieel der gemeente bestaat tenminste uit:

  • -

    3 bluseenheden, al of niet voorzien van losse mobiele motorspuiten;

  • -

    1 hulpverleningswagen;

  • -

    1 poederwagen.

Artikel 7 Onderbrenging materieel en andere goederen

  • 1. Burgemeester en wethouders bepalen de plaats waar en de wijze waarop het materieel, de materialen en de overige goederen van de brandweer worden ondergebracht.

  • 2. Voorgaande geldt onverkort voor het materieel, de materialen en overige goederen, welke de gemeente ten behoeve van de brandbestrijding en hulpverlening van de Regionale brandweer Zuid-Oost Noord-Brabant en/of het Rijk in bruikleen zijn verstrekt.

Artikel 8 Bluswatervoorziening

Burgemeester en wethouders dragen zorg voor zodanige bluswatervoorzieningen en de bereikbaarheid daarvan, dat de brandbestrijding te allen tijden zoveel mogelijk is gewaarborgd, waartoe mede behoort een zodanige uitrusting van het brandweermateriaal dat dit ook op plaatsen waar geen of onvoldoende bluswater aanwezig is, terstond na aankomst voor de brandbestrijding kan worden ingezet.

Artikel 9 Melding en alarmering.

Burgemeester en wethouders dragen zorg, dat de meldingspost(en) en alarmeringsinrichting(en) zodanig zijn uitgerust en bezet dat te allen tijde een onmiddellijke melding aan de brandweer en een doeltreffende alarmering van het brandweerpersoneel zijn gewaarborgd.

Artikel 10 Onderhoud

  • 1. Burgemeester en wethouders dragen zorg, dat het materieel, de gebouwen, de installaties, de materialen en de overige goederen van de brandweer, alsmede de kleding en uitrusting van het personeel, in goede staat verkeren.

  • 2. De in het voorgaande lid bedoelde zorg geldt onverkort voor de door de Regionale Brandweer Zuid-Oost Noord-Brabant en/of het Rijk bij de gemeente in gebruik gegeven zaken.

Artikel 11 Bijstand

De burgemeester of de door hem aangewezen gemachtigde is bevoegd personeel en materieel voor bijstand buiten de gemeente uit te zenden, dan wel voor bijstand binnen de gemeente aan te vragen, een en ander onverminderd het bepaalde in de gemeenschappelijke regelingen, die terzake door de gemeente zijn aangegaan.

Artikel 12 Titel en inwerkingtreding

  • 1.

    Deze verordening kan worden aangehaald onder de titel “Organisatieverordening brandweer 1984” en treedt in werking op de eerste dag van de maand, volgende op die waarin zij is goedgekeurd.

  • 2.

    op de in het vorige lid bedoelde datum vervalt de verordening betreffende de organisatie en het beheer van de gemeentelijke brandweer, vastgesteld bij raadsbesluit van 1 augustus 1955 nr. 230, zoals deze sindsdien is gewijzigd.

Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van de raad der gemeente Deurne van 5 juni 1984.