Algemene Subsidieverordening Gemeente Deurne 2017

Geldend van 23-12-2021 t/m heden

Intitulé

Algemene Subsidieverordening Gemeente Deurne 2017

De raad van de gemeente Deurne;

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 6 juni 2016, nr. 53;

gelet op artikel 149 van de Gemeentewet ;

gezien het advies van de commissie van 4 juli 2016;

besluit vast te stellen de Algemene Subsidieverordening Gemeente Deurne 2017:

Artikel 1 Begripsbepalingen

In deze verordening en de daarop berustende bepalingen wordt verstaan onder:

  • a.

    Professionele instelling: een rechtspersoon met volledige rechtsbevoegdheid die op professionele leest geschoeid is en die in overwegende mate met beroepskrachten werkt met als doel om zonder winstoogmerk ten behoeve van de inwoners van Deurne één of meerdere activiteiten te ontplooien;

  • b.

    Vrijwilligersorganisatie: een stichting, vereniging of een door burgemeester en wethouders aanvaardbaar geacht organisatorisch verband, hoofdzakelijk bestaande uit vrijwilligers (eventueel bijgestaan door één of enkele deskundige vakkrachten) met als doel om zonder winstoogmerk ten behoeve van de inwoners van Deurne één of meerdere activiteiten te ontplooien waarop deze regeling van toepassing is.

  • c.

    inwoners: tot de inwoners van de gemeente Deurne worden tevens gerekend de bewoners van de straten Tureluurweg, Meijelseweg, Heitrak, Kleine Heitrak, Buizerdweg, Meerkoetweg, Gruttoweg, Ericaweg, Vlasbergweg, Pijlstaartweg en Hutten die in de gemeente Asten liggen.

Artikel 2 Reikwijdte

  • 1. Deze verordening is van toepassing op de verstrekking van subsidies door burgemeester en wethouders, met uitzondering van subsidies waarvoor bij afzonderlijke verordening een uitputtende regeling is getroffen en subsidies als bedoeld in artikel 4:23, derde lid, van de Algemene wet bestuursrecht (subsidies waarvoor geen wettelijke grondslag nodig is).

  • 2. Burgemeester en wethouders kunnen deze verordening geheel of gedeeltelijk van overeenkomstige toepassing verklaren op subsidies die worden verstrekt op grond van artikel 4:23, derde lid van de Algemene wet bestuursrecht

Artikel 3 Subsidieregelingen

De gemeenteraad kan bij nadere regeling (hierna te noemen: subsidieregeling) vaststellen welke activiteiten in aanmerking kunnen komen voor subsidie.

Artikel 4 Bevoegdheden

Burgemeester en wethouders:

  • a.

    zijn belast met de uitvoering van deze verordening en de in artikel 3 genoemde regelingen;

  • b.

    zijn bevoegd te beslissen op aanvragen om subsidie met in acht name van de door de raad vastgestelde begroting;

  • c.

    kunnen subsidies voor meerdere jaren verlenen met in acht name van het bepaalde in artikel 5;

  • d.

    zijn bevoegd tot het vaststellen, wijzigen en/of intrekken van verleende subsidies evenals het verstrekken van voorschotten;

  • e.

    zijn bevoegd om na vaststelling van de begroting één of meerdere subsidieplafonds vast te stellen en deze, binnen het door de raad vastgestelde budget, tussentijds te wijzigen.

Artikel 5 Begrotingsvoorbehoud

Voor zover een subsidie wordt verleend ten laste van een begroting die nog niet is vastgesteld of goedgekeurd, kan deze alleen worden verleend onder de voorwaarde dat voldoende gelden ter beschikking zullen worden gesteld.

Artikel 6 Aanvraag

  • 1. Een aanvraag om subsidie wordt schriftelijk ingediend bij burgemeester en wethouders, tenzij de digitale weg is opengesteld.

  • 2. Voor zover voor het aanvragen van subsidie niet een formulier is voorgeschreven waaruit blijkt welke gegevens moeten worden verstrekt, vermeldt een aanvraag in elk geval:

    • a.

      een beschrijving van de activiteiten waarvoor de subsidie wordt gevraagd;

    • b.

      de doelen of resultaten die daarmee worden nagestreefd en hoe de activiteiten daaraan kunnen bijdragen;

    • c.

      een begroting van de kosten van de activiteiten en een dekkingsplan;

    • d.

      en als ook andere subsidies worden gevraagd, een overzicht daarvan.

  • 3. Een rechtspersoon die voor het eerst subsidie vraagt, legt een exemplaar van zijn statuten over, een opgaaf van de zittende bestuursleden alsmede een uittreksel uit het handelsregister waaruit blijkt welke personen de rechtspersoon kunnen vertegenwoordigen.

Artikel 7 Aanvraag- en beschikkingstermijnen

  • 1. Een aanvraag van een subsidie die per kalenderjaar wordt verstrekt (‘jaarsubsidie’), wordt uiterlijk 1 september voor het begin van het betrokken jaar ingediend. Daarop wordt uiterlijk op 31 december beschikt. In bijzondere gevallen kunnen burgemeester en wethouders deze termijn verlengen.

  • 2. In afwijking van het eerste lid wordt een aanvraag door een professionele organisatie van een subsidie die per kalenderjaar wordt verstrekt, uiterlijk op 1 april voor het begin van het betrokken jaar ingediend. De inhoudelijke onderbouwing mag tot 1 september worden ingediend.

  • 3. Andere aanvragen om subsidie worden uiterlijk zes (6) weken voor het begin van de te subsidiëren activiteiten ingediend. Daarop wordt zo mogelijk binnen vier (4), maar in elk geval binnen acht (8) weken beschikt. In bijzondere gevallen kunnen burgemeester en wethouders deze termijn verlengen.

  • 4. Bij subsidieregeling en door burgemeester en wethouders kunnen andere termijnen worden gesteld.

Artikel 8 Algemene weigeringsgronden

  • 1. Een subsidie wordt in elk geval geweigerd voor zover de verlening een steunmaatregel zou vormen die in strijd is met artikel 107 of 108 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie.

  • 2. Onverminderd de artikelen 4:25, tweede lid en 4:35 van de Algemene wet bestuursrecht, kan een subsidie in elk geval worden geweigerd:

    • a.

      voor zover de te subsidiëren activiteiten in strijd zijn met een wettelijke regeling;

    • b.

      als ernstig gevaar bestaat dat de subsidie mede zal worden gebruikt

      • -

        om uit gepleegde strafbare feiten verkregen of te verkrijgen, op geld waardeerbare voordelen te benutten, of

      • -

        om strafbare feiten te plegen,

    • een en ander als bedoeld in artikel 3 van de Wet bevordering integriteitsbeoordelingen openbaar bestuur (Wet Bibob);

    • c.

      voor zover de te subsidiëren activiteiten niet verenigbaar zijn met het gemeentelijke beleid;

    • d.

      voor zover de te subsidiëren activiteiten zich niet in hoofdzaak richten op de gemeente of haar inwoners of als ze onvoldoende ten goede komen aan de gemeente of haar ingezetenen, tenzij de subsidie wordt gedekt door een specifieke uitkering van het Rijk die mede is bestemd voor andere gemeenten;

    • e.

      voor zover activiteiten gericht zijn op het uitdragen van levensbeschouwelijke of politieke overtuigingen;

    • f.

      voor zover bepaalde groepen van deelname aan de activiteiten worden uitgesloten en daarmee naar het oordeel van burgemeester en wethouders niet een nuttig doel wordt gediend, zodat sprake is van ontoelaatbare discriminatie;

    • g.

      voor zover activiteiten zijn gericht op het maken van winst;

    • h.

      als de aanvrager een bij of krachtens deze verordening gestelde verplichting niet nakomt of als hij niet voldoet aan een daar gestelde voorwaarde om voor de subsidie in aanmerking te kunnen komen;

    • i.

      voor zover de subsidie niet nodig is of als burgemeester en wethouders onvoldoende reden zien om de subsidie te verlenen;

    • j.

      de activiteiten van de aanvrager geen toegevoegde waarde hebben voor het voorzieningenniveau in een bepaalde wijk, dorpskern of voor Deurne als geheel.

Artikel 9 Wijzigen en intrekken subsidie

  • 1. Burgemeester en wethouders kunnen een subsidie in ieder geval wijzigen of intrekken als na de verlening alsnog blijkt dat ernstig gevaar bestaat dat de subsidie mede zal worden gebruikt:

    • a.

      om uit gepleegde strafbare feiten verkregen of te verkrijgen, op geld waardeerbare voordelen te benutten, of

    • b.

      om strafbare feiten te plegen,

      een en ander als bedoeld in artikel 3 van de Wet bevordering integriteitsbeoordelingen openbaar bestuur (Wet Bibob).

  • 2. Burgemeester en wethouders vorderen een subsidie met rente terug als dit nodig is ter uitvoering van een terugvorderingsbesluit van de Europese Commissie of een onherroepelijke rechterlijke uitspraak.

Artikel 10 Egalisatiereserve

  • 1. Is een jaarsubsidie verleend voor een in de loop van een kalenderjaar uit te voeren activiteitenplan en blijkt dat daarvoor niet de gehele subsidie nodig was, dan vormt de subsidieontvanger een egalisatiereserve van ten hoogste tien procent van het subsidiebedrag. Bedraagt het overschot meer dan tien procent, dan wordt het meerdere door burgemeester en wethouders teruggevorderd.

  • 2. De ontvanger van een andere dan een jaarsubsidie kan burgemeester en wethouders verzoeken een egalisatiereserve te mogen vormen. Dan is het vorige lid van overeenkomstige toepassing.

  • 3. Burgemeester en wethouders kunnen bepalen dat de reserve een zeker bedrag niet te boven mag gaan en dat ze slechts binnen een zekere termijn kan worden gebruikt. Is de reserve gedurende deze termijn niet geheel gebruikt, dan wordt het restant door burgemeester en wethouders teruggevorderd.

Artikel 11 Voorschotten

Burgemeester en wethouders kunnen voorschotten verlenen op een verleende subsidie voordat ze is vastgesteld.

Artikel 12 Verantwoording

Voor zover dit niet is bepaald bij subsidieregeling, wordt bij de verleningsbeschikking vermeld op welke wijze de subsidieontvanger de besteding van de subsidie dient te verantwoorden.

Artikel 13 Algemene verplichtingen van subsidieontvanger

  • 1. Als aannemelijk is dat een of meer van de activiteiten waarvoor de subsidie is verleend niet of niet geheel zullen worden verricht of dat niet of niet geheel aan de aan de subsidie verbonden verplichtingen zal worden voldaan, meldt de subsidieontvanger dat onverwijld aan burgemeester en wethouders.

  • 2. Een subsidieontvanger informeert burgemeester en wethouders onverwijld schriftelijk over:

    beslissingen of procedures die zijn gericht op de beëindiging van de activiteiten waarvoor subsidie is verleend, of tot ontbinding van de gesubsidieerde rechtspersoon;

    • a.

      relevante wijzigingen in de financiële en organisatorische verhouding met derden;

    • b.

      ontwikkelingen die ertoe kunnen leiden dat aan de aan de subsidie verbonden verplichtingen niet of niet geheel zullen kunnen worden nagekomen;

    • c.

      wijziging van de statuten voor zover het betreft de vorm van de gesubsidieerde rechtspersoon, de persoon van de bestuurder of bestuurders en het doel van de rechtspersoon.

Artikel 14 Aanvraag om vaststelling

  • 1. Een aanvraag om vaststelling van een jaarsubsidie wordt uiterlijk 1 juni na het betrokken jaar ingediend. Daarop wordt uiterlijk op 1 oktober beschikt. In bijzondere gevallen kunnen burgemeester en wethouders deze termijn verlengen.

  • 2. Een aanvraag om vaststelling van een andere dan een jaarsubsidie wordt ingediend uiterlijk acht weken nadat de laatste gesubsidieerde activiteit heeft plaatsgevonden. Burgemeester en wethouders kunnen de termijn verlengen. Op de aanvraag wordt zo mogelijk binnen vier maar in elk geval binnen acht weken beschikt. In bijzondere gevallen kunnen burgemeester en wethouders deze termijn verlengen.

  • 3. Is een aanvraag om vaststelling niet tijdig ingediend, dan kunnen burgemeester en wethouders een nieuwe termijn stellen. Is de aanvraag niet binnen die termijn ingediend, dan kunnen zij de subsidie ambtshalve vaststellen.

Artikel 15 Rekening en verantwoording

  • 1. In afwijking van het bepaalde in artikel 14 eerste en tweede lid, stellen burgemeester en wethouders een subsidie van niet meer dan € 10.000 ambtshalve vast. Ook kunnen burgemeester en wethouders subsidies van niet meer dan € 10.000 meteen vaststellen bij de verlening.

  • 2. Burgemeester en wethouders kunnen bij toepassing van het eerste lid verlangen dat de subsidieontvanger aantoont dat de gesubsidieerde activiteiten hebben plaatsgevonden, en dat hij rekening en verantwoording aflegt over de aan de activiteiten verbonden uitgaven en inkomsten.

  • 3. Een aanvraag om vaststelling van een subsidie van meer dan € 10.000 gaat vergezeld van een activiteitenverslag en een financieel verslag.

  • 4. Bij een subsidie van meer dan € 50.000 kunnen burgemeester en wethouders een accountantsverklaring verlangen. Als de subsidieontvanger ingevolge wettelijk voorschrift verplicht is tot het opstellen van een jaarrekening als bedoeld in artikel 361 Boek 2 van het Burgerlijk Wetboek, legt hij deze jaarrekening tevens over.

Artikel 16 Controle

Burgemeester en wethouders kunnen steekproefsgewijs controleren of de subsidie ontvangende instelling aan de subsidievoorwaarden en –voorschriften voldoet. Bij het niet voldoen aan voorwaarden of voorschriften behoort terugvordering of intrekking van (een gedeelte van) de subsidie tot de mogelijkheden.

Artikel 17 Hardheidsclausule termijnen

Als een bij of krachtens deze verordening gestelde termijn voor een subsidieaanvrager of -ontvanger gevolgen zou hebben die wegens bijzondere omstandigheden onevenredig zijn in verhouding tot de daarmee te dienen doelen, kunnen burgemeester en wethouders een andere termijn vaststellen.

Artikel 18 Inwerkingtreding en overgangsrecht

  • 1. Deze verordening treedt in werking op 22 juli 2016. Ze is voor het eerst van toepassing op subsidies voor activiteiten die in het jaar 2017 worden uitgevoerd.

  • 2. De Algemene Subsidieverordening gemeente Deurne 2013 en alle op deze verordening gebaseerde Subsidiebesluiten vervallen bij de inwerkingtreding van deze verordening met dien verstande dat zij blijven gelden voor reeds verleende subsidies voor de jaren 2016 en eerder.

Ondertekening