Regeling vervallen per 03-03-2023

Verordening van de gemeenteraad van de gemeente Deurne houdende regels omtrent de rekenkamercommissie (Verordening op de rekenkamercommissie)

Geldend van 01-01-2013 t/m 02-03-2023

Intitulé

Verordening van de gemeenteraad van de gemeente Deurne houdende regels omtrent de rekenkamercommissie (Verordening op de rekenkamercommissie)

DE RAAD DER GEMEENTE DEURNE

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van het presidium d.d. 26 november 2012;

gelet op artikel 81o van de Gemeentewet ;

BESLUIT

vast te stellen de navolgende

Verordening op de rekenkamercommissie

Artikel 1 Begripsbepalingen

In deze verordening wordt verstaan onder:

  • a.

    Wet: Gemeentewet;

  • b.

    commissie: rekenkamercommissie;

  • c.

    voorzitter: voorzitter van de rekenkamercommissie;

  • d.

    college: college van burgemeester en wethouders;

  • e.

    rekenkamercommissie: de rekenkamercommissie van de gemeente Deurne.

Artikel 2 Rekenkamercommissie

  • 1. Er is een commissie die door de raad wordt ingesteld en wordt aangeduid als de rekenkamercommissie.

  • 2. De rekenkamercommissie bestaat uit het aantal fracties van de gemeente Deurne, eventueel aangevuld met een externe voorzitter.

Artikel 3 Benoeming leden

  • 1. De raad benoemt de leden van de rekenkamercommissie uit zijn midden, eventueel aangevuld met een (eveneens door de raad te benoemen) externe voorzitter. De benoemde leden kunnen zich laten vervangen door een fractiegenoot (tevens raadslid).

  • 2. De leden van de rekenkamercommissie worden voor een periode gelijk aan de zittingsduur van de raad aangewezen. De eventueel door de raad te benoemen externe voorzitter wordt benoemd voor de periode tot de raadsverkiezingen van maart 2014.

  • 3. Zolang er geen externe voorzitter is benoemd, benoemt de raad de voorzitter uit de leden van de rekenkamercommissie. De voorzitter draagt zorg voor het tijdig en periodiek bij-eenroepen van de commissie, het leiden van de vergaderingen, het bewaken van de uit-gangspunten en werkwijze en het bevorderen van een zorgvuldige besluitvorming. De voorzitter voert hiertoe regelmatig overleg met de onderzoekers en met het secretariaat. Bij ontstentenis van de voorzitter treedt het langstzittende lid op als voorzitter dan wel, als de overige leden een gelijke periode zitting hebben gehad, het oudste lid in jaren.

Artikel 4 Ontslag en non-activiteit

  • 1. De raad ontslaat de leden en plaatsvervangende leden of stelt hen op non-activiteit.

  • 2. Het lidmaatschap van een lid (zijnde raadslid) eindigt:

    • a.

      op eigen verzoek;

    • b.

      indien het lid aftreedt als lid van de raad;

    • c.

      indien de raad van oordeel is dat het lid niet langer geschikt is de functie van de re-kenkamercommissie te vervullen.

  • 4. Het lidmaatschap van het extern lid eindigt:

    • a.

      op eigen verzoek;

    • b.

      bij de aanvaarding van een functie die onverenigbaar is met het lidmaatschap van de rekenkamercommissie;

    • c.

      wanneer het lid bij onherroepelijk geworden rechterlijke uitspraak wegens misdrijf is veroordeeld, dan wel bij zulk een uitspraak een maatregel is opgelegd die vrijheids-beneming tot gevolg heeft;

    • d.

      indien het lid bij onherroepelijk geworden rechterlijke uitspraak onder curatele is ge-steld, in staat van faillissement is verklaard, surseance van betaling heeft verkregen of wegen schulden is gegijzeld;

    • e.

      indien de raad van oordeel is dat het lid niet langer geschikt is de functie van voor-zitter van de rekenkamercommissie te vervullen;

Artikel 5 Vergoeding voor werkzaamheden van de eventueel door de raad te benoemen externe voorzitter van de rekenkamercommissie

  • 1. Het eventueel te benoemen externe lid ontvangt een vergoeding voor het bijwonen van de vergaderingen van de rekenkamercommissie. Deze vergoeding wordt gelijk gesteld aan de vergoeding die burgercommissieleden ontvangen voor het bijwonen van een vergadering (wordt jaarlijks geïndexeerd).

  • 2. Het in het eerste lid genoemde externe lid ontvangt een vergoeding van € 35,- bruto per uur (2013, wordt jaarlijks geïndexeerd), indien hij zelf onderzoek verricht of aanstuurt.

  • 3. Ten aanzien van de vergoedingen alsmede de onkostenvergoedingen van het eventueel te benoemen lid is de verordening ex artikel 96 van de Gemeentewet van overeenkomstige toepassing.

  • 4. De in dit artikel genoemde vergoedingen komen ten laste van het budget van de rekenkamercommissie.

Artikel 6 Ambtelijk secretaris

  • 1.

    • a.

      De (medewerker van de) griffie(r) fungeert als secretaris van de rekenkamercommissie.

    • b.

      De raad kan op verzoek van de rekenkamercommissie een externe secretaris aanstellen.

  • 2. De secretaris staat de rekenkamercommissie bij de uitvoering van haar taken terzijde.

  • 3. De secretaris legt rechtstreeks verantwoording af aan de rekenkamercommissie over de wijze waarop de ondersteunende taken worden verricht.

  • 4. De secretaris draagt zorg voor de agendaplanning, de verslaglegging en de vorming van dossiers.

Artikel 7 Reglement van orde

De rekenkamercommissie stelt een reglement van orde voor haar vergaderingen en andere werk-zaamheden vast. Zij zendt het reglement na vaststelling onverwijld ter kennisneming naar de raad.

Artikel 8 Onderwerpselectie en opdrachtverlening

  • 1. De rekenkamercommissie bepaalt de onderwerpen die zij onderzoekt, formuleert de pro-bleemstelling en stelt de onderzoeksopzet vast.

  • 2. De in het vorige lid bedoelde onderzoeksopzet wordt door de rekenkamercommissie ter kennisneming aan de raad verstuurd.

  • 3. De raad kan de rekenkamercommissie een gemotiveerd verzoek doen tot het instellen van een onderzoek. De rekenkamercommissie bericht de raad binnen een maand in hoeverre aan dat verzoek wordt voldaan. Indien de rekenkamercommissie niet aan het verzoek van de raad voldoet, zal zij daarvoor gegronde redenen moeten aanvoeren.

Artikel 9 Werkwijze

  • 1. De rekenkamercommissie is belast met en verantwoordelijk voor de uitvoering, begelei-ding en sturing van het onderzoek volgens de door haar vastgestelde onderzoeksopzet.

  • 2. De rekenkamercommissie beoordeelt of het wenselijk is de raad tussentijds te informeren.

  • 3. De rekenkamercommissie is bevoegd bij alle leden van het gemeentebestuur en bij alle ambtenaren de mondelinge en schriftelijke inlichtingen in te winnen die zij nodig heeft voor de uitvoering van de onderzoeken. De leden van het gemeentebestuur en de ambte-naren van de gemeente zijn verplicht de gevraagde inlichtingen binnen de door de com-missie gestelde termijn te verstrekken.

  • 4. De rekenkamercommissie vergadert zoveel als zij nodig acht, ter bespreking van procedu-rele en inhoudelijke aspecten van het onderzoek.

  • 5. De rekenkamercommissie vergadert in beslotenheid, haar rapporten zijn openbaar. Op grond van de belangen genoemd in artikel 10 van de Wet Openbaarheid van Bestuur kan de rekenkamercommissie rapporten die aan de raad worden voorgelegd of gedeelten daar-van als geheim aanmerken.

  • 6. De rekenkamercommissie kan openbare informatieve vergaderingen beleggen.

  • 7. Voor de uitvoering van het onderzoek kan de rekenkamercommissie, met inachtneming van het beschikbare budget, externe personen of bureaus inschakelen.

  • 8. De rekenkamercommissie stelt de betrokkenen in de gelegenheid om binnen een door haar te stellen termijn, die tenminste twee weken bedraagt, hun zienswijze op het concepton-derzoeksrapport aan de rekenkamercommissie kenbaar te maken. Betrokkenen zijn dege-nen wier taakuitvoering (mede) voorwerp van onderzoek is of is geweest. De rekenkamer-commissie bepaalt verder wie verder als betrokkenen worden aangemerkt.

  • 9. Na vaststelling door de rekenkamercommissie worden het onderzoeksrapport en de nota met conclusies en aanbevelingen en de zienswijze van betrokkenen op het rapport zo spoedig mogelijk, onder toezending van een afschrift aan het college en betrokkenen, aan de raad aangeboden.

Artikel 10 Budget

  • 1. De rekenkamercommissie is bevoegd binnen een aan haar bij de begroting of andere pro-ducten uit de beleidscyclus beschikbaar gesteld budget uitgaven te doen ten behoeve van de uitvoering van haar taken.

  • 2. Ten laste van het in het voorgaande lid bedoelde budget worden de kosten gebracht van:

    • a.

      de ambtelijk secretaris (indien extern benoemd);

    • b.

      interne onderzoeksmedewerkers;

    • c.

      externe deskundigen die eventueel door de rekenkamercommissie zijn ingeschakeld;

    • d.

      eventuele overige uitgaven die de rekenkamercommissie nodig acht voor de uitoe-fening van haar taak.

  • 3. De rekenkamercommissie is voor de besteding van het budget uitsluitend verantwoording verschuldigd aan de raad.

Artikel 11 Inwerkingtreding

Deze verordening treedt in werking met ingang van 1 januari 2013.

Artikel 12 Citeertitel

  • 1. Deze verordening kan worden aangehaald als Verordening op de rekenkamercommissie.

  • 2. Op het moment van inwerkingtreding van deze verordening vervalt de “Verordening op de Rekenkamercommissie Deurne, Asten en Someren 2012” zoals vastgesteld op 11 oktober 2011.

Ondertekening

Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van 11 december 2012.

De griffier,

(R.J.C.M. Rutten)

De voorzitter,

(H.J. Mak)