Regeling vervallen per 01-01-2022

Verordening van de gemeenteraad van de gemeente Deurne houdende regels omtrent de heffing en invordering van marktgelden (Verordening marktgelden Deurne 2021)

Geldend van 17-12-2020 t/m 31-12-2021

Intitulé

Verordening van de gemeenteraad van de gemeente Deurne houdende regels omtrent de heffing en invordering van marktgelden (Verordening marktgelden Deurne 2021)

DE RAAD VAN DE GEMEENTE DEURNE

gezien het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 27 oktober 2020. nr. 43;

gelet op het bepaalde in artikel 229, eerste lid, aanhef en onderdeel a en b van de Gemeentewet, alsmede de in Deurne geldende marktverordening;

BESLUIT:

vast te stellen de Verordening marktgelden Deurne 2021

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

In deze verordening wordt onder ‘markt’, ‘marktterrein’, ‘standplaats’, ‘vaste standplaats’, ‘dagplaats’, ‘standwerken’ en ‘standwerkersplaats’ verstaan hetgeen in de geldende marktverordening daaronder wordt verstaan.

Artikel 2 Belastbaar feit

Onder de naam ‘marktgeld’ wordt een recht geheven voor het gebruik van een stand-, standwerkers- of dagplaats op de voor de openbare dienst bestemde, als marktterrein aangewezen plaatsen.

Artikel 3 Belastingplicht

Het marktgeld wordt geheven van degene aan wie een stand-, standwerkers- of dagplaats ter beschikking is gesteld.

Artikel 4 Tarieven marktgeld

  • 1. Het marktgeld bedraagt per in gebruik genomen vierkante meter oppervlakte gemeentegrond, naar boven afgerond op gehele vierkante meters:

    • a.

      per dag of gedeelte ervan: € 0,62;

    • b.

      per kwartaal: € 7,31.

  • In de in de voorgaande volzin bedoelde in gebruik genomen vierkante meters oppervlakte wordt de oppervlakte van een uitklapbare luifel (op een minimale hoogte van 2,20 meter en met een maximale oppervlakte van 20 m²) niet meegerekend.

  • 2. Het marktgeld voor een standwerkersplaats bedraagt € 6,08 per keer.

Artikel 5 Wijze van heffing

  • 1. Het marktgeld voor standplaatshouders wordt, voor zover dit op grond van artikel 4, lid 1, letter b, per kwartaal in rekening wordt gebracht, geheven bij wege van aanslag.

  • 2. Het marktgeld voor standplaatshouders, voor zover dit niet op grond van artikel 4, lid 1, letter b, per kwartaal in rekening wordt gebracht, alsmede het marktgeld voor dagplaatshouders en standwerkers, wordt geheven bij wege van een schriftelijke kennisgeving. Het verschuldigde marktgeld wordt door toezending of uitreiking van de schriftelijke kennisgeving aan de belastingschuldige bekendgemaakt.

Artikel 6 Ontstaan van de belastingschuld en heffing naar tijdsgelang

  • 1. Het bij wege van aanslag geheven marktgeld is verschuldigd bij het begin van het kwartaal of, zo dit later is, bij de aanvang van het in artikel 2 bedoelde gebruik.

  • 2. Indien de belastingplicht in de loop van het kwartaal aanvangt, is het marktgeld verschuldigd voor zoveel derde gedeelten van het voor dat kwartaal verschuldigde marktgeld als er in dat kwartaal, na de aanvang van de belastingplicht, nog volle kalendermaanden overblijven.

  • 3. Indien de belastingplicht in de loop van het kwartaal eindigt, bestaat aanspraak op ontheffing voor zoveel derde gedeelten van het voor dat kwartaal verschuldigde marktgeld, als er in dat kwartaal, na het einde van de belastingplicht, nog volle kalendermaanden overblijven.

  • 4. Het bij wege van een schriftelijke kennisgeving geheven marktgeld is verschuldigd bij de aanvang van het in artikel 2 bedoelde gebruik.

Artikel 7 Termijn van betaling

  • 1. Het bij wege van aanslag geheven marktgeld moet worden betaald binnen een maand na de dagtekening van de aanslag.

  • 2. Het bij wege van schriftelijke kennisgeving geheven marktgeld moet worden betaald op het moment van het uitreiken van de schriftelijke kennisgeving, dan wel in geval van toezending daarvan, binnen een maand na de dagtekening van de schriftelijke kennisgeving.

  • 3. De Algemene Termijnenwet is niet van toepassing op de in dit artikel gestelde termijnen.

Artikel 8 Kwijtschelding

Bij de invordering van marktgeld wordt geen kwijtschelding verleend.

Artikel 9 Nadere regels door het Dagelijks Bestuur

Het Dagelijks Bestuur van de Belastingsamenwerking Oost-Brabant kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en invordering van marktgeld.

Artikel 10 Inwerkingtreding, overgangsrecht en citeertitel

  • 1. De ‘Verordening marktgelden Deurne 2020’ van 5 november 2019 .. november 2020 wordt ingetrokken met ingang van de in het derde lid genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.

  • 2. Deze verordening treedt in werking met ingang van de eerste dag na die van bekendmaking.

  • 3. De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2021.

  • 4. Deze verordening wordt aangehaald als “Verordening marktgelden Deurne 2021”.

Ondertekening

Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van 10 november 2020.

De griffier,

R.J.C.M. Rutten.

De voorzitter,

H.J. Mak.