Regeling vervallen per 01-07-2008

Procedureverordening Planschadevergoeding Deventer 1994

Geldend van 14-06-2003 t/m 30-06-2008

Intitulé

Procedureverordening Planschadevergoeding Deventer 1994. (artikel 72 van de Wet op de Ruimtelijke Ordening en artikel 147 van de Gemeentewet)

Afdeling I Inleidende bepalingen

Artikel 1

Voor toepassing van deze verordening wordt verstaan onder:

  • -

    artikel 49: artikel 49 van de Wet op de Ruimtelijke Ordening;

  • -

    commissie: de schadebeoordelingscommissie, als bedoeld in artikel 5 van deze verordening;

  • -

    aanvrager: de belanghebbende, die een verzoek als bedoeld in art. 49 heeft ingediend.

Artikel 2

Indien een belanghebbende meent, dat het in artikel 49 bepaalde op hem van toepassing is, kan hij een gemotiveerde aanvraag tot planschadevergoeding bij de gemeenteraad indienen.

De aanvraag dient in ieder geval te bevatten:

  • a.

    naam en adres van degene, die het verzoek in dient;

  • b.

    een omschrijving van de geleden of te lijden schade;

  • c.

    een omschrijving van de planologische maatregel, ten gevolge waarvan men schade lijdt.

Bij de aanvraag dient tevens een kopie van het eigendomsbewijs van het perceel van de aanvrager meegezonden te worden.

Afdeling II Verkorte procedure

Artikel 3

  • 1. De gemeenteraad kan binnen drie maanden na ontvangst van de aanvraag het verzoek schadevergoeding weigeren zonder toepassing te geven aan artikel 4 en volgende.

  • 2. De in het voorgaande lid genoemde termijn kan door de gemeenteraad eenmaal met ten hoogste twee maanden worden verlengd.

Afdeling III Inschakeling en samenstelling van de commissie

Artikel 4

  • 1. Indien geen toepassing heeft plaats gevonden van het eerste lid van artikel 3 geeft de gemeenteraad aan de commissie onder toezending van de aanvraag opdracht terzake advies uit te brengen.

  • 2. De in het voorgaande lid bedoelde opdracht geschiedt uiterlijk binnen een maand na het verstrijken van de -eventueel verlengde- termijn, bedoeld in het eerste lid van artikel 3.

Artikel 5

  • 1. Als commissie treedt op de Stichting Adviesbureau Onroerende Zaken (SAOZ) te Rotterdam.

  • 2. De commissie is tot geheimhouding verplicht.

Afdeling IV Werkwijze van de commissie

Artikel 6

  • 1. De commissie stelt zowel aanvrager als een of meerdere vertegenwoordiger(s) van de gemeente in de gelegenheid hun respectievelijke standpunten ten overstaan van de commissie mondeling uiteen te zetten.

  • 2. Van de mondelinge uiteenzetting zowel door aanvrager als door de vertegenwoordiger(s) van de gemeente wordt door de commissie een kort verslag gemaakt, dat in het advies wordt verwerkt.

  • 3. De commissie neemt zonodig de situatie ter plaatse op.

  • 4. De commissie beraadt zich, zonodig in overleg met partijen, omtrent de mogelijkheden, welke de bepalingen van het bestemmingsplan of andere toepasselijke planologische maatregelen zouden kunnen bieden tot voorkoming of beperking van de schade.

Artikel 7

  • 1. De commissie gaat allereerst na of naar haar mening de aanvrager ten gevolge van het bepaalde in artikel 49, eerst lid, schade lijdt, welke redelijkerwijze niet of niet geheel te zijnen laste behoort te blijven. De commissie vermeldt het resultaat van dit onderzoek met de beweegredenen in haar schriftelijk advies.

  • 2. Leidt dit onderzoek tot een bevestigende beantwoording, dan berekent de commissie de ten laste van de aanvrager blijvende schade en de billijke schadevergoeding.

Artikel 8

  • 1. De commissie adviseert de gemeenteraad door schriftelijk een gemotiveerd rapport uit te brengen aan de gemeenteraad. Het rapport wordt door de commissie uitgebracht binnen vier maanden na de beslissing van de raad, de aanvraag in handen van de commissie te stellen.

  • 2. Ingeval zich omstandigheden voordoen die leiden tot overschrijding van de in het eerste lid genoemde termijn, stelt de commissie zowel de raad als aanvrager hiervan schriftelijk in kennis.

Afdeling V Gemeentelijke besluitvorming

Artikel 9

  • 1. Zodra het rapport ontvangen is wordt door Burgemeester en Wethouders een afschrift daarvan aan aanvrager verstrekt. Daarbij wordt tevens aangegeven wat de planning is met betrekking tot de verdere besluitvorming binnen de gemeente.

  • 2. Binnen twee maanden, nadat de commissie het rapport heeft uitgebracht, doen Burgemeester en Wethouder een voorstel aan de gemeenteraad omtrent een te nemen besluit op het verzoek van verzoeker.

  • 3. Van de in lid 2 genoemde termijn kan worden afgeweken, met dien verstand dat uiterlijk zes maanden nadat genoemd rapport is uitgebracht op het verzoek moet zijn beslist.

Afdeling VI Overgangs- en slotbepalingen

Artikel 10

  • 1. Deze verordening kan worden aangehaald als "Procedureverordening planschadevergoeding Deventer 1994".

  • 2. Zij treedt in werking op de derde dag na de bekendmaking.

  • 3. Met ingang van dezelfde datum wordt de Procedureverordening Planschadevergoeding Deventer 1967 ingetrokken.

  • 4. Verzoeken om planschadevergoeding, welke zijn ingediend voor het in lid 2 bedoelde tijdstip, worden nog volgens de Procedureverordening Planschadevergoeding Deventer 1967 afgehandeld.