Regeling vervallen per 01-07-2008

Procedureregeling planschadevergoeding 2005

Geldend van 01-11-2005 t/m 30-06-2008

Intitulé

Procedureregeling planschadevergoeding 2005 (artikelen 49 en 49a van de Wet op de Ruimtelijke Ordening)

Artikel 1: Begripsbepalingen

De regeling verstaat onder:

  • a.

    planschade: schade als bedoeld in artikel 49 van de Wet op de Ruimtelijke Ordening (WRO);

  • b.

    planologische maatregel: de bepalingen van een bestemmingsplan, dan wel het besluit omtrent vrijstelling als bedoeld in de artikelen 17 of 19 WRO, dan wel een van de andere in artikel 49 WRO genoemde schadeoorzaken;

  • c.

    aanvrager: degene die een aanvraag om vergoeding van planschade indient;

  • d.

    college: het college van burgemeester en wethouders;

  • e.

    derde-belanghebbende c.q. verzoeker: degene als bedoeld in artikel 49a WRO die heeft verzocht om ten behoeve van de verwezenlijking van een project een bestemmingsplan te herzien of te wijzigen dan wel om vrijstelling te verlenen, anders dan bedoeld in artikel 31a of 31b WRO, en die met de gemeente een overeenkomst heeft gesloten inhoudende dat geheel of gedeeltelijk voor zijn rekening komt de schade die rechtstreeks haar grondslag vindt in het besluit op dit verzoek en waarvan aanvrager vergoeding vraagt;

  • f.

    adviseur: een persoon of commissie belast met het adviseren inzake de door het college te nemen beschikking op een aanvraag om vergoeding van planschade en niet werkzaam onder verantwoordelijkheid van dat bestuursorgaan;

  • g.

    drempelbedrag: recht als bedoeld in artikel 49, derde lid WRO.

Artikel 2: Indiening van de aanvraag en mededeling van ontvangst

  • 1.

    Een aanvraag om vergoeding van planschade wordt bij het college ingediend met gebruikmaking van een door et college vastgesteld aanvraagformulier planschadevergoeding.

  • 2.

    Het college tekent de datum van ontvangst van de aanvraag als bedoeld in het eerste lid onverwijld aan op het formulier waarbij de aanvraag is ingediend. De ontvangst van de aanvraag wordt zo spoedig mogelijk schriftelijk medegedeeld aan aanvrager. Van de aanvraag wordt een afschrift toegezonden aan de derde-belanghebbende.

  • 3.

    In de mededeling van ontvangst wijst het college de aanvrager erop dat voor het behandelen van de aanvraag een drempelbedrag verschuldigd is en deelt hem mede dat het verschuldigde bedrag binnen vier weken na de dag van verzending van de mededeling op de rekening van de gemeente dan wel op een aangegeven plaats moet zijn gestort.

Artikel 3: Besluit tot het niet-ontvankelijk verklaren van de aanvrager

Indien het drempelbedrag niet binnen de in artikel 2, derde lid genoemde termijn is bijgeschreven of gestort, verklaart het college de aanvrager niet-ontvankelijk, tenzij redelijkerwijs niet kan worden geoordeeld dat aanvrager in verzuim is geweest.

Artikel 4: Besluit tot afwijzing van de aanvraag wegens kennelijke niet-ontvankelijkheid of kennelijke ongegrondheid

  • 1.

    Het college wijst de aanvraag binnen twaalf weken na de dag van verzending van de mededeling van ontvangst af indien sprake is van kennelijke niet-ontvankelijkheid of kennelijke ongegrondheid van de aanvraag.

  • 2.

    De termijn van acht weken kan een keer met ten hoogste vier weken worden verlengd.

Artikel 5: Besluit tot opdrachtverstrekking

Indien geen toepassing wordt gegeven aan artikel 3 of artikel 4 wijst het college uiterlijk bij het verstrijken van de in artikel 4 bedoelde termijn een adviseur aan en verstrekt een opdracht om ter zake van de aanvraag advies uit te brengen

Artikel 6: Werkwijze van de adviseur

  • 1.

    De adviseur stelt de aanvrager, een derde-belanghebbende en het college in de gelegenheid om naar keuze schriftelijk of mondeling hun visie te geven over de aanvraag om vergoeding van planschade.

  • 2.

    Van een mondelinge uiteenzetting door de aanvrager, de derde-belanghebbende of de vertegenwoordiger van het college wordt een samenvatting gemaakt. De samenvatting wordt opgenomen in het advies.

Artikel 7: Advisering

  • 1.

    De adviseur brengt binnen zestien weken na ontvangst van de opdracht een schriftelijk en gemotiveerd conceptadvies aan het college uit omtrent de gegrondheid van de aanvraag en de hoogte van de te vergoeden planschade.

  • 2.

    Van een overschrijding van de in het eerste lid genoemde termijn stelt de adviseur het college schriftelijk in kennis, met vermelding van de nieuwe termijn waarbinnen hij het conceptadvies zal uitbrengen.

  • 3.

    De adviseur zendt een afschrift van het conceptadvies aan de aanvrager, het college en een derde-belanghebbende, en stelt de aanvrager, het college en de derde-belanghebbende in de gelegenheid om binnen vier weken na verzending van het conceptadvies schriftelijk een reactie daarop ter kennis van de adviseur te brengen.

  • 4.

    Bij tijdige ontvangst van eventuele reacties brengt de adviseur binnen vier weken na verloop van de in het derde lid bedoelde termijn een definitief advies uit aan het college. Hij kan de termijn van vier weken eenmalig met vier weken verlengen, van welke verlenging hij mededeling doet aan het college.

  • 5.

    Indien niet binnen de in het derde lid bedoelde termijn een reactie is ingebracht, brengt de adviseur binnen twee weken na verloop van deze termijn een definitief advies uit aan het college.

  • 6.

    De adviseur zendt een afschrift van het definitieve advies aan de aanvrager en de derde-belanghebbende.

Artikel 8: Beschikking van het college

  • 1.

    Binnen zes weken na ontvangst van het advies beslist het college op de aanvraag om vergoeding van planschade.

  • 2.

    Het college kan deze termijn een keer met ten hoogste vier weken verlengen.

Artikel 9: Uitbetaling

Indien het college een vergoeding van planschade vaststelt, vindt uitbetaling plaats op een door aanvrager aangegeven rekening direct na het onherroepelijk worden van deze beschikking.

Artikel 10: Slotbepalingen

  • 1.

    Deze regeling treedt in werking op 1 november 2005.

  • 2.

    Deze regeling wordt aangehaald als ‘Procedureregeling planschadevergoeding 2005’.

Vastgesteld op 18 oktober 2005 door burgemeester en wethouders van Deventer;

AANVRAAGFORMULIER PLANSCHADEVERGOEDING

(behorend bij artikel 2 van de Procedureregeling planschadevergoeding 2005)

De Wet op de Ruimtelijke Ordening (WRO) geeft in artikel 49 aan dat een belanghebbende onder bepaalde voorwaarden en beperkingen recht kan doen gelden op vergoeding van schade als gevolg van de bepalingen van een bestemmingsplan of bijvoorbeeld een besluit omtrent vrijstelling als bedoeld in de artikelen 17 en 19 WRO.

Een aanvraag om vergoeding van planschade moet worden ingediend bij het college van burgemeester en wethouders met gebruikmaking van het onderhavige formulier.

Bij voorbaat wijst het college de aanvrager erop dat voor het behandelen van de aanvraag een drempelbedrag van € 300 verschuldigd is. De gang van zaken is als volgt. De aanvrager dient het aanvraagformulier bij het college in, waarna hij of zij een bevestiging van ontvangst krijgt met de mededeling dat het verschuldigde bedrag binnen vier weken na de dag van verzending van deze ontvangstbevestiging op de rekening van de gemeente dan wel op een aangegeven plaats moet zijn gestort.

Aanvrager

Naam en voorletters:

……………………………………………………………………………..

Adres:

……………………………………………………………………………..

Postcode en woonplaats:

……………………………………………………………………………..

Telefoon:

……………………………………………………………………………..

In zijn hoedanigheid van eigenaar/huurder/pachter (doorhalen wat niet van toepassing is) van: ……………………………………………………………………………………………………………….

Eventuele mede-eigenaar

Naam en voorletters:

……………………………………………………………………………..

Adres:

……………………………………………………………………………..

Postcode en woonplaats:

……………………………………………………………………………..

Telefoon:

……………………………………………………………………………..

Eventuele gemachtigde:

Naam en voorletters:

……………………………………………………………………………..

Adres:

……………………………………………………………………………..

Postcode en woonplaats:

……………………………………………………………………………..

Telefoon:

……………………………………………………………………………..

Maatregel die volgens aanvrager oorzaak is van schade

  • 0

    artikel 49, eerste lid, onder a WRO: bepalingen van een bestemmingsplan

  • 0

    0artikel 49, eerste lid, onder b WRO: besluit omtrent vrijstelling als bedoeld in de artikelen 17 of 19 WRO

  • 0

    artikel 49, eerste lid, onder c WRO: besluit tot het verlenen van vrijstelling ingevolge artikel 40, of van een vergunning of andere beschikking ingevolge artikel 41 WRO

  • 0

    artikel 49, eerste lid, onder d WRO: aanhouding van het besluit omtrent het verlenen van een bouw- of aanlegvergunning ingevolge artikel 50, eerste lid Woningwet dan wel ingevolge artikel 46, tweede lid WRO

  • 0

    artikel 49, eerste lid, onder e WRO: aanwijzingen als bedoeld in artikel 37, tweede of vijfde lid;

  • 0

    artikel 49, eerste lid, onder f WRO: het Koninklijk besluit als bedoeld in artikel 66;

(0: aankruisen wat van toepassing is)

Op welk gebied heeft deze maatregel betrekking?

……………………………………………………………………………………………………………………….

Wat is de aard van de schade? Bestaat de schade volgens u uit waardevermindering van uw eigendom of uit inkomensderving?

……………………………………………………………………………………………………………………….

……………………………………………………………………………………………………………………….

Bij gestelde waardevermindering van eigendom: omschrijving van de onroerende zaak waarvan u zakelijk gerechtigde bent

……………………………………………………………………………………………………………………….

……………………………………………………………………………………………………………………….

Bij gestelde waardevermindering van eigendom: datum waarop u de eigendom van een onroerende zaak of een ander zakelijk recht daarop heeft verworven (kopie eigendomsbewijs meesturen)

……………………………………………………………………………………………………………………….

Bij gestelde inkomensderving: gelieve nadere informatie te geven

……………………………………………………………………………………………………………………….

……………………………………………………………………………………………………………………….

Ruimte voor aanvullingen en toelichting

………………………………………………………………………………………………………………………..…………………………………………………………………………………………………………………………….

Naam:

Plaats:

Datum:

Handtekening van de aanvrager:

Handtekening van eventuele mede-eigenaar:

Handtekening van eventuele gemachtigde: