Algemene garantiebepalingen van de gemeente Deventer

Geldend van 22-05-1979 t/m heden

Intitulé

Algemene garantiebepalingen van de gemeente Deventer

Artikel 1

De gemeente kan zich garant stellen voor door rechtspersonen aan te gane geldleningen, mits in de garantie-overeenkomst, voor zover een en ander niet elders dwingend is geregeld, de navolgende algemene garantiebepalingen van de gemeente Deventer en eventuele andere door de raad nader van geval tot geval vast te stellen garantiebepalingen worden opgenomen.

Artikel 2

Aan de gemeente wordt ter verkrijging van een grotere zekerheid van de juiste terugbetaling

van al hetgeen de gemeente uit hoofde van de verstrekte garantie te vorderen mocht krijgen, het recht van eerste hypotheek verleend op grond en de opstallen van het met deze geldlening te financieren project tot het totaalbedrag van de geldlening, vermeerderd met het bedrag gelijk aan de rente over het lopend jaar en de daarop aansluitende twee jaren voor de rente en kosten bij het vestigen van deze hypotheek zullen bedingen worden gemaakt, bedoeld in artikel 1223, 2e lid, 1230 en 1254, 2e lid van het Burgerlijk Wetboek en in artikel 297 van het Wetboek van Koophandel.

Artikel 3

Indien de hypotheekgever handelt in strijd met de ingevolge de garantiebepalingen op hem rustende verplichtingen is de hypotheekgever van rechtswege; in gebreke, zonder dat daartoe een voorafgaande ingebrekestelling noodzakelijk is.

Artikel 4

Indien de gemeente ten gevolge van deze garantie in het geval komt te verkeren gehele of gedeeltelijke rente en/of aflossing en/of eventuele boeten en/of overige kosten te moeten betalen en niet overgaat tot openbare verkoop van het bezwaarde goed of ingeval de opbrengst van een openbare verkoop onvoldoende is om daaruit het aan de gemeente verschuldigde te verhalen, geldt het volgende:

al hetgeen de hypotheekgever te dezer zake schuldig wordt aan de gemeente blijft als schuld op de hypotheekgever rusten, waarvoor alsdan een aflossingsregeling met de gemeente dient te worden getroffen onder door burgemeester en wethouders te stellen voorwaarden, terwijl over het niet-afgeloste gedeelte van deze schuld jaarlijks op 31 december rente op rente zal worden bijgeschreven, berekend naar de wettelijke interest, waarbij een gedeelte van een maand voor een volle maand wordt berekend.

Artikel 5

De hypotheekgever verbindt zich tot het volgende:

  • a.

    de verbonden goederen moeten steeds op kosten van de hypotheekgever tot een naar oordeel van de gemeente genoegzame wijze en voldoende bedrag tegen branden en stormschade verzekerd zijn.

  • b.

    de hypotheekgever zal desverlangd te allen tijde de kwitantie van de laatste vervulde premie of bijdrage ten blijke van betaling aan de gemeente moeten tonen;

  • c.

    de polissen van de brand- en stormschade zullen aan de gemeente in bewaring worden gegeven, zulks eveneens indien gedurende de loop van de leningen een nieuwe verzekering wordt gesloten;

  • d.

    in de polissen zal de clausule worden opgenomen dat de betrokken verzekeringsmaatschappij de gemeente tijdig op de hoogte stellen van een achterblijven van de premiebetaling;

  • e.

    ingeval van schade aan de verbonden goederen zullen de assurantiepenningen tot onderzetting treden. Dit beding zal aan de verzekeringsmaatschappij worden betekend.

Artikel 6

Burgemeester en wethouders zijn te allen tijde bevoegd door een of meer door hen aan te wijzen personen de toestand van de verbonden goederen te doen opnemen en op kosten van de hypotheekgever de door hen nodig geoordeelde onderhoudswerkzaamheden of herstellingen te doen uitvoeren, indien hij, na tot de uitvoering van deze onderhoudswerkzaamheden of herstellingen door burgemeester en wethouders te zijn aangeschreven, nalatig is aan de aanschrijving binnen de door burgemeester en wethouders te stellen termijn te voldoen.

Artikel 7

  • a. De begroting van de hypotheekgever behoeft de goedkeuring van burgemeester en wethouders en wordt daartoe tenminste twee maanden voor het beging van ieder boekjaar ingezonden.

  • b. De hypotheekgever is gehouden jaarlijks de balans en de exploitatierekening te doen controleren door een register-accountant, tenzij de raad anders bepaalt.

  • c. De hypotheekgever zendt de balans en de exploitatierekening tegelijkertijd met het inzake uitgebrachte accountantsrapport binnen vier maanden na het einde van ieder boekjaar toe aan burgemeester en wethouders.

Artikel 8

De hypotheekgever verplicht zich om desgevraagd aan door burgemeester en wethouders aan te wijzen personen inzage te geven van al zijn boeken en bescheiden en volledige medewerking te verlenen aan maatregelen welke burgemeester en wethouders voor een goede verslaglegging van en controle op het beheer nodig zullen oordelen.

Artikel 9

Desverlangd zal de hypotheekgever aan een door burgemeester en wethouders aan te wijzen lid van hun college of een door hen aan te wijzen ambtenaar toegang verlenen tot alle bestuursvergaderingen, aan diegene, die werd aangewezen de volledige agenda van de te houden vergaderingen en de notulen van de gehouden vergaderingen zenden alsmede inzage verlenen van de te behandelen stukken.

Artikel 10

De hypotheekgever zal niet overgaan tot het geheel of gedeeltelijk vervreemden of bezwaren van de onroerende eigendommen, noch tot het veranderen van aard of bestemming, tot uitbreiding of verbouwing of tot het geheel of gedeeltelijk slopen dan na voorafgaande schriftelijke toestemming van burgemeester en wethouders. Aan deze toestemming kunnen voorwaarden worden verbonden.

Artikel 11

De hypotheekgever zal buiten de lening, welke door de gemeente werd gewaarborgd, geen geldleningen opnemen of verstrekken, noch zich als borg of hoofdelijk mede-schuldenaar voor een ander verbinden, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van burgemeester en wethouders.

Artikel 12

Besluiten van de hypotheekgever tot:

  • a.

    wijziging of aanvulling van de statuten;

  • b.

    ontbinding van de rechtspersoon;

  • c.

    het voeren van de rechtsgedingen, het treffen van dadingen of het onderwerpen van geschillen aan het oordeel van scheidslieden mogen niet worden genomen dan met schriftelijke goedkeuring van burgemeester en wethouders.

Artikel 13

Indien burgemeester en wethouders weigeren een ingevolge vorenstaande bepalingen vereiste goedkeuring en/of toestemming te verlenen heeft de hypotheekgever het recht binnen dertig dag na de dag, waarop hem van de weigering van de goedkeuring en/of toestemming door of vanwege burgemeester en wethouders is kennis gegeven, beroep in te stellen bij de gemeenteraad, wiens beslissing voor de gemeente en de hypotheekgever bindend zal zijn.

Artikel 14

Deze bepalingen kunnen worden aangehaald als "Algemene garantiebepalingen 1979".