Uitvoeringsbesluit Begraafplaatsen Deventer 1994

Geldend van 01-03-1994 t/m heden

Intitulé

Uitvoeringsbesluit Begraafplaatsen Deventer 1994

HOOFDSTUK 1 ALGEMENE BEPALINGEN

NADERE REGELS voor graven, asbezorging, gedenkplaatsen en grafbedekkingen.

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

De begripsomschrijvingen uit de 'verordening op het beheer en het gebruik van de gemeentelijke begraafplaatsen van de gemeente Deventer 1994' zijn van overeenkomstige toepassing op deze nadere regels.

HOOFDSTUK 2 AANTALLEN OVERLEDENEN/ASBUSSEN IN GRAVEN, URNENGRAVEN EN URNENNISSEN

Artikel 2 Indeling graven

1 Begraafplaats gelegen aan de Raalterweg te Diepenveen (Algemeen deel):

  • a.

    In eigen graven uitgegeven voor 1982 mogen worden begraven ten hoogste drie overleden personen en twee asbussen met of zonder urnen en mag worden verstrooid de as van twee overleden personen.

  • b.

    In eigen graven uitgegeven vanaf 1982 mogen worden begraven ten hoogste twee overleden personen en twee asbussen met of zonder urnen en mag worden verstrooid de as van twee overleden personen.

  • c.

    In eigen kindergraven mogen worden begraven een overleden kind en een asbus met of zonder urn en mag worden verstrooid de as van twee overleden kinderen.

  • d.

    In algemene graven mogen worden begraven ten hoogste drie overleden personen.

  • e.

    In algemene kindergraven mogen worden begraven ten hoogste zes overleden kinderen.

2 Begraafplaats gelegen aan de Raalterweg te Diepenveen (Islamitisch deel):

In eigen graven mag worden begraven één overleden persoon.

3 Nieuwe begraafplaats gelegen aan de Sworminksweg te Colmschate:

  • a.

    In eigen enkele graven mogen worden begraven een overleden persoon en een asbus met of zonder urn danwel twee asbussen met of zonder urn en mag worden verstrooid de as van twee overleden personen.

  • b.

    In eigen dubbele graven mogen worden begraven twee overleden personen naast elkaar en twee asbussen met of zonder urn en mag worden verstrooid de as van twee overleden personen.

  • c.

    In algemene graven mag worden begraven een overleden persoon.

  • d.

    In algemene kindergraven mag worden begraven een overleden kind.

4 Oude begraafplaats gelegen aan de Sworminksweg te Colmschate:

Het in lid 3 van dit artikel gestelde is, voor zover van belang, ook van toepassing op deze begraafplaats.

Artikel 3 Uitzondering

Het in artikel 2 genoemde aantal overleden personen is niet van toepassing indien het begraven van een als levenloos aangegeven of binnen drie maanden na de geboorte overleden meerling, in één kist of één omhulsel geschiedt, of als een of meer als levenloos aangegeven kinderen tegelijk worden begraven met de bij of kort na de bevalling overleden moeder in dezelfde kist of hetzelfde omhulsel.

Artikel 4 Bezorging van as

1 In eigen urnengraven mogen worden bijgezet twee asbussen.

2 In eigen urnennissen mogen worden geplaatst:

  • a.

    een asbus met urn, danwel

  • b.

    twee asbussen zonder urn.

3 In algemene urnengraven wordt aan een ieder gelegenheid gegeven asbussen te doen bijzetten.

HOOFDSTUK 3 GRAFBEDEKKINGEN

Artikel 5 Aanvraag vergunning grafbedekking

1 De aanvraag voor een vergunning voor het plaatsen van een gedenkteken of andere voorwerpen moet voorzien zijn van een werktekening in drievoud, waarop tenminste voorkomen:

  • a.

    een boven-, voor- en zijaanzicht met alle hoogte- breedte, dikte- en lengtematen;

  • b.

    de soort, kleur en bewerking van het te gebruiken materiaal;

  • c.

    de vermelding of het opschrift ingehakt, opgehakt of van metaal of een ander materiaal is;

  • d.

    de woordindeling van het opschrift en de plaats van figuratie(s);

  • e.

    de materiaalsoort van de fundering en de wijze van bevestiging van het gedenkteken daarop.

2 Vergunningen als bedoeld in het eerste lid worden verleend voor de tijd waarvoor het recht op het graf is verkregen onder voorwaarde dat in het onderhoud der voorwerpen wordt voorzien.

3 De aangebrachte gedenktekens of andere voorwerpen, welke in strijd zijn met deze verordening, de verleende vergunning of waarvoor geen vergunning is verleend, worden verwijderd. Deze verwijdering wordt aan de rechthebbende bekend gemaakt. De betreffende gedenktekens of andere voorwerpen worden gedurende drie maanden na de bekendmaking ter beschikking van de rechthebbende gehouden. Worden deze binnen de genoemde termijn niet afgehaald, dan vervallen deze aan de gemeente en kunnen zonder voorafgaande bekendmaking worden vernietigd.

4 In geval van overschrijving van de rechten op een graf wordt de vergunning voor het hebben van voorwerpen op een graf vanaf de datum van overschrijving geacht te zijn verleend aan de nieuwe rechthebbende.

5 Alvorens een gedenkteken wordt geplaatst, dient op de voorzijde van de letterplaat, links onder, het nummer van het betreffende graf te zijn aangebracht.

Artikel 6 Afmetingen en materialen

1 Voor de grafbedekking mogen alleen duurzame materialen worden gebruikt, zoals: natuursteen, metaal, keramiek, duurzame kunststoffen of een verduurzaamde houtsoort.

2 De gedenktekens moeten voldoen aan de volgende afmetingen:

  • a.

    op algemene graven en gedenkplaatsen:

    maximaal 50 cm hoog, 50 cm breed en 50 cm lang;

  • b.

    op eigen graven:

    maximaal 150 cm hoog, 100 cm breed 200 cm lang,

    de fundering (betonplaat) moet indien het een gedenkteken met een vloer/omranding betreft een lengte hebben van 200 cm en een breedte van 100 cm;

  • c.

    op kindergraven:

    maximaal 100 cm hoog, 75 cm breed en 150 cm lang, de fundering (betonplaat) moet indien het een gedenkteken met een vloer/omranding betreft een lengte hebben van 150 cm en een breedte van 75 cm;

  • d.

    op urnengraven:

    maximaal 50 cm. hoog, 50 cm. breed en 50 cm. lang (niet zijnde een 'paddestoel')

3 De lengte en de breedte van het gedenkteken mogen niet die van het graf overschrijden.

4 Gedenktekens met vloer/omranding welke onder eerdere verordeningen zijn geplaatst en niet zijn voorzien van een fundering (betonplaat) en die ten behoeve van een bijzetting of herstelwerkzaamheden verwijderd moeten worden, mogen alleen herplaatst worden met een fundering (betonplaat).

Artikel 7 Grafbeplanting

1 Op een graf of een gedenkplaats kunnen potplanten en bloemen in door de gemeente verstrekte vazen worden geplaatst. Het is toegestaan op een graf of een gedenkplaats losse bloemen te leggen. Ook mogen eenjarige gewassen worden geplant.

2 De beplanting op de eigen graven mag niet hoger worden dan 100 cm., op algemene graven, urnengraven en gedenkplaatsen niet hoger dan 30 cm. De winterharde gewassen die op de graven worden geplant mogen bij volle wasdom de voor het graf beschikbare oppervlakte niet overschrijden of moeten door snoeien daarbinnen worden gehouden.

3 Aangebrachte beplantingen op een graf of een gedenkplaats die in een verwaarloosde staat verkeren kunnen door de beheerder worden verwijderd zonder dat aanspraak kan worden gemaakt op schadevergoeding. Losse bloemen, planten, kransen en dergelijke kunnen, wanneer zij verwelkt zijn, door de beheerder worden verwijderd. Linten, siervazen en dergelijke voorwerpen worden gedurende 12 weken ter beschikking gehouden van de rechthebbende indien deze daartoe tevoren een mondelinge of schriftelijke aanvraag heeft ingediend bij de beheerder.

4 Beplantingen welke in strijd met de bepalingen zijn aangebracht, worden zonder voorafgaande bekendmaking verwijderd. Deze vervallen aan de gemeente en kunnen zonder voorafgaande bekendmaking worden vernietigd.

HOOFDSTUK 4 SLOTBEPALINGEN

Artikel 8

1 Deze nadere regels treden in werking op 1 maart 1994.

2Zij kunnen worden aangehaald als: 'uitvoeringsbesluit begraafplaatsen Deventer 1994'