Nadere regels behorende bij de Verordening Wet kinderopvang gemeente Deventer betreffende de tegemoetkoming in de kosten van reguliere kinderopvang

Geldend van 01-01-2012 t/m heden met terugwerkende kracht vanaf 01-01-2012

Intitulé

Nadere regels behorende bij de Verordening Wet kinderopvang gemeente Deventer betreffende de tegemoetkoming in de kosten van reguliere kinderopvang

Gelet op artikel 16A lid 2 van de  Verordening Wet kinderopvang gemeente Deventer,

 

Artikel 1 Doel van de regeling

 

Deze regeling heeft als doel te voorzien in een aanvullende tegemoetkoming in de kosten van reguliere kinderopvang.

 

Artikel 2 Begripsbepalingen

 

1. In deze nadere regeling wordt verstaan onder:

  • a.

    de verordening: de Verordening Wet kinderopvang gemeente Deventer;

  • b.

    het college: het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Deventer

  • c.

    de klant: klant van de gemeente Deventer als bedoeld in artikel 1.6 sub c, e, f  en artikel 1.22 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen  en/of de alleenstaande ouder die een studie volgt op grond van de Wet studie financiering 2000 (Wsf) of de Wet tegemoetkoming onderwijsbijdrage en schoolkosten (Wtos).

2. Voor zover niet anders is bepaald, worden begrippen in deze regeling gebruikt in dezelfde betekenis als in de wet of de verordening.

  

Artikel 3 Aanspraak op een tegemoetkoming

 

  • 1.

    Het college kan aan de klant een aanvullende tegemoetkoming in de eigen bijdrage van de kosten van kinderopvang verstrekken.

  • 2.

    De aanvullende tegemoetkoming in de eigen bijdrage omvat 9,3% van de kosten van kinderopvang - tot aan de maximumuurprijs - voor het eerste kind en 6,7% voor volgende kinderen.

  • 3.

    Indien de eigen bijdrage zoals neergelegd in de kinderopvangtoeslagtabel van de belastingdienst wijzigt, verandert te aanvullende tegemoetkoming door de gemeente evenredig mee.

  • 4.

    Het college verstrekt geen vergoeding voor het verschil in uurprijs tussen de door kinderopvangpartijen gehanteerde uurprijs en de door de belastingdienst vastgestelde maximum uurprijs.

 

Artikel 4 Slotbepalingen

 

  • 1.

    De aanvullende tegemoetkoming zoals opgenomen in artikel 3 lid 1 en 2 van deze nadere regels  treedt na bekendmaking met terugwerkende kracht in werking op 1 januari 2012.

  • 2.

    Ten aanzien van hetgeen in artikel 3 lid 4 van deze nadere regels is opgenomen, geldt de inwerkingtredingsdatum van 1 augustus 2012. Voor bestaande klanten geldt een overgangstermijn tot 1 oktober 2012.

  • 3.

    Deze nadere regeling kan worden aangehaald als “nadere regels tegemoetkoming kosten reguliere kinderopvang”.  

 

 

 

Toelichting

 

Algemeen

 

Met de invoering van de Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen (verder: de Wet) is een tripartiete financiering ontstaan. Daarbij betalen ouders, werkgevers als de overheid mee aan de kosten voor kinderopvang. Ouders kunnen onder bepaalde voorwaarden kinderopvangtoeslag aanvragen, zodat zij voor een deel gecompenseerd worden in de kosten van kinderopvang.

 

De kinderopvangtoeslag is een inkomensafhankelijke tegemoetkoming voor ouders die formele kinderopvang afnemen. Er is een toeslagtabel voor het eerste kind (dat is volgens de definitie van de Wet het kind dat de meeste uren kinderopvang afneemt) en een toeslagtabel voor eventuele volgende kinderen. Het doel van de kinderopvangtoeslag is om ouders te ondersteunen in de combinatie van arbeid en zorg voor hun kinderen. Dit geldt zowel voor ouders met lage inkomens, die meer toeslag nodig hebben om de stap naar werk lonend te laten zijn (voorkomen armoedeval), als voor ouders met midden en hoge inkomens, waarbij de kinderopvangtoeslag de stap naar meer uren werk, en de beslissing om te blijven werken bij de komst van een tweede kind, faciliteert (voorkomen deeltijdval).

 

De gemeente Deventer betaalt op basis van de Wet Kinderopvang voor verschillende doelgroepen mee aan de kosten voor kinderopvang. Zo betaalt de gemeente op dit moment voor de ene doelgroep 1/3 deel van de kosten kinderopvang en voor de andere doelgroep 1/6 deel van de kosten kinderopvang. Deze regels zijn vastgelegd in (artikel 24 van) de Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen.

 

Daarnaast vergoedt de gemeente voor bepaalde doelgroepen een aanvullende tegemoetkoming. Deze aanvullende tegemoetkoming bedroeg in 2010 4,5% voor het eerste kind (en 3,5% voor volgende kinderen). Sinds 1 januari 2011 heeft het rijk de eigen bijdrage voor het eerste kind van 4,5% naar 8% verhoogd (en naar 4% voor volgende kinderen). Per

1 januari 2012 is de eigen bijdrage voor het eerste kind verhoogd van 8% naar 9,3% (en naar 6,7% voor volgende kinderen). Dit betekent voor ouders in de laagste inkomenscategorie van de percentagetabel in 2012 dat zij voor het eerste kind een vergoeding tot aan de maximumuurprijs krijgen van 90,7% van de kosten van kinderopvang (en 93,3% voor volgende kinderen).

 

Artikel 3

 

De gemeente Deventer biedt met deze nadere regels de doelgroep als bedoeld in artikel 1.6 sub c,e,f en artikel 1.22 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen  en de alleenstaande ouder die een studie volgt op grond van de Wet studie financiering 2000 (Wsf) of de Wet tegemoetkoming onderwijsbijdrage en schoolkosten (Wtos) een aanvullende tegemoetkoming in de kosten van kinderopvang. De aanvullende tegemoetkoming van de gemeente in 2012 bedraagt 9,3% van de kosten van kinderopvang, tot aan de maximumuurprijs, voor het eerste kind en 6,7% voor volgende kinderen. Mogelijk zal het rijk de eigen bijdrage in de komende jaren nog wijzigen en verder verhogen. De nadere regels voorzien erin dat de aanvullende tegemoetkoming door de gemeente overeenkomstig de mogelijke wijzingen van de eigen bijdrage door het rijk – zoals neergelegd in de kinderopvangtoeslagtabel van de belastingdienst – mee verandert.

 

Artikel 4

 

De vergoeding van de aanvullende tegemoetkoming van 9,3% voor het eerste kind en 6,7% voor volgende kinderen treedt na bekendmaking met terugwerkende kracht in werking op 1 januari 2012.

 

Per 1 augustus 2012 zal er voor nieuwe klanten die gebruik maken van reguliere kinderopvang geen bijzondere bijstand meer verstrekken kunnen worden voor het verschil in uurprijs tussen de door kinderopvangpartijen gehanteerde uurprijs en de door de belastingdienst vastgestelde maximum uurprijs. Voor bestaande klanten die gebruik maken van reguliere kinderopvang geldt een overgangsperiode te tot 1 oktober 2012, waarbij zij via de bijzondere bijstand recht houden op vergoeding van het verschil in uurprijs tussen de door kinderopvangpartijen gehanteerde uurprijs en de door de belastingdienst vastgestelde maximum uurprijs.