Regeling vervallen per 01-01-2015

Verordening planadviesraad welstand, monumenten en beschermd stadsgezicht 2014

Geldend van 25-07-2014 t/m 31-12-2014

Intitulé

Verordening planadviesraad welstand, monumenten en beschermd stadsgezicht 2014

De raad van de gemeente Deventer,

Gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 6 mei 2014, nummer 1267681;

BESLUIT

1. Ir. G.N. Kruisheer, deskundige architectuur op zijn eigen verzoek te ontslaan van zijn lidmaatschap van de Planadviesraad  welstand, monumenten en beschermd stadsgezicht.

2. Vast te stellen de navolgende Verordening planadviesraad welstand, monumenten en beschermd stadsgezicht 2014.

Verordening planadviesraad welstand, monumenten en beschermd stadsgezicht 2014

Artikel 1. Planadviesraad en Adviesraad

  • 1. Er is een Planadviesraadwelstand, monumenten en beschermd stadsgezicht, in deze verordening de “Planadviesraad” genoemd.

  • 2. Er is een Adviesraad welstand, monumenten en beschermd stadsgezicht, in deze verordening de “Adviesraad” genoemd.

  • 3. De Planadviesraad is aangewezen als de welstandscommissie als bedoeld in artikel 1, lid 1 onder n van de Woningwet en de commissie op de monumentenzorg, als bedoeld in artikel 15 van de Monumentenwet 1988”.

  • 4. De (Plan)adviesraad is werkzaam voor het hele grondgebied van de gemeente Deventer, inclusief het gebied dat krachtens artikel 35 van de Monumentenwet 1988 is aangewezen als beschermd stads- of dorpsgezicht.

Artikel 2. Samenstelling, benoeming en vergadering van de Planadviesraad

1. De Planadviesraad bestaat uit zes leden die, na voordracht van Het Oversticht, op voorstel van burgemeester en wethouders worden benoemd en ontslagen door de gemeenteraad, en wel;

a. een lid dat als voorzitter optreedt;

b. een wisselend lid met deskundigheid op het gebied van stedenbouw en/of architectuur.

c. twee leden, die over specifieke deskundigheid op het gebied van de monumentenzorg beschikken of daarmee bijzondere affiniteit hebben.

d. een lid dat over specifieke deskundigheid op het gebied van landschapsarchitectuur en groen beschikt;

e. een lid met deskundigheid op het gebied van stedenbouw, architectuur dan wel cultuurhistorie, dat tevens de functie van secretaris vervult.

2. Tot voorzitter of lid zijn niet benoembaar:

a. leden van een bestuursorgaan van de gemeente Deventer;

b. ambtenaren in dienst bij een bestuursorgaan van de gemeente Deventer of daarmede op grond van hun werkzaamheden gelijk te stellen personen in de uitoefening van hun functie.

3 De gemeenteraad ontslaat de voorzitter of een lid van de planadviesraad:

a. op zijn verzoek;

b. wanneer hij uit hoofde van ziekte of gebreken blijvend ongeschikt is zijn functie te vervullen;

c. bij de aanvaarding van een ambt of betrekking welke bij deze verordening onverenigbaar is verklaard met het lidmaatschap van de planadviesraad;

d. wanneer hij bij onherroepelijk geworden rechterlijke uitspraak wegens misdrijf is veroordeeld, dan wel hem bij zulk een uitspraak een maatregel is opgelegd die vrijheidsbeneming tot gevolg heeft;

e. wanneer hij ingevolge een onherroepelijk geworden rechterlijke uitspraak onder curatele is gesteld, in staat van faillissement is verklaard, surséance van betaling heeft verkregen of wegens schulden is gegijzeld.

4. De voorzitter en de leden worden benoemd voor een periode van drie jaar. Zij kunnen eenmaal voor een periode van ten hoogste drie jaar worden herbenoemd.

5. De planadviesraad stelt een rooster van aftreden vast

6. De Planadviesraad komt bijeen na schriftelijke oproep door de secretaris of op verzoek van burgemeester en wethouders.

7. De Planadviesraad beraadslaagt en besluit niet indien niet minimaal drie van de leden, de voorzitter daaronder begrepen, aanwezig zijn. Waaronder ten minste één lid als bedoeld onder lid 1 sub c of d, in het geval voor een goede beoordeling van een plan deze specifieke deskundigheid vereist.

8. De Planadviesraad besluit bij meerderheid van stemmen. De minderheid kan vorderen dat uit het advies haar afwijkende mening blijkt. Bij staking van stemmen beslist de voorzitter;

9. In spoedeisende gevallen kan van het bepaalde in het zevende of achtste lid worden afgeweken, waarvan mededeling moet worden gedaan in het uit te brengen advies;

Artikel 3. Samenstelling, benoeming en vergadering van de adviesraad

1. De Planadviesraad benoemt uit haar midden een Adviesraad welke bestaat uit ten minste drie leden te weten;

a. een lid dat over de deskundigheid op het gebied van stedenbouw, architectuur dan wel cultuurhistorie beschikt en tevens de functie van secretaris vervult;

b. een lid dat over de deskundigheid op het gebied van stedenbouw en/of architectuur beschikt en tevens de functie van voorzitter vervult;

c. een lid dat over specifieke deskundigheid op het gebied van de monumentenzorg beschikt of daarmee bijzondere affiniteit heeft.

2. De Adviesraad komt bijeen na schriftelijke oproep door de secretaris of op verzoek van burgemeester en wethouders.

3. De Adviesraad beraadslaagt en besluit niet indien niet minimaal twee van de leden aanwezig zijn. Waaronder ten minste één lid als bedoeld onder lid 1 sub c in het geval voor een goede beoordeling van een plan deze specifieke deskundigheid is vereist.

4. De Adviesraad besluit bij meerderheid van stemmen of bij gelijkluidende stem in het geval slechts twee van de leden aanwezig zijn. De minderheid kan vorderen dat uit het advies haar afwijkende mening blijkt. Bij staking van stemmen beslist de voorzitter;

5. In spoedeisende gevallen kan van het bepaalde in het derde of vierde lid worden afgeweken, waarvan mededeling moet worden gedaan in het uit te brengen advies;

Artikel 4. Wanneer advies wordt uitgebracht

De Planadviesraad brengt advies uit:

a. ten aanzien van alle omgevingsvergunningplichtige activiteiten als bedoeld in artikel 2.1 lid 1 onder a (bouwwerken), f (rijksmonumenten) en h (slopen in een door het rijk aangewezen beschermd stads- of dorpsgezicht) en artikel 2.2 lid 1 onder h (reclame ingevolge artikel 4:15 van de Algemene Plaatselijke Verordening), b (gemeentelijk/provinciaal monument), c (slopen in een bij verordening aangewezen beschermd stads- en dorpsgezicht) en g (slopen op grond van een bestemmingsplan)van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo

b. bij de voorbereiding van besluiten als bedoeld in artikel 13a van de Woningwet ten aanzien van de vraag of het uiterlijk van een (bestaand) bouwwerk of standplaats in ernstige mate in strijd is met redelijke eisen van welstand;

c. ten aanzien van de vertaling van de stedenbouwkundige ambities in beeldkwaliteitsplannen en de toetsbaarheid van deze plannen;

d. ten aanzien van andere aangelegenheden, waarin burgemeester en wethouders dit wenselijk achten, zoals ten aanzien van de openbare ruimte.

Artikel 5. Vorm en termijn waarin het advies wordt uitgebracht

1. De Planadviesraad brengt binnen twee weken nadat daarom door of namens burgemeester en wethouders is verzocht, schriftelijk en met redenen omkleed advies uit in het geval:

a. het een afwijzend advies betreft;

b. het een positief advies betreft aangaande een monument;

c. het een advies na vooroverleg betreft;

d. burgemeester en wethouders dit wenselijk achten, zoals ten aanzien van beroepszaken, complexe en/of gevoelige plannen.

2. Een schriftelijk advies als bedoeld in het eerste lid kan achterwege blijven en met een zogenaamd stempeladvies tijdens de vergadering worden afgedaan in het geval;

a. het een positief advies betreft;

b. het advies eenvoudig in de vergadering op de aanvraag genoteerd kan worden;

c. het een kleine ingreep van een monument betreft waarbij er geen monumentale waarden in het geding zijn.

3. De uit te brengen adviezen worden gericht aan het college van burgemeester en wethouders, doch toegezonden aan de manager van het team dat de aanvraag behandelt waarop het advies betrekking heeft dan wel – in geval advies is gevraagd in het kader van een bezwaarschriftprocedure – aan de secretaris van de Algemene Bezwaarschriftencommissie.

4. De Planadviesraad ontvangt na de definitieve besluitvorming schriftelijk bericht over het door burgemeester en wethouders/gemeenteraad genomen besluit, inclusief de overwegingen indien van het advies wordt afgeweken.

5. Burgemeester en wethouders kunnen in hun verzoek om advies de Planadviesraad een langere termijn dan genoemd in de bovengenoemde leden van dit artikel geven voor het uitbrengen van het welstandsadvies. Een langere termijn kan door burgemeester en wethouders worden gegeven indien de termijn van afdoening van de aanvraag is verlengd met toepassing van artikel 3.9, tweede lid van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht.

Artikel 6. Extra deskundigheid

De Planadviesraad is bevoegd deskundigen uit te nodigen en te horen.

Artikel 7. Afdoening bij mandaat

1.De Planadviesraad mandateert het uitbrengen van advies ten aanzien van de in artikel 4 genoemde onderwerpen aan de Adviesraad mits:

a.het gaat om plannen waarop vanuit de welstandsnota het bijzondere toetsingsniveau van toepassing is;

b.het gaat om monumentenplannen en plannen in het beschermde stads- en dorpsgezicht;

c.het gaat om plannen die behoren tot de categorie waarover de mening van de planadviesraad als bekend mag worden verondersteld, waartoe in ieder geval behoren de plannen, waarop een beeldkwaliteitsplan of anderszins een beleidsregel inzake welstand van toepassing is;

d.het niet gaat om (uit esthetisch oogpunt) ingrijpende en/of belangrijke (bouw)plannen;

e.het niet gaat om de advisering in bezwaarschriftprocedures, waarbij welstandsaspecten in het geding zijn, ten aanzien waarvan de afvaardiging van de Planadviesraad krachtens mandaat in eerste aanleg heeft geadviseerd.

2.De Planadviesraad mandateert het uitbrengen van advies aan het college van burgemeester en wethouders ten aanzien van de in artikel 4 genoemde onderwerpen aan de secretaris van deze raad, mits:

a.het gaat om plannen waarop vanuit de welstandsnota het reguliere toetsingsniveau van toepassing is;

b.het gaat om plannen waarop vanuit de welstandsnota het bijzondere toetsingsniveau van toepassing is en waarbij sprake is van een kleine ingreep

c.het gaat om plannen waarop de criteria voor reclameplannen van toepassing zijn;

d.het gaat om plannen waarop de criteria voor kleine bouwplannen van toepassing zijn;

e.het gaat om plannen die behoren tot de categorie waarover de mening van de Planadviesraad als bekend mag worden verondersteld, waartoe in ieder geval behoren de plannen, waarop een beeldkwaliteitsplan of anderszins een beleidsregel inzake welstand van toepassing is;

f.het niet gaat om (uit esthetisch oogpunt) ingrijpende en/of belangrijke (bouw)plannen;

g.het niet gaat om de advisering in bezwaarschriftprocedures, waarbij welstandsaspecten in het geding zijn, ten aanzien waarvan de secretaris krachtens mandaat in eerste aanleg heeft geadviseerd.

Artikel 8. Openbaarheid van vergaderen

  • 1. De vergaderingen van de Planadviesraad zijn openbaar. De openbaarheid geldt zowel voor de beraadslagingen, de beoordeling als de adviezen. Een vergadering of een gedeelte daarvan is niet openbaar in gevallen als bedoeld in artikel 10, eerste lid van de Wet openbaarheid van bestuur en in gevallen waarin het belang van de openbaarheid van bestuur niet opweegt tegen de in artikel 10, tweede lid van die wet genoemde belangen. Indien burgemeester en wethouders - al dan niet op verzoek van de aanvrager - of de voorzitter een verzoek doen tot niet openbare behandeling dienen zij daaraan klemmende redenen op grond van artikel 10 van de Wet openbaarheid van bestuur ten grondslag te leggen;

  • 2. Belanghebbenden als bedoeld in artikel 1:2 van de Algemene wet bestuursrecht krijgen op verzoek spreekrecht toegekend over een voorliggend plan en gedurende een door de voorzitter dan wel secretaris te bepalen tijd.

Artikel 9. Jaarlijkse verantwoording

1. De secretaris van de (Plan)adviesraad draagt er zorg voor dat, indien een inspreker hierom verzoekt, van het verhandelde in een vergadering een schriftelijk verslag wordt opgesteld.

2. De secretaris draagt verder zorg voor de opstelling van een (jaar)verslag van de door de (Plan)adviesraad verrichte werkzaamheden, waarin tenminste wordt uiteengezet op welke wijze zij toepassing heeft gegeven aan de criteria als bedoeld in artikel 12a, lid 1 onderdeel a van de Woningwet. Dit verslag wordt jaarlijks voor 1 april van het daarop volgende jaar aan burgemeester en wethouders aangeboden.

Artikel 10. Onvoorziene omstandigheden

In alle gevallen waarin deze verordening niet voorziet, beslissen burgemeester en wethouders.

Artikel 11. Inwerkingtreding en citeerartikel

1. Met ingang van de in het tweede lid genoemde datum wordt ingetrokken: de “Verordening planadviesraad welstand monumenten en beschermd stadsgezicht” zoals vastgesteld door de gemeenteraad van Deventer op 23 mei 2012.

2. Deze verordening treedt in werking met ingang van de eerste dag na die van de bekendmaking.

3. Deze verordening kan worden aangehaald als de “Verordening planadviesraad welstand monumenten en beschermd stadsgezicht 2014".

Aldus vastgesteld in de openbare raadsvergadering van 11 juni 2014

De raad voornoemd,

de griffier,                           de voorzitter,

drs. S.J. Peet                       ir. A.P. Heidema