Handhavingsverordening Participatiewet gemeente Deventer 2016

Geldend van 01-01-2016 t/m heden

Intitulé

Handhavingsverordening Participatiewet gemeente Deventer 2016

De raad van de gemeente Deventer;

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 10 november 2015;

besluit vast te stellen de Handhavingsverordening Participatiewet gemeente Deventer 2016.

Artikel 1: Opstellen uitvoeringsplan door Burgemeester en wethouders

Burgemeester en wethouders dragen in het kader van de bestrijding van het ten onrechte

ontvangen van bijstand alsmede misbruik en oneigenlijk gebruik van de Participatiewet,

zorg voor het opstellen van een uitvoeringsplan.

Artikel 2: Inhoud uitvoeringsplan

In het in artikel 1 van deze verordening genoemde uitvoeringspan komen in elk geval de volgende onderwerpen aan bod:

  • gemeentelijke visie op handhaving;

  • aanpak fraudepreventie;

  • aanpak frauderepressie.

Artikel 3: Verantwoording

Burgemeester en wethouders nemen in het uitvoeringsplan regels op over de aanpak van fraudepreventie- en repressie.

Artikel 4: Citeertitel

Deze verordening kan worden aangehaald als: “Handhavingsverordening Participatiewet gemeente Deventer 2016”.

Artikel 5: Intrekken oude verordening en inwerkingtreding

  • 1. De verordening Handhavingsverordening WWB en WIJ wordt per 31 december 2015 ingetrokken.

  • 2. De verordening Handhavingsverordening Participatiewet gemeente Deventer 2016 treedt in werking met ingang van 1 januari 2016.

Ondertekening

Aldus vastgesteld in de openbare raadsvergadering van 2 december 2015
De voorzitter…………………..
De griffier…………………….,,

Toelichting bij de verordening

Algemeen

In artikel 8b van de Participatiewet is opgenomen dat de gemeenteraad regels dient te stellen voor de bestrijding van het ten onrechte ontvangen bijstand alsmede van misbruik en oneigenlijke gebruik van de wet. Artikel 8b houdt in dat de gemeenteraad in een verordening regels stelt om misbruik en oneigenlijk gebruik tegen te gaan. Het is niet nodig een afzonderlijke fraudeverordening vast te stellen. Door middel van de Afstemmingsverordening Participatiewet, IOAW en IOAZ gemeente Deventer 2016 en de beleidsregels Terug- en Invordering Participatiewet, IOAW en IOAZ gemeente Deventer 2015 zijn er al nadere regels in het kader van de Participatiewet vastgelegd.

Het doel van artikel 8b is dat handhaving van de bijstand en het fraudebeleid op de agenda van de gemeenten te zetten. Met deze verordening wordt dit gewaarborgd.

Artikelsgewijze toelichting

 

Artikel 1 - Opstellen uitvoeringsplan door Burgemeester en wethouders

Burgemeester en wethouders zullen in het uitvoeringsplan de activiteiten opnemen ter voorkoming van fraude. Het handhavingsplan wordt meegenomen in het uitvoeringsplan.

Handhaving is alle activiteiten die er op gericht zijn dat regels worden nageleefd, waaronder activiteiten ter voorkoming van fraude.

In het uitvoeringsplan wordt aandacht geschonken aan de in te zetten instrumenten en activiteiten ter bestrijding van misbruik en oneigenlijk gebruik van uitkeringen.

Artikel 2 – Inhoud uitvoeringsplan

Het bestrijden en voorkomen van misbruik - ofwel handhaving - is een belangrijke voorwaarde in het kader van de inkomenswaarborg. Onder handhaving valt al het beleid dat gericht is op het beperken van misbruik. Hierbij kan onderscheid gemaakt worden tussen preventief en repressief

beleid. Preventief beleid vormt een belangrijk onderdeel van misbruikbestrijding, immers: voorkomen is beter dan genezen. Voorkomen moet worden dat mensen die onterecht een beroep

doen op de Participatiewet toch een (te hoge) uitkering ontvangen. Alle activiteiten gericht op preventie kunnen gerekend worden tot de zogenaamde `poortwachtersfunctie', dat wil zeggen het bewaken van de toegang tot de bijstand en de controle op het recht op bijstand bij het

`zittende bestand'. Repressief beleid, gericht op misbruikbestrijding, bestaat uit het opleggen van sancties en het terugvorderen van ten onrechte toegekende uitkeringen.

Artikel 3 - Verantwoording

Het college rapporteert jaarlijks aan de raad. Op deze wijze wordt conform het uitgangspunt van de Participatiewet het handhavingsbeleid jaarlijks geagendeerd en is de controlerende positie van de raad gewaarborgd. Bovendien kan de raad ook zelf aangeven waarover gerapporteerd dient te worden.

Verder is aangegeven dat Burgemeester en wethouders bij het vaststellen van het in de verordening genoemde uitvoeringsplan zich moeten houden aan de volgende kaders:

  • Zorg voor het vroegtijdig ontvangen door de client van informatie over rechten en plichten;

  • De aan de cliënt te verstrekken informatie is toegesneden op de situatie van de cliënt;

  • De handhaving vindt plaats binnen een duidelijke, klantgerichte organisatie met transparante werkprocessen;

  • Overtredingen en fraude worden vroegtijdig geconstateerd;

  • Overtredingen en fraude worden snel afgehandeld;

  • Fraude wordt beantwoord met passende sancties.

Artikel 4 - Citeertitel

Dit artikel behoeft geen nadere toelichting.

Artikel 5 – Intrekken oude verordening en inwerkingtreding

Dit artikel behoeft geen nadere toelichting.