Regeling vervallen per 01-01-2018

Verordening van de gemeenteraad van de gemeente Deventer houdende belastingtarieven lijkbezorging Verorde­ning lijkbezorgingsrechten Tjoenerhof 2017

Geldend van 19-11-2016 t/m 31-12-2017

Intitulé

Verordening van de gemeenteraad van de gemeente Deventer houdende belastingtarieven lijkbezorging Verorde­ning lijkbezorgingsrechten Tjoenerhof 2017

De raad van de gemeente Deventer,

Gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders d.d. 4 oktober 2016, nummer 2016-001638, gelet op artikel 229, eerste lid, aanhef en onderdelen a en b, van de Gemeentewet;

besluit vast te stellen de volgende verordening:

Verordening op de heffing en invordering van lijkbezorgingsrechten begraafplaats Tjoenerhof 2017

(Verordening lijkbezorgingsrechten Tjoenerhof 2017)

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

Deze verordening verstaat onder:

  • a.

    begraafplaats: de begraafplaats Tjoenerhof te Diepenveen;

  • b.

    particulier graf: een graf waarvoor aan een natuurlijk of rechtspersoon het uitsluitend recht is verleend tot:

    • -

      het doen begraven en begraven houden van lijken;

    • -

      het doen bijzetten en bijgezet houden van asbussen met of zonder urnen;

    • -

      het doen verstrooien van as;

  • c.

    particulier urnengraf: een graf waarvoor aan een natuurlijk persoon of rechtspersoon het uitsluitend recht is verleend tot:

    • -

      het doen bijzetten en bijgezet houden van asbussen met of zonder urnen;

    • -

      het doen verstrooien van as;

  • d.

    asbus: een bus ter berging van as van een overledene;

  • e.

    urn: een voorwerp ter berging van een of meer asbussen;

  • f.

    kindergraf: een graf, bestemd voor het begraven van lijken van personen beneden de leeftijd van 12 jaar;

  • g.

    familiegraf: twee of meer naast elkaar gelegen graven, bestemd voor het begraven van lijken van twee of meer leden van één familie.

  • h.

    verstrooiingsplaats: een permanent daartoe bestemd terrein waarop as wordt verstrooid, dan wel een plaats waarvoor voor bepaalde of onbepaalde tijd het recht is verleend om as te doen verstrooien.

  • i.

    reguliere uren: de uren van begraven zijn op maandag tot en met zaterdag van 10.00 uur tot 15.00 uur mits geen sprake is van een algemeen erkende feestdag.

  • j.

    schudden van een graf: verzamelen van overblijfselen van een lijk uit een graf en plaatsen in hetzelfde graf.

Artikel 2 Belastbaar feit

Op basis van deze verordening worden rechten geheven voor het gebruik van de begraafplaats en voor het door of vanwege de gemeente verlenen van diensten in verband met de begraafplaats.

Artikel 3 Belastingplicht

De rechten worden geheven van degene op wiens aanvraag dan wel ten behoeve van wie de dienst wordt verricht of van degene die van de bezittingen, werken of inrichtingen gebruik maakt.

Artikel 4 Vrijstellingen

  • 1. De rechten worden niet geheven voor:

    • a.

      het begraven van lijken dan wel het bijzetten van as van kinderen, die beneden de leeftijd van drie maanden zijn overleden en die in een kist met een van de ouders worden begraven dan wel waarvan de as met die van een van de ouders wordt geborgen in een urn;

    • b.

      het na opgraven weer begraven in hetzelfde graf;

    • c.

      het terugplaatsen van een urn in hetzelfde graf;

    • d.

      het opgraven van een lijk of urn op rechterlijk gezag.

  • 2. Voor het begraven van lijken dan wel het bijzetten van de as van een doodgeboren of binnen drie maanden na de geboorte overleden meerling, mits dit in een kist geschiedt dan wel de as in een urn wordt geborgen, worden slechts eenmaal de rechten geheven, bedoeld In de hoofdstukken 2 en 3 van de tarieventabel.

Artikel 5 Maatstaf van heffing en belastingtarief

De rechten worden geheven naar de maatstaven en de tarieven, opgenomen in de bij deze verordening behorende tarieventabel.

Artikel 6 Wijze van heffing

De rechten worden geheven door middel van een gedagtekende schriftelijke kennisgeving waarop het gevorderde bedrag is vermeld. Het gevorderde bedrag wordt door toezending of uitreiking van de schriftelijke kennisgeving aan de belastingschuldige bekendgemaakt.

Artikel 7 Ontstaan van de belastingschuld

De rechten zijn verschuldigd bij de aanvang van de dienstverlening of bij de aanvang van het gebruik van de bezittingen, werken of inrichtingen.

Artikel 8 Termijnen van betaling

  • 1. In afwijking van artikel 9, eerste lid van de Invorderingswet 1990 moeten de rechten of de gevorderde bedragen worden voldaan binnen een maand na de dagtekening van de schriftelijke kennisgeving.

  • 2. De Algemene termijnenwet is niet van toepassing op de in het voorgaande lid gestelde termijn.

Artikel 9 Kwijtschelding

Bij de invordering van de lijkbezorgingsrechten wordt geen kwijtschelding verleend.

Artikel 10 Nadere regels door het College van Burgemeester en Wethouders

Het college van Burgemeester en Wethouders kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en de invordering van de rechten.

Artikel 11 Inwerkingtreding en citeertitel

  • 1. Met ingang van de in het derde lid genoemde datum wordt ingetrokken: de “Verordening op de heffing en invordering van lijkbezorgingsrechten begraafplaats Tjoenerhof 2016” vastgesteld door de gemeenteraad van Deventer op 11 november 2015, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.

  • 2. Deze verordening treedt in werking met ingang van de eerste dag na die van de bekendmaking.

  • 3. De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2017.

  • 4. Deze verordening kan worden aangehaald als de "Verordening lijkbezorgingsrechten Tjoenerhof 2017".

Ondertekening

Aldus vastgesteld in de openbare raadsvergadering van 9 november 2016.

De raad voornoemd,

de griffier, de voorzitter,

drs. S.J. Peet ir. A.P. Heidema

TARIEVENTABEL behorende bij de "Verordening lijkbezorgingsrechten Tjoenerhof 2017"

Hoofdstuk 1

Verlenen van rechten

1.1.

Voor het verlenen van het uitsluitend recht tot het doen van begraven en begraven houden wordt geheven:

1.1.1

in een particulier graf voor een periode van 20 jaar:

969,00

1.1.2

in een kindergraf voor een periode van 20 jaar:

484,50

1.1.3               

in een familiegraf ter grootte van twee naast elkaar gelegen graven

voor een periode van 20 jaar

1938,00

1.2

Voor het verlenen van het uitsluitend recht tot het bijzetten en bijgezet houden van urnen in een particulier urnengraf wordt geheven:

1.2.1

voor een periode van 20 jaar

484,50

1.3

Voor het verlengen met een periode van 10 jaar van het uitsluitend recht, bedoeld in 1.1. en 1.2 wordt geheven:

1.3.1

voor een particulier graf

484,50

1.3.2

voor een kindergraf

242,25

1.3.3

voor een particulier urnengraf

242,25

1.3.4

voor een familiegraf ter grootte van twee naast elkaar gelegen graven

969,00

1.3.5

in afwijking van het bepaalde in artikel 1.3 is het mogelijk het uitsluitend recht te verlengen met een periode die is vereist om de wettelijke grafrust te eerbiedigen. Voor de berekening van het verschuldigde tarief geldt de rekenformule x/10 maal het bedrag voor het verlengen van een uitsluitend recht, zoals opgenomen in de artikelen 1.3.1 t/m 1.3.4. Hierbij vertegenwoordigt x het aantal resterende jaren om de vereiste grafrust te eerbiedigen.

Hoofdstuk 2

Begraven

2.1

voor het begraven van een lijk van een persoon van 12 jaar of ouder

wordt geheven

1120,00

2.2.

voor het begraven van een lijk van een kind beneden een jaar

wordt geheven

280,00

2.3

voor het begraven van een lijk van een kind beneden 12 jaar

wordt geheven

560,00

2.4

Voor het buiten de reguliere uren begraven op maandag tot en met zaterdag wordt het recht, bedoeld in 2.1, 2.2 en 2.3 verhoogd met

560,00

2.5

Voor het begraven op zondag en op algemeen erkende feestdagen als genoemd in artikel 3, eerste lid van de Algemene termijnenwet en bij Koninklijk Besluit met deze dagen gelijkgestelde dagen, wordt het recht bedoeld in 2.1, 2.2 en 2.3 verhoogd met

1120,00

Hoofdstuk 3

Bijzetten van urnen en asverstrooiingen

3.1

voor het bijzetten van een urn van een persoon van 12 jaar of ouder

269,00

wordt geheven

3.2

voor het bijzetten van een urn van een kind beneden een jaar

67,25

wordt geheven

3.3

voor het bijzetten van een urn van een kind beneden 12 jaar wordt geheven

134,50

3.4

Voor het buiten de reguliere uren bijzetten van een urn op maandag tot en met zaterdag wordt het recht, bedoeld in 3.1, 3.2 en 3.3 verhoogd met

134,50

3.5

Voor het bijzetten van een urn op zondag en op algemeen erkende feestdagen als genoemd in artikel 3, eerste lid van de Algemene termijnenwet en bij Koninklijk Besluit met deze dagen gelijkgestelde dagen, wordt het recht bedoeld in 3.1, 3.2 en 3.3 verhoogd met

269,00

3.6

voor een asverstrooiing op het strooiveld of op een particulier graf met of zonder derden

100,00

3.7

voor het huren van een gedenkplaat op het monument strooiveld wordt geheven:

3.7.1

voor een periode van 10 jaar

307,00

3.7.2

voor een verlenging met een periode van 10 jaar

307,00

Hoofdstuk 4

Grafbedekking

4.1

voor het in behandeling nemen van een aanvraag voor het verkrijgen van een vergunning tot het plaatsen of vernieuwen wordt geheven voor:

4.1.1

een gedenkteken

216,00

4.1.2

het stichten van een grafkelder

432,00

4.1.3

het van gemeentewege aanbrengen van een beplanting op een particulier

graf, kindergraf of urngraf

108,00

Hoofdstuk 5

Onderhoud van grafbedekking

5.1

voor het in behandeling nemen van een aanvraag voor het door of vanwege de gemeente onderhouden van de voorwerpen bedoeld in 5.1.1 en 5.1.2, wordt geheven:

5.1.1

voor een gedenkteken gedurende een periode van 20 jaar

672,00

5.1.2

voor beplanting op een particulier graf gedurende een periode van 20 jaar

991,00

5.1.3

in afwijking van het bepaalde in artikel 5.1 wordt voor het in behandeling nemen van een aanvraag voor het door of vanwege de gemeente onderhouden van de voorwerpen bedoeld in 5.1.1 en 5.1.2 gedurende de uitgiftetermijn van het graf een recht geheven. Voor de berekening van het verschuldigde tarief geldt de rekenformule x/20 maal het recht voor het aantal resterende jaren tot het eind van de oorspronkelijke onderhoudstermijn.

5.2

voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verlengen met

een periode van 10 jaar van het onderhoud, bedoeld in 5.1, wordt geheven:

5.2.1

voor een gedenkteken bedoeld in 5.1.1

335,00

5.2.2

voor beplanting op een particulier graf bedoeld in 5.1.2

506,00

Hoofdstuk 6

Opgraven en herbegraven

6.1

voor het opgraven van een lijk wordt geheven

2238,00

6.2

voor het na opgraven weer begraven in een ander graf wordt geheven

1120,00

6.3

voor het opgraven van een urn wordt geheven

539,00

6.4

voor het terugplaatsen van een urn in een ander particulier urnengraf

wordt geheven

269,00

6.5

voor het schudden van een graf met 1 of 2 stoffelijke overschotten wordt

geheven

651,00

Hoofdstuk 7

Uitzonderingen

7.1

het recht bedoeld in 2.4, 2.5, 3.4 en 3.3 wordt niet geheven, wanneer de begraving of bijzetting:

7.1.1

geschiedt op een door de burgemeester in het belang "van de openbare orde gegeven last;"

7.1.2

geschiedt op een door het college van burgemeester en wethouders in het belang van de volksgezondheid gegeven last;

7.1.3

op grond van wettelijke bepalingen op geen ander tijdstip dan het gevraagde kan plaats-vinden;

7.1.4

noodzakelijk in de tijd, bedoeld in 2.4, 2.5, 3.4 en 3.5 moet plaatsvinden na beëindiging van een door de officier van Justitie of de rechter-commissaris gelast uitstel van begraving of van de verbranding van een lijk, als bedoeld in artikel 76, derde lid, respectievelijk artikel 77 van de Wet op de lijkbezorging;

Behoort bij raadsbesluit van 9 november 2016.

de griffier,

drs. S.J. Peet