Verordening doelgroepen woningbouw Deventer 2019

Geldend van 13-05-2023 t/m heden

Intitulé

Verordening doelgroepen woningbouw Deventer 2019

De raad van de gemeente Deventer,

Gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 5 november 2019, nummer 2019-1957;

Gelet op artikel 1.1.1 lid 1 d, e en j Besluit ruimtelijke ordening; Gelet op artikel 3.1.2 lid 4 Besluit ruimtelijke ordening;

Gelet op de Woonvisie 2018 van de gemeente Deventer.

BESLUIT

Vast te stellen de

Verordening doelgroepen woningbouw Deventer 2019

Artikel 1 Begripsbepalingen

In deze verordening en de daarop berustende bepalingen wordt verstaan onder:

  • a.

    sociale huurwoning: huurwoning als bedoeld in artikel 1.1.1, eerste lid, onder d van het Besluit ruimtelijke ordening;

  • b.

    sociale koopwoning: sociale koopwoning: koopwoning als bedoeld in artikel 1.1.1, eerste lid, onder e van het Besluit ruimtelijke ordening, waarbij onderscheid gemaakt wordt in het segment sociale koop laag met een maximale koopprijs vrij op naam tot € 180.000,-- en een segment sociale koop midden met een verkoopprijs VON van €180.000,-- tot maximaal €220.000,-- en een segment sociale koop hoog met een verkoopprijs VON van €220.000,-- tot maximaal € 250.000,--;

  • c.

    middeldure huurwoning: huurwoning als bedoeld in artikel 1.1.1, eerste lid, onder j van het Besluit ruimtelijke ordening;

  • d.

    huishouden: een huishouden bestaande uit een natuurlijk persoon of een natuurlijk persoon en zijn niet duurzaam gescheiden levende echtgenoot, geregistreerd partner of degene die met hem een gemeenschappelijke huishouding voert of zal gaan voeren in de te huren of aan te kopen woning, niet zijnde kinderen of pleegkinderen. Er kunnen niet meer dan twee personen tot het aldus gedefinieerde huishouden behoren;

  • e.

    starter op de koopmarkt: een huishouden, ongeacht de leeftijd van de daartoe horende personen dat woont in een huurwoning of dat niet beschikt over zelfstandige woonruimte;

  • f.

    huishoudens inkomen: Het totaal bruto inkomen van het huishouden in het peiljaar;

  • g.

    peiljaar: indien de datum van de start inschrijfprocedure voor een sociale koopwoning in de eerste helft van een kalenderjaar ligt : het kalenderjaar dat twee jaar vooraf gaat aan deze startdatum; indien de inschrijfprocedure start in de tweede helft van een kalenderjaar: het kalenderjaar voorafgaande aan deze datum.

Artikel 2 Doelgroep

  • 1. Als doelgroep voor sociale huurwoningen worden aangemerkt:

    • a.

      Huishoudens met een inkomen tot €38.035 (prijspeil 2019). Deze inkomensgrens wordt jaarlijks aangepast. Hierbij volgen we de inkomensgrenzen zoals genoemd in de Regeling toegelaten instellingen volkshuisvesting (RITV).

    • b.

      Tot en met 2020 mogen woningcorporaties ten hoogste 10% van de vrijkomende sociale huurwoningen toewijzen aan huishoudens met een inkomen tot en met €42.435 (prijspeil 2019). Deze inkomensgrens wordt jaarlijks aangepast. Hierbij volgen we de inkomensgrenzen zoals genoemd in de Regeling toegelaten instellingen volkshuisvesting (RITV).

    • c.

      Woningcorporaties hebben de mogelijkheid sociale huurwoningen vrij toe te wijzen. Hierbij moeten zij de voorrangsregels uit het Besluit toegelaten instellingen volkshuisvesting (BTIV) in acht nemen.

  • 2. Voor sociale koopwoningen met een koopprijs tot €180.000,= (sociale koop laag) starters op de koopmarkt met een maximaal bruto huishoudens inkomen in het peiljaar van €45.000

  • 3. voor sociale koopwoningen met een koopprijs van €180.000 tot €220.000,= (sociale koop midden) starters op de koopmarkt met een maximaal bruto huishoudens inkomen van €55.000,-.

  • 4. Voor sociale koopwoningen met een koopprijs van €220.000 tot €250.000,= (sociale koop hoog) starters op de koopmarkt met een maximaal bruto huishoudens inkomen van €60.000,-.

Artikel 3 Toetsing inkomenscriterium doelgroep

De toetsing of een huishouden gelet op het inkomenscriterium behoort tot de doelgroep is alleen van toepassing op het moment dat een woning verkocht of verhuurd wordt.

Artikel 4 Instandhouding

  • 1. Sociale koopwoningen dienen gedurende een termijn van 10 jaar na ingebruikname voor de doelgroep beschikbaar te blijven.

  • 2. Sociale huurwoningen dienen gedurende een termijn van ten minste 20 jaar na ingebruikname voor de doelgroep beschikbaar te blijven.

  • 3. Middeldure huurwoningen dienen gedurende een termijn van tenminste 15 jaar na ingebruikname voor de doelgroep beschikbaar te blijven.

Artikel 5 Huurprijsgrenzen

  • 1. De huurprijsgrenzen voor sociale en middeldure huurwoningen zijn:

    • a.

      De aanvangshuurprijs voor geliberaliseerde woningen voor middenhuur bedraagt tenminste het bedrag bedoeld in artikel 13, eerste lid, onder a, van de Wet op de huurtoeslag;

    • b.

      De maximale huurprijs voor sociale huurwoningen bedraagt ten hoogste het bedrag bedoeld in artikel 13, eerste lid, onder a van de Wet op de huurtoeslag;

    • c.

      De maximale huurprijs voor middeldure huurwoningen bedraagt ten hoogste €900,00.

  • 2. De in het eerste lid, onder a bedoelde minimale huurprijs voor middeldure huurwoningen wordt jaarlijks per 1 januari geïndexeerd overeenkomstig het bepaalde in artikel 12, tweede lid van het Besluit huurprijzen woonruimte.

  • 3. De in het eerste lid, onder b bedoelde maximale huurprijs voor sociale huurwoningen wordt jaarlijks per 1 januari geïndexeerd overeenkomstig het bepaalde in artikel 12, tweede lid van het Besluit huurprijzen woonruimte.

  • 4. De in het eerste lid, onder c bedoelde maximale huurprijs voor middeldure huurwoningen wordt jaarlijks per 1 januari geïndexeerd overeenkomstig de consumentenprijsindex van het Centraal Bureau voor de Statistiek.

  • 5. De hoogte van de huurprijs van sociale huurwoningen dient gerekend vanaf de datum van eerste verhuur gedurende de instandhoudingstermijn zoals genoemd in artikel 4 onder het bedrag bedoeld in artikel 13, eerste lid, onder a, van de Wet op de huurtoeslag te blijven.

  • 6. De hoogte van de huurprijs van middeldure huurwoningen dient gerekend vanaf de datum van eerste verhuur gedurende de instandhoudingstermijn zoals genoemd in artikel 4, met toepassing van het tweede en vierde lid, te blijven vallen binnen de bandbreedte genoemd in het eerste lid.

Artikel 6 Hardheidsclausule

Burgemeester en wethouders zijn bevoegd in geval waarin de toepassing van deze verordening naar hun oordeel tot een bijzondere hardheid leidt af te wijken van deze verordening.

Artikel 7 Intrekking oude verordening en overgangsrecht

  • 1. De verordening doelgroepen sociale woningbouw zoals vastgesteld in de raadsvergadering van 7 juli 2010 wordt ingetrokken op het moment waarop de verordening doelgroepen sociale woningbouw, zoals vastgesteld in de raadsvergadering van 27 november 2019 in werking is getreden.

  • 2. De verordening doelgroepen sociale woningbouw zoals vastgesteld in de raadsvergadering van 7 juli 2010 blijft van kracht indien vóór 13 december 2019 een intentieovereenkomst is afgesloten voor planontwikkeling waarbij in de planvorming de realisatie van een sociale huur- of koopwoning (of een middeldure huurwoning) als bedoeld in artikel 1 van deze verordening, met dien verstande dat:

    • a.

      voor de bepaling van de doelgroep voor sociale huurwoningen artikel 2, lid 1 van de verordening doelgroepen sociale woningbouw, zoals vastgesteld in de raadsvergadering van 27 november 2019 van toepassing blijft.

    • b.

      de verkopende partij van een sociale koopwoning laag als bedoeld in artikel 1, onder b van de verordening zoals vastgesteld in de raadsvergadering van 7 juli 2010 heeft voor de bepaling van de doelgroep de keuze om een beroep te doen op artikel 2, lid 1 van de verordening doelgroepen sociale woningbouw zoals vastgesteld op 7 juli 2010 of op artikel 2, lid 2 van de verordening doelgroepen sociale woningbouw zoals vastgesteld in de raadsvergadering van 27 november 2019;

    • c.

      de verkopende partij van een sociale koopwoning hoog als bedoeld in artikel 1, onder b van de verordening zoals vastgesteld in de raadsvergadering van 7 juli 2010 heeft voor de bepaling van de doelgroep de keuze om een beroep te doen op artikel 2, lid 2 van de verordening doelgroepen sociale woningbouw zoals vastgesteld op 7 juli 2010 of op artikel 2, lid 3 van de verordening doelgroepen sociale woningbouw zoals vastgesteld in de raadsvergadering van 27 november 2019.

Artikel 8 Citeertitel

Deze verordening kan worden aangehaald als “Verordening doelgroepen woningbouw gemeente Deventer 2019”

Artikel 9 Inwerkingtreding

Deze verordening treedt in werking op de dag na die waarop zij is bekend gemaakt.

Ondertekening

Aldus vastgesteld in de openbare raadsvergadering van 27 november 2019.

De raad voornoemd,

de griffier,

A. Kerver

de voorzitter,

R.C. König