Verordening cliëntenparticipatie Wet Werk en Bijstand en Wet Investeren in Jongeren

Geldend van 01-01-2011 t/m heden

Intitulé

Verordening cliëntenparticipatie Wet Werk en Bijstand en Wet Investeren In Jongeren

De raad van de gemeente Deventer,

Gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 30 november 2010, nummer 457402, eenheid Stadhuis, en gelezen het advies van 13 september 2010 van de clientenraad Deventer]

gelet op artikel 147, eerste lid Gemeentewet en artikel 12, eerste lid en onderdeel d van de Wet Investeren In Jongeren.

Overwegende, dat het noodzakelijk is de wijze waarop jongeren betrokken worden bij de uitvoering van de Wet investeren in jongeren, bij verordening te regelen.

BESLUIT:

Vast te stellen de volgende Verordening tot wijziging van de Verordening cliëntenparticipatie Wet Werk en Bijstand 2004

Artikel 1. Doelstellingen cliëntenparticipatie en reikwijdte

  • 1.

    Het doel van de cliëntparticipatie is dat cliënten en hun vertegenwoordigers invloed kunnen uitoefenen op het lokaal beleid ten aanzien van de Wet Werk en Bijstand, Wet Investeren In Jongeren en aanverwante wetten, alsmede het gemeentelijk armoede en minimabeleid.

  • 2.

    In deze verordening wordt onder cliënt mede verstaan: de jongere als bedoeld in artikel 2 van de Wet Investeren In Jongeren. Idem voor een begrip als ”cliëntenparticipatie.

Artikel 2. Vormen cliëntenparticipatie

  • 1.

    Ten minste eenmaal per twee kalenderjaren wordt een klanttevredenheidsonderzoek onder een representatieve steekproef uit het cliëntenbestand gehouden.

  • 2.

    De Cliëntenraad wordt aangewezen als orgaan dat als vertegenwoordiger optreedt namens cliënten.

Artikel 3. Samenstelling Cliëntenraad

  • 1. De Cliëntenraad bestaat uit ten hoogste twaalf leden. Zij worden benoemd en ontslagen door het college van burgemeester en wethouders.

  • 2. De Cliëntenraad wijst een of meer leden aan die expliciet belast worden met de vertegenwoordiging van de jongeren.

  • 3. De Cliëntenraad kiest uit zijn midden een voorzitter en secretaris.

  • 4. De voorzitter en de leden worden benoemd voor een periode van 4 jaar. Na afloop van deze termijn is eenmaal een herbenoeming mogelijk. De Cliëntenraad stelt een rooster van aftreden op.

  • 5. Tot voorzitter of lid zijn niet benoembaar:

    • a.

      leden van een bestuursorgaan van de gemeente Deventer;

    • b.

      ambtenaren in dienst bij een bestuursorgaan van de gemeente Deventer of daarmede op grond van hun werkzaamheden gelijk te stellen personen in de uitoefening van hun functie.

  • 6. De voorzitter en de leden van de Cliëntenraad mogen niet deelnemen aan de beraadslaging en besluitvorming over aangelegenheden waarbij zij rechtstreeks of middellijk betrokken zijn.

  • 7. Het college van burgemeester en wethouders ontslaat de voorzitter of een lid van de Cliëntenraad:

    • a.

      op zijn verzoek;

    • b.

      wanneer hij uit hoofde van ziekte of gebreken blijvend ongeschikt is zijn functie te vervullen;

    • c.

      bij de aanvaarding van een ambt of betrekking welke bij deze verordening onverenigbaar is verklaard met het lidmaatschap van de Cliëntenraad;

    • d.

      wanneer hij bij onherroepelijk geworden rechterlijke uitspraak wegens misdrijf is veroordeeld, dan wel hem bij zulk een uitspraak een maatregel is opgelegd die vrijheidsbeneming tot gevolg heeft;

    • e.

      wanneer hij ingevolge een onherroepelijk geworden rechterlijke uitspraak onder curatele is gesteld, in staat van faillissement is verklaard, surséance van betaling heeft verkregen of wegens schulden is gegijzeld.

  • 8. De gemeente is de Cliëntenraad op verzoek behulpzaam bij het aantrekken van geschikte leden van de Cliëntenraad.

Artikel 4. Adviesrecht Cliëntenraad

  • 1. De Cliëntenraad brengt gevraagd of ongevraagd advies uit over:

    • a.

      alle onderwerpen die betrekking hebben op de vorming, de uitvoering, de controle en de evaluatie van het specifiek gemeentelijk beleid ten aanzien van de Deventenaren met een inkomen tot 120% van het bijstandsniveau;

    • b.

      alle onderwerpen die de vorming, de uitvoering, de controle en de evaluatie van het uitvoerings-beleid van met betrekking tot het programma Werk en Inkomen.

    • c.

      andere aangelegenheden, waarin het college van burgemeester en wethouders dit wenselijk achten.

Artikel 5. Vorm, procedure en gebruik adviesrecht

  • 1.

    De adviezen worden schriftelijk uitgebracht en zijn met redenen omkleed. Met betrekking tot in artikel 4 genoemde onderwerpen wordt aan de Cliëntenraad een advies gevraagd over een door het college van burgemeester en wethouders genomen voorlopig besluit. Het college van burgemeester en wethouders kan in de fase van voorbereiding van een dergelijk besluit aan de Cliëntenraad een advies vragen over de probleemstelling en de agendavorming. Voorts kan de Cliëntenraad om informatie worden gevraagd.

  • 2.

    Het college van burgemeester en wethouders geeft bij haar definitieve besluit en/of voorstel aan de gemeenteraad aan op welke wijze met het terzake uitgebrachte advies rekening is gehouden. Afwijking van het advies wordt met redenen omkleed. Het advies wordt bij het definitieve besluit gevoegd.

  • 3.

    De Cliëntenraad ontvangt na de definitieve besluitvorming schriftelijk bericht over het door het college van burgemeester en wethouders en/of de gemeenteraad genomen besluit.

Artikel 6. Inroepen externe deskundigheid

De Cliëntenraad is bevoegd deskundigen uit te nodigen en te horen.

Artikel 7. Reglement van orde

  • 1. De Cliëntenraad komt bijeen:

    • a.

      na schriftelijke oproep door de voorzitter, ten minste 6 maal per jaar;

    • b.

      op verzoek van ten minste twee van zijn leden;

    • c.

      op verzoek van het college van burgemeester en wethouders.

  • 2. De Cliëntenraad beraadslaagt en besluit niet indien minder dan de helft van de leden, de voorzitter daaronder begrepen, aanwezig is. De Cliëntenraad besluit bij gewone meerderheid van stemmen. Bij staking van stemmen beslist de voorzitter. De minderheid kan vorderen, dat uit het advies het afwijkende standpunt blijkt.

  • 3. De vergaderingen van de Cliëntenraad zijn openbaar.

  • 4. In bijzondere gevallen kan de Cliëntenraad op voorstel van een der leden besluiten achter gesloten deuren te vergaderen.

  • 5. In spoedeisende gevallen kan van het bepaalde in het tweede lid worden afgeweken, waarvan mededeling moet worden gedaan in het uit te brengen advies.

Artikel 8. Transparantie en verantwoording

  • 1.

    De secretaris van de Cliëntenraad draagt er zorg voor dat van het verhandelde in een vergadering een verslag wordt opgesteld.

  • 2.

    De secretaris draagt verder zorg voor een jaarverslag van de Cliëntenraad, dat steeds voor 1 april van het jaar daarop volgend wordt aangeboden aan het college van burgemeester en wethouders.

Artikel 9. Termijnen en procedure

  • 1.

    Wanneer het college van burgemeester en wethouders advies vraagt aan de Cliëntenraad voorziet het college van burgemeester en wethouders de Cliëntenraad ten minste vier weken voorafgaand aan de datum dat het advies uitgebracht moet worden van alle relevante schriftelijke documenten.

  • 2.

    Op verzoek van de Cliëntenraad worden voorgenomen besluiten ambtelijk aan de Cliëntenraad toegelicht.

  • 3.

    Ten minste eenmaal per jaar overlegt de Cliëntenraad met de wethouder Werk en Inkomen.

  • 4.

    Ten minste eenmaal per jaar overlegt de Cliëntenraad met de clustermanager Werk, Inkomen Zorg en Leren.

Artikel 10. Subsidie Cliëntenraad

Het college van burgemeester en wethouders verstrekt jaarlijks subsidie ten behoeve van de Cliëntenraad.

Artikel 11. Niet voorziene gevallen

In alle gevallen waarin deze verordening niet voorziet, beslist het college van burgemeester en wethouders.

Artikel 12. Citeertitel

Deze verordening kan worden aangehaald als: ” Verordening Cliëntenparticipatie Wet Werk en Bijstand en Wet Investeren In Jongeren”.

Toelichting op de Cliëntenparticipatieverordening WWB 2004

Algemeen

Tezamen met de reïntegratieverordening, de afstemmingsverordening, de toeslagenverordening en de handhavingsverordening, geeft de cliëntenparticipatieverordening invulling aan de invulling van de lokale beleidsruimte die de wetgever aan de gemeente heeft gegeven met de nieuwe wet Werk en Bijstand.

De wetgever legt in artikel 47 gemeente de taak op cliëntenparticipatie in het kader van de Wet werk en bijstand te regelen en in een verordening vast te leggen. Reeds voorafgaand aan de WWB heeft de gemeente Deventer voldaan aan die verplichting door in de raadsvergadering van 25 februari 2002 de verordening op de klientenadviesraad vast te stellen, die in werking trad op 1 april 2002.

De Wet Werk en Bijstand gaat in essentie over de welvaart en het welzijn van individuele burgers. Vanuit die optiek is het van groot belang de taakinvulling en dienstverlening ingevolge die wet doelgericht en respectvol in te richten op een wijze die recht doet aan de ermee beoogde doelstellingen.

De gemeente is als uitvoerder in medebewind in belangrijke mate verantwoordelijk voor de effecten en belevingen van de WWB. In de inrichting van haar beleid dienaangaande, doet zij er verstandig aan daarbij de meningen, ervaringen en expertise van de doelgroep van deze wet te betrekken.

Deze opvatting is voor de gemeente Deventer niet nieuw. Al meer dan 10 jaar initieert zij het betrekken van cliënten bij haar bijstandsbeleid, onder andere door het mogelijk maken en ondersteunen van de Kliëntenraad Deventer, alsmede (van meer recente datum) door het periodieke klanttevredenheids-onderzoek en de oprichting van het Breed Overleg Armoedebestrijding (BOA). De gemeente Deventer hecht er waarde aan om vanuit een zo breed mogelijk perspectief geïnformeerd en geadviseerd te worden over de vormgeving van haar bijstandsbeleid.

De Kliëntenraad ontvangt een jaarlijkse subsidie van € 12.545,--. Deze subsidie is flink hoger dan de standaard vergoeding voor adviesraden. De oorzaak hiervoor is gelegen in het feit dat de Klientenraad al gedurende meer dan tien jaar een subsidie ontvangt voor de uitvoering van haar taken. Die taken gaan verder dan uitsluitend het leveren van gevraagde en ongevraagde adviezen. De Klientenraad in Deventer heeft een ondersteunende en voorlichtende functie naar cliënten van de sector Sociale Voorzieningen en andere Deventer minima. De Klientenraad moet voor een goede taakuitoefening beschikken over onder andere eigen huisvesting, kantoorvoorzieningen en communicatiemiddelen. De subsidie aan de Klientenraad is per 2002 toegekend per beschikking. Sinds dat jaar wordt de hoogte van de subsidie jaarlijks opnieuw vastgesteld op basis van het algemeen CBS indexcijfer.

Evenals bij de Toeslagenverordening WWB 2004, kan ook voor de WWB-verplichting tot een verordening op de cliëntenparticipatie worden teruggevallen op een begin 2002 door de gemeenteraad vastgestelde verordening. In overleg met de Kliëntenraad Deventer is dan ook voor de ingevolge de WWB voorgeschreven cliëntenparticipatieverordening aangesloten op de reeds bestaande “verordening op de kliëntenadviesraad”.

Omdat inmiddels ook het klanttevredenheidsonderzoek een gewaardeerd en waardevol instrument in de cliëntenparticipatie is gebleken, menen we middels de WWB-verordening ook dit beleidsbeïnvloedende instrument te moeten codificeren. Voor het vastleggen van andere vormen van cliënten-participatie, zoals bijvoorbeeld het Breed Overleg Armoedebestrijding (bestaande uit semi-professionele belangenbehar-tigingsorganisaties), is niet geopteerd. Enerzijds omdat de continuïteit van dergelijke vormen onvoldoende gegarandeerd kan worden, anderzijds omdat dergelijke overlegvormen niet geschikt zijn als overall-adviesraad, maar veelal betrekking hebben op een onderdeel van het bijstandsbeleid.

Voor deze cliëntenparticipatieverordening WWB 2004 is dus voortgeborduurd op de reeds bestaande verordening op de kliëntenadviesraad (welke overigens met de inwerkingtreding van deze verordening zal worden ingetrokken). Door de tekst en inhoud van de verordening op de kliëntenadviesraad zoveel mogelijk over te nemen wordt nagestreefd deze verordening zoveel mogelijk overeen te laten blijven komen met de overige gemeentelijke verordeningen op (andere) adviesraden.

Toelichting verordening tot wijziging van de verordening Cliëntenparticipatie Wet Werk en Bijstand 2004.

In artikel 12, eerste lid, onderdeel d van de Wet Investeren In Jongeren (WIJ) is vastgelegd dat de gemeenteraad bij verordening regels moet stellen over de wijze waarop jongeren, of hun vertegen-woordigers worden betrokken bij de uitvoering van de wet. In artikel 12, tweede lid Wij is daaraan toegevoegd dat de regels in ieder geval betrekking hebben op de wijze waarop

  • d.

    periodiek overleg wordt gevoerd met jongeren of hun vertegenwoordigers;

  • e.

    de jongeren of vertegenwoordigers onderwerpen voor de agenda van dit overleg kunnen aanmelden;

  • f.

    de jongeren of vertegenwoordigers worden voorzien van de voor een adequate deelname aan het overleg benodigde informatie.

Artikel 12 Wij is op het punt van de cliëntenparticipatie qua strekking identiek aan artikel 47 WWB. Krachtens dat artikel dient iedere gemeente een verordening vast te stellen m.b.t. cliëntenparticipatie in het kader van de WWB. Veel gemeenten hebben die verordeningsplicht aangegrepen om cliënten-participatie een breder bereik te geven en een lokale cliëntenraad in te stellen die het college naast advisering over de uitvoering van de WWB ook adviseert over aanpalende regelingen. In de doelstelling van de Cliëntenraad is hiervoor nu ook gekozen (zie artikel 1).

Het ligt voor de hand bij de vormgeving van cliëntenparticipatie in het kader van de WIJ aansluiting te zoeken bij de reeds geregelde en bestaande cliëntenparticipatie in het kader van de WWB. Diverse argumenten pleiten daarvoor:

  • °

    eenvoudig te regelen en te realiseren (beperkte aanpassing verordening vaak voldoende);

  • °

    efficiënt (één overleg in plaats van twee);

  • °

    WWB en WIJ kennen overlap en raakvlakken (juist om die reden en om de eenheid in beleid te waarborgen is één vorm van cliëntenparticipatie voor WWB en WIJ gewenst);

  • °

    De regering beveelt aansluiting bij cliëntenparticipatie in het kader van de Wwb aan (zie Kamerstukken II 2008-2009, 31775, nr. 7, p. 23).

Met betrekking tot de samenstelling van en vertegenwoordiging door de cliëntenraad zijn verschillende opties denkbaar:

  • 1.

    de bestaande cliëntenraad wordt geacht de jongeren te vertegenwoordigen. Dat hoeft doorgaans niet expliciet te worden vastgelegd. Voldoende zal meestal zijn dat geregeld is dat de cliëntenraad ook kan adviseren over de WIJ;

  • 2.

    in de cliëntenraad worden één of meer ‘zetels’ gereserveerd voor jongeren. Dat zal meestal tot een aanpassing van de verordening cliëntenparticipatie WWB moeten leiden. Het is denkbaar dat de raad met die zetels uitgebreid wordt. Het is ook denkbaar dat het aantal zetels gelijk blijft. Dat gaat dan ten koste van het aantal zetels voor bijstandsgerechtigden.

In overleg met de cliëntenraad is om praktische redenen voor optie 1 gekozen. Wel is geregeld dat een of meerdere leden expliciet worden belast met de vertegenwoordiging van de jongeren (artikel 3, lid 2).

Verder is verzoek van de cliëntenraad in artikel 3 een lid opgenomen waarbij de cliëntenraad aan de gemeente kan vragen behulpzaam te zijn bij het aantrekken van geschikte leden van de cliëntenraad. Tot slot is artikel 9 aangepast aan de terminologie van de huidige gemeentelijke organisatie.