Regeling Inzet bij crisisbeheersing 2011

Geldend van 01-10-2011 t/m heden

Intitulé

Regeling Inzet bij crisisbeheersing 2011

Burgemeester en wethouders van de gemeente Diemen;

overwegende, dat van de Ondernemingsraad op grond van artikel 27 van de Wet op de Ondernemingsraden instemming is verkregen;

dat met de commissie voor georganiseerd overleg overeenstemming is bereikt als bedoeld in artikel 12:2:1 van de Collectieve arbeidsvoorwaardenregeling;

gelet op artikel 15.1.11 van de Collectieve arbeidsvoorwaardenregeling (CAR) en de Uitwerkingsovereenkomst (UWO);

BESLUITEN:

vast te stellen de navolgende “Regeling Inzet bij crisisbeheersing 2011”

Artikel 1 Begripsbepalingen

In deze regeling wordt onder ambtenaar verstaan:

  • 1.

    de medewerker aangesteld bij de gemeente die direct belast is crisisbeheersing;

  • 2.

    de medewerker aangesteld bij de gemeente als gemeentesecretaris, adjunct-gemeentesecretaris of als manager van een afdeling;

  • 3.

    de medewerker aangesteld bij de gemeente die door burgemeester en wethouders is aangewezen op grond van het bepaalde in artikel 15.1.11 van de CAR/UWO;

Artikel 2 Aanwijzing

De ambtenaar kan verplicht worden aangewezen op grond van het bepaalde in artikel 15.1.11 van de CAR/UWO;

Artikel 3 Wijze van aanwijzing en deskundigheidsvereisten

De ambtenaar:

  • 1.

    wordt aangewezen door het college van burgemeester en wethouders op voorstel van de coördinator Crisisbeheersing, tenzij crisisbeheersing een taak is die direct voortvloeit uit de aanstelling van de ambtenaar.

  • 2.

    dient minimaal in het bezit te zijn van een OCB-basis diploma.

  • 3.

    verstrekt zo spoedig mogelijk kopieën van het in het tweede lid genoemde diploma en/of certificaat aan de afdeling Bestuur- en managementondersteuning, team Personeel en Organisatie en aan de coördinator Externe Veiligheid, voor zover het erkend opleidingsinstituut dit niet al reeds heeft gedaan.

Artikel 4 Intrekking van de aanwijzing

Behoudens voor de op grond van zijn functie aangewezen ambtenaar vindt intrekking van de aanstelling plaats:

  • a.

    op schriftelijk verzoek van de ambtenaar.

  • b.

    indien de ambtenaar niet meer in het bezit is van een geldig diploma, als bedoeld in artikel 3, tweede lid.

  • c.

    indien het college van burgemeester en wethouders -na advies van de coördinator Externe Veiligheid- de ambtenaar niet meer in staat acht op goede adequate wijze zijn taak uit te voeren.

  • d.

    als de ambtenaar in zijn ambtelijke functie wordt geschorst of ontslagen.

Artikel 5 Vergoeding en gratificatie

  • 1. de ambtenaar heeft aanspraak op overwerkvergoeding, krachtens artikel 3:2:1, vijfde lid, onder a van de Uitwerkingsovereenkomst, en reiskostenvergoeding op grond van de geldende Reiskostenregeling.

  • 2. de ambtenaar ontvangt na het behalen van het diploma, als bedoeld in artikel 3, tweede lid, een gratificatie van € 124,50 bruto en vervolgens jaarlijks dat bedrag, indien blijkt dat hij dat diploma geldig heeft gehouden.

  • 3. de ambtenaar ontvangt bovendien een gratificatie van € 124,50 bruto, indien hij zich gedurende een jaar verdienstelijk heeft gemaakt op het terrein van de crisisbeheersing, onder meer blijkend uit het regelmatig en in voldoende mate deelnemen aan de oefeningen en voldoende bereikbaarheid in geval van oproepingen.

  • 4. de ambtenaar die gebruik maakt van andere, dan door de gemeente verstrekte mobiele communicatiemiddelen, ontvangt een gratificatie van € 100,-- bruto.

  • 5. de ambtenaar kan de voor eigen rekening komende kosten voor het gebruik van andere dan door de gemeente verstrekte communicatiemiddelen declareren.

  • 6. de ambtenaar, die gedurende 10 jaar als zodanig actief is geweest –te rekenen vanaf 1 juli 2006- wordt een gratificatie verleend van € 187,-- bruto en vervolgens wordt bij 15, 20 dan wel 25 jaar een gratificatie van € 249,-- bruto verleend.

  • 7. de bruto gratificatie wordt aangepast overeenkomstig de algemene salarisontwikkeling van gemeenteambtenaren.

  • 8. het bepaalde in het tweede lid tot en met het zesde lid van dit artikel is niet van toepassing op de ambtenaar voor wie crisisbeheersing een taak is die direct voortvloeit uit de aanstelling van de ambtenaar.

Artikel 6 Aansprakelijkheid

  • 1. de schade die de ambtenaar ondervindt als gevolg van activiteiten als bedoeld in artikel 15.1.11 van de CAR/UWO komt voor rekening van de gemeente, indien de ambtenaar zich aan de voorgeschreven veiligheidsvoorschriften heeft gehouden en de schade niet is te wijten aan zijn grove schuld of roekeloosheid.

  • 2. de gemeente sluit een verzekering af ter dekking van de in het vorige lid geleden schade.

  • 3. indien de ambtenaar in het kader van de in artikel 15.1.11 CAR/UWO bedoelde activiteiten ondeskundig of onrechtmatig handelt, is de schade dientengevolge jegens derden voor rekening van de gemeente conform de algemene regels omtrent aansprakelijkheid.

Artikel 7 Vangnetbepaling

In alle gevallen waarin deze regeling niet voorziet, dan wel onduidelijkheid of onenigheid bestaat over de toepassing daarvan, beslissen burgemeester en wethouders.

Artikel 8 Citeertitel en inwerkingtreding

  • 1.

    Deze regeling wordt aangehaald als de “Regeling Inzet bij crisisbeheersing 2011”.

  • 2.

    De regeling treedt in werking op 1 oktober 2011.

  • 3.

    Met de inwerkingtreding van deze regeling wordt de Regeling Inzet bij Crisisbeheersing gemeente Diemen 2009 ingetrokken.

Ondertekening

Diemen, 9 augustus 2011
Burgemeester en wethouders voornoemd,
De secretaris, De burgemeester,