Sociaal statuut gemeente Diemen 2011

Geldend van 01-10-2011 t/m heden

Intitulé

Sociaal statuut gemeente Diemen 2011

Burgemeester en wethouders van de gemeente Diemen;

gelet op: het Organisatiebesluit van de gemeente Diemen;

de Wet op de Ondernemingsraden (Wor), met name artikel 25;

de Collectieve Arbeidsvoorwaardenregeling (CAR) en de Uitwerkingsovereenkomst (UWO), met name de artikelen 8:3, 8:3:1, 10d, 12:1:5, 12:2 en 15:1:10;

gelet op: de bereikte overeenstemming in de commissie voor het Georganiseerd Overleg d.d. 11 november 2008;

BESLUITEN:

vast te stellen het navolgende

“Sociaal statuut gemeente Diemen 2011”:

Artikel 1:1 Definities

In dit sociaal statuut (statuut) wordt verstaan onder:

1.Ambtenaar

:

De ambtenaar in de zin van de CAR en ook de werknemer met wie de werkgever een arbeidsovereenkomst naar burgerlijk recht heeft afgesloten;

2.Werkgever

:

Het college (van Burgemeester en wethouders van de gemeente Diemen);

3.Organisatiewijziging

:

a: een belangrijke inkrimping of wijziging van de werkzaamheden van de gemeente (of een onderdeel daarvan);

b: een belangrijke wijziging van de laatst vastgestelde organisatiestructuur van de gemeente Diemen (of een onderdeel daarvan), die niet van tijdelijke aard is en die personele gevolgen met zich meebrengt voor ten minste de hoeveelheid personen die de kleinste organisatie-eenheid in de organisatiestructuur van de gemeente Diemen telt;

4.Privatisering

:

Organisatiewijziging die het gevolg is van de verzelfstandiging van een deel van de organisatie tot een nieuwe (privaatrechtelijke) rechtspersoon of de overdracht van een deel van de organisatie aan een derde (privaatrechtelijke) partij;

5.Publiekrechtelijke taakoverheveling

:

Organisatiewijziging die het gevolg is van de overheveling van een deel van de organisatie naar een ander publiekrechtelijk orgaan;

6.Personele gevolgen

:

Gevolgen voor de functie of de rechtspositie van de betrokken ambtenaar;

7.Salaris

:

Het voor de ambtenaar geldende bedrag van de aan de ambtenaar toegekende salarisschaal als bedoeld in artikel 3:1 van de CAR;

8.Salarisperspectief

:

De opeenvolgende salarisperiodieken tot en met het hoogste bedrag van de functieschaal van de ambtenaar en eventueel schriftelijk vastgelegde extra individuele salarisafspraken;

9.Bezoldiging

:

Het salaris, vermeerderd met het bedrag van de aan de ambtenaar toegekende vaste emolumenten en toelagen, niet zijnde onkostenvergoedingen;

10.Toelage

:

De toelage(n) en/of toeslag(en) waarmee het salaris wordt vermeerderd ingevolge de CAR of de Bezoldigingsregeling gemeente Diemen;

11.Functie

:

Het geheel van werkzaamheden dat de ambtenaar volgens zijn laatste vastgestelde functiebeschrijving verricht;

12.Ongewijzigde functie

:

Een functie die gelijk of nagenoeg gelijk is aan de functie die de ambtenaar voor de organisatiewijziging vervulde;

13.Passende functie

:

Een functie van gelijkwaardig werk- en denk- niveau, die de ambtenaar redelijkerwijs in verband met zijn persoonlijkheid, omstandigheden en de voor hem bestaande vooruitzichten kan worden opgedragen. Een passende functie is doorgaans van hetzelfde functieniveau als de oude functie, maar kan ook van een hoger niveau of maximaal twee functieniveaus lager zijn dan de oude functie;

14.Geschikte functie

:

Een functie die niet past onder het begrip passende functie, maar die de ambtenaar bereid is te vervullen;

15.Boventallige ambtenaar

:

Boventallig is de ambtenaar wiens functie niet op enigerlei wijze in overwegende mate wordt voortgezet door de werkgever of bij een andere werkgever, en die (nog) niet is geplaatst op een andere functie;

16.CAR

:

Collectieve Arbeidsvoorwaardenregeling voor de sector gemeenten;

17.Georganiseerd Overleg

:

De commissie voor het Georganiseerd Overleg zoals bedoeld in artikel 12:1 van de CAR;

18.Ondernemingsraad

:

De Ondernemingsraad zoals bedoeld in artikel 2 van de Wor;

19.Sociaal plan

:

Nadere afspraken, gebaseerd op en aanvullend op dit statuut, met betrekking tot de personele gevolgen van een organisatiewijziging

Artikel 1:2 Werkingssfeer

Artikel 1:2 Werkingssfeer

Dit statuut is van toepassing op alle organisatiewijzigingen in de organisatie van de gemeente Diemen, niet zijnde een organisatiewijziging als gevolg van een gemeentelijke herindeling.

Artikel 1:3 Bevoegdheid tot het nemen van het besluit tot organisatiewijziging

De werkgever is bevoegd tot het nemen van besluiten over de wijziging van de ambtelijke organisatie.

Artikel 1:4 Bevoegdheid tot het nemen van besluiten betreffende individuele ambtenaren

De werkgever is bevoegd tot het nemen van besluiten over wijziging van de aanstelling, overplaatsing en ontslag van ambtenaren, tenzij bij of krachtens wet of raadsbesluit anders is bepaald.

Hoofdstuk 2 Procedurele bepalingen

Artikel 2:1 Onderzoek naar organisatiewijziging

  • 1. Als de werkgever voornemens is de mogelijkheid en wenselijkheid van een organisatiewijziging te onderzoeken, worden de Ondernemingsraad en de betrokken ambtenaren hier in een vroeg stadium van op de hoogte gesteld.

  • 2. Het tijdstip van kennisgeving is dusdanig, dat de Ondernemingsraad zijn mening over het onderzoek kenbaar kan maken.

  • 3. De ambtenaren en de Ondernemingsraad worden zoveel mogelijk betrokken bij de uitvoering van het onderzoek. Bovendien worden zij, indien mogelijk, tussentijds op de hoogte gehouden van de vorderingen van het onderzoek.

  • 4. De schriftelijke eindrapportage van het onderzoek wordt ter kennisneming toegezonden aan de Ondernemingsraad en kenbaar gemaakt aan de betrokken ambtenaren.

Artikel 2:2 Extern advies

Indien de werkgever voornemens is om over de wenselijkheid van de organisatiewijziging extern advies te vragen, wordt de Ondernemingsraad om advies gevraagd over het verstrekken en formuleren van de adviesopdracht, conform artikel 25 van de Wor.

Artikel 2:3 Overleg over de personele gevolgen en maatregelen

  • 1. Voordat een definitief besluit wordt genomen over de organisatiewijziging, wordt in het Georganiseerd Overleg overleg gevoerd over de personele gevolgen van het besluit en de naar aanleiding daarvan te nemen maatregelen.

  • 2. Als het Georganiseerd Overleg van mening is dat de organisatiewijziging zodanig ingrijpende personele gevolgen met zich meebrengt dat hierover aanvullende afspraken moeten worden gemaakt, wordt door de werkgever een sociaal plan opgesteld. Over dit sociaal plan moet in het Georganiseerd Overleg overeenstemming worden bereikt.

  • 3. De leden van het Georganiseerd Overleg kunnen tussentijds bijeen worden geroepen dan wel schriftelijk worden geraadpleegd, wanneer de omstandigheden een versnelde procedure vereisen.

Artikel 2:4 Advies Ondernemingsraad over organisatiewijziging

  • 1. Voordat een definitief besluit wordt genomen over de organisatiewijziging, wordt de Ondernemingsraad schriftelijk om advies gevraagd, conform artikel 25 van de Wor.

  • 2. De adviesaanvraag bevat een heldere omschrijving van het voorgenomen besluit, de beweegredenen van het besluit, de personele gevolgen van het besluit en de naar aanleiding daarvan te nemen personele maatregelen.

  • 3. Het advies wordt op een zodanig tijdstip gevraagd, dat het nog van wezenlijke invloed kan zijn op het te nemen besluit.

Artikel 2:5 Taakverdeling tussen de Ondernemingsraad en het Georganiseerd Overleg

Ten aanzien van de medezeggenschap van ambtenaren en vakcentrales geldt het algemene uitgangspunt dat onderwerpen die gedurende het proces van organisatiewijziging aan bod komen primair door één orgaan worden behandeld.

Artikel 2:6 Kennisgeving en uitvoering besluit

  • 1. Als er een definitief besluit is genomen tot wijziging van de organisatie, wordt dit besluit zo spoedig mogelijk meegedeeld aan het Georganiseerd Overleg, de Ondernemingsraad en de betrokken ambtenaren. Daarbij wordt bovendien ingegaan op de personele gevolgen van het besluit.

  • 2. Als in het besluit wordt afgeweken van het advies van de Ondernemingsraad, zal deze afwijking duidelijk worden gemotiveerd. De uitvoering van het besluit tot organisatiewijziging wordt in dit geval op grond van artikel 25, zesde lid van de Wor uitgesteld tot op zijn vroegst één maand nadat de Ondernemingsraad van het besluit in kennis is gesteld.

Hoofdstuk 3 Algemene uitgangspunten voor sociaal beleid bij interne organisatiewijziging

Artikel 3:1 Werkgelegenheidsgarantie bij interne organisatiewijziging

  • 1. De werkgever zal zich tot het uiterste inspannen om te voorkomen dat de bij de organisatiewijziging betrokken ambtenaren onvrijwillig werkloos raken.

  • 2. In het Georganiseerd Overleg wordt periodiek gerapporteerd over de voortgang van de herplaatsing van de boventallige ambtenaren. Als partijen van mening zijn dat de herplaatsing van de boventallige ambtenaren onvoldoende kan plaatsvinden, dan kunnen er aanvullende instrumenten voor flankerend beleid worden afgesproken.

Artikel 3:2 Verplichting ambtenaar

  • 1.

    De ambtenaar is verplicht, onverminderd het recht op bezwaar en beroep, een passende functie die hem met inachtneming van de herplaatsingprocedure is toegewezen, te aanvaarden.

  • 2.

    Wanneer de ambtenaar een passende functie weigert te aanvaarden of niet meewerkt aan het vinden van een oplossing, zal de werkgever overgaan tot ontslag.

Daarbij kan de werkgever melding maken bij de instelling die de Werkloosheidswet uitvoert, dat de desbetreffende ambtenaar weigert een passende functie te aanvaarden of niet meewerkt aan het vinden van een oplossing.

Artikel 3:3 Salarisgarantie

De ambtenaar die wordt overgeplaatst naar een andere functie binnen de gemeente Diemen, behoudt recht op salaris en het salarisperspectief, zoals die voor hem golden in de oude functie en als zodanig zijn vastgelegd in een daartoe strekkend rechtspositioneel besluit.

Artikel 3:4 Garantie functiegebonden toelage(n)

  • 1. Voor de ambtenaar die wordt overgeplaatst naar een andere functie binnen de gemeente Diemen vervallen de functiegebonden toelagen vanuit de oude functie.

  • 2. Aan de ambtenaar wiens bezoldiging door het vervallen van de functiegebonden toelagen een blijvende verlaging ondergaat, wordt een aflopende compensatie toegekend indien:

    • a.

      de blijvende verlaging ten minste 3% bedraagt van de bezoldiging zoals deze gold voor de ambtenaar op de dag direct voorafgaand aan de overplaatsing;

    • b.

      de ambtenaar deze toelagen gedurende ten minste twee jaren zonder wezenlijke onderbreking heeft genoten, te rekenen vanaf de dag direct voorafgaand aan de overplaatsing.

  • 3. Deze compensatie kent het volgende verloop:

  • 1. het eerste jaar na de overplaatsing ontvangt de ambtenaar 100% van de daling van de bezoldiging die het gevolg is van het vervallen van de toelagen;

  • 2. het tweede jaar na de overplaatsing ontvangt de ambtenaar 80% van de daling van de bezoldiging, die het gevolg is van het vervallen van de toelagen;

  • 3. het derde jaar na de overplaatsing ontvangt de ambtenaar 60% van de daling van de bezoldiging, die het gevolg is van het vervallen van de toelagen;

  • 4. het vierde jaar na de overplaatsing ontvangt de ambtenaar 40% van de daling van de bezoldiging, die het gevolg is van het vervallen van de toelagen;

  • 5. het vijfde jaar na de overplaatsing ontvangt de ambtenaar 20% van de daling van de bezoldiging, die het gevolg is van het vervallen van de toelagen.

Artikel 3:5 Garantie persoonsgebonden toelage(n)

De ambtenaar die wordt overgeplaatst naar een andere functie binnen de gemeente Diemen, behoudt recht op zijn persoonsgebonden toelagen tenzij dit strijdig is met de bepalingen in de Bezoldigingsregelingvan de gemeente Diemen

Artikel 3:6 Garantie faciliteiten Persoonlijk ontwikkelingsplan

  • 1. De ambtenaar die wordt overgeplaatst naar een andere functie binnen de gemeente Diemen, behoudt de rechten die hem, op grond van het persoonlijk ontwikkelingsplan zijn toegekend, indien hij de studie voortzet.

  • 2. De ambtenaar die wordt overgeplaatst naar een andere functie binnen de gemeente Diemen en die in overleg met zijn nieuwe leidinggevende besluit te stoppen met zijn studie zoals vastgesteld in het persoonlijk ontwikkelplan, wordt ontheven van een eventueel in dat persoonlijk ontwikkelplan opgenomen terugbetalingsverplichting.

Artikel 3:7 Aanvullende scholing

De werkgever onderzoekt of het nodig is de ambtenaar, die is overgeplaatst naar een passende of geschikte functie binnen de gemeente Diemen, bij of om te scholen voor het vervullen van zijn nieuwe functie. De kosten van de scholing zijn voor rekening van de gemeente.

Hoofdstuk 4 Herplaatsingprocedure bij interne organisatiewijziging

Artikel 4:1 Herplaatsing

  • 1.

    Ten aanzien van de functie van ambtenaren doen zich bij een organisatieverandering achtereenvolgens de volgende mogelijkheden voor:

    • a.

      een functie vervalt en er zijn géén vergelijkbare functies binnen de gemeente Diemen; de ambtenaar wordt boventallig, de betreffende ambtenaar valt onder dit statuut;

    • b.

      een functie vervalt en er zijn onvoldoende vergelijkbare functies binnen de gemeente Diemen; van de ambtenaar met de laagste anciënniteit binnen deze vergelijkbare functie vervalt de functie, de betreffende ambtenaar wordt boventallig en valt onder dit statuut;

    • c.

      het aantal ambtenaren in een functie wordt verminderd; de ambtenaar die de laagste anciënniteit bij de gemeente Diemen heeft verliest diens functie, de betreffende ambtenaar wordt boventallig en valt onder dit statuut.

  • 2.

    Herplaatsing:

De ambtenaar wiens functie is vervallen krijgt een passende of geschikte functie aangeboden binnen de gemeente Diemen; indien er meerdere ambtenaren in aanmerking komen voor een zelfde functie, dan krijgt de ambtenaar met de hoogste anciënniteit bij de gemeente Diemen de voorkeur.

Artikel 4:2 Belangstellingregistratie

Voordat herplaatsingbesluiten worden genomen, wordt de betrokken ambtenaar in de gelegenheid gesteld, voor zover op hem van toepassing en overeenkomstig het gestelde in artikel 1:1, dertiende en veertiende lid van dit statuut, zijn voorkeur voor ten hoogste drie functies kenbaar te maken.

Artikel 4:3 Herplaatsingcommissie

  • 1. De werkgever zal een herplaatsingcommissie in het leven roepen, die als taak heeft de werkgever te adviseren over de juistheid van de te nemen herplaatsingbesluiten.

  • 2. Deze commissie bestaat uit een oneven aantal leden van de volgende samenstelling: een lid als vertegenwoordiger van de werkgever, een lid als vertegenwoordiger van de vakorganisaties en een door de werkgever voor te dragen onafhankelijke voorzitter, die door beide andere leden als zodanig wordt geaccepteerd.

  • 3. Aan een herplaatsingcommissie wordt een ambtelijk secretaris toegevoegd die door de gemeentesecretaris wordt aangewezen. De ambtelijk secretaris is géén lid van de herplaatsingcommissie, heeft géén stemrecht en kan zich ambtelijk laten bijstaan voor uitvoeringstaken.

Artikel 4:4 Advies over herplaatsing

  • 1. De herplaatsingcommissie ziet toe op de juiste toepassing van de herplaatsingprocedure. Hiervoor ontvangt of verzamelt de commissie alle volgens haar benodigde gegevens en adviseert op basis van deze gegevens de werkgever over de juistheid van een ambtelijk voorstel tot herplaatsing van de betrokken ambtenaar of ambtenaren.

  • 2. De werkgever informeert de ambtenaar schriftelijk over het advies van de herplaatsingcommissie over de juiste toepassing van de herplaatsingprocedure.

Artikel 4:5 Bedenkingen tegen advies herplaatsingcommissie

  • 1. Indien de ambtenaar bedenkingen heeft tegen het advies van de herplaatsingcommissie over het voorgenomen besluit van de werkgever over zijn herplaatsing, respectievelijk hem vooralsnog geen passende of geschikte functie aan te bieden, kan hij deze binnen 14 dagen schriftelijk indienen bij de werkgever.

  • 2. De ambtenaar kan verzoeken om mondeling te worden gehoord door (een vertegenwoordiging van) de werkgever. De ambtenaar die hiertoe een verzoek indient, zal binnen 14 dagen worden gehoord. Van de hoorzitting wordt schriftelijk verslag opgemaakt.

  • 3. De bedenkingen van de ambtenaar worden betrokken bij het door de werkgever te nemen besluit over de herplaatsing van de ambtenaar, respectievelijk hem vooralsnog geen passende of geschikte functie aan te bieden.

Artikel 4:6 Herplaatsingbesluiten

1.De werkgever neemt het besluit tot herplaatsing van de betrokken ambtenaar.

De ambtenaar wordt zo spoedig mogelijk schriftelijk op de hoogte gesteld van dit besluit. In de motivering van het besluit wordt ingegaan op eventuele bedenkingen die door de ambtenaar zijn ingediend.

  • 2.

    De ambtenaar voor wie in de herplaatsingprocedure geen passende of geschikte functie is gevonden, wordt zo spoedig mogelijk schriftelijk van dit besluit in kennis gesteld. In de motivering van het besluit wordt ingegaan op eventuele bedenkingen die door de ambtenaar zijn ingediend.

  • 3.

    De ambtenaar kan bezwaar en beroep aantekenen tegen de besluiten, zoals bedoeld in het eerste en tweede lid, overeenkomstig de bepalingen van de Algemene wet bestuursrecht.

Artikel 4.7 Boventallig te verklaren ambtenaar

Indien een ambtenaar definitief niet herplaatst kan worden in een functie binnen de gemeente Diemen, wordt de ambtenaar boventallig verklaart.

Artikel 4.8 Voorzieningen bij ontslagaanvraag ambtenaar wegens een functie bij andere werkgever

  • 1. De boventallig verklaarde ambtenaar, die voordat hem een passende of geschikte functie wordt aangeboden, ontslag aanvraagt wegens aanvaarding van een functie buiten de overheid in een privaatrechtelijke organisatie, wordt ontheven van eventuele terugbetalingsverplichtingen die voortvloeien uit rechtspositionele toekenningen.

  • 2. De boventallig verklaarde ambtenaar, die zelf ontslag neemt en binnen twaalf maanden na beëindiging van het dienstverband op grond van een jubileum recht zou hebben gehad op een jubileumgratificatie krijgt deze gratificatie na het beëindigen van het dienstverband uitbetaald. Deze gratificatie wordt niet uitbetaald als de nieuwe werkgever een vergelijkbare regeling kent en de dienstjaren bij de vorige werkgever door de nieuwe werkgever daarin volledig worden meegenomen.

Artikel 4.9 Terugkeergarantie

  • 1. De ambtenaar bedoeld in artikel 4:8, eerste lid van dit statuut, kan binnen een periode van twaalf maanden en gerekend vanaf het moment waarop hem ontslag op aanvraag is verleend, de gemeente Diemen verzoeken hem opnieuw aan te stellen.

  • 2. Het in het eerste lid genoemde verzoek wordt ingewilligd indien de ambtenaar de werkgever aannemelijk maakt dat de buiten de gemeente Diemen vervulde functie niet passend bleek te zijn en dit bij indiensttreding voor de ambtenaar ook redelijkerwijs niet voorzienbaar was.

  • 3. De rechtspositie van de betreffende ambtenaar wordt in een dergelijk geval hersteld naar de situatie zoals deze gold op de dag direct voorafgaand aan het ontslag als bedoeld in artikel 4:8, eerste lid van dit statuut.

  • 4. Het gestelde in dit artikel is niet van toepassing indien de ambtenaar gebruik heeft gemaakt van het gestelde in artikel 5, tweede lid onder sub a.

Hoofdstuk 5 Flankerend beleid

Artikel 5 Instrumenten van flankerend beleid

  • 1.

    De boventallig verklaarde ambtenaar kan een beroep doen op aanvullende faciliteiten:

    • a.

      Detachering.

de ambtenaar kan worden gedetacheerd bij een externe partij, waarbij de rechtspositie van de betrokken ambtenaar gedurende de detachering niet zal wijzigen.

b.Ondersteuning bij het vinden van een andere functie.

vanaf het moment dat de ambtenaar boventallig is wordt deze op een professionele wijze (bijv. door een extern bureau of door intern aanwezige expertise op dit terrein) ondersteund bij het zoeken naar een andere functie. De kosten van een dergelijke ondersteuning komen voor rekening van de gemeente.

c.Suppletie.

wanneer de boventallige ambtenaar een externe functie accepteert tegen een lager bruto salaris, en hij géén gebruik heeft gemaakt van de vertrekstimuleringsregeling als bedoeld in artikel 5, tweede lid onder sub a en sub b van dit statuut, heeft hij recht op een suppletie. Dit betekent dat het bruto salaris bij de nieuwe werkgever gedurende een periode van ten hoogste vijf jaar zal worden aangevuld tot het niveau van zijn bezoldiging zoals dat geldt op de dag direct voorafgaand aan het ontslag. De suppletie bedraagt ten hoogste het verschil tussen de maxima van de twee betrokken salarisschalen.

d.Scholing.

een cursus of scholing welke bijdraagt tot het vergroten van de kans op een interne of externe functie voor de betrokken ambtenaar wordt vergoed door de werkgever.

  • e.

    Overig.

    • 1.

      voor de eigen oordeelsvorming van de ambtenaar kan in overleg met de werkgever en binnen nader overeen te komen condities, een psychologisch onderzoek van de ambtenaar of een assessment plaatsvinden. De kosten van dit onderzoek zijn voor rekening van de werkgever.

Het resultaat wordt conform de geldende gedragscode vooraf aan de ambtenaar kenbaar gemaakt en maakt na bekendmaking aan de werkgever deel uit van het personeelsdossier van betrokkene.

  • 2.

    de ambtenaar wordt in de gelegenheid gesteld een studie, waarvoor op grond van de een persoonlijk ontwikkel plan een vergoeding en/of faciliteiten zijn toegekend, af te ronden.

  • 3.

    op betrokkene rust geen terugbetalingsverplichting indien hij de studie staakt, omdat gezien de veranderende aard van de nieuwe werkzaamheden redelijkerwijs voortzetting van de studie niet kan worden vereist, of omdat de ambtenaar een andere studie gaat volgen die van belang is voor zijn nieuwe functie.

  • 2.

    De boventallig verklaarde ambtenaar kan bij ontslag op eigen verzoek een beroep doen op de aanvullende faciliteiten:

    • a.

      Vertrekstimulering.

wanneer de ambtenaar binnen een termijn van 3 maanden nadat hij boventallig is verklaard vrijwillig ontslag neemt komt hij in aanmerking voor een financiële vertrekregeling ter hoogte van de kantonrechterformule zoals deze wordt gehanteerd op het moment van inwerkingtreding van dit statuut.

b.Remplaçanten.

wanneer het vrijwillig vertrek van een boventallig verklaarde ambtenaar op enig moment resulteert in het ontstaan van een mogelijkheid tot plaatsing van een andere boventallige ambtenaar, dan komt de vrijwillig vertrekkende ambtenaar in aanmerking voor de regeling als genoemd bij het tweede lid onder sub a van dit artikel.

Hoofdstuk 6 Onvrijwillig ontslag

Artikel 6 Ontslag van de ambtenaar

1.Indien de werkgever na zorgvuldig onderzoek constateert dat geen structurele oplossing als bedoeld in artikel 3:1, eerste lid van dit statuut kan worden gevonden, kan de ambtenaar eervol ontslag wegens reorganisatie worden verleend als bedoeld in artikel 8:3 van de CAR, waarbij artikel 10d, paragraaf 4 van de CAR overeenkomstig van toepassing is. De bovenwettelijke werkloosheidsuitkeringsregeling als bedoeld in artikel 10d, paragrafen 6 en 7 van de CAR zijn bovendien van toepassing, indien recht bestaat op een uitkering krachtens de WW.

2 Een besluit als bedoeld in het eerste lid van dit artikel wordt eerst genomen nadat de herplaatsingcommissie daarover een advies heeft uitgebracht en partijen over de ontstane situatie overleg hebben gevoerd, waarbij voor een ontslag op grond van artikel 8:3 van de CAR overeenstemming tussen partijen betrokken bij dit statuut is vereist.

Hoofdstuk 7 Algemene uitgangspunten voor sociaal beleid bij privatisering en taakoverheveling

Artikel 7:1

Dit hoofdstuk is uitsluitend van toepassing bij privatisering en publiekrechtelijke taakoverheveling, niet zijnde een interne organisatiewijziging.

Artikel 7:2 Verplichting tot overeenstemming

Wanneer de werkgever voornemens is om onderdelen te privatiseringen of taken publiekrechtelijke over te hevelen dan zullen zij eerst hierover overeenstemming moeten hebben met de vakorganisaties, dit onverlet de verplichting tot het vragen van advies hierover aan de Ondernemingsraad.

Artikel 7:3 Sociaal plan

  • 1. Als het Georganiseerd Overleg van mening is dat de privatisering of taakoverheveling zodanig ingrijpende personele gevolgen met zich meebrengt dat hierover aanvullende afspraken moeten worden gemaakt, wordt door werkgever een sociaal plan opgesteld. Dit plan regelt de overplaatsingsprocedure (inclusief de ontslag- en aanstellingsprocedure van het over te plaatsen personeel) en bevat rechtspositionele bepalingen.

  • 2. Over dit sociaal plan moet overeenstemming worden bereikt in het Georganiseerd Overleg.

  • 3. Er worden geen definitieve besluiten genomen over ambtenaren voordat er overeenstemming is bereikt over het sociaal plan.

Artikel 7:4 Rechtspositievergelijking

  • 1. Indien de betrokken ambtenaren overgaan naar een privaatrechtelijke of een andere publiekrechtelijke werkgever waarvoor een afwijkende rechtspositieregeling of CAO geldt, maakt de werkgever een vergelijking tussen de arbeidsvoorwaardenpakketten die van toepassing zijn op de gemeentelijke werkgever en de nieuwe werkgever.

  • 2. Indien uit de vergelijking blijkt dat het totaalpakket van arbeidsvoorwaarden (bestaande uit in ieder geval salaris, uitkeringen en toelagen, pensioen, vakantie, ziektekostenregeling en werkloosheidsuitkering) bij de nieuwe werkgever minder is dan het totaalpakket bij de gemeentelijke werkgever, worden in het sociaal plan nadere afspraken gemaakt over afbouw, behoud of compensatie van aanspraken.

  • 3. Het sociaal plan bevat in ieder geval de volgende garanties:

    • a.

      netto-netto garantie van de bezoldiging en het salarisperspectief zoals dat geldt op de dag direct voorafgaand aan het ontslag van de ambtenaar;

    • b.

      ambtenaren die een vaste aanstelling hebben, krijgen bij de nieuwe werkgever een vaste aanstelling dan wel een arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd zonder proeftijd.

Hoofdstuk 8 Slotbepalingen Artikel 8:1 Hardheidsclausule

  • 1.

    In gevallen waarin toepassing van dit statuut zou leiden tot een onbillijke situatie voor een ambtenaar, kan de werkgever van het statuut afwijken in een voor de ambtenaar gunstige zin.

  • 2.

    In gevallen waarin dit statuut niet voorziet, beslist de werkgever. Werkgever informeert in dat geval de partijen bij dit statuut over de genomen besluiten.

Artikel 8:2 Bruto-netto

Alle in dit statuut bedoelde garanties, toelagen, bepalingen etc. zijn bruto tenzij door burgemeester en wethouders anders wordt besloten.

Artikel 8:3 Citeertitel

  • 1.

    Deze regeling wordt aangehaald als: “Sociaal statuut gemeente Diemen 2011”.

  • 2.

    Deze regeling treedt in werking op 1 oktober 2011.

  • 3.

    Met de inwerkingtreding van deze regeling wordt het Sociaal statuut gemeente Diemen 2009.

Ondertekening

Diemen, 9 augustus 2011
Burgemeester en wethouders voornoemd,
De secretaris, De burgemeester,

Toelichting artikel 4.7

Toelichting artikel 4.7:

Een ambtenaar wordt boventallig als zijn functie niet op enigerlei wijze in overwegende mate wordt voorgezet door de werkgever of bij een andere werkgever, en die (nog) niet is geplaatst op een andere functie (definities, artikel 1:1 van het statuut).

Dit betekent dat de werkgever pas een besluit zal nemen een ambtenaar boventallig te verklaren nadat definitief is komen vast te staan dat voor de ambtenaar geen andere functie of werk binnen de gemeente Diemen beschikbaar is.

De werkgever zal daarom eerst onderzoeken of de ambtenaar geplaatst kan worden op een van de functies binnen de organisatiestructuur van de gemeente Diemen of dat er ander werk beschikbaar is.

De werkgever heeft daarin een (pro)-actieve rol, onder meer met behulp van de belangstellingregistratie volgens artikel 4:2 van het statuut.

Indien het nog niet mogelijk is een ambtenaar te plaatsen op een functie, dan wordt onderzocht of tijdelijk werk mogelijk is in afwachting van een definitieve oplossing.

Van boventalligheid is dus pas sprake nadat een besluit daarover door de werkgever is genomen. Het kan overigens geruime tijd duren voor dat een dergelijk besluit genomen wordt, immers alle mogelijkheden voor een andere functie of ander werk moeten door de werkgever onderzocht zijn.

Toelichting artikel 5, tweede lid onder sub a:

Formule

De kantonrechterformule voor toepassing in het kader van dit statuut luidt als volgt:

A*B*C

waarbij: A = het aantal gewogen dienstjaren betreft; B = de bruto bezoldiging betreft; C = de correctiefactor betreft.

Aantal gewogen dienstjaren

Voor de berekening van het aantal gewogen dienstjaren wordt de duur van de aanstelling bij de gemeente Diemen afgerond op hele jaren, waarbij een half jaar naar beneden wordt afgerond, en een half jaar + een dag naar boven. De dienstjaren worden vervolgens als volgt gewogen:

  • ·

    Elk dienstjaar tot en met het 40e levensjaar = 1

  • ·

    Elk dienstjaar vanaf het 41e tot en met het 50e levensjaar = 1,5

  • ·

    Elk dienstjaar vanaf het 51e levensjaar = 2

Peildatum

Peildatum voor de leeftijd is de datum waarop het ontslag plaatsvindt.

Beloning

Hierbij wordt uitgegaan van de bruto bezoldiging van de ambtenaar zoals deze geldt op de dag direct voorafgaand aan het ontslag.

Correctiefactor

Voor het berekenen van de vergoeding wordt altijd de correctiefactor 1 gebruikt.