Regeling vervallen per 31-12-2012

Verordening op de heffing en de invordering van lijkbezorgingsrechten 2012

Geldend van 01-01-2012 t/m 30-12-2012

Intitulé

Verordening op de heffing en de invordering van lijkbezorgingsrechten 2012

Nr.: 11-78j

Onderwerp:

Verordening lijkbezorgingsrechten 2012

De raad van de gemeente Diemen;

gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 18 oktober 2011;

gelet op artikel 229, eerste lid, aanhef en onderdelen a en b en artikel 229b van de Gemeentewet:

b e s l u i t :

vast te stellen de

Verordening op de heffing en de invordering van lijkbezorgingsrechten 2012

(Verordening lijkbezorgingsrechten 2012)

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

Deze verordening verstaat onder:

  • a.

    Aanvrager: degene die – al dan niet door tussenkomst van een uitvaartondernemer – opdracht geeft voor een begrafenis en de uitgifte van een graf;

  • b.

    Algemeen graf: een zandgraf of keldergraf bij het bestuur in beheer waarin aan een ieder gelegenheid wordt geboden tot het doen begraven van lijken;

  • c.

    Asbus: een bus ter berging van as van een overledene;

  • d.

    Begraafplaats: de begraafplaats “Rustoord”, het terrein gelegen aan de Weesper-straatweg 84A te Diemen;

  • e.

    Beheerder: degene (of zijn vervanger) die door het bestuur met het (dagelijkse) beheer van de begraafplaats is belast, bevoegd is namens het bestuur opdrachten dienaangaande te verlenen en bevoegd is de in deze verordening bedoelde grafrech-ten te vestigen, grafrechten te laten vervallen en vergunningen af te geven;

  • f.

    Bestuur: burgemeester en wethouders van de gemeente Diemen;

  • g.

    Eigen graf: een particulier graf dat tot 1 januari 2010 is uitgegeven onder de bena-ming “eigen graf”;

  • h.

    Gebruiker: de natuurlijke of rechtspersoon aan wie een recht tot gebruik van een ruimte in een algemeen graf, dan wel degene die redelijkerwijs geacht kan worden in diens plaats te zijn getreden;

  • i.

    Grafakte: de beschikking in de zin van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) waarin overeenkomstig de bepalingen van deze verordening door of namens het bestuur een grafrecht wordt verleend;

  • j.

    Grafbedekking: gedenktekens of beplanting die op een graf zijn geplaatst;

  • k.

    Grafrecht:

    • 1.

      Het recht van gebruik van een ruimte in een algemeen graf, hetzij

    • 2.

      Het uitsluitend recht op een particulier graf

  • l.

    Kindergraf: een particulier graf, bij het bestuur in beheer, waarin gelegenheid wordt gegeven tot het doen begraven en begraven houden van lijken en het bijzetten van asbussen van kinderen tot en met 11 jaar;

  • m.

    Onderhoudsbijdrage begraafplaats: een verplichte bijdrage in het algemene onder-houd aan de begraafplaats door rechthebbenden en gebruikers;

  • n.

    Particulier graf: een graf, grafkelder daaronder begrepen, bij het bestuur in beheer, waarin aan een natuurlijke of rechtspersoon het uitsluitend recht is verleend tot het doen begraven en begraven houden van lijken en het bijzetten van asbussen;

  • o.

    Rechthebbende: de natuurlijke of rechtspersoon aan wie een uitsluitend recht is verleend op een particulier graf;

  • p.

    Verstrooiingsplaats: een permanent daartoe bestemd terrein waarop as wordt verstrooid;

  • q.

    Wet: de Wet op de lijkbezorging en de daaruit voortvloeiende regelgeving.

Artikel 2 Belastbaar feit

Op basis van deze verordening worden rechten geheven voor het gebruik van de begraaf-plaats en voor het verlenen van diensten in verband met de begraafplaats.

Artikel 3 Belastingplicht

De rechten worden geheven van degene op wiens aanvraag dan wel ten behoeve van wie de dienst wordt verricht of van degene die van de bezittingen, werken of inrichtingen gebruik maakt.

Artikel 4 Vrijstelling

Voor het opgraven van een stoffelijk overschot of het verwijderen van een asbus op gezag van een gerechtelijke autoriteit worden geen rechten geheven.

Artikel 5 Maatstaf van heffing en belastingtarief

  • 1. De rechten worden geheven naar de maatstaven en de tarieven, opgenomen in de bij deze verordening behorende tarieventabel, met in acht neming van de daarbij behorende bijzondere bepalingen.

  • 2. Voor de berekening van de rechten wordt een gedeelte van een in de tarieventabel genoemde eenheid als een volle eenheid aangemerkt.

Artikel 6 Belastingjaar

  • 1. Met betrekking tot de rechten die per jaar worden geheven is het belastingjaar gelijk aan het kalenderjaar.

  • 2. Met betrekking tot de rechten genoemd in artikel 6 en 9.3 van de tarieventabel is het belastingtijdvak gelijk aan de periode waarvoor wordt afgekocht.

Artikel 7 Wijze van heffing

  • 1. De grafrechten en onderhoudsbijdrage begraafplaats, bedoeld in artikel 6 en 10 van de tarieventabel, worden geheven bij wege van aanslag.

  • 2. Andere rechten als die bedoeld in artikel 6 en 10 van de tarieventabel, worden geheven door middel van een gedagtekende schriftelijke kennisgeving waarop het gevorderde bedrag is vermeld. Het gevorderde bedrag wordt door toezending of uitreiking van de schriftelijke kennisgeving aan de belastingschuldige bekend gemaakt.

Artikel 8 Ontstaan van de belastingschuld en heffing naar tijdsgelang voor de jaarlijks verschuldigde rechten

  • 1. De grafrechten en onderhoudsbijdrage gegraafplaats, als bedoeld in artikel 6 en 10 van de tarieventabel zijn verschuldigd bij de aanvang van het belastingtijdvak of, zo dit later is, bij de aanvang van de belastingplicht.

  • 2. Indien de belastingplicht in de loop van het belastingtijdvak aanvangt zijn de rechten bedoeld in artikel 6 en 10 van de tarieventabel verschuldigd voor zoveel twaalfde gedeelten van de voor dat jaar verschuldigde rechten als er in dat jaar, na de aan-vang van de belastingplicht, nog volle kalendermaanden overblijven.

  • 3. Indien de belastingplicht in de loop van het belastingtijdvak eindigt, bestaat geen aan-spraak op ontheffing voor de rechten bedoeld in artikel 6 en 10 van de tarieventabel.

Artikel 9 Ontstaan van de belastingschuld voor de overige rechten

Andere rechten dan die bedoeld in artikel 6 en 10 van de tarieventabel zijn verschuldigd bij de aanvang van de dienstverlening of bij de aanvang van het gebruik van de bezittingen, werken of inrichtingen.

Artikel 10 Termijnen van betaling

  • 1. Bij wege van aanslag geheven rechten moeten ineens en binnen twee maanden na dagtekening van het aanslagbiljet worden voldaan.

  • 2. Op andere wijze geheven rechten moeten worden voldaan binnen dertig dagen na dagtekening van de kennisgeving.

Artikel 11 Kwijtschelding

Bij de invordering van de lijkbezorgingsrechten wordt geen kwijtschelding verleend.

Artikel 12 Nadere regels door het college van burgemeester en wethouders

Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en de invordering van de rechten.

Artikel 13 Inwerkingtreding en citeertitel

  • 1.

    De "Verordening lijkbezorgingsrechten 2011" van 4 november 2010 wordt ingetrokken met ingang van de in het derde lid genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan

  • 2.

    Deze verordening treedt in werking met ingang van de achtste dag na die van de bekendmaking.

  • 3.

    De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2012.

  • 4.

    Deze verordening wordt aangehaald als de “Verordening lijkbezorgingsrechten 2012”

Ondertekening

Aldus vastgesteld in de openbare raadsvergadering van 1 december 2011
De voorzitter,
De griffier,