Bezoldigingsregeling gemeente Diemen 2013

Geldend van 01-04-2013 t/m heden met terugwerkende kracht vanaf 01-04-2013

Intitulé

Bezoldigingsregeling gemeente Diemen 2013

Burgemeester en wethouders van de gemeente Diemen;

Overwegende, dat de Ondernemingsraad op grond van artikel 25 van de Wet op de Ondernemingsraden een positief advies heeft uitgebracht;

dat met de commissie voor georganiseerd overleg overeenstemming is bereikt als bedoeld in artikel 12:2:1 van de Collectieve arbeidsvoorwaardenregeling;

gelet op het bepaalde in artikel 160 van de Gemeentewet, artikel 125 van de Ambtenarenwet

en artikel 3:1 van de Collectieve arbeidsvoorwaardenregeling;

BESLUITEN:

vast te stellen de navolgende Bezoldigingsregeling gemeente Diemen.

Begripsbepalingen

Artikel 1

In deze regeling wordt verstaan onder:

  • a.

    medewerker:

    • 1.

      de ambtenaar in de zin van de Collectieve arbeidsvoorwaardenregeling.

    • 2.

      de werknemer als bedoeld in artikel 2:5 van de Collectieve arbeidsvoorwaardenregeling.

  • b.

    salaris:

het salaris, als bedoeld in artikel 3:1, tweede lid onder b, van de Collectieve arbeidsvoorwaardenregeling.

c.uurloon:

het uurloon als bedoeld in artikel 1:1, eerste lid onder o, van de Collectieve arbeidsvoorwaardenregeling.

d.salarisschaal:

de schaal als bedoeld in artikel 3:1, tweede lid onder a, van de Collectieve arbeidsvoorwaardenregeling, opgenomen in bijlage IIa van die regeling.

  • e.

    functionele salarisschaal:

    de salarisschaal waarin de functie waarop de medewerker is geplaatst op grond van functiewaardering.

  • f.

    aanloop salarisschaal:

    de salarisschaal direct voorafgaand aan de functionele schaal.

  • g.

    maximumsalaris:

    het hoogste bedrag van een salarisschaal.

  • h.

    bezoldiging:

de bezoldiging als bedoeld in artikel 3:1, tweede lid onder c, van de Collectieve arbeidsvoorwaardenregeling.

  • i.

    betrekking:

    de betrekking als bedoeld in artikel 1:1, eerste lid onder b, van de Collectieve arbeidsvoorwaardenregeling.

  • j.

    volledige betrekking:

de volledige betrekking als bedoeld in artikel 1:1, eerste lid onder k, van de Collectieve arbeidsvoorwaardenregeling.

k.conversie:

de vertaling van de op basis van functiewaardering gevonden rangorde naar salarisschalen.

l.overwerk:

het overwerk als bedoeld in artikel 1:1, eerste lid onder l, van de Collectieve arbeidsvoorwaardenregeling.

m.toelage:

het bedrag dat regelmatig boven het normale salaris wordt uitgekeerd als tegemoetkoming aan bijzondere eisen of omstandigheden die aan een betrekking verbonden zijn.

Salaris

Artikel 2

  • 1. Het recht op salaris begint op de dag waarop de aanstelling van de medewerker ingaat. Indien in het aanstellingsbesluit geen datum van ingang is vermeld, begint het recht op salaris op de dag waarop de medewerker feitelijk in dienst is getreden.

  • 2. Het recht op salaris eindigt, in geval van ontslag, met ingang van de dag waarop het ontslag ingaat.

  • 3. Het salaris wordt betaalbaar gesteld op de 15de van elke kalendermaand, tenzij de 15de valt op een zaterdag, een zondag of een erkende feestdag. In dat geval vindt betaalbaarstelling plaats op de laatste werkdag voorafgaande aan de 15de van de betreffende kalendermaand.

    Gebroken tijdvakken

    Artikel 3

    Wanneer het salaris of een toelage moet worden berekend over een gedeelte van een maand, wordt het bedrag per dag vastgesteld door het maandbedrag te delen door het aantal kalenderdagen van die betreffende maand.

    Onvolledige betrekking

Artikel 4

Het salaris van de medewerker met een onvolledige betrekking wordt vastgesteld op een evenredig deel van het salaris dat voor hem zou gelden bij een volledige betrekking.

Salarisbedragen

Artikel 5

Het salaris van de medewerker van wie het salaris niet bij of op grond van de wet is geregeld, worden vastgesteld op de bedragen volgens de schaalindeling zoals opgenomen in bijlage IIa van de Collectieve arbeidsvoorwaardenregeling.

Artikel 5a

Het salaris van de functie van gemeentesecretaris wordt door het college vastgesteld op één salarisschaal –als bedoeld in bijlage IIa van de Collectieve arbeidsvoorwaardenregeling- hoger dan de op grond van functiewaardering hoogst ingedeelde functie als bedoeld in artikel 6, tweede en derde lid van deze verordening.

Artikel 6

  • 1. De toepassing van bijlage IIa van de Collectieve arbeidsvoorwaardenregeling vindt plaats conform wat is bepaald in artikel 3:1, derde tot en met vijfde lid, van de Collectieve arbeidsvoorwaardenregeling.

  • 2. Burgemeester en wethouders stellen nadere regels voor de uitvoering van een functiewaarderingsonderzoek en de daarbij te gebruiken methode.

  • 3. Burgemeester en wethouders bepalen met inachtneming van de resultaten van een functiewaarderingsonderzoek en aan de hand van de daartoe vastgestelde conversietabel de voor de medewerker geldende salarisschaal, tenzij de geschiktheid of de bekwaamheid zich daartegen verzet.

  • 4. De mate en wijze van functievervulling en ook de bekwaamheid en geschiktheid van de medewerker worden bij het bepaalde in het vorige lid mede gebruikt als criteria voor de vaststelling van het salaris van de medewerker.

  • 5. De medewerker wordt aangesteld in de functionele salarisschaal of in de aanloop salarisschaal aan de hand van opleiding en ervaring.

  • 6. Anders dan bij het aanvaarden van passende of gangbare arbeid, dan wel bij wijze van disciplinaire straf, als bedoeld in de Collectieve arbeidsvoorwaardenregeling, kan zonder voorafgaand ontslag van een medewerker voor deze geen salarisschaal gaan gelden met een lager maximumsalaris dan dat van de reeds voor hem geldende salarisschaal.

    Periodieke verhoging van het salaris

Artikel 7

  • 1. Het salaris van de medewerker die, blijkend uit een daartoe uitgevoerde beoordeling op grond van de regeling Beoordelingsgesprekken, voldoende functioneert, wordt binnen de voor de medewerker geldende salarisschaal periodiek verhoogd tot het naasthogere bedrag, tot het maximum van de voor de medewerker geldende salarisschaal is bereikt.

  • 2. De periodieke verhogingen worden toegekend aan de medewerker die het maximumsalaris van de voor hem geldende salarisschaal nog niet heeft bereikt, voor de eerste maal met ingang van de eerste dag van de maand waarin sedert zijn aanstelling een jaar is verstreken en nadien telkens na een jaar.

  • 3. Als een ambtenaar op een andere functie wordt geplaatst en tegelijkertijd wordt bevorderd naar een hogere salarisschaal, dan wordt een periodieke verhoging toegekend met ingang van de eerste dag van de maand waarin sedert zijn plaatsing een jaar is verstreken en nadien telkens na een jaar.

  • 4. Het tijdstip waarop ingevolge het tweede en derde lid van dit artikel voor de eerste maal een periodieke verhoging wordt toegekend, kan worden vervroegd indien daartoe naar het oordeel van burgemeester en wethouders aanleiding bestaat.

    Extra periodieke verhoging van het salaris

Artikel 8

  • 1.

    Aan de medewerker die het maximumsalaris van de voor hem geldende salarisschaal nog niet heeft bereikt, kan een extra periodieke salarisverhoging tot een in de salarisschaal genoemd bedrag, niet uitgaande boven het maximumsalaris, worden toegekend op grond van zeer goede of uitstekende vervulling van de betrekking, blijkend uit een daartoe uitgevoerde beoordeling op grond van de regeling Beoordelingsgesprekken.

  • 2.

    Bij de toepassing van het vorige lid blijft het tijdstip waarop ingevolge artikel 7 een salarisverhoging wordt toegekend onverlet, tenzij anders wordt bepaald.

Geen periodieke verhoging van het salaris

Artikel 9

  • 1. Indien een medewerker onvoldoende functioneert, blijkend uit een daartoe uitgevoerde beoordeling op grond van de regeling Beoordelingsgesprekken, kan worden bepaald dat voor hem de in artikel 7 bedoelde salarisverhoging achterwege wordt gelaten.

  • 2. Nadien kan worden bepaald dat de salarisverhoging, welke met toepassing van het eerste lid achterwege is gelaten, al dan niet met terugwerkende kracht alsnog wordt toegekend.

  • 3. Van een beslissing tot toepassing van het eerste lid wordt de medewerker zo spoedig mogelijk, maar in elk geval voor de datum waarop anders de salarisverhoging zou ingaan, schriftelijk mededeling gedaan, met inachtneming van het daarover bepaalde in de Algemene Wet Bestuursrecht.

    Salaris bij bevordering naar een hogere salarisschaal

Artikel 10

Wanneer de medewerker wordt bevorderd naar een salarisschaal met een hoger maximumsalaris, wordt voor de medewerker, als bedoeld in artikel 3:1, derde lid onder b, van de Collectieve arbeidsvoorwaardenregeling, het salaris in de nieuwe salarisschaal vastgesteld op het eersthogere bedrag in die salarisschaal, waarmee gerealiseerd wordt dat het verschil tussen het oude salaris en het nieuwe salaris van de medewerker ten minste 75% bedraagt van het verschil tussen het bedrag dat de medewerker laatstelijk genoot en het naasthogere bedrag in die oude salarisschaal, dan wel het naastlagere bedrag in die oude salarisschaal, indien het salaris in de oude salarisschaal reeds overeenkwam met het hoogste bedrag uit die salarisschaal.

Instrumenten van flexibele beloning

Gratificatie

Artikel 11

  • 1.

    Indien een medewerker een uitstekende individuele prestatie heeft geleverd, dit ter beoordeling aan burgemeester en wethouders, kan aan de medewerker een gratificatie als bedoeld in artikel 15:1:28 van de Uitwerkingsovereenkomst worden toegekend.

  • 2.

    De hoogte van een gratificatie wordt door burgemeester en wethouders nader vastgesteld.

Tijdelijke persoonlijke toelage

Artikel 12

  • 1. Aan een medewerker kan een tijdelijke persoonlijke toelage worden toegekend.

  • 2. De in het eerste lid bedoelde toelage wordt ingetrokken, indien de gronden waarop de toelage werd toegekend niet meer aanwezig zijn, tenzij burgemeester en wethouders van oordeel zijn dat er omstandigheden aanwezig zijn om de toelage geheel of gedeeltelijk te handhaven.

  • 3. De hoogte van de tijdelijke persoonlijke toelage wordt door burgemeester en wethouders steeds nader bepaald.

Tijdelijke projectleiders toelage

Artikel 13

  • 1. Aan een medewerker kan een tijdelijke projectleiders toelage worden toegekend.

  • 2. De in het eerste lid bedoelde toelage wordt ingetrokken, indien de gronden waarop de toelage werd toegekend niet meer aanwezig zijn, tenzij burgemeester en wethouders van oordeel zijn dat er omstandigheden aanwezig zijn om de toelage geheel of gedeeltelijk te handhaven.

  • 3. De hoogte van de tijdelijke projectleiders toelage wordt door burgemeester en wethouders steeds nader bepaald, maar bedraagt in beginsel 4% dan wel 8% van het salaris van betrokken medewerker.

    Persoonlijke toelage na bereiken maximum van de functionele salarisschaal

Artikel 14

  • 1. Aan een medewerker die het maximum van de voor hem geldende salarisschaal heeft bereikt, kan een persoonlijke toelage als bedoeld in artikel 3:7:8 van de Uitwerkingsovereenkomst worden toegekend, indien betrokkene gedurende meerdere jaren uitstekend heeft gefunctioneerd, dit blijkend uit een beoordeling op grond van de regeling Beoordelingsgesprekken.

  • 2. De in het eerste lid bedoelde toelage bedraagt 5% dan wel 10% van het salaris van betrokken medewerker.

  • 3. De in het eerste lid bedoelde toelage kan worden ingetrokken bij bevordering naar een hogere salarisschaal.

    Tijdelijke arbeidsmarkttoelage

Artikel 15

  • 1.

    Aan de medewerker kan om redenen van werving of behoud een arbeidsmarkttoelage worden toegekend.

  • 2.

    De in het eerste lid bedoelde toelage wordt toegekend voor een tijdvak dat tevoren is vastgesteld, met inachtneming van een maximum van drie jaar.

  • 3.

    De toelage als bedoeld in het eerste lid eindigt op de ingevolge het tweede lid vastgestelde vervaldatum. Wanneer de arbeidsmarktsituatie waarop de toelage is gebaseerd nog steeds bestaat, kan opnieuw een toelage als bedoeld in het eerste lid aan de medewerker worden toegekend.

  • 4.

    De hoogte van de arbeidsmarkttoelage wordt door burgemeester en wethouders steeds nader bepaald.

Persoonlijke salarisschaal

Artikel 16

De medewerker kan in een persoonlijke salarisschaal worden aangesteld op basis van meerdere jaren uitstekend functioneren, dit blijkend uit een beoordeling op grond van de regeling Beoordelingsgesprekken.

Nadere regels instrumenten van flexibele beloning

Artikel 17

Burgemeester en wethouders kunnen nadere regels stellen omtrent de toepassing van instrumenten van flexibele beloning als bedoeld in de artikelen 12 tot en met 16.

Artikel 18

Bij het beëindigen van instrumenten van flexibele beloning als bedoeld in artikelen 11 tot en met 15 wordt geen afbouw toegepast.

Overige toelagen en vergoedingen

Waarnemingstoelage

Artikel 19

Een waarnemingstoelage wordt toegekend conform wat is geregeld in artikel 3:1:2 van deCollectieve arbeidsvoorwaardenregeling.

Overwerkvergoeding

Artikel 20

  • 1. Aan de medewerker voor wie een salarisschaal geldt tot salarisschaal 10 wordt ingeval van overwerk een overwerkvergoeding toegekend conform wat is geregeld in artikel 3:2 van de Collectieve arbeidsvoorwaardenregeling en artikel 3:2:1, eerste en vijfde lid, van de Collectieve arbeidsvoorwaardenregeling.

  • 2. Overwerk verricht door een medewerker in salarisschaal 10 en hoger wordt volledig gecompenseerd hetzij door het toekennen van vrije tijd in gelijke omvang als de extra gewerkte tijd, hetzij door het uitbetalen van de te compenseren uren zonder overwerktoeslag. Het bepaalde in artikel 3:2 van de Collectieve arbeidsvoorwaardenregeling is op een medewerker in salarisschaal 10 en hoger niet van toepassing.

    Toelage onregelmatige dienst

Artikel 21

  • 1.

    Aan de medewerker voor wie een salarisschaal geldt met een lager maximumsalaris dan dat van schaal 11en voor wie de werktijden zijn vastgesteld conform in artikel 3:3 van de Collectieve arbeidsvoorwaardenregeling, wordt een toelage toegekend op grond van artikel 3:3 van de Collectieve arbeidsvoorwaardenregeling.

  • 2.

    De toelage als bedoeld in het eerste lid bedraagt per gewerkt uur een percentage van het voor de medewerker geldende salaris per uur en wel:

  • a.

    20%: voor de uren op maandag tot en met vrijdag tussen 6.00 en 8.00 uur en tussen 18.00 en 22.00 uur;

  • b.

    40%: voor de uren op maandag tot en met zaterdag tussen 0.00 en 6.00 uur en tussen 22.00 en 24.00 uur én voor de uren op zaterdag tussen 6.00 en 22.00 uur;

  • d.

    65%: voor de uren op zondag en op de feestdagen genoemd in artikel 4:2:1, derde lid, van de Uitwerkingsovereenkomst,met dien verstande dat genoemde percentages worden berekend over ten hoogste het salaris per uur, dat is afgeleid van het salaris horende bij het maximumsalaris van salarisschaal 6.

  • 3.

    Voor de in het vorige lid onder a genoemde ochtend- en avonduren wordt de toelage slechts toegekend, indien de arbeid is aangevangen voor 7.00 uur, respectievelijk is beëindigd na 19.00 uur.

  • 4.

    In bijzondere gevallen kan door burgemeester en wethouders een regeling worden getroffen die het bepaalde in de vorige leden aanvult of daarvan afwijkt.

Toelage consignatiedienst

Artikel 22

  • 1. Indien een medewerker zich ingevolge artikel 15:1:10, tweede lid, onder c van de Uitwerkingsovereenkomst buiten de voor zijn betrekking vastgestelde werktijden ter beschikking dient te houden, wordt de medewerker daarvoor een toelage toegekend.

  • 2. De toelage bedraagt per uur van bereikbaarheid en beschikbaarheid buiten het normaal geldende werkrooster een percentage van het salaris per uur, dat is afgeleid van het

    minimumsalaris van salarisschaal 5, vermeerderd met 8 periodieke verhogingen:

  • a. op werkdagen: 10% van dat uurloon voor elk uur van de consignering;

  • b. op zaterdag: 10% van dat uurloon voor elk uur van de consignering.

  • c. op zondag en op de feestdagen genoemd in artikel 4:2:1, derde lid, van de Uitwerkings-

    overeenkomst: 16% van dat uurloon voor elk uur van de consignering.

  • 3. In bijzondere gevallen kan door burgemeester en wethouders een regeling worden getroffen die het bepaalde in dit artikel aanvult of daarvan afwijkt.

    Tarieftoelage

Artikel 23

Indien de werkzaamheden van de medewerker zich noodzakelijkerwijs daartoe lenen, wordt met inachtneming van de door burgemeester en wethouders zo nodig nader te stellen regels, een toeslag toegekend van 6.75% van het salaris.

Discomfort toelage

Artikel 24

  • 1. De medewerker, die zonder voorafgaande aankondiging op het huisadres wordt opgeroepen om werkzaamheden te verrichten, buiten het voor hem geldend arbeidspatroon of werkrooster, heeft recht op een vergoeding ter compensatie van het daardoor veroorzaakte discomfort.

  • 2. De hoogte van de vergoeding ter compensatie wordt nader door burgemeester en wethouders vastgesteld.

    Beschikbaarheidtoelage

Artikel 25

  • 1.

    De medewerker die zich beschikbaar moet houden voor werkzaamheden als bedoeld in artikel 15:1:11 van de Uitwerkingsovereenkomst heeft recht op een toelage.

  • 2.

    De hoogte van deze toelage wordt door burgemeester en wethouders steeds nader bepaald aan de hand van de aard en de frequentie van de opgelegde verplichting tot beschikbaarheid.

Overige bepalingen

Artikel 26

  • 1. De door de medewerker ingediende declaraties op grond van het bepaalde in de artikelen 20 en 24 en ook de Reiskostenregeling worden betaalbaar gesteld in de kalendermaand waarin zij binnen de eerste vijf werkdagen van die kalendermaand rechtsgeldig zijn ingediend.

  • 2. Indien de declaratie als bedoeld in het eerste lid van dit artikel rechtsgeldig wordt ingediend na de vijfde werkdag van die kalendermaand, dan vindt betaalbaarstelling plaats in de daarop volgende kalendermaand.

  • 3. Het is de medewerker niet toegestaan declaraties op te sparen, tenzij naar het oordeel van burgemeester en wethouders daartoe uitzonderlijke omstandigheden bestonden.

Artikel 27

  • 1. De betaling van de vakantietoelage vindt plaats bij de salarisbetaling over de maand mei van enig kalenderjaar.

  • 2. De medewerker heeft éénmaal per kalenderjaar recht op een bruto voorschot op de vakantietoelage ter grootte van het in de kalendermaand waarin de aanvraag is ingediend, opgebouwde tegoed aan vakantietoelage.

Artikel 28

Burgemeester en wethouders kunnen voor één of meerdere artikelen nadere uitvoeringsvoorschriften vaststellen.

Overgangsbepaling

Artikel 29

1.De medewerker die is aangesteld in een rang vermeld in bijlage IB van de Bezoldigingsverordening 1987 behoudt deze rang tot dat zijn salaris wijzigt.

Vangnetbepaling

Artikel 30

In alle gevallen waarin deze regeling niet voorziet, dan wel waarin onduidelijkheid of onenigheid

bestaat over de toepassing daarvan, beslissen burgemeester en wethouders.

Citeertitel en Inwerkingtreding

Artikel 31

  • 1.

    Deze regeling wordt aangehaald als de “Bezoldigingsregeling gemeente Diemen 2013”.

  • 2.

    Deze regeling treedt in werking op 1 april 2013.

  • 3.

    Met de inwerkingtreding van deze regeling wordt de Bezoldigingsverordening 2011 ingetrokken.

Ondertekening

Diemen, 26 maart 2013
Burgemeester en wethouders voornoemd,
De secretaris, De burgemeester,
w.g.w.g.