Drank- en horecaverordening Diemen 2014

Geldend van 09-05-2014 t/m heden

Intitulé

Drank- en horecaverordening Diemen 2014

De gemeenteraad van Diemen in vergadering bijeen,

Gelet op de voordracht van het college d.d. 4 februari 2014;

Overwegende dat deze verordening niet eerder in werking treedt dan na afronding van de inspraakprocedure onder het voorbehoud dat deze inspraakprocedure geen zienswijze(n) oplevert;

Gelet op

De artikelen 4 eerste tot en met derde lid en 25d van de Drank- en Horecawet

Besluit

De "Drank- en horecaverordening Diemen 2014" vast te stellen.

Hoofdstuk 1: Begripsbepalingen

Artikel 1.1 Begripsbepaling

  • 1. Voor toepassing van deze verordening wordt verstaan onder:

    • a.

      de wet: Drank- en Horecawet;

    • b.

      paracommerciële inrichting: een inrichting waarin een paracommerciële rechtspersoon in eigen beheer het horecabedrijf exploiteert;

  • 2. Voor toepassing van deze verordening wordt onder overige begrippen in deze verordening verstaan hetgeen de wet daaronder verstaat.

Hoofdstuk 2: Bepalingen voor inrichtingen waarin het horecabedrijf wordt uitgeoefend

Artikel 2.1 Prijsacties horeca

Ter bescherming van de volksgezondheid of in het belang van de openbare orde is het verboden bedrijfsmatig of anders dan om niet alcoholhoudende dranken te verstrekken voor gebruik ter plaatse tegen een prijs die voor een periode van 24 uur of korter lager is dan 60% van de prijs die in de betreffende horecalokaliteit of op het betreffende terras gewoonlijk wordt gevraagd.

Hoofdstuk 3: Aanvullende bepalingen voor paracommerciële inrichtingen

Artikel 3.1 Schenktijden paracommerciële inrichtingen

  • 1. Paracommerciële rechtspersonen verstrekken uitsluitend alcoholhoudende drank tussen 11.00 uur en 24.00 uur

  • 2. Voor zover er bij paracommerciële rechtspersonen als bedoeld in het eerste lid stichtings- of verenigingsactiviteiten plaatsvinden die eindigen na 23.00 uur, is het deze paracommerciële rechtspersonen toegestaan, in aanvulling op de schenktijden genoemd in lid 1, alcoholhoudende drank te verstrekken tot één uur na beëindiging van deze activiteiten.

Artikel 3.2 Bijeenkomsten van persoonlijke aard en bijeenkomsten voor derden

  • 1. In afwijking van het bepaalde in artikel 3.1 kunnen paracommerciële rechtspersonen maximaal viermaal per jaar alcoholhoudende drank verstrekken tijdens bijeenkomsten van persoonlijke aard.

  • 2. In afwijking van het bepaalde in artikel 3.1 kunnen paracommerciële rechtspersonen alcoholhoudende drank verstrekken tijdens bijeenkomsten welke niet van persoonlijke aard zijn en die gericht zijn op personen die niet of niet rechtstreeks bij de activiteiten van de desbetreffende rechtspersoon betrokken zijn, voor zover dit ten gunste is van een charitatieve instelling uit de gemeente Diemen.

  • 3. De paracommerciële rechtspersoon doet uiterlijk 4 weken vóór een bijeenkomst als bedoeld in het eerste en tweede lid hiervan melding aan de burgemeester.

  • 4. Voor zover bijeenkomsten, zoals bedoeld in het eerste lid onder, worden gehouden bij een vereniging, mogen deze slechts worden gehouden ten gunste van een lid van die vereniging.

Hoofdstuk 4: Bepalingen voor detailhandel

(gereserveerd)

Hoofdstuk 5: Overgangs- en slotbepalingen

Artikel 5.1 Inwerkingtreding

Deze verordening treedt in werking na afronding van de inspraakprocedure, mits tegen het concept van deze verordening geen zienswijze(n) is (zijn) ingediend, met ingang van de dag na die van bekendmaking.

Artikel 5.2 Citeertitel

Deze verordening wordt aangehaald als: Drank- en horecaverordening Diemen 2014

Ondertekening

Aldus besloten tijdens de gemeenteraadsvergadering van 20 februari 2014,
De voorzitter,
De griffier,

Toelichting Drank- en horecaverordening Diemen 2014

Algemeen

Deze verordening bevat bepalingen die zijn gebaseerd op de artikelen 4, 25a en 25d van de Drank- en Horecawet (DHW). Veel gemeenten nemen deze bepalingen op in de APV, overeenkomstig het model van de VNG. Omdat de APV voornamelijk de openbare orde reguleert en de bepalingen op grond van de gewijzigde DHW betrekking hebben op alcoholmatiging en het voorkomen van oneerlijke mededinging, is ervoor gekozen om hiervoor een aparte drank- en horecaverordening vast te stellen.

Deze verordening is ingedeeld naar domeinen(horeca, paracommerciële inrichtingen en detailhandel) en niet een indeling volgens de artikelen van de Drank- en Horecawett. Dit sluit beter aan bij de praktijk, waar zaken zich afspelen bij een bepaalde verstrekker in een bepaalde setting. Zo staan alle bepalingen voor een specifieke verstrekker bij elkaar. Om deze reden is bijvoorbeeld ook hoofdstuk 4 “Bepalingen voor detailhandel” gereserveerd.

Bij het opstellen van deze verordening is aangesloten bij de doelen op de beleidsterreinen alcoholmatiging, openbare orde, veiligheid en handhaving. Bij de invulling van de verordenende verplichtingen en bevoegdheden is tevens gekeken naar het beleid van omliggende gemeenten. Dit om te voorkomen dat een waterbedeffect optreedt.

De verordening bevat geen bepaling over het toezicht omdat de bevoegdheid voor het toezicht rechtstreeks voortvloeit uit artikel 41 van de Drank- en Horecawet.

Artikelgewijze toelichting

Hoofdstuk 1: Begripsbepalingen

Artikel 1.1 Begripsbepalingen

In artikel 1.1 van deze verordening is een aantal begripsbepalingen opgenomen.

Eerste lid

Door de begripsbepaling ‘de wet’ kan op diverse plaatsen in deze modelverordening op eenvoudige

wijze verwezen worden naar de Drank- en Horecawet.

Het begrip ‘paracommerciële inrichting’ staat voor alle kantines die door paracommerciële rechtspersonen in eigen beheer worden geëxploiteerd. Paracommerciële rechtspersonen richten zich per definitie primair op activiteiten van recreatieve, sportieve, sociaal-culturele, levensbeschouwelijke of godsdienstige aard. De exploitatie in eigen beheer van de kantine is een nevenactiviteit.

Tweede lid

Voor de niet in het eerste lid genoemde begrippen die in deze modelverordening worden gebruikt

wordt verwezen naar de begripsbepalingen opgenomen in artikel 1 van de Drank- en Horecawet.

Hoofdstuk 2: Bepalingen voor inrichtingen waarin het horecabedrijf wordt uitgeoefend

Artikel 2.1 Prijsacties horeca

Artikel 25d van de Drank- en Horecawet biedt gemeenten de mogelijkheid prijsacties, zoals happy hours, gedeeltelijk te beperken. Happy hours zijn doorgaans afgebakende tijden (enkele uren, één dag in de week) waarop alcohol tegen een gereduceerd tarief wordt aangeboden. In veel gemeenten zijn er uitgaansgelegenheden waar happy hours worden georganiseerd. De maatregel kan – zo bepaalt de Drank- en Horecawet - alleen betrekking hebben op het bedrijfsmatig of anders dan om niet verstrekken van alcoholhoudende dranken voor gebruik ter plaatse tegen een prijs die voor een periode van 24 uur of korter lager is dan 60% van de prijs die in de betreffende horecalokaliteit of op het betreffende terras gewoonlijk wordt gevraagd.

Met artikel 25d van de Drank- en Horecawet kan de gemeente bijvoorbeeld ook prijsacties als ‘2 drankjes voor de prijs van 1’ verbieden. Ook kan men er bepaalde arrangementen mee tegengaan, zoals één avond onbeperkt drinken voor € 15, althans als het onbeperkt drinken gedurende één avond normaal gesproken voor meer dan € 25 wordt aangeboden en er in het kader van een actie tijdelijk een prijs van € 15 wordt gevraagd. De zogenaamde ladies nights (avonden waarop vrouwen gratis mogen drinken) worden met dit artikel ook verboden.

Het in artikel 2.1 van deze verordening opgenomen verbod heeft uitsluitend betrekking op prijsacties in horecalokaliteiten en op terrassen en geldt dus niet voor goedkoop schenken op andere plaatsen, bijvoorbeeld met een artikel 35-ontheffing tijdens bijzondere gelegenheden van zeer tijdelijke aard (evenementen). Het gaat bij dit verbod ook uitdrukkelijk om de korting op de prijs die normaal daar in die horecalokaliteit of op dat terras wordt gevraagd. Dat is in de horeca na te gaan door de actieprijs te vergelijken met de prijs die wordt vermeld op de (op grond van het Besluit prijsaanduiding producten) verplichte prijslijst.

Deze bepaling kan alleen worden ingezet ter bescherming van de volksgezondheid of in het

belang van de openbare orde. In de gemeente Diemen is het aantal meldingen van alcoholgerelateerde overlast laag. Om die reden is er geen reden om in het belang van de openbare orde deze maatregel op te leggen. Tegelijkertijd is ook het alcoholgebruik in Diemen hoger dan elders in de regio. Daarom worden prijsacties in de horeca, gelet op alcoholmatiging, beperkt. Hierbij is eveneens aangesloten bij het beleid van omliggende gemeenten. Dit om te voorkomen dat happy hours en het daarmee gepaard gaande alcoholgebruik zich verplaatsen van deze gemeenten naar Diemen.

Hoofdstuk 3: Aanvullende bepalingen voor paracommerciële inrichtingen

Een paracommerciële rechtspersoon is een rechtspersoon - geen NV of BV zijnde - die zich naast activiteiten van recreatieve, sportieve, sociaal-culturele, educatieve, levensbeschouwelijke of godsdienstige aard richt op de exploitatie in eigen beheer van een horecabedrijf. Hieronder vallen onder meer: sportkantines, dorps- en buurthuizen, kerkelijke centra, studentenverenigingen.

Wanneer een stichting/vereniging ervoor kiest de exploitatie van de kantine te verpachten of in een BV (of NV) onder te brengen is dit hoofdstuk niet van toepassing. Dit geldt eveneens voor verenigingen of stichtingen die zich richten op andere activiteiten dan genoemd in artikel 4 van de Drank- en Horecawet. In deze paragraaf wordt uitvoering gegeven aan artikel 4 van de Drank- en Horecawet waarin aan gemeenten wordt opgelegd in een verordening regels vast te stellen voor paracommerciële inrichtingen. De regels hebben als doel het voorkomen van oneerlijke mededinging en gelden bij het verstrekken van alcoholhoudende drank.

De volgende onderwerpen moeten volgens de wet in elk geval geregeld worden:

  • ·

    de schenktijden voor alcoholhoudende drank;

  • ·

    het schenken van alcoholhoudende drank tijdens bijeenkomsten van persoonlijke aard, zoals bruiloften en partijen;

  • ·

    het schenken van alcoholhoudende dranken tijdens bijeenkomsten gericht op personen die niet of niet rechtstreeks bij de activiteiten van de betreffende rechtspersoon betrokken zijn.

Volgens de memorie van toelichting bij de wijziging van de Drank- en Horecawet mogen de lokale

regels rond paracommercialisme naar de aard van de paracommerciële rechtspersoon verschillend

zijn. Dit betekent dat studentenverenigingen andere regels kunnen worden opgelegd door een

gemeente, dan sportverenigingen of buurthuizen. Wel is uitdrukkelijk opgenomen dat het niet is

toegestaan onderscheid te maken tussen stichtingen en verenigingen uit Nederland en die uit andere

lidstaten, evenals rechtspersonen uit de Europese Economische Ruimte en Zwitserland. De regering

verwacht dat de nieuwe wettelijke eis dat elke gemeente een paracommerciële verordening moet

vaststellen, zal leiden tot een maatschappelijke discussie op gemeentelijk niveau.

De gemeente kan daarbij recht doen aan de verschillen tussen bijvoorbeeld sportverenigingen en

overige paracommerciële instellingen. De regering gaat er vanuit dat gemeenten bij deze afweging

de belangrijke maatschappelijke functie van de verschillende paracommerciële instellingen in acht

neemt en geen onnodige beperkingen zullen opleggen daar waar de mededinging niet in het geding

is en er geen sprake is van onverantwoorde verstrekking van alcohol, met name aan jongeren.

Artikel 3.1 Schenktijden paracommerciële inrichtingen

Dit artikel is gebaseerd op artikel 4 (derde lid onder a) van de Drank- en Horecawet en behandelt de schenktijden in paracommerciële inrichtingen, zowel sportverenigingen als overige paracommerciële instellingen zoals de buurthuizen en kerkelijke instanties. In deze verordening is ervoor gekozen om voor alle inrichtingen hetzelfde schenktijdenregime te hanteren.

Gekozen is voor vaste schenktijden vanwege de duidelijkheid en handhaafbaarheid. Uit gesprek met de sportclubs met een eigen kantine is gebleken dat de sportverenigingen in de gemeente Diemen behoefte hebben aan deze duidelijke vaste schenktijden.

Binnen deze tijden is ook ruimte voor andere verenigingsactiviteiten zoals een feestavond voor vrijwilligers, afscheidsfeest van het bestuur/een bestuurslid, jaarfeest of de afsluiting van het seizoen. Activiteiten zoals een Halloweenfeest of het kijken van het Nederlands elftal (tijdens het WK) vallen hier niet onder.

Bij de activiteiten die na 23.00 uur eindigen, is ervoor gekozen om nog tenminste één uur door te laten schenken. Dit komt in de praktijk weinig voor en bied de sporters die laat hun sportactiviteit eindigen na afloop ook nog de mogelijkheid om één uur in de kantine te blijven.

Artikel 3.2 Bijeenkomsten van persoonlijke aard en bijeenkomsten voor derden

Met bijeenkomsten van persoonlijke aard wordt gedoeld op: bijeenkomsten, waarbij meestal alcoholhoudende drank wordt genuttigd, die geen direct verband houden met de activiteiten van de desbetreffende paracommerciële instelling, zoals bruiloften, feesten, partijen, recepties, jubilea, verjaardagen, bedrijfsfeesten, koffietafels, condoleancebijeenkomsten en dergelijke. Voor zover die bijeenkomsten ook een zakelijk karakter hebben dat direct verband houdt met de activiteiten van de rechtspersoon, zoals het afscheid van de voorzitter van een vereniging, vallen deze niet onder het bereik van deze bepaling.

Onder “bijeenkomsten die gericht zijn op personen die niet of niet rechtstreeks bij de activiteiten van de desbetreffende rechtspersoon betrokken zijn” wordt verstaan: activiteiten die niet verenigingsgebonden zijn en ook geen activiteiten van persoonlijke aard. Dit doet zich voor als een paracommerciële rechtspersoon zijn kantine of een andere ruimte verhuurt aan derden om bijvoorbeeld een feest te geven (voor niet-leden van de vereniging of niet-betrokkenen bij de stichting). In de gemeente Diemen komt het voor dat sportkantines worden verhuurd voor activiteiten van bijvoorbeeld andere stichtingen zoals de Zonnebloem.

De regering gaat er vanuit dat gemeenten bij deze afweging de belangrijke maatschappelijke functie van de verschillende paracommerciële instellingen in acht neemt en geen onnodige beperkingen zal opleggen daar waar de mededinging niet in het geding is en er geen sprake is van onverantwoorde verstrekking van alcohol, met name aan jongeren. Gelet hierop is ervoor gekozen om alcoholverstrekking toe te staan tijdens:

  • ·

    jaarlijks 4 bijeenkomsten van persoonlijke aard zoals feesten en partijen;

  • ·

    een onbeperkt aantal bijeenkomsten van charitatieve instellingen uit Diemen;

  • ·

    geen andere niet verenigingsgebonden activiteiten

Bij een groter aantal treedt oneerlijke mededinging op, is het uitgangspunt. Vanwege dat uitgangspunt is het niet nodig om het openlijk aanprijzen van de toegestane bijeenkomsten te verbieden.

Vanwege de controleerbaarheid is met het derde lid een (zo licht mogelijke) meldplicht opgenomen. Als er geen melding hoeft te worden gedaan is het voor de burgemeester, als wordt geconstateerd dat er een dergelijke bijeenkomst wordt gehouden, immers niet goed na te gaan of er dat jaar al meer van zulke bijeenkomsten zijn geweest en zo ja, hoe veel. Als de instelling een bijeenkomst niet meldt overtreedt zij in ieder geval het bepaalde in het derde lid.

Om de oneerlijke mededinging te beperken, wordt in het vierde lid geregeld dat verenigingen slechts alcoholhoudende drank mogen verstrekken bij bijeenkomsten van persoonlijke aard, voor zover de bijeenkomst wordt gehouden ten gunste van een van de leden. Tevens

Hoofdstuk 4: Bepalingen voor detailhandel

Dit hoofdstuk is gereserveerd voor eventueel toekomstige bepalingen ten aanzien van detailhandel (slijtersbedrijven, supermarkten, etc.).

Hoofdstuk 5: Overgangs- en slotbepalingen

De Wijzigingswet Drank- en Horecawet (terugdringing alcoholgebruik) voorziet reeds in het overgangsrecht. Daarin is bepaald dat voorschriften en beperkingen, verbonden aan vergunningen voor paracommerciële inrichtingen, komen te vervallen op het moment van inwerkingtreding van deze verordening.

Artikel 5.1 Inwerkingtreding

In dit artikel wordt geregeld wanneer de verordening in werking treedt.

Artikel 5.2 Citeertitel

In dit artikel wordt geregeld hoe de verordening wordt aangehaald.