Verordening burgerparticipatie Wmo Diemen 2015

Geldend van 01-01-2015 t/m heden

Intitulé

Verordening burgerparticipatie Wmo Diemen 2015

De raad van de gemeente Diemen,

Overwegende dat artikel 2.1.3 lid 3 van de Wmo 2015 het college van burgemeester en wethouders verplichten de ingezetenen van de gemeente te betrekken bij de voorbereiding van het beleid betreffende maatschappelijke ondersteuning en hen vroegtijdig in de gelegenheid te stellen om zelfstandig voorstellen te doen ten aanzien van de maatschappelijke ontwikkeling op de wijze, voorzien in de krachtens artikel 150 van de Gemeentewet vastgestelde verordening ;

Gelet op :

Artikel 84 en artikel 149 van de Gemeentewet, besluit vast te stellen de volgende:

Verordening burgerparticipatie Wmo gemeente Diemen 2015

Hoofdstuk 1. Definities

Artikel 1: Begripsomschrijvingen

  • a. Burgerparticipatie: Het tijdig betrekken van (lokale) platforms bij de voorbereiding van besluitvorming in het kader van het integrale gemeentelijke Wmo beleid.

  • b. Wmo raad: Raad die wordt samengesteld uit belanghebbenden en organisaties om gestalte te geven aan burgerparticipatie zoals beschreven in artikel 11 en 12 van de Wet Maatschappelijke Ondersteuning.

  • c. College: Het college van burgemeester en wethouders van Diemen.

  • d. Afdeling: De afdeling Samenleving van de gemeente Diemen

  • e. Cliënt: Belanghebbende bij de Wet Maatschappelijke Ondersteuning (Wmo)

  • f. Secretariaat: Niet onder verantwoordelijkheid van het College uitgevoerde werkzaamheden ter ondersteuning van de Wmo raad ondergebracht bij een door het college aan te wijzen onafhankelijke organisatie of persoon.

Hoofdstuk 2. Wmo-raad

Artikel 2: Wmo raad

  • 1. Er is een Wmo raad om gestalte te geven aan de verplichting van het college om burgerparticipatie te organiseren, die is opgenomen in de Wet Maatschappelijke Ondersteuning.

  • 2. De Wmo raad bevordert de totstandkoming van een integraal en evenwichtig beleid met betrekking tot de beleidsterreinen van de Wet Maatschappelijke Ondersteuning en geeft hiertoe gevraagd en ongevraagd advies aan het college.

  • 3. De aspecten van de genoemde terreinen waarop de Wmo raad gehoord wordt zijn voorbereiding, uitvoering en evaluatie van het beleid.

  • 4. De Wmo raad brengt na afloop van een kalenderjaar een jaarverslag uit dat door de secretaris van de raad wordt opgesteld. Hierin zijn tenminste de in het afgelopen jaar gevraagde en ongevraagde adviezen van de Wmo raad opgenomen.

Artikel 3: Samenstelling

  • 1. De Wmo raad bestaat uit:

    • -

      een voorzitter, gekozen uit eigen midden.

    • -

      personen die deskundig zijn op het gebied van en actief betrokken zijn bij de uitvoering van de Wmo (bijvoorbeeld mensen met een Wmo hulpmiddel of Hulp bij het huishouden) welke door de gemeente wordt uitgevoerd.

    • -

      vertegenwoordigers van belangenorganisaties die actief zijn binnen de Wmo.

    • -

      een van de gemeente onafhankelijke secretaris.

  • 2. Leden van de Wmo raad worden geselecteerd, op basis van een selectieprocedure, uit de cliënten van de afdeling Samenleving, personen die deskundig zijn en uit vertegenwoordigers van binnen de gemeente werkzame organisaties die op niet-commerciële basis de belangen behartigen van de Wmo doelgroepen. Zij worden door het college benoemd op voordracht van een voordrachtscommissie .

  • 3. De raad bestaat uit minimaal vijf en maximaal tien leden, die door het college worden benoemd op grond van hun kennis en/of ervaringsdeskundigheid.

  • 4. Het college kan besluiten het maximum aantal zetels van de Wmo raad te wijzigen.

  • 5. De leden van de Wmo raad of de organisaties die zij vertegenwoordigen moeten een direct belang hebben bij het Diemense beleid op het gebied van de Wmo en ze mogen geen lid zijn van andere gemeentelijke commissies, van de gemeenteraad en geen ambtenaar bij de afdeling of werkzaam zijn bij een adviseur van de gemeente op de betreffende beleidsterreinen.

  • 6. De leden van de Wmo raad hebben zitting zonder last of ruggespraak.

Artikel 4: De voorzitter

  • 1. De voorzitter van de Wmo raad wordt schriftelijk én met meerderheid van stemmen gekozen uit eigen midden en benoemd door het college van burgemeester en wethouders.

  • 2. Is er geen voorzitter uit eigen midden beschikbaar dan benoemt het college van burgemeester en wethouders een onafhankelijk voorzitter.

  • 3. De zittingsduur van de voorzitter is behoudens tussentijds aftreden, 4 jaar, doch is éénmaal terstond herbenoembaar (maximale zittingsduur is dus 8 jaar);

  • 4. Hij of zij blijft in functie totdat een nieuwe benoeming heeft plaatsgevonden;

  • 5. Het voorzitterschap eindigt met onmiddellijke ingang op het moment dat betrokkene daar zelf om verzoekt of eindigt indien de Wmo raad daartoe unaniem een gemotiveerd verzoek indient en dit verzoek door het college wordt gehonoreerd.

  • 6. De benoeming ter voorziening in een tussentijdse vacature geschiedt bij voorkeur binnen 2 maanden na het ontstaan van de vacature.

Artikel 5: Het secretariaat

  • 1. Het secretariaat van de Wmo raad wordt vervuld door een door het college aan te wijzen onafhankelijke organisatie of persoon.

  • 2. Bij ontstentenis regelt de Wmo raad zelf de vervanging.

  • 3. Tot de taken van de secretaris behoren in ieder geval:

    • -

      Het in overleg met de voorzitter en beleidsmedewerker Wmo verzorgen van de agenda voor de vergaderingen van de Wmo raad;

    • -

      Het verzorgen van de vastlegging van besluiten van de Wmo raad;

    • -

      Het opstellen van een begroting voor de Wmo raad;

    • -

      Het opstellen van het jaarverslag van de Wmo raad;

    • -

      Het voeren van correspondentie namens de Wmo raad;

    • -

      Het verzorgen van het archief van de Wmo raad;

    • -

      Het in overleg met de voorzitter opstellen en redigeren van de concept-adviezen van de Wmo raad

  • 4. Het college stelt jaarlijks een budget beschikbaar voor het verzorgen van het secretariaat.

Artikel 6: Benoeming en zittingsduur leden Wmo raad

1 Leden en plaatsvervangende leden van de Wmo raad worden benoemd door het college op voordracht van een voordrachtscommissie;

2 De leden en plaatsvervangend leden vanuit de organisaties worden voorgedragen door die organisaties;

3 De voordrachtscommissie bestaat uit de beleidsmedewerker Wmo, de voorzitter van de Wmo raad en een afvaardiging uit de Wmo raad;

4 De zittingsduur van de leden is behoudens tussentijds aftreden, 4 jaar;

5 De leden zijn éénmaal terstond herbenoembaar (maximale zittingsduur is dus 8 jaar). Zij blijven in functie totdat een nieuwe benoeming heeft plaatsgevonden;

6 Het lidmaatschap eindigt met onmiddellijke ingang op het moment dat betrokkene daar zelf schriftelijk om verzoekt of eindigt indien de Wmo raad unaniem daartoe een gemotiveerd verzoek indient en dit verzoek door het college wordt gehonoreerd.

7 De benoeming ter voorziening in een tussentijdse vacature geschiedt bij voorkeur binnen 2 maanden na het ontstaan van de vacature.

Artikel 7: Vergaderingen

  • 1. De Wmo raad vergadert minimaal 1 keer per jaar gezamenlijk met de cliëntenraad Participatiewet en de nader in te stellen jeugdraad.

  • 2. De Wmo raad bepaalt zelf de vergaderorde en de wijze van besluitvorming.

  • 3. De leden ontvangen een vergoeding per jaar.

  • 4. Het bedrag van de vergoeding voor de leden en voor de voorzitter van de Wmo raad voor het bijwonen van vergaderingen wordt door het college vastgesteld .

  • 5. De beleidsmedewerker Wmo zal de vergaderingen van de Wmo raad bijwonen.

  • 6. De vastgestelde notulen van de vergaderingen zijn openbaar.

Artikel 8: Externe deskundigen

  • 1. Het staat de Wmo raad vrij om externe deskundigen te betrekken bij hun vergaderingen.

  • 2. De externe deskundigen, als genoemd in lid 1, komen niet in aanmerking voor een vergoeding als bedoeld in artikel 8, lid 3 van deze verordening.

Hoofdstuk 3. Overige bepalingen

Artikel 9: Taken van het college

  • 1. Onverminderd het bepaalde in de verordening ex artikel 150 van de Gemeentewet en in afdeling 3.4 van de Algemene wet bestuursrecht stelt het college de Wmo-raad in de gelegenheid gehoord te worden over de voorbereiding, de uitvoering en de evaluatie van het Wmo-beleid.

  • 2. Het college legt beleidsvoornemens of ontwerpbesluiten op het gebied van Wmo-beleid tenminste 6 weken van tevoren voor aan de Wmo-raad met het verzoek om schriftelijk advies uit te brengen .

  • 3. Indien het college besluit om af te wijken van een door de Wmo-raad schriftelijk uitgebracht advies dan wordt in een reactie aangegeven op welke gronden van het advies is afgeweken .

  • 4. Tussen de Wmo raad en de betreffende portefeuillehouder vanuit het college wordt minimaal één keer per jaar overleg gevoerd;

  • 5. Het door de gemeente gemaakte verslag van het overleg met de portefeuillehouder wordt binnen 21 dagen na dit overleg aan de Wmo raad toegezonden.

  • 6. De beleidsmedewerker Wmo is contactpersoon voor de Wmo raad.

Artikel 10: Facilitering

  • 1. Het college zorgt er voor dat de Wmo raad kan beschikken over de middelen die noodzakelijk zijn om de in deze verordening geformuleerde taken te kunnen uitvoeren.

  • 2. Het college stelt, gehoord de Wmo raad, de door de gemeente aan de raad te bieden faciliteiten vast .

Artikel 11: Intrekking oude regeling

De verordening burgerparticipatie Wmo gemeente Diemen 2008 wordt ingetrokken per datum van inwerkingtreding van deze verordening.

Artikel 12: Inwerkingtreding en citeertitel.

  • 1.

    Deze verordening kan worden aangehaald als “Verordening burgerparticipatie Wmo gemeente Diemen 2015”;

  • 2.

    Deze verordening treedt in werking op 1 januari 2015.

Ondertekening

Aldus besloten door de raad voornoemd in zijn openbare vergadering van 27 november 2014.
de griffier,
de voorzitter,

Inhoud

Hoofdstuk 1. Definities 3

Artikel 1: Begripsomschrijvingen 3

Hoofdstuk 2. De Wmo raad 3

Artikel 2: Wmo raad 3

Artikel 3: Taken van de Wmo raad 4

Artikel 4: Samenstelling 4

Artikel 5: De voorzitter 4

Artikel 6: Het secretariaat 5

Artikel 7: Benoeming en zittingsduur leden Wmo raad 5

Artikel 8: Vergaderingen 6

Artikel 9: Externe deskundigen 6

Hoofdstuk 3. Overige bepalingen 6

Artikel 10: Taken van het college 6

Artikel 11: Facilitering 6

Artikel 12: Intrekking oude regeling 7

Artikel 13: Aanhaaltitel en inwerkingtreding. 7