Regeling vervallen per 02-04-2019

Gemeentelijke Archiefverordening

Geldend van 28-09-2000 t/m 01-04-2019 met terugwerkende kracht vanaf 01-01-2000

Intitulé

Gemeentelijke Archiefverordening

Opmerkingen m.b.t. de regeling

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

1.Archiefwet 1995

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum

inwerkingtreding

28-09-2000

Terugwerkende kracht t/m

01-01-2000

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

28-09-2000

geen

Kenmerk voorstel

nr. Nr.: 00-74

Gemeentelijke Archiefverordening

Nr.: Nr.: 00-74

Onderwerp:

Vaststelling gemeentelijke Archiefverordening

De raad van de gemeente Diemen;

gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 22 augustus 2000;

gelet op artikelen 30 eerste lid en 31 van de Archiefwet 1995;

b e s l u i t:

Over te gaan tot vaststelling van de navolgende

VERORDENING betreffende de zorg van burgemeester en wethouders voor de archiefbescheiden van de gemeentelijke organen, de aanwijzing van de archiefbewaarplaats en het beheer van de archiefbewaarplaats.

HOOFDSTUK I.

ALGEMENE BEPALINGEN

Artikel 1.

In deze verordening en de daarop berustende voorschriften wordt verstaan onder:

  • a.

    de wet : de Archiefwet 1995;

  • b.

    gemeentelijke organen : de overheidsorganen, bedoeld in artikel 1, onder b, van

de wet, voor zover behorende tot de gemeente;

  • c.

    de archiefbewaarplaats : de door de gemeenteraad overeenkomstig artikel 31 van

    de wet aangewezen archiefbewaarplaats;

  • d.

    beheerder : degene die ingevolge artikel 4 is belast met het beheer

    van de archiefbescheiden van de gemeentelijke

    organen, die nog niet naar de archiefbewaarplaats zijn

overgebracht;

  • e.

    beheerseenheid : een door burgemeester en wethouders als zodanig aan

    te wijzen organisatieonderdeel;

  • f.

    informatiesysteem : systeem van documentatie, procedures, apparatuur en

    programmatuur, met behulp waarvan archiefbescheiden

    kunnen worden vervaardigd, bewerkt, verzonden

ontvangen en geraadpleegd.

HOOFDSTUK II.

DE AANWIJZING VAN DE ARCHIEFBEWAARPLAATS

Artikel 2.

De in artikel 31 van de wet bedoelde archiefbewaarplaats is de bewaarplaats, die zich bevindt in de kelder van het gemeentehuis aan de D.J. den Hartoglaan 1 te Diemen.

HOOFDSTUK III

DE ZORG VAN BURGEMEESTER EN WETHOUDERS VOOR DE

ARCHIEFBESCHEIDEN

Artikel 3.

Burgemeester en wethouders dragen zorg voor het inrichten en in stand houden van een archiefbewaarplaats als bedoeld in artikel 2, alsmede van voldoende en doelmatige archiefruimten.

Artikel 4.

Burgemeester en wethouders dragen zorg voor het aanwijzen van de beheerder.

Artikel 5.

Burgemeester en wethouders dragen zorg voor de aanstelling van voldoende deskundig personeel voor de werkzaamheden verbonden aan het beheer van de gemeentelijke archiefbescheiden en documentaire verzamelingen.

Artikel 6.

  • 1. Burgemeester en wethouders dragen er zorg voor, dat de vervaardiging en de bewaring van de archiefbescheiden geschiedt op zodanige wijze, dat het behoud van deze bescheiden voldoende is gewaarborgd.

  • 2. Het eerste lid is van overeenkomstige toepassing ten aanzien van de vervaardiging van bescheiden bestemd voor een overheidsorgaan of andere belanghebbende, van welke bescheiden redelijkerwijze kan worden aangenomen dat zij voor dezen als archiefbescheiden voor blijvende bewaring in aanmerking komen.

Artikel 7.

Burgemeester en wethouders dragen er zorg voor, dat jaarlijks op de gemeentebegroting voldoende middelen worden geraamd ter bestrijding van de kosten die aan de zorg voor de archiefbescheiden zijn verbonden.

Artikel 8.

Burgemeester en wethouders stellen voor het beheer van de archiefbescheiden van de gemeentelijke organen die nog niet naar de archiefbewaarplaats zijn overgebracht, voorschriften vast (besluit Informatiebeheer gemeente Diemen 2000).

Artikel 9.

Burgemeester en wethouders doen tenminste éénmaal per twee jaar aan de raad verslag omtrent hetgeen zij hebben verricht ter uitvoering van artikel 30 van de wet.

HOOFDSTK IV.

HET BEHEER VAN DE ARCHIEFBEWAARPLAATS.

Artikel 10.

Onder de bevelen van burgemeester en wethouders is de gemeentesecretaris belast met het beheer van de in de archiefbewaarplaats berustende archiefbescheiden en documentaire verzameling.

Artikel 11.

Hij is bevoegd om in de archiefbewaarplaats archiefbescheiden en documentatie op te nemen afkomstig van particuliere organisaties of personen, indien dit voor de kennis van de lokale of regionale geschiedenis van belang kan worden geacht.

Artikel 12.

Voor zover wettelijke voorschriften of voorwaarden bij de opneming in de archiefbewaarplaats gesteld zich daartegen niet verzetten, verricht de gemeentesecretaris desgevraagd onderzoek in de door hem beheerde archiefbescheiden en documentatie verzamelingen ten behoeve van gemeentelijke organen. Hij verstrekt daaruit op hun verzoek gegevens alsmede afbeeldingen, afschriften, uitreksels of bewerkingen, die zo nodig door hem worden gecollationeerd en geauthentiseerd.

Artikel 13.

Voor zover wettelijke voorschriften of voorwaarden bij de opneming in de archiefbewaarplaats gesteld zich daartegen niet verzetten, is de gemeentesecretaris bevoegd ten behoeve van derden onderzoek te doen in de in de archiefbewaarplaats berustende archieven en verzamelingen. Hij verstrekt daaruit aan een ieder die zulks verzoekt afbeeldingen, afschriften, uitreksels of bewerkingen, die zo nodig door hem worden gecollationeerd en geauthentiseerd.

Artikel 14.

De kosten voor het verstrekken van afbeeldingen, afschriften, uitreksels en bewerkingen van of uit archiefbescheiden die berusten in de archiefbewaarplaats alsmede voor onderzoekingen en ander werkzaamheden op verzoek van derden door of vanwege de gemeentesecretaris verricht, worden aan de verzoeker in rekening gebracht volgens een door de gemeenteraad bij verordening vastgesteld tarief. Alvorens de hier bedoelde werkzaamheden een aanvang nemen, wordt de verzoeker van de tarief op de hoogte gesteld.

Artikel 14a.

Burgemeester en wethouders kunnen nadere regels stellen omtrent de raadpleging van de archiefbescheiden en het beheer van de ruimten waarin deze ter beschikking worden gesteld.

HOOFDSTUK V.

TOEZICHT VAN DE GEMEENTESECRETARIS OP HET BEHEER VAN DE

ARCHIEFBESCHEIDEN, WELKE NIET ZIJN OVERGEBRACHT NAAR DE

ARCHIEFBEWAARPLAATS.

Artikel 16.

De gemeentesecretaris ziet erop toe, dat het beheer van de archiefbescheiden van de verschillende beheerseenheden, voor zover hij daarvan zelf geen beheerder is, bescheidt overeenkomstig de bepalingen van de wet en de ter uitvoering daarvan gegeven voorschriften.

Artikel 17.

De gemeentesecretaris is bevoegd zich onder handhaving van zijn verantwoordelijkheid te doen vervangen door een aan hem ondergeschikte ambtenaar die in het bezit is van een diploma archivistiek als bedoeld in artikel 22 van de wet.

Artikel 18.

  • 1. De beheerder verstrekt aan de gemeentesecretaris of aan degene die namens hem met het toezicht is belast, alle bescheiden en inlichten die voor een goede vervulling van zijn taak noodzakelijke zijn en verleent de nodige medewerking om inzicht te verschaffen in de ordening en toegankelijkheid van de archiefbescheiden alsmede in de opzet en werking van hulpmiddelen en systemen waarin archiefbescheiden zijn opgenomen.

  • 2. De gemeentesecretaris en degene die hem in de uitoefening van het toezicht vervangt of bijstaat, hebben met inachtneming van de voorschriften ten aanzien van de beveiliging van geheimen, toegang tot de archiefbescheiden die nog niet naar de archiefbewaarplaats zijn overgebracht en de ruimten waarin deze zich bevinden.

Artikel 19.

De gemeentesecretaris doet van zijn bevindingen bij de uitoefening van het toezicht mededeling aan de beheerder, alsmede, indien hij hiertoe aanleiding vindt, aan burgemeester en wethouders. Hij geeft daarbij aan welke voorzieningen naar zijn mening in het belang van een goed beheer moeten worden getroffen.

Artikel 20.

De beheerder doet aan de gemeentesecretaris tenminste tijdig mededeling van het voornemen om aan burgemeester en wethouders een voorstel te doen tot:

  • a.

    opheffing, samenvoeging of splitsing van een beheerseenheid of overdracht van één of meer taken aan een beheerseenheid, overheidsorgaan of rechtspersoon;

  • b.

    bouw, verbouwing, inrichting, of verandering van inrichting en ingebruikneming van ruimten als archiefruimte;

  • c.

    verandering van de plaats van bewaring van niet naar de archiefbewaarplaats overgebrachte archiefbescheiden;

  • d.

    ontwerp, vervanging, aanschaf of invoering van een informatiesysteem;

  • e.

    voorbereiding, invoering en wijziging van ordeningssystemen.

Artikel 21.

De gemeentesecretaris doet eenmaal per twee jaar aan burgemeester en wethouders verslag betreffende uitvoering van het toezicht.

HOOFDSTUK VI.

SLOTBEPALINGEN.

Artikel 22.

De Archiefverordening der gemeente Diemen, vastgesteld bij raadsbesluit van 26 augustus 1976, nr. 76-58 wordt ingetrokken met ingang van de datum van inwerkingtreding van deze verordening.

Artikel 23.

Deze verordening treedt in werking met ingang van datum vaststelling en werkt terug tot en met 1 januari 2000.

Artikel 24.

De verordening wordt aangehaald als Archiefverordening gemeente Diemen 2000.

Ondertekening

Aldus vastgesteld door de raad voornoemd
in zijn openbare vergadering van
de secretaris, de voorzitter,

MEMORIE VAN TOELICHTING

Deze Archiefverordening sluit aan bij de Archiefwet 1995 (Stb. 276 en 277) en het Archiefbesluit 1995 (Stb. 671), en dient door de gemeenteraad te worden vastgesteld op grond van de in de aanhef genoemde artikelen in de Archiefwet 1995.

Zij bestaat in hoofdzaak uit drie gedeelten, namelijk de regeling voor de zorg die het college van burgemeester en wethouders draag voor de archieven van de gemeentelijke organen, het beheer van de archiefbewaarplaats en het toezicht op het beheer van de archiefbescheiden, die nog niet zijn overgebracht naar de archiefbewaarplaats.

Deze verordening is, evenals wet en besluit, niet allen van toepassing op klassieke, papieren archiefbescheiden, maar ook op moderne, digitale informatiedragers.

Hoofdstuk III bevat een uitwerking van het begrip “zorg”, dat in de Archiefwet 1995 niet wordt gedefinieerd. Wat voldoende en doelmatige archiefruimten zijn (artikel 3), is geregeld in het Archiefbesluit 1995.

Hoofdstuk IV regelt het beheer van de archiefbewaarplaats, dat de wet aan de gemeentesecretaris opdraagt. Hoewel dit model beperkt is tot zaken waarvoor de wet een regeling verlangt, zijn ook documentaire collecties, die in vrijwel alle gemeenten aanwezig zijn, onder de werking van de verordening gebracht. Veelal bevatten deze collecties ook archiefbescheiden en geschiedt het beheer op dezelfde wijze. Het toezicht op het beheer van de archiefbescheiden (Hoofdstuk V), die niet naar een archiefbewaarplaats zijn overgebracht, wordt in de Archiefwet 1995 bij de secretaris gelegd, indien geen archivaris is benoemd. Met name in organisaties met meerder beheerseenheden is het nuttig hem met dit toezicht te belasten. Na overbrenging van de archiefbescheiden naar de archiefbewaarplaats wordt hij immers als beheerder van de archiefbewaarplaats verantwoordelijk voor de archiefbescheiden. In alle gevallen - met name ten aanzien van digitale archiefbescheiden – is het dan nuttig, dat hij in een eerder stadium door middel van dit toezicht kan waarborgen, dat de archiefbescheiden in goede, geordende en toegankelijke staat in de archiefbewaarplaats kunnen worden opgenomen.

ARTIKELSGEWIJZE TOELICHTING

Artikel 1.

Begripsbepalingen zijn allen uit de wet overgenomen als daaraan in deze verordening een meer specifieke betekenis moest worden toegekend.

Artikel 2.

De aanwijzing van een archiefbewaarplaats geschiedde voorheen veelal bij afzonderlijk besluit.

Artikel 3.

Een miniseriële regeling stelt op grond van artikel 13, vier lid, van het Archiefbesluit 1995 vast, aan welke bouwkundige en inrichtingseisen de archiefbewaarplaats en de archiefruimten moeten voldoen. Artikel 13, vier lid, zal op een nader bij Koninklijk Besluit te bepalen tijdstip in werking treden (artikel 24, tweed lid, van het Archiefbesluit 1995).

Artikel 4.

De aanwijzing van de beheerder is opgenomen in de op grond van artikel 8 te stellen voorschriften: het hierna opgenomen Besluit Informatiebeheer.

Artikel 6.

Een ministeriële regeling stelt op grond van artikel 11, tweede lid, van het Archiefbesluit 1995 nadere regels omtrent de kwaliteit van en de procedures rond het materiële behoud van de daarvoor in aanmerking komende archiefbescheiden. Artikel 11, tweede lid, zal op een nader bij Koninklijk Besluit te bepalen tijdstip in werking treden (artikel 24, tweede lid, van het Archiefbesluit 1995). Zodra dat gebeurt, kan het eerste lid van artikel 6 vervallen, waarbij het tweede lid als enige overblijft. Artikel 11 van het Archiefbesluit 1995 kent de in dit artikel bedoelde verplichting namelijk slechts ten behoeve van de interne stukken. Uit overwegingen van behoorlijk bestuur en ter besparing van conserveringskosten voor de overheid als geheel achten wij dit onjuist. De gemeente heeft als ontvanger van door andere overheden opgemaakte stukken daarvan zelf ook profijt.

Artikel 8.

De bedoelde voorschriften zijn opgenomen in het Besluit Informatiebeheer. Voor het beheer van de naar de archiefbewaarplaats overgebrachte archiefbescheiden worden de voorschriften gegeven in de Archiefverordening gemeente Diemen 2000, omdat de gemeenteraad ook de gemeentesecretaris aanstelt.

Artikel 9, artikel 15 en artikel 21.

Binnen één zittingsperiode verneemt de gemeenteraad aldus tenminste tweemaal wat er op het gebied van de archiefzorg, het archiefbeheer en het toezicht daarop heeft plaatsgevonden.

Artikel 10.

De wet draagt de gemeentesecretaris het beheer van de archiefbewaarplaats op, maar schept geen regeling ten aanzien van documentaire verzamelingen. Dit artikel draagt het beheer van uit cultureel historisch oogpunt gevormde documentaire verzamelingen eveneens op aan de gemeentesecretaris.

Artikel 13.

De wet verschaft een ieder het recht van of uitarchiefbescheiden, die in ene archiefbewaarplaats berusten, afbeeldingen, afschriften, uitreksels en bewerkingen te maken of op zijn kosten te doen maken. Deze verordening regelt complementair, dat de gemeentesecretaris in dit verband de nodige dienstverlening kan verrichten.

Artikel 14a.

Dit artikel bedoelt de juridische basis te zijn voor een bezoekersreglement voor het gebruik van de studiezaal.

Artikel 18.

De ontwikkelingen op het gebied van de moderne informatietechnologie hebben in de wet geleid tot een gewijzigde definitie van de term “archiefbescheiden”. De wetgever heeft, binnen de formele betekenis van het begrip archiefbescheiden, bedoeld onder deze term alle op enigerlei wijze vastgelegde informatie te begrijpen inclusief die welke slechts via informatietechnologie opgevraagd kan worden.

Ondanks de ruimere betekenis van “archiefbescheiden”kan de materie veelal met de traditionele bepalingen worden geregeld, zij het dat sommige begrippen een andere, ruimere inhoud hebben gekregen. Dat heeft onder ander gevolgen voor een term als “beheer”. Zo zal het voor het toezicht op het beheer van machine leesbare gegevensbestanden niet meer voldoende zijn dat toegang tot de ruimte is verzekerd. De formulering betreffende de noodzakelijke medewerking is ontleend aan artikelen 52 van de Algemene wet inzake rijksbelastingen en 45 van de Wet persoonsregistraties. Artikel 17 van het Archiefbesluit 1995 regelt op overeenkomstige wijze het door de algemene rijksarchivaris uit te oefenen toezicht op de rijks- en andere overheidsorganen.

Artikel 20.

Slecht die aspecten van de uitoefening van het archiefbeheer zijn hier vermeld, die bij constatering achteraf tot onevenredig hoge kosten zouden kunnen leiden, of die ernstige schade voor het behoud dan wel de openbaarheid van de archiefbescheiden en de rechtszekerheid van de burger tot gevolg zouden hebben.