Beoordelingsbesluit 2010

Geldend van 01-01-2010 t/m heden

Intitulé

Beoordelingsbesluit 2010

Opmerkingen m.b.t. de regeling

Deze regeling vervangt het Beoordelingsbesluit 2005

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

1.CAR-UWO

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum

inwerkingtreding

01-01-2010

Terugwerkende kracht t/m

Betreft

Nieuwe regeling

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

17-11-2009

Intranet, 23-11-2009

Kenmerk voorstel

nr.

Beoordelingsbesluit 2010

Burgemeester en wethouders van de gemeente Diemen;

gelet op het bepaalde in artikel 15:1:15 van de Collectieve Arbeidsvoorwaardenregeling/Uitwerkingsovereenkomst;

gelet op het bepaalde in de regeling Adviescommissie Bezwaarschriften Rechtspositie;

gelet op de verkregen instemming van de Ondernemingsraad op grond van artikel 27 van de Wet op de ondernemingsraden;

b e s l u i t e n:

vast te stellen het Beoordelingsbesluit 2010.

Artikel 1

In dit besluit wordt verstaan onder:

  • a.

    ambtenaar: degene die in vaste dienst is of in tijdelijke dienst is voor een periode van minimaal 12 maanden op grond van de Collectieve arbeidsvoorwaardenregeling;

  • b.

    eerste beoordelaar: de gemeentesecretaris, de adjunct-gemeentesecretaris of de manager van de afdeling waarvan de te beoordelen ambtenaar deel uitmaakt;

  • c.

    tweede beoordelaar: de naasthogere leidinggevende van de te beoordelen ambtenaar;

  • d.

    coördinator/opzichter: degene die binnen een afdeling belast is met de dagelijkse aansturing, anders dan als beoordelaar, over een groep ambtenaren;

  • e.

    beoordelingsadviseur: de door burgemeester en wethouders aangewezen managementadviseur Personeel en Organisatie, die beoordelaars en beoordeelden ter zijde staat en van advies dient in de beoordelingsprocedure;

  • f.

    het beoordelingsformulier: het door burgemeester en wethouders vastgestelde modelformulier, waarop de beoordeling moet worden vastgelegd;

  • g.

    competentieprofiel: het samenstel van competenties welke voor het vervullen van de functie door de ambtenaar noodzakelijk zijn;

  • h.

    functie: het samenstel van de door de ambtenaar te verrichten werkzaamheden.

Artikel 2

  • 1. over de ambtenaar wordt in beginsel één maal in de drie jaren een beoordeling van het functioneren gemaakt, tenzij het dienstbelang een hogere frequentie vereist;

  • 2. in afwijking van het bepaalde in het eerste lid, wordt van een ambtenaar die in tijdelijk dienst is benoemd na indiensttreding ook na 4 maanden en na 9 maanden een beoordeling gemaakt;

  • 3. het bepaalde in tweede lid geldt eveneens ten aanzien van de ambtenaar die met een nieuwe functie is belast;

  • 4. de beoordeling wordt vastgesteld op het beoordelingsformulier.

Artikel 3

  • 1. de beoordeling van een ambtenaar wordt -voor zover mogelijk- opgemaakt door een eerste en een tweede beoordelaar. Indien van toepassing, dient de eerste beoordelaar over de beoordeling van de ambtenaar, overleg te plegen met de coördinator/opzichter van de ambtenaar, waarbij deze optreedt als informant van de beoordelaar;

  • 2. in gevallen waarin over de beoordeling van een ambtenaar geen overeenstemming tussen de twee beoordelaars wordt bereikt, beslist de gemeentesecretaris nadat hij beide beoordelaars heeft gehoord;

  • 3. in gevallen waarin de gemeentesecretaris optreedt als eerste of als tweede beoordelaar en waarin over de beoordeling van de ambtenaar geen overeenstemming tussen de twee beoordelaars wordt bereikt, beslist een niet betrokken loco-secretaris nadat deze beide beoordelaars heeft gehoord;

  • 4. de beoordeling wordt nadat deze is opgemaakt uitgereikt aan de beoordeelde.

Artikel 5

  • 1. aan de beoordeling dient op de genoemde gezichtspunten een oordeel te worden verbonden, uitgedrukt in de scores 1 tot en met 5

  • 2. de in het eerste lid aangeduide waarderingsniveaus dienen op onderstaande wijze te worden geïnterpreteerd:

  • 1. voldoet structureel niet aan wat wordt verwacht.

  • 2. voldoet (nog) niet geheel aan wat wordt verwacht.

  • 3. voldoet aan wat wordt verwacht.

  • 4. presteert incidenteel meer dan wordt verwacht.

  • 5. presteert structureel meer dan wordt verwacht.

Artikel 6

  • 1. binnen maximaal twee weken, maar niet eerder dan na één week, nadat de beoordeling is uitgereikt wordt de beoordeling met beoordeelde besproken. Dit gesprek wordt gevoerd door de eerste beoordelaar;

  • 2. als de beoordeelde zich kan verenigen met de inhoud van de beoordeling, tekent hij het beoordelingsformulier voor akkoord;

  • 3. als de beoordeelde in de beoordeling wijzigingen voorstelt, waarmee de eerste en de tweede beoordelaar zich kunnen verenigen, wordt het beoordelingsformulier dienovereenkomstig aangepast;

  • 4. aan beoordeelde wordt een exemplaar van de definitief vastgestelde beoordeling uitgereikt onder schriftelijke vermelding van de mogelijkheid tot bezwaar;

  • 5. indien de beoordeelde zich niet kan verenigen met de beoordeling en de eerste beoordelaar deze niet overeenkomstig de voorstellen van de beoordeelde meent te kunnen wijzigen, wordt het gesprek beëindigd en zal binnen een termijn van drie weken opnieuw een gesprek over de beoordeling plaatsvinden in aanwezigheid van de beoordelingsadviseur;

  • 6. de beoordelingsadviseur draagt er zorg voor dat de mening van beide partijen tijdens het tweede gesprek aan de orde komt en maakt daar een verslag van. Dit verslag wordt toegevoegd aan het beoordelingsformulier;

  • 7. indien de beoordeelde zich ook na het tweede gesprek als bedoeld in het zesde en het zevende lid van dit artikel niet kan verenigen met de beoordeling en de eerste beoordelaar deze niet overeenkomstig de voorstellen van de beoordeelde meent te kunnen wijzigen, tekent de beoordeelde het beoordelingsformulier voor gezien;

  • 8. de gemeentesecretaris of zijn vervanger stelt de beoordeling namens burgemeester en wethouders vast;

  • 10. aan beoordeelde wordt een exemplaar van de definitief vastgestelde beoordeling uitgereikt onder schriftelijke vermelding van de mogelijkheid van bezwaar.

Artikel 7

  • 1. de beoordeelde kan na ontvangst van een afschrift van de vastgestelde beoordeling bij burgemeester en wethouders bezwaar maken tegen de definitief vastgestelde beoordeling, overeenkomstig het bepaalde in de Algemene Wet Bestuursrecht;

  • 2. burgemeester en wethouders nemen eerst een beslissing op het bezwaarschrift van beoordeelde nadat ter zake advies is uitgebracht door de adviescommissie, als bedoeld in de regeling Adviescommissie Bezwaarschriften Rechtspositie.

Artikel 8

  • 1. de opgemaakte en vastgestelde beoordeling en alle andere daarop betrekking hebbende stukken worden stikt vertrouwelijk behandelend en gedurende maximaal vijf jaren opgenomen in het personeelsdossier van beoordeelde tenzij burgemeester en wethouders anders besluiten;

  • 2. de laatst vastgestelde beoordeling maakt altijd deel uit van het personeelsdossier van de ambtenaar.

  • 3. inzage in deze stukken is slechts toegestaan aan de betrokken ambtenaar, de beide beoordelaars, de gemeentesecretaris en zijn vervanger en de medewerk(st)er van de afdeling Bestuurs- en managementondersteuning voor zover ambtshalve daartoe de noodzaak bestaat.

Artikel 9

In gevallen waarin dit besluit niet of niet naar redelijkheid voorziet, beslissing burgemeester en wethouders.

Artikel 10

Het Beoordelingsbesluit 2005 wordt ingetrokken.

Artikel 11

Dit besluit kan worden aangehaald als “Beoordelingsbesluit 2010” en treedt in werking met ingang van 1 januari 2010.

Ondertekening

Diemen, 17 november 2009
Burgemeester en wethouders voornoemd,
de secretaris, de Burgemeester,

Toelichting op artikel 2

:

  • 1.

    indien geen beoordeling van de ambtenaar heeft plaatsgevonden binnen de in artikel 2, eerste lid aangegeven periode, dan wordt het functioneren van de ambtenaar ambtshalve met een voldoende beoordeeld;

  • 2.

    de beoordeling vindt plaats over een termijn van maximaal 12 maanden.