Gedragscode voor ambtenaren van de gemeente Diemen

Geldend van 22-09-2009 t/m heden met terugwerkende kracht vanaf 01-07-2009

Intitulé

Gedragscode voor ambtenaren van de gemeente Diemen

Opmerkingen m.b.t. de regeling

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum

inwerkingtreding

Terugwerkende kracht t/m

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

22-09-2009

01-07-2009

15-09-2009, Intranet 22-09-2009

nr.

Gedragscode voor ambtenaren van de gemeente Diemen

Burgemeester en wethouders van Diemen:

gelet op het bepaalde in artikel 160 van de Gemeentewet;

gelet op het bepaalde in de artikelen 125ter, 125quater en 125quinquies van de Ambtenarenwet;

gelet op het bepaalde in de artikelen 15:1, 15:1A tot en met 15:1G, 15:1:12 en 15:1:22 van de Collectieve arbeidsvoorwaardenregeling;

gelet op het van de Ondernemingsraad desgevraagd verkregen advies;

gelet op de met de commissie van het Georganiseerd Overleg bereikte overeenstemming als bedoeld in artikel 12:2:1 van de Collectieve Arbeidsvoorwaardenregeling;

BESLUITEN:

vast te stellen de navolgende gedragscode voor ambtenaren van de gemeente Diemen.

Gedragscode voor ambtenaren van de gemeente Diemen:

“Zo zijn onze manieren”

1.Goed ambtenaarschap

Je beseft dat je onderdeel bent van de overheid. Je dient het algemeen belang en probeert met jouw handelen het vertrouwen in de overheid te versterken.

Je houdt je aan de wettelijke voorschriften en aan algemeen aanvaarde gedragsregels. Je treedt correct op tegen burgers en bedrijven. Je discrimineert niet en verleent geen voorkeursbehandelingen.

Je voert je werk op een professionele manier uit. Je geeft de ambtelijke leiding en het bestuur juiste, relevante en volledige informatie. Situaties waarin je niet volgens jouw professionele normen kunt werken stel je intern aan de orde.

Je gaat respectvol om met jouw collega’s. Je houdt er rekening mee dat normen en waarden onderling kunnen verschillen. Je bent aanspreekbaar op je gedrag.

Je gaat verantwoord om met middelen van de gemeente (gelden, diensten, goederen, kennis). Je vermijdt het maken van onnodige kosten.

Je draagt verantwoordelijkheid voor eigen handelen. Je kunt de keuzes die je binnen jouw werk maakt verantwoorden.

Je ondersteunt de verantwoordelijkheid van jouw leidinggevende door hem of haar waar nodig te informeren.

2.Vertrouwelijk omgaan met gevoelige informatie

Je gaat binnen en buiten je werk zorgvuldig om met gegevens van burgers, gegevens van bedrijven en instellingen, politiek gevoelige informatie en andere informatie die in handen van buitenstaanders de belangen van de gemeente kan schaden.

Je gaat functioneel om met gevoelige informatie. Je respecteert de privacy van cliënten, zakelijke relaties en collega’s.

Je gebruikt financiële informatie en voorkennis van beleid voor de uitoefening van jouw functie en niet voor andere doeleinden.

Je ‘lekt’ geen vertrouwelijke informatie vanuit de gemeente naar buiten. Je laat niet uit slordigheid buitenstaanders meeluisteren naar een gesprek over het werk of meekijken naar interne stukken.

Je verstrekt geen informatie aan media zonder overleg met het team Communicatie.

Je zorgt ervoor dat stukken met vertrouwelijke gegevens veilig zijn opgeborgen als je de werkplek verlaat en dat jouw computer is afgesloten.

Informatie waarover het bestuur een geheimhoudingsplicht heeft opgelegd houd je geheim.

3.Nevenfuncties en andere privé-activiteiten

Je bent je ervan bewust dat activiteiten die je naast het werk verricht het functioneren van de gemeente op een of andere manier kunnen raken. Voorbeelden van nevenactiviteiten zijn bestuursfuncties, commissariaten, vrijwilligerswerk, een eigen bedrijfje en vennoot- of aandeelhouderschap. Als afwegingscriteria hanteer je in elk geval: is er sprake van belangenverstrengeling, botsing van belangen of mogelijk schade aan het aanzien van het ambt.

Je meldt een (voorgenomen) nevenactiviteit bij je leidinggevende als de activiteit raakvlakken heeft met de functie-uitoefening. Een raakvlak is in elk geval aanwezig als je activiteiten verricht voor een organisatie, instantie of bedrijf dat op een of andere manier banden heeft met de gemeente. Bijvoorbeeld: in jouw functie adviseer je over subsidie op het terrein van welzijn en in je vrije tijd vervul je een adviesfunctie bij een welzijnstichting die door de gemeente gesubsidieerd wordt.

Je meldt activiteiten die (kunnen) leiden tot een botsing of onverenigbaarheid met gemeentelijke belangen waar je in jouw functie mee te maken hebt. Bijvoorbeeld: privé voer je actie tegen de sloop van een gebouw en in je functie ben je betrokken bij besluiten over de bestemming van dit gebouw.

Je meldt een nevenactiviteit ook als deze het risico op schade met zich mee kan brengen voor de organisatie. Zo kan de productiviteit eronder lijden als je in je vrije tijd als barkeeper regelmatig tot laat aan het werk bent. Andere voorbeelden zijn naar de huidige algemeen geldende maatstaven ethisch of politiek ontoelaatbare privé-activiteiten van ambtenaren. Die zouden schade kunnen toebrengen aan het imago of de geloofwaardigheid van de gemeente.

Je realiseert je dat ook het oordeel van de buitenwereld van belang is. Jij kunt de ‘petten’ misschien zonder probleem scheiden, maar als de nevenactiviteit de schijn van belangenverstrengeling wekt, is dit ook schadelijk voor het vertrouwen in de overheid.

Ook financiële belangen in de privé-sfeer (bijvoorbeeld het hebben van aandelen) kunnen een onafhankelijke besluitvorming in de weg staan of de schijn daarvan hebben. Als de organisatie niets weet van jouw financiële belangen, ben je de enige die kan inschatten of dat belang zich verdraagt met de functie-uitoefening. Heb je in je functie een relatie met een bedrijf waar je persoonlijk een financieel belang in hebt, vermijd dan risico’s en bespreek dit met je leidinggevende.

4.Geschenken, aanbiedingen en incidentele vergoedingen

De hoofdregel is dat je geschenken niet accepteert. De gemeente zorgt ervoor dat dit beleid bij externen, zoveel als mogelijk, bekend is. Als je een geschenk ontvangt, dan meld je dit bij je leidinggevende. Het geschenk dient teruggestuurd te worden. Dit geldt ook voor kerstpakketten. Eind november verstuurt de gemeente een mailing aan externen, die bekend zijn vanuit de crediteurenadministratie, om dit expliciet onder de aandacht te brengen.

Geschenken, giften en diensten die je uit hoofde van je functie ontvangt, meld je bij je leidinggevende. Je leidinggevende zorgt ervoor dat het geschenk geregistreerd wordt.

Det geschenk is dan eigendom van de gemeente, waar een gemeentelijke bestemming voor wordt gezocht.

Geschenken die op jouw huisadres worden aangeboden accepteer je niet. Indien een geschenk toch thuis is afgeleverd, meld je dit bij je leidinggevende. Het geschenk wordt alsnog overgedragen aan de gemeente.

Attenties, ‘aardigheidjes’, gadgets mag je aannemen. Denk aan een fles wijn voor een verrichte presentatie, een ceremonieel overhandigd rapport van een bureau of aan bedrijfsattenties, zoals kalenders en pennen. Dergelijke geschenken zijn bedoeld als blijk van waardering en kun je zien als normale beleefdheidsuitingen om iemand te bedanken.

Geschenken die je accepteert meld je bij de leidinggevende. Je meldt ook aangeboden geschenken die je niet hebt geaccepteerd en in het vooruitzicht gestelde geschenken. Bedrijfsattenties, zoals agenda’s, kalenders, pennen, muismatten en hebbedingetjes, hoef je niet te melden.

Aanbiedingen voor privé-werkzaamheden, kortingen op privé-goederen en andere gunsten accepteer je niet.

Je accepteert geen geldbedragen. Als afgesproken is dat een derde betaalt voor jouw verrichtingen, gebeurt dat door middel van een factuur aan de gemeente.

Vanzelfsprekend vraag je nooit gunsten voor jezelf aan derden.

5.Uitnodigingen voor reizen, congressen, evenementen en diners

Je beoordeelt of een uitnodiging relevant is voor de gemeente. Je bespreekt alle uitnodigingen met de leidinggevende.

Je reist niet op kosten van derden. Als deelname aan een reis functioneel is, dan is er sprake van een dienstreis en gelden de algemene regels: er is toestemming nodig van de leidinggevende en de kosten zijn voor de gemeente.

Je neemt je verantwoordelijkheid bij informele contacten met derden, zoals recepties en etentjes waar alcohol wordt geschonken. Zorg dat je ‘nee’ kunt blijven zeggen als het ‘nee’ moet zijn.

Je bent ervoor verantwoordelijk dat de leiding op de hoogte is van het reilen en zeilen binnen je functie-uitoefening. Blijkt achteraf een uitnodiging meer te hebben omvat dan ingeschat, laat dit dan aan je leidinggevende weten.

6.Verantwoord omgaan met gemeentelijke voorzieningen en personeelsregelingen

Je houdt het privé-gebruik van e-mailsysteem, internet, (mobiele) telefoon, kopieerapparaat en dergelijke beperkt. Je zorgt ervoor dat dit de dagelijkse werkzaamheden niet hindert.

Het privé-gebruik van gemeentelijke apparatuur doe je openlijk, zodat je erop kunt worden aangesproken. Je leidinggevende of collega kan een andere opvatting hebben van ‘beperkt gebruik’ dan jij.

Je neemt geen gemeentelijke eigendommen mee naar huis. Het lenen van eigendommen voor privé-gebruik is alleen mogelijk als je daarvoor toestemming van de leidinggevende (namens het college) hebt gekregen.

Je doet geen privé-bestellingen via de gemeente. Je maakt privé geen gebruik van de gemeentelijke creditkaart en ook niet van de passen van groothandels, zoals de Makro, tenzij je toestemming hebt van je leidinggevende.

Je verzendt geen ongefrankeerde privé-post via de postkamer.

Je declareert alleen kosten die je hebt gemaakt. Je maakt eerlijk gebruik van regelingen voor het personeel.

Verantwoord gebruik van gemeentemiddelen betekent ook: eerlijk omgaan met de werktijden en de regels bij ziekteverzuim. Tijdens je pauze klok je uit en daarna weer in.

7. Belangen van familieleden, vrienden en ex-collega’s

Je bent alert op situaties in het werk waarin je met privé-relaties te maken krijgt. Je licht de leidinggevende in over aanvragen en offertes van vrienden, familieleden of bedrijven waarin familie of vrienden werkzaam zijn. Je voorkomt de schijn van vriendjespolitiek en behandelt dergelijke aanvragen niet zelf.

Je bent terughoudend met het geven van adviezen aan bekenden in de privé-sfeer. Je bent bedacht op botsing van belangen.

Inhuur van een ex-collega in de eerste twee jaar nadat hij uit dienst is getreden is niet toegestaan. Bij deze zogenoemde “draaideurconstructie” gaat het om de situatie, dat de voormalig ambtenaar na zijn ontslag, wordt ingehuurd – via bijvoorbeeld een adviesbureau – om werkzaamheden te verrichten. Zowel intern als extern moet elke schijn van belangen-verstrengeling en “vriendjespolitiek” worden vermeden.

Uitzondering op deze regel kan alleen als dit in de ‘ontslagprocedure’ is afgesproken en akkoord is bevonden door het College.

Indien de ex-collega meer dan twee jaar uit dienst is, kan hij wel worden ingehuurd. Uiteraard let je dan goed op het volgen van de juiste procedure van inhuur en aanbesteding, waarbij je de bestaande regelingen van de gemeente hieromtrent hanteert. Je kunt motiveren waarom de inhuur van een ex-ambtenaar als zelfstandige nodig en verantwoord is. Je realiseert je hoe dat kan overkomen op de buitenwereld die geen achtergrondinformatie heeft. Je bespreekt de risico’s met je leidinggevende of diens leidinggevende.

8. Reageren op niet-integere zaken

Je bespreekt twijfels over de integriteit van collega’s zo veel mogelijk met henzelf. Is dit niet mogelijk of leidt dit niet tot resultaat, dan licht je de leidinggevende, of de vertrouwenspersoon, de burgemeester, de portefeuillehouder personeelszaken of een wethouder in.

Je bent ook zelf aanspreekbaar op jouw handelen en uitlatingen. Collega’s en burgers kunnen jouw werkwijze en woorden anders ervaren dan jij bedoelt.

Je meldt een vermoeden van fraude of corruptie bij de leidinggevende, het bestuur of de interne vertrouwenspersoon.

Bij vermoedens van fraude, maar ook bij andere twijfelachtige zaken, kun je gebruikmaken van de Klokkenluidersregeling gemeente Diemen 2008. De gemeente is verplicht om een reactie te geven op deze melding. Wil je dat niet bekend wordt dat jij de misstand aankaart, dan kun je via de interne vertrouwenspersoon een melding doen. Alleen de interne vertrouwenspersoon is dan op de hoogte van jouw identiteit.

9.De leidinggevende draagt het integriteitbeleid uit

Als leidinggevende geef je het goede voorbeeld.

Je bent open over jouw manier van werken. Je bent aanspreekbaar op jouw werkwijze en houding naar medewerkers.

Bij twijfel en vragen over de juiste handelwijze kunnen medewerkers bij jou terecht.

Je bespreekt twijfels en vragen over integriteit in werkverband en stimuleert medewerkers hetzelfde te doen.

Je bent alert op risicogevoelige situaties waarin medewerkers terecht kunnen komen en draagt bij aan hun weerbaarheid daartegen. Je spreekt medewerkers aan op dubieus gedrag, maakt afspraken en treft zonodig maatregelen.

10.De gemeentesecretaris voert de gedragscode uit

De gemeentesecretaris voert namens het college van Burgemeester en wethouders de gedragscode uit en is bevoegd om de voorwaarden te scheppen of maatregelen te nemen die daarvoor noodzakelijk zijn.

Toelichting op ‘Zo zijn onze manieren'

1.Toelichting Goed ambtenaarschap

De term ‘goed ambtenaarschap’ verwijst naar de verplichting zich te gedragen ‘zoals een goed ambtenaar betaamt’. Deze verplichting is neergelegd in artikel 15:1 van de collectieve rechtspositieregeling voor gemeentepersoneel, de CAR-UWO. Het niet nakomen van verplichtingen kan worden beschouwd als plichtsverzuim en bestraft worden.

In dit verband is ook van belang de gemeentelijke regeling over ongewenst gedrag, seksuele intimidatie, agressie, geweld, pesten en discriminatie, namelijk de Regeling klachten ongewenst gedrag gemeente Diemen 2008. Begin 2008 is in dit kader een externe vertrouwenspersoon aangesteld.

2. Toelichting Vertrouwelijk omgaan met gevoelige informatie

Het vertrouwelijk omgaan met gevoelige informatie waarborgt de betrouwbaarheid en geloofwaardigheid van de overheid. De samenleving moet erop kunnen vertrouwen dat een ambtenaar de privacy van burgers respecteert. Ook de privacy als ambtenaar dient door de organisatie gerespecteerd te worden. Daarom gebruikt de overheid informatie alleen voor het doel waarvoor deze verkregen is.

De Ambtenarenwet verplicht de ambtenaar om geheimhouding te bewaren over bepaalde zaken die hij in zijn functie komt te weten (artikel 125a derde lid). De rechtspositie verbiedt oneigenlijk gebruik van kennis die ambtenaren in hun functie hebben opgedaan (artikel 15:1b CAR-UWO). Een voorbeeld daarvan is het doorgeven van informatie over een gemeentelijk budget voor een bouwproject, zodat aanbieders daar in een offerte rekening mee kunnen houden. Bij indiensttreding kan men verplicht worden een geheimhoudingsverklaring te ondertekenen.

3.Toelichting Nevenfuncties en andere privé-activiteiten

Een ambtenaar dient het algemeen belang en werkt onpartijdig. Dat wil zeggen dat geen vermenging optreedt met oneigenlijke belangen en dat ook de schijn van vermenging wordt vermeden. Raakvlakken tussen functionele taken en privé-activiteiten van ambtenaren kunnen leiden tot botsing of verstrengeling van belangen. Daardoor kan een onafhankelijke beoordeling in gevaar komen of kan de schijn daarvan ontstaan. Dergelijke nevenactiviteiten kunnen verboden worden (artikel 15:1e CAR-UWO).

Ambtenaren zijn verplicht om nevenactiviteiten die een raakvlak met hun werk (kunnen) hebben te melden. De meldingen worden door de gemeente geregistreerd. Een voorbeeld is het in de vrije tijd voeren van acties tegen een nieuwe rijksweg, terwijl men als planoloog bij de plannen tot aanleg betrokken is. De begrippen nevenfunctie, nevenwerkzaamheid, nevenactiviteit en privé-activiteit zijn hier op één lijn gesteld. Er wordt geen onderscheid gemaakt tussen betaalde en onbetaalde activiteiten. Veel vormen van vrijetijdsbesteding beïnvloeden het werk bij de gemeente overigens niet. Bijvoorbeeld bestuurlijke activiteiten binnen een politieke partij in een andere gemeente of een bestuursfunctie bij een sportvereniging of in het culturele leven.

Als er geen enkele relatie bestaat met de functie, hoeft de activiteit niet gemeld te worden. Een ambtenaar heeft de vrijheid om te kiezen welke activiteiten hij buiten zijn werk wil verrichten. Daarmee heeft hij dus ook de verantwoordelijkheid om af te wegen of deze activiteit te combineren is met zijn functie bij de gemeente. Dat is niet altijd eenvoudig te beoordelen. Belangenverstrengeling kan zich op allerlei manieren voordoen. Bij de beoordeling van de risico’s van nevenwerkzaamheden kunnen enkele vragen behulpzaam zijn.

  • ·

    Is er verwevenheid met het functionele beleidsterrein?

  • ·

    Bestaat er een risico dat ambtelijke informatie wordt gebruikt?

  • ·

    Kunnen er persoonlijke confrontaties in de functie plaatsvinden?

  • ·

    Hoe is de reputatie van de organisatie, het bedrijf of de branche?

  • ·

    Hoe zal de buitenwereld tegen de combinatie van functies aankijken?

  • ·

    Wat is de tijdbelasting van de nevenwerkzaamheden?

Men moet erop bedacht zijn dat belangen elkaar in de loop van de tijd kunnen gaan raken door verandering in omstandigheden, bijvoorbeeld in de functie, in de relatie tussen gemeente en privé-activiteit of door gemeentelijke herindeling.

Sommige privé-activiteiten hoeven geen relatie te hebben met de inhoud van je werk, maar zitten toch in de gevarenzone. Zo kan een bijbaan in de avonduren en weekeinden zo veel van een ambtenaar vergen dat zijn normale werk er door in het gedrang komt. Maar ook naar de huidige algemeen geldende maatstaven maatschappelijke afkeurenswaardige activiteiten van ambtenaren kunnen schade toebrengen aan ‘het aanzien van het ambt’. Nevenactiviteiten met (mogelijk) schadelijke gevolgen voor de gemeente kunnen verboden worden.

Na melding van de activiteit toetst de organisatie of er voor de gemeente risico’s kunnen kleven aan de privé-activiteiten. In sommige gevallen zullen risico’s ondervangen kunnen worden door afspraken tussen ambtenaar en leidinggevende. Zo’n afspraak kan zijn dat in de functie geen werkzaamheden verricht worden in relatie tot de organisatie of het bedrijf waar men privé bij betrokken is. Is dat niet mogelijk, dan is ook denkbaar dat je (tijdelijk) een geheel andere functie binnen de gemeente gaat uitoefenen. Een afspraak kan ook zijn dat de werkzaamheden als zelfstandige alleen in andere regio’s uitgeoefend worden. Als de risico’s niet te beperken of te ondervangen zijn, dan zal de gemeente de nevenwerkzaamheden (kunnen) verbieden. Een verbod op de (neven)activiteit kan uiteindelijk óók het resultaat van de toetsing zijn.

Het belang van de gemeente gaat niet altijd boven het privé-belang van een ambtenaar. De uitoefening van bepaalde grondrechten heeft voorrang op het belang van de werkgever. Een voorbeeld daarvan is het als burger bezwaar maken tegen een OZB-aanslag door een ambtenaar van de afdeling Belastingen. Zijn werkinhoud mag er niet toe leiden dat hij zijn recht op bezwaar en beroep tegen overheidsbeslissingen niet kan uitoefenen. Wel zal hij op kantoor werk en privé gescheiden moeten houden en kan hij dus niet belast worden met de behandeling van zijn eigen bezwaarschrift.

Nevenactiviteiten kunnen positieve gevolgen hebben voor de functie-uitoefening. Het schrijven van artikelen in een vakblad kan gunstig zijn voor de professionele uitstraling van de gemeente en voor de kennisverdieping van de ambtenaar. Wel moeten er afspraken worden gemaakt over de vraag of op eigen titel dan wel als gemeenteambtenaar wordt gepubliceerd, over de inhoud van de artikelen in relatie tot het politieke beleid, in wiens tijd het werk verricht wordt en of een eventuele beloning behouden mag worden.

Een ambtenaar mag niet als zelfstandige ingehuurd worden door de gemeente waarbij hij in dienst is. De CAR-UWO (artikel 15:1g) verbiedt de ambtenaar direct of indirect werk aan te nemen of diensten/goederen te leveren ten behoeve van de gemeente. Het is dus niet toegestaan om voor een deel van de week als ambtenaar werkzaam te zijn en voor een ander deel in het kader van een eigen bedrijf werkzaamheden uit te voeren voor de gemeente. Dit is alleen mogelijk indien er sprake is van een ontslagsituatie waarbij dergelijke (kortdurende) afspraken worden gemaakt in het kader van een specifieke ontslagregeling.

Voor politieke nevenfuncties, zoals wethouder of raadslid, gelden aparte regels. Men kan bijvoorbeeld niet tegelijkertijd ambtenaar en bestuurder zijn in dezelfde gemeente. Ook geldt er een aparte regeling voor verlof of non-activiteit. Vakbondsactiviteiten nemen een bijzondere plaats in. Er geldt een verlofregeling ten behoeve van vakbondsactiviteiten tijdens werktijd (artikel 6:4:2 CAR-UWO).

De Ambtenarenwet (artikel 125quinquies lid e) bepaalt dat in de rechtspositie geregeld moet worden dat ambtenaren in risicovolle functies verplicht worden hun financiële belangen te melden. Deze meldplicht is vastgelegd in artikel 15:1f CAR-UWO.

4. Toelichting geschenken, aanbiedingen, incidentele vergoedingen

Een ambtenaar handelt onafhankelijk en onpartijdig. Burgers en organisaties worden op gelijke wijze bejegend. Een ambtenaar geeft geen voorkeursbehandelingen en vermijdt ook de schijn daarvan. Het Wetboek van Strafrecht (artikelen 362 en 363) stelt het aannemen van giften, beloften of diensten door een ambtenaar strafbaar als deze hem zijn gegeven met de bedoeling in zijn werk iets te doen of na te laten. De CAR-UWO verbiedt het aannemen van steekpenningen. De CAR-UWO verbiedt ook het verzoeken om en aannemen van geschenken of beloften zonder toestemming van het college (artikel 15:1c).

Gekozen is voor een algemeen verbod op het aannemen van geschenken. Deze regel is helder en duidelijk. Geschenken worden niet op het werk maar ook niet thuis aangenomen. Indien een externe een geschenk aanbiedt, dient dit geschenk te worden teruggeven of teruggestuurd. Dit beleid past bij een overheid die elke schijn van partijdigheid of subjectiviteit wil voorkomen. De gemeente maakt in een mailing aan externen bekend dat geschenken in onze gemeente niet worden aangenomen en worden teruggestuurd. Deze mailing wordt in ieder geval eind november verstuurd in verband met de kerstpakketten of

-geschenken.

Toch worden in de praktijk geschenken aangeboden aan de gemeente of aan een medewerker van de gemeente. De gedragscode geeft aan hoe hier mee om te gaan. Hoofdregel is dat alle geschenken gemeld worden bij de leidinggevende en geregistreerd worden. Een geschenk met een waarde van niet meer dan € 50 mag de medewerker zelf houden. De ontvanger van een geschenk moet bij elk geschenk zijn relatie met de gever afwegen. Dit is een eigen verantwoordelijkheid. Er kunnen namelijk situaties denkbaar zijn dat het niet wenselijk is om een geschenk te ontvangen. Zo is het niet verstandig om een geschenk te accepteren als de gemeente net in de onderhandelingsfase zit met de gever van het geschenk. Ook kan het voorkomen dat externen met regelmaat geschenken aanbieden. In dit geval is er dan geen sprake meer van normaal gebruikelijke omgangsvormen. Onafhankelijkheid, objectiviteit en voorkomen van belangverstrengeling zijn belangrijke toetskaders. Door de registratie van de geschenken bestaat inzicht in de frequentie waarmee externen geschenken aanbieden.

Aardigheidjes, attenties of (goedkoop) reclamemateriaal vallen niet onder de regeling. De ontvanger mag deze zelf houden of aan de afdeling beschikbaar stellen. Registratie is ook niet nodig. Het gaat hier om zaken als pennen, kalenders, snoepjes. Dit geldt ook voor een bos bloemen of een flesje wijn dat overhandigd voor een verrichte prestatie. Bijvoorbeeld na een speech of deelname aan een sprekersforum. Het gaat hier om een normale beleefdheidsuiting.

Meldplicht en registratie

De leidinggevende draagt zorg voor de registratie van geschenken. Hierdoor bestaat zicht op de aard van relaties met derden. De coördinatie van de registratie ligt bij het team Personeel en Organisatie. Deze krijgt de informatie van de leidinggevenden. Jaarlijks wordt verantwoording afgelegd over de ontvangen geschenken door middel van inzage in deze registratie. Openheid over dergelijke zaken draagt bij een integere uitstraling van de organisatie. Bedrijfsattenties, zoals pennen, kalenders, agenda’s en dergelijke hoeven niet gemeld te worden.

5.Toelichting Uitnodigingen voor reizen, congressen, evenementen en diners

De aanwezigheid van medewerkers bij bijeenkomsten en evenementen heeft doorgaans een directe functionele betekenis voor de gemeente: het profileren van een gemeenteonderdeel, het delen van ervaringen, het opdoen van kennis, de mogelijkheid waardevolle contacten te leggen of te onderhouden. Ontbreekt die betekenis, dan wordt de uitnodiging afgeslagen.

Als een ambtenaar wordt uitgenodigd om bijvoorbeeld een presentatie te houden op een symposium moeten er, net als bij nevenactiviteiten, afspraken worden gemaakt over de vraag of dat namens de gemeente dan wel op persoonlijke titel gebeurt en of het tijdens dan wel buiten werktijd plaatsvindt. Voor een lezing op persoonlijke titel onder werktijd moet verlof gevraagd worden. Voor een lezing namens de gemeente mag de ambtenaar geen geldelijke beloning aanvaarden.

Uitnodigingen voor ontspannende activiteiten kunnen tegelijkertijd functioneel zijn. Een etentje ter afsluiting van een goed verlopen project bestendigt de relatie tussen partijen. Wel is een kritische houding noodzakelijk! Overdadige of veelvuldige activiteiten zijn in ieder geval niet de bedoeling. Ook moet vermeden worden dat regelmatig met dezelfde relatie dergelijke activiteiten ondernomen worden. Dit kan een sfeer van verplichtingen scheppen.

Iedere uitnodiging moet met de leidinggevende besproken worden!

Tijdens het onderhandelingsproces is het niet toegestaan om op kosten van een zakelijke relatie te lunchen, te dineren, een voetbalwedstrijd of een golfclinic bij te wonen (of iets dergelijks)! Dit kan eveneens een sfeer van verplichtingen scheppen en wekt bovendien de schijn van partijdigheid.

6.Toelichting Verantwoord omgaan met gemeentelijke voorzieningen en personeelsregelingen

Alle zaken binnen het gemeentehuis worden bekostigd met gemeenschapsgeld. Ze zijn dus bestemd voor gemeentelijke doeleinden. Dat geldt van internetaansluiting tot suikerzakje. In de CAR-UWO (artikel 15:1b) is bepaald dat een ambtenaar zonder toestemming van het college privé geen gebruik mag maken van interne diensten en eigendommen van de gemeente.

In dit verband zijn van belang de gemeentelijke regelingen over e-mail- en internetgebruik, mobiele telefoons, werktijden en het ziekteverzuimprotocol.

7.Toelichting Belangen van familieleden, vrienden en ex-collega’s

De CAR-UWO kent geen bepaling die een ex-ambtenaar verbiedt om tegen beloning werkzaamheden voor de gemeente te verrichten. De Gemeentewet (en de modelcode voor bestuurders) kent wel zo’n verbod voor oud-bestuurders.

Het inhuren van een ex-collega heeft voor de gemeente praktische voordelen, maar ook nadelen. Voormalig ambtenaren kunnen oneigenlijk gebruikmaken van hun kennis en contacten die ze hebben opgedaan in hun ambtelijke functie. Soms worden bij uitdiensttreding van een collega die voor zichzelf begint afspraken gemaakt over toekomstige opdrachten. Deze praktijken zijn concurrentievervalsend en kunnen de geloofwaardigheid en integriteit van de overheid aantasten. Daarom geldt de regel dat een ex-collega de eerste twee jaar na zijn ontslag niet ingehuurd wordt. Dit geldt in principe ook voor de firma waarvoor de ex-collega werkt. Zeker wanneer dit een kleine firma is. Wanneer de firma waarvoor hij werkt echter een grote firma is, waarmee de gemeente bijvoorbeeld veel zaken deed, is het wel mogelijk om hiermee eventueel een overeenkomst te sluiten. Hierbij is het van belang dat de juiste inkoop en/of aanbestedingsregels van de gemeente worden gehanteerd. Laat zien dat deze partij het ook geworden zou zijn, als de ex-collega niet hier werkzaam was.

In de “ Regeling functievervulling gemeente Diemen 2009” zijn de onder 2 tot en met 7 genoemde onderwerpen nader uitgewerkt.

8. Toelichting Reageren op niet-integere zaken

Voor de integriteit van een organisatie is het belangrijk dat medewerkers zich vrij voelen om misstanden intern aan te kaarten. Het begrip ‘misstand’ is breed: het kan gaan om fraude, diefstal van kantoormeubilair, het bevoordelen van vrienden bij het verlenen van een vergunning, het achterhouden van relevante informatie door een wethouder, het door een manager onderhands regelen van vacaturevervulling etc.

Er mag in principe niet ‘gelekt’ worden naar de pers. Vermoedens van misstanden in de organisatie zijn interneaangelegenheden waarmee vertrouwelijk omgegaan moet worden.

Een medewerker die een vermoeden van een misstand wil melden, doet die op basis van de Klokkenluidersregeling . Er zijn echter omstandigheden denkbaar dat het naar buiten brengen van vertrouwelijke informatie door een ambtenaar terecht is, bijvoorbeeld als de organisatie niet adequaat reageert bij een acuut gevaar voor de volksgezondheid.

Een ambtenaar is wettelijk verplicht aangifte te doen als hij kennis heeft van een vermoedelijk ambtsmisdrijf (art. 162 Wetboek van strafvordering). Hij doet dit in overleg met en medeweten van zijn leidinggevende, diens leidinggevende, de interne vertrouwens-persoon en/of de gemeentesecretaris. Het college van Burgemeester en wethouders wordt hiervan op de hoogte gesteld. De organisatie is dan verantwoordelijk voor de contacten met politie en justitie.

Contacten met media over de aangifte en het vermoedelijke ambtsmisdrijf verlopen via het team Communicatie, via het bestuur of volgens de specifieke afspraken die over dat geval gemaakt zijn.

In september 2008 is de Klokkenluidersregeling gemeente Diemen 2008 vastgestelden een interne vertrouwenspersoon integriteit aangewezen. De medewerker, die een vermoeden van een misstand wil aankaarten, kan de interne vertrouwenspersoon integriteit hierover raadplegen.

9.Toelichting De manager draagt het integriteitsbeleid uit

Iedere medewerker is verantwoordelijk voor zijn individuele gedrag. De leidinggevende heeft daarnaast een verantwoordelijkheid voor de omgeving waarin de medewerkers hun werk doen. Een omgeving waarin grote openheid heerst, werkt remmend op ‘gesjoemel’ en ander ongewenst gedrag.

De leidinggevende bevordert de bewustwording van de medewerkers en ondersteunt hen in het omgaan met gevoelige en risicovolle situaties. De leidinggevende maakt ongewenst gedrag van een medewerker bespreekbaar, corrigeert en treft zonodig strafmaatregelen.

10.Toelichting De gemeentesecretaris voert het integriteitsbeleid uit

De gemeentesecretaris is door het college van Burgemeester en wethouders gemandateerd tot het uitvoeren van het integriteitsbeleid.

Inwerkingtreding en citeertitel

  • 1.

    Deze gedragscode kan worden aangehaald als de “Gedragscode voor ambtenaren van de gemeente Diemen 2009 “Zo zijn onze manieren””.

  • 2.

    Deze gedragscode treedt in werking op 1 juli 2009.

Diemen, 15 september 2009

Burgemeester en wethouders voornoemd,

De secretaris, De burgemeester,