Financiële Verordening 2019 gemeente Diemen

Geldend van 01-01-2020 t/m heden met terugwerkende kracht vanaf 01-01-2019

Intitulé

Financiële Verordening 2019 gemeente Diemen

De Gemeenteraad van de gemeente Diemen

Gelezen het voorstel van het college d.d. 19 december 2019;

gelet op artikel 212 van de Gemeentewet.

besluit:

vast te stellen:

de geactualiseerde ‘Financiële Verordening 2019 gemeente Diemen’.

Inleiding

In 2015 heeft de Gemeenteraad van Diemen ex artikel 212 Gemeentewet ofwel de Financiële verordening van de gemeente Diemen voor het laatst vastgesteld.

Door nieuwe ontwikkelingen op het gebied van wet- en regelgeving is dit document inmiddels op een aantal onderdelen achterhaald. Daarnaast blijkt dat een aantal artikelen op basis van nieuwe inzichten binnen de gemeente ook aan herziening toe zijn.

Als uitgangspunt voor deze actualisatie hebben wij modelverordening 2016 van de VNG gebruikt. Om verstarring tijdens het uitvoeren van het gemeentelijk beleid te voorkomen, hebben wij ook dit keer voor gekozen om overregulering in de verordening te vermijden. Zo bevat deze verordening geen uitgebreide beleidsvoorstellen maar verwijst de verordening, waar nodig, naar afzonderlijk op te stellen beleidsnotities. De aanpassingen van de verordening sluiten aan op de huidige werkwijze.

Met deze actualisatie sluiten wij de financiële verordening van de gemeente Diemen weer aan op de wet- en regelgeving en zijn de ‘financiële’ afspraken tussen de Gemeenteraad en het college duidelijk vastgelegd.

1. Inleidende bepalingen

Artikel 1. Definities

In deze verordening wordt verstaan onder:

  • a.

    administratie: het systematisch verzamelen, vastleggen, verwerken en verstrekken van informatie ten behoeve van het besturen, het functioneren en het beheersen van (onderdelen van) de organisatie van de gemeente Diemen en ten behoeve van de verantwoording die daarover moet worden afgelegd.

  • b.

    financieel beheer: het uitoefenen van bestuur over en toezicht op het beheer van middelen en uitoefenen van de rechten van de gemeente.

  • c.

    rechtmatigheid: het in overeenstemming zijn met geldende wet- en regelgeving, waaronder gemeentelijke verordeningen, raadsbesluiten en collegebesluiten voor zover deze collegebesluiten betrekking hebben op een noodzakelijke uitwerking van Europese, Rijks, Provinciale of door de Gemeenteraad vastgestelde regelgeving.

  • d.

    doelmatigheid: het realiseren van bepaalde prestaties met een zo beperkt mogelijke inzet van middelen.

  • e.

    doeltreffendheid: de mate waarin de gewenste prestaties en de beoogde maatschappelijke effecten van het beleid ook daadwerkelijkheid worden behaald.

  • f.

    overheadkosten: alle kosten die samenhangen met de sturing en ondersteuning van de medewerkers in het primaire proces.

  • g.

    taakveld: voorgeschreven rubriek waarop wettelijk gedefinieerde baten en/of lasten in de begroting en jaarstukken worden gebundeld en gerapporteerd.

  • h.

    tolerantie: de door de Gemeenteraad bepaalde toegestane afwijking van begrote mutaties van reserves in de jaarrekening.

2. Begroting en verantwoording

Artikel 2. Planning & Controlcyclus (P&C)

Vóór aanvang van een kalenderjaar biedt het college aan de Gemeenteraad ter kennisname

een overzicht aan met daarin in elk geval:

  • a.

    de data waarop het college van de jaarstukken, de kadernota, de begroting, de meerjarenraming en de tussenrapportages aanbiedt;

  • b.

    de data waarop de Gemeenteraad de jaarstukken, de kadernota, tussentijdse rapportage(s) en de begroting vaststelt.

Artikel 3. Kaders begroting

  • 1. Het college biedt de Gemeenteraad vóór het zomerreces een kadernota aan met de beleidsmatige en financiële kaders/uitgangspunten voor het volgende begrotingsjaar en de drie daar op volgende jaren.

  • 2. De Gemeenteraad stelt de kadernota vast.

Artikel 4. Inrichting begroting en jaarstukken

  • 1. Wijzigingen in de programma- en paragrafenstructuur van de begroting worden in de kadernota ter besluitvorming voorgelegd aan de Gemeenteraad. Bij uitzondering kan dit ook in de begroting plaatsvinden.

  • 2. Bij de begroting worden onder elk van de programma’s het beleid, de lasten en baten weergegeven en bij de jaarstukken worden onder elk van de programma’s het gerealiseerd beleid en de gerealiseerde lasten en baten weergegeven.

  • 3. Bij de uiteenzetting van de financiële positie in de begroting wordt van de nieuwe investeringen per investering het benodigde investeringskrediet weergegeven en voor investeringen in uitvoering het geautoriseerde investeringskrediet.

  • 4. In de jaarrekening wordt van de investeringen de uitputting van de geautoriseerde investeringskredieten weergegeven.

  • 5. In paragraaf Bedrijfsvoering van zowel de begroting als de jaarstukken brengt het college de overheadkosten in beeld en licht de ontwikkeling van deze kosten toe. In de toelichting op de overheadskosten wordt ook de gehanteerde kostentoerekening gemotiveerd toegelicht door het college.

  • 6. In de programmabegroting en programmarekening wordt een overzicht gegeven van de toedeling van lasten en baten naar taakvelden.

Artikel 5. Autorisatie begroting, begrotingswijzigingen en investeringskredieten

  • 1. De Gemeenteraad autoriseert met het vaststellen van de programmabegroting voor het betreffende jaar:

    • a.

      de totale lasten en de totale baten per programma;

    • b.

      de algemene dekkingsmiddelen;

    • c.

      het overzicht met overheadskosten;

    • d.

      de in het meerjaren investeringsplan opgenomen investeringskredieten van het betreffende begrotingsjaar met uitzondering van de kredieten die in de begroting zijn aangemerkt als zijnde kredieten die middels een apart voorstel door de Gemeenteraad worden geautoriseerd.

  • 2. Bij de behandeling van de tussentijdse rapportages en incidentele raadsvoorstellen in de Gemeenteraad heeft het college de mogelijkheid om voorstellen in te brengen die betrekking hebben op het wijzigen van de geautoriseerde budgetten, investeringskredieten en het beleid.

  • 3. Het college is bevoegd overschrijdingen van de geautoriseerde lasten en onderschrijdingen van de geautoriseerde baten te dekken uit het bedrag voor onvoorzien. De Gemeenteraad autoriseert deze wijzigingen achteraf.

  • 4. Het college is bevoegd tot het overschrijden van geautoriseerde lasten voor openeinderegelingen, voor zover dit binnen het beleid van de betreffende openeinderegeling past. In het eerstvolgende P&C-document dient het college de Gemeenteraad te informeren over deze (te verwachten) overschrijding.

Artikel 6. Tussentijdse rapportage

  • 1. Het college informeert de Gemeenteraad door middel van minimaal twee tussentijdse rapportages over de realisatie van de begroting van de gemeente over afwijkingen in de realisatie van de begroting.

  • 2. Een tussentijdse rapportage gaat minimaal in op:

    • a.

      belangrijke ontwikkelingen met of zonder financiële gevolgen;

    • b.

      beleidsarme en budgettair neutrale begrotingswijzigingen;

    • c.

      het verwachte rekeningresultaat van het desbetreffende jaar.

Artikel 7. Verantwoording

  • 1. Indien de indeling van jaarstukken afwijkt van de programmabegroting wordt dit expliciet vermeld in de jaarstukken.

  • 2. Ten opzichte van de laatst gewijzigde begroting licht het college in de jaarstukken per programma voor zowel de lasten als de baten begrotingsonder- en overschrijdingen van € 50.000 of meer toe en politiek relevante afwijkingen.

Artikel 8. Informatieplicht

Het college besluit niet eerder over:

  • a.

    het verstrekken van leningen, waarborgen en garanties;

  • b.

    het verstrekken van kapitaal aan instellingen en ondernemingen.

dan nadat de Gemeenteraad is geïnformeerd over het voornemen en hiertoe in de gelegenheid is gesteld zijn wensen en bedenkingen ter kennis van het college te brengen.

Artikel 9. EMU-saldo

Indien het collectieve aandeel van de gemeenten in het EMU-saldo, zoals bedoeld in artikel 3, zesde lid van de Wet houdbare overheidsfinanciën, is overschreden informeert het college de Gemeenteraad hierover in de begroting.

3. Financieel beleid

Artikel 10. Waardering en afschrijving vaste activa

  • 1. Uitvoering van beleid voor activering, waardering en afschrijving van activa gebeurt conform de criteria en richtlijnen zoals vastgelegd in de nota Activa- en rentebeleid.

  • 2. Het college biedt de Gemeenteraad ter behandeling en vaststelling de nota Activa- en rentebeleid, die voldoet aan wet- en regelgeving. De nota bevat tenminste regels waar regelgeving eigenheid mogelijk maakt en afschrijvingstermijnen voor investeringen.

Artikel 11. Reserves en voorzieningen

  • 1. Voor het reserve- en voorzieningenbeleid verwijst de Gemeenteraad naar de nota reserves en voorzieningen.

  • 2. Iedere raadsperiode wordt de nota reserves en voorzieningen vastgesteld door de Gemeenteraad.

  • 3. De nota reserves en voorzieningen bevat in ieder geval:

    • a.

      het onderscheid in soorten reserves en voorzieningen;

    • b.

      de volgende uitgangspunten per reserve en voorziening:

      • het doel en de soort reserve/voorziening;

      • de voeding;

      • de einddatum van de reserve/voorziening;

      • de tolerantie die mag worden gehanteerd voor het verwerken van overschrijdingen bij toevoegingen of onttrekkingen.

  • 4. In de begroting en de jaarrekening wordt de stand van zaken gerapporteerd. Indien tussentijdse herziening van het beleid noodzakelijk is dan wordt dit opgenomen in een regulier planning en controldocument.

Artikel 12. Kostprijsberekening

Het college stelt de nota kostprijsberekening vast. Deze nota bevat tenminste uitgangspunten voor het bepalen van:

  • a.

    de kostprijs van goederen, werken en diensten;

  • b.

    de doorbelasting aan de programma’s en andere kostendekkende exploitaties.

Artikel 13. Inkoop en aanbesteden

Het college stelt een inkoopreglement en gemeentelijke inkoopvoorwaarden vast voor de inkoop en aanbesteding van goederen, werken en diensten.

Artikel 14. Subsidieverstrekking

Het college draagt er zorg voor dat er een door de Gemeenteraad vastgestelde algemene subsidieverordening is, die een algemeen kader bevat voor de subsidieverstrekking aan instellingen, ondernemingen en particulieren.

4. Paragrafen

Artikel 15. Weerstandsvermogen en risicobeheersing

In de paragraaf weerstandsvermogen en risicobeheersing van de programmabegroting neemt het college het beleid omtrent weerstandsvermogen, weerstandscapaciteit en risicomanagement op en geeft inzicht in de actuele risico's.

In de paragraaf weerstandsvermogen en risicobeheersing in de jaarstukken geeft het college een verslag van de ontwikkelingen in het afgesloten jaar in relatie tot het geldende beleid.

Artikel 16. Onderhoud kapitaalgoederen

  • 1. Het college biedt de Gemeenteraad ter behandeling en vaststelling één keer per vier jaar een programma groot onderhoud openbare ruimte. Het programma groot onderhoud openbare ruimte omvat minimaal een integrale planning van de uitvoering van groot onderhoud in de openbare ruimte aan verhardingen, groen, riolering, verlichting, waterlopen en speelterreinen.

  • 2. Het college biedt de Gemeenteraad ter behandeling en vaststelling een rioleringsplan aan, dat voldoet aan wet- en regelgeving. Het plan geeft het kader weer voor het beoogde onderhoudsniveau, de planning van het onderhoud, de uitbreiding van de riolering en de kosten van het onderhoud en de eventuele uitbreidingen.

  • 3. Het college biedt de Gemeenteraad ter behandeling en vaststelling een onderhoudsplan gebouwen aan. Het plan bevat voorstellen voor het te plegen onderhoud en de bijbehorende kosten aan de gemeentelijke gebouwen.

Artikel 17. Financiering

  • 1. Het verstrekken van leningen wordt uitsluitend gedaan uit hoofde van de publieke taak.

  • 2. Het verstrekken van garanties wordt uitsluitend gedaan uit hoofde van de publieke taak en gebeurt conform de criteria en richtlijnen zoals vastgelegd in de nota Beleidsregels Gemeentegaranties.

  • 3. Het college biedt de Gemeenteraad ter behandeling en vaststelling zowel het Treasurystatuut als de nota Beleidsregels gemeentegaranties aan, die voldoen aan wet- en regelgeving.

Artikel 18. Verbonden partijen

  • 1. Het college biedt de Gemeenteraad ter behandeling en vaststelling een nota Verbonden partijen aan, die voldoet aan wet- en regelgeving. De nota verbonden partijen omvat tenminste beleid omtrent de wijze van sturing op de verbonden partijen.

  • 2. In kadernota stelt de Gemeenteraad de mate van sturing op verbonden partijen vast.

Artikel 19. Grondbeleid

  • 1. In de paragraaf Grondbeleid bij de begroting en de jaarstukken neemt het college naast de verplichte onderdelen op grond van artikel van 16 van het Besluit begroting en verantwoording in ieder geval op:

    • a.

      de ontwikkelingen op het gebied van grondbeleid;

    • b.

      de te ontwikkelen en in ontwikkeling genomen projecten.

  • 2. Het college biedt de Gemeenteraad bij de jaarrekening een meerjarenperspectief grondzaken aan. In deze meerjarenperspectief wordt aandacht besteed aan:

    • a.

      te ontwikkelen en in ontwikkeling genomen projecten;

    • b.

      het verloop van de grondvoorraad.

  • 3. Voor het grondbeleid verwijst de Gemeenteraad naar de nota grondbeleid.

  • 4. Het college biedt de Gemeenteraad een nota grondbeleid aan ter vaststelling indien er nieuwe /gewijzigde wet- en regelgeving of (bestuurlijke) ontwikkelingen daar aanleiding toegeeft.

  • 5. De nota grondbeleid bevat in ieder geval:

    • a.

      De strategische visie van het (toekomstig) grondbeleid;

    • b.

      Het doel en de kaders voor het grondbeleid;

    • c.

      De vormen en de beleidsinstrumenten van het grondbeleid;

    • d.

      De financiële, bedrijfsmatige en organisatorische aspecten van het grondbeleid.

  • 6. Indien tussentijdse herziening van het beleid noodzakelijk is dan wordt dit opgenomen in de tussentijdse rapportages.

Artikel 20. Lokale heffingen

  • 1. Het college legt de Gemeenteraad jaarlijks doch uiterlijk voor het begin van het begin van het desbetreffend jaar de belasting-, heffingsverordeningen en de legesverordening voor.

  • 2. Het college biedt de Gemeenteraad tenminste één keer in iedere gemeenteraadsperiode de nota Lokale heffingen aan ter vaststelling. De nota bevat tenminste beleidsuitgangspunten omtrent het berekenen van de diverse tarieven.

5. Financieel beheer en interne controle

Artikel 21. Administratie

De administratie is zodanig van opzet en werking, dat zij in ieder geval bruikbaar is voor:

  • a.

    het sturen en het beheersen van activiteiten en processen in de gemeente als geheel en in de afdelingen;

  • b.

    het verstrekken van informatie over ontwikkelingen in de omvang van onder andere activa met economisch nut, activa met maatschappelijk nut, voorraden, vorderingen en schulden;

  • c.

    het verschaffen van informatie over uitputting van de toegekende budgetten en investeringskredieten en voor het maken van kostencalculaties;

  • d.

    de controle van de registratie van gegevens en van de daaraan ontleende informatie, alsmede voor de controle op de rechtmatigheid, de doelmatigheid en de doeltreffendheid van het gevoerde bestuur in relatie tot de gestelde beleidsdoelen, de begroting en relevante wet- en regelgeving.

Artikel 22. Interne controle

Het college zorgt voor de jaarlijkse interne toetsing van de getrouwheid van de informatie-verstrekking en de rechtmatigheid van de financiële beheerhandelingen. Bij afwijkingen neemt het college maatregelen tot herstel.

Artikel 23. Misbruik en oneigenlijk gebruik

Uitvoering van beleid voor misbruik en oneigenlijk gebruik gebeurt conform de criteria en richtlijnen zoals vastgesteld in de nota integriteitsbeleid.

6. Financiële organisatie

Artikel 24. Financiële organisatie

Het college zorgt voor en legt vast:

  • 1.

    een eenduidige indeling van de gemeentelijke organisatie en een eenduidig toewijzing van de gemeentelijke taken aan de afdelingen;

  • 2.

    een adequate scheiding van taken, functies, bevoegdheden en verantwoordelijkheden, zodat aan de eisen van interne controle wordt voldaan en de betrouwbaarheid van de verstrekte informatie aan beleids- en beheersorganen is gewaarborgd;

  • 3.

    de verlening van mandaten en volmachten voor het aangaan van overeenkomsten ten laste van de toegekende budgetten en investeringskredieten;

  • 4.

    de regels voor taken en bevoegdheden, de verantwoordingsrelaties en de bijbehorende informatievoorziening van de financieringsfunctie.

Artikel 25. Hardheidsclausule

  • 1. In die gevallen waarin deze verordening niet voorziet, beslist de Gemeenteraad nadat daaromtrent door het collegeadvies is uitgebracht.

  • 2. De Gemeenteraad kan eventueel besluiten om bepalingen en beleidsregels van deze verordening buitenwerking te stellen en hieraan geen financiële gevolgen te verbinden, voor zover deze bepalingen niet verplicht zijn door hogere wet- en regelgeving.

  • 3. In het kader van rechtmatigheid stelt de Gemeenteraad de onder artikel 26, lid 2 bedoelde buitenwerking stelling van bepalingen en beleidsregels zo spoedig mogelijk vast, docht uiterlijk voordat de jaarrekening door het college ter vaststelling aan de Gemeenteraad is aangeboden.

6. Slotbepalingen

Artikel 26. Inwerkingtreding

  • 1. Deze verordening treedt vanaf 1 januari 2019 in werking.

  • 2. Deze verordening treedt in de plaats van de “Financiële verordening gemeente Diemen 2015” (inclusief amendement) vastgesteld door de Gemeenteraad op 4 juni 2015.

Artikel 27. Citeertitel

Deze verordening wordt in de gemeentelijke stukken aangehaald onder de naam:

“Financiële verordening 2019 gemeente Diemen”.

Ondertekening

Aldus vastgesteld in de vergadering van de Gemeenteraad van 19 december 2019.

de voorzitter,

de griffier,