Regeling vervallen per 01-01-2021

Parkeerverordening 2020

Geldend van 20-03-2020 t/m 31-12-2020

Intitulé

Parkeerverordening 2020

De gemeenteraad van Diemen in vergadering bijeen,

Gelet op de voordracht van het college d.d. 29 oktober 2019;

Gelet op:

artikel 149, 225 en 234 van de Gemeentewet en artikel 2a van de Wegenverkeerswet 1994;

Besluit

Gewijzigd vast te stellen de:

Parkeerverordening 2020 (hierna te noemen: Parkeerverordening Diemen 2020) waarin aan de hand van het nieuwe betaald parkeren gebied bij de Muiderstraatweg per 1 oktober 2019 een nieuwe gebiedsindelingskaart betaald parkeren als onderdeel van de Parkeerverordening is opgenomen.

AFDELING 1: ALGEMEEN

Artikel 1 Definities en begripsomschrijvingen

In deze verordening wordt verstaan onder:

autodeelplaats:

de parkeerplaats waar een motorvoertuig bestemd voor deelautogebruik geparkeerd wordt;

ambulante ontheffing voor mantelzorger:

ontheffing bestemd voor ambulante mantelzorgontvanger;

ambulante ontheffing voor zorgverlener:

ontheffing bestemd voor ambulante zorgwerkzaamheden;

belanghebbendenplaats:

een parkeerplaats die is aangeduid met bord model 'Diemen ' met onderbord 'dagkaart'. Op belanghebbende plaats kan geparkeerd worden door:

-

houders van een vergunning;

-

houders van een dagkaart;

bezoekersapp:

app waarmee de bewoner bezoekers via kentekenparkeren door middel van aanmelding en afmelding van het kenteken kan laten parkeren;

bezoekersregeling:

een door of namens het college op aanvraag te verstrekken saldo parkeerrechten, waarmee het, na aanmelding bij een centrale computer, is toegestaan een motorvoertuig te parkeren op daartoe aangewezen belanghebbendenplaatsen. Dit parkeerrecht eindigt na afmelding of na verloop van een door het college nader vast te stellen maximale parkeertijd;

bezoekersvergunning:

vergunning bestemd voor een huishouden, ten behoeve van bezoekers van dat huishouden die met de vergunning in aangewezen vergunningsgebieden kunnen parkeren;

centrale computer:

computer van het bedrijf waarmee de gemeente Diemen een overeenkomst heeft gesloten, bestemd voor de registratie van parkeerbewegingen in het kader van het verlenen van diensten van betaald parkeren met gebruik van een telefoon of webbrowser;

centraal register:

het register van het Servicehuis Parkeer- en Verblijfsrechten, bestemd voor de registratie van parkeerrechten;

college:

het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Diemen;

dagkaart:

uit parkeerapparatuur, internet, belparkeren of app verkregen bewijs voor de minimale afname van een parkeerrecht van 12 uur krachtens welk het is toegestaan een motorvoertuig te parkeren op een parkeerplaatsapparatuurplaats en/of belanghebbendenplaats;

deelautoaanbieder:

de natuurlijke persoon of rechtspersoon die motorvoertuigen voor deelautogebruik ter beschikking stelt en daarvoor met de gemeente een overeenkomst heeft;

deelautogebruik:

het herhaald en opeenvolgend gezamenlijk gebruik van motorvoertuigen op grond van een overeenkomst tussen natuurlijke personen en een aanbieder;

deelautovergunning:

een vergunning voor deelauto's, bedoeld voor het parkeren op een voor een deelauto van een deelautoaanbieder gereserveerde parkeerplaats; voor een deelauto van een deelautoaanbieder;

gefiscaliseerde zone:

een gebied waarbinnen op een parkeerapparatuurplaats en/of belanghebbendenparkeerplaats mag worden geparkeerd zoals aangegeven in het Aanwijzingsbesluit of met toestemming van het college;

houder:

degene op wiens naam het voor het motorrijtuig opgegeven kenteken ten tijde van het parkeren was ingeschreven in het krachtens de Wegenverkeerswet 1994 aangehouden register van opgegeven kentekens;

kentekenparkeren:

parkeersysteem op basis van registratie van het kenteken van het motorvoertuig;

motorvoertuigen:

hetgeen daaronder wordt verstaan in het RW 1990, met inbegrip van brommobielen;

natuurlijk persoon:

een mens van vlees en bloed, dit in tegenstelling tot een rechtspersoon;

parkeerapparatuur:

parkeermeters, parkeerautomaten met inbegrip van verzamelparkeermeters, de centrale computer voor het verlenen van diensten op het gebied van telefonische betaling bestemd voor de registratie van parkeerbewegingen en hetgeen verder naar maatschappelijke opvattingen onder parkeerapparatuur wordt verstaan;

parkeerapparatuurplaats:

een parkeerplaats waarvoor parkeerbelasting wordt geheven door middel van parkeerapparatuur dan wel door middel van belparkeren;

parkeren:

het gedurende een aaneengesloten periode doen of laten staan van een motorvoertuig, anders dan gedurende de tijd die nodig is voor en gebruikt wordt tot het onmiddellijk in- of uitstappen van personen dan wel het onmiddellijk laden of lossen van goederen, op binnen de gemeente gelegen voor het openbaar verkeer openstaande terreinen of weggedeelten, waarop dit doen of laten staan niet ingevolge een wettelijk voorschrift is verboden;

parkeerplaats elektrische voertuigen:

parkeervak voorzien van verkeersbord en oplaadpunt, enkel bedoeld voor het opladen van een elektrische auto;

parkeervergunning:

een door het college verleende vergunning waarmee het is toegestaan een motorvoertuig te parkeren op daartoe aangewezen parkeerapparatuur- of belanghebbendenplaats;

parkeervergunninghouder:

de natuurlijke persoon of rechtspersoon aan wie een vergunning is verleend;

rechtspersoon:

een juridische organisatievorm die zelfstandig aan het economisch verkeer kan deelnemen en waaraan door de artikelen 1, 2 of 3 van boek 2 van het Burgerlijk Wetboek rechtspersoonlijkheid wordt toegekend, welke is ingeschreven in het handelsregister van de Kamer van Koophandel;

RW 1990:

het Reglement Verkeersregels en Verkeerstekens van 26 juli 1990;

AFDELING II: PARKEERREGULERING

Artikel 2 Belanghebbendenplaatsen

Het college wijst, bij openbaar te maken besluit, weggedeelten aan die bestemd zijn voor het parkeren door vergunninghouders en/of houders van een dagkaart.

  • a.

    Het college kan daarbij, per aangewezen terrein, weggedeelte en of zone, tijdvensters vaststellen waarbinnen het parkeren aan vergunninghouders en/of houders van een dagkaart is toegestaan.

  • b.

    Het college kan daarbij, per aangewezen terrein, weggedeelte en of zone, onderscheid maken in de categorieën parkeervergunninghouders als bedoeld in artikel 5.

  • c.

    Het college kan daarbij, per aangewezen terrein, weggedeelte en of zone, voor verschillende groepen parkeerders vaste parkeerplaatsen aanwijzen.

  • d.

    Het college kan daarbij, per aangewezen terrein, weggedeelte en of zone, voorschriften geven over de wijze waarop moet worden geparkeerd .

  • e.

    Het college kan daarbij per aangewezen terrein, weggedeelte en of zone een maximum aantal uit te geven vergunningen vaststellen, in totaal of per eenheid (categorie, huishouden etc.).

Artikel 3 Parkeerapparatuurplaatsen

Het college wijst, bij openbaar te maken besluit, weggedeelten aan, al dan niet als zone, die bestemd zijn voor het betaald parkeren, zoals bedoeld in artikel 10.

Artikel 4 Vergunningsbevoegdheid

Het college kan op een daartoe strekkende schriftelijke aanvraag een parkeervergunning verlenen voor het parkeren op belang hebbendenplaatsen, zoals bedoeld in artikel 2, of voor het parkeren op mede door parkeervergunninghouders te gebruiken parkeerapparatuurplaatsen, zoals bedoeld in artikel 3.

AFDELING III: VERGUNNIINGEN

Artikel 5 Soorten vergunningen

  • 1. Het college kan voor het parkeren op belanghebbendenplaatsen en/of mede door vergunninghouders te gebruiken parkeerapparatuurplaatsen de volgende soorten vergunningen op kenteken verlenen:

    • a.

      een parkeervergunning voor de bewoner in dat gebied (bewonersvergunning);

    • b.

      een parkeervergunning voor degene die een beroep of bedrijf uitoefent in dat gebied (bedrijfsvergunning);

    • c.

      een parkeervergunning voor de bewoner in dat gebied ten behoeve van zijn bezoek (bezoekersvergunning);

    • d.

      een parkeervergunning voor eigenaar of houder van een motorvoertuig bestemd voor deelautogebruik (deelautovergunning);

    • e.

      een ambulante ontheffing;

    • f.

      een dagkaart.

  • 2. Het college kan nadere regels stellen voor het gebruik van parkeervergunningen en kan daarbij onderscheid maken in de soorten parkeervergunningen, zoals bedoeld in lid 1.

  • 3. Het college kan in bijzondere gevallen een vergunning ook verlenen aan een eigenaar of houder van een motorvoertuig die niet in lid 1 genoemd wordt.

Artikel 6 Beslissings- en bezwaartermijnen

  • 1. Binnen acht weken na ontvangst van een volledig ingevulde en van de benodigde bijlagen voorziene aanvraag voor een parkeervergunning wordt op de aanvraag beslist.

  • 2. De termijn in lid 1 kan met ten hoogste acht weken worden verlengd. Van een verlenging van deze termijn wordt de aanvrager schriftelijk in kennis gesteld.

Artikel 7 Geldigheid vergunningen

Een vergunning/ontheffing wordt voor ten hoogste twee aaneengesloten jaren verleend.

Artikel 8 Intrekken, beëindigen of wijzigen van een vergunning

Het college kan een vergunning/ontheffing intrekken, beëindigen of wijzigen:

  • 1.

    op schriftelijk verzoek van de houder;

  • 2.

    wanneer de houder niet meer woonachtig is of geen beroep of bedrijf meer uitoefent in het gebied waarvoor een vergunning is verleend;

  • 3.

    wanneer er zich een wijziging voordoet in een van de omstandigheden die relevant waren voor het verlenen van de vergunning/ontheffing;

  • 4.

    wanneer voor het betreffende gebied het stelsel van vergunningen/ontheffingen komt te vervallen;

  • 5.

    wanneer de houder handelt in strijd met de aan de vergunning verbonden voorschriften;

  • 6.

    wanneer blijkt dat bij de aanvraag onjuiste gegevens zijn verstrekt;

  • 7.

    om redenen van openbaar belang;

  • 8.

    wanneer niet tijdig voor de vergunning is betaald, zoals geregeld in de vergunningsvoorschriften.

Artikel 9 Voorschriften

  • 1. Het college kan beperkende voorschriften verbinden aan parkeervergunningen voor zowel de te gebruiken parkeerplaatsen als voor de tijdstippen waarop de parkeervergunningen van kracht zijn.

  • 2. Het college kan ook andere voorschriften aan parkeervergunningen verbinden die alleen strekken tot bescherming van het belang van een eerlijke verdeling van de beschikbare parkeerruimte.

  • 3. Degene aan wie krachtens deze verordening een parkeervergunning is verleend, is verplicht de daaraan verbonden voorschriften in acht te nemen.

AFDELING IV: BELASTINGGRONDSLAG

Artikel 10 Belastbaar feit

Onder de naam 'parkeerbelastingen' of 'betaald parkeren' worden de volgende belastingen geheven:

  • a.

    een belasting ter zake van het parkeren van een motorvoertuig op een bij, dan wel krachtens deze verordening in de daarin aangewezen gevallen door het college van burgemeester en wethouders te bepalen plaats, tijdstip en wijze;

  • b.

    een belasting ter zake van een van gemeentewege verleende vergunning voor het parkeren van een motorvoertuig op de in die vergunning aangegeven plaats en wijze.

Artikel 11 Belastingplicht

  • 1. De belasting bedoeld in artikel 10, onderdeel a, wordt geheven van degene die het motorvoertuig heeft geparkeerd.

  • 2. Als degene die het motorvoertuig heeft geparkeerd wordt mede aangemerkt:

    • a.

      degene die de belasting voldoet, dan wel te kennen geeft of heeft gegeven de belasting te willen voldoen;

    • b.

      zolang geen voldoening van de belasting als bedoeld in artikel 10, onderdeel a, heeft plaatsgevonden: de houder van het motorvoertuig, met dien verstande dat:

      • 1.

        als een voor ten hoogste drie maanden aangegane huurovereenkomst wordt overgelegd waaruit blijkt wie ten tijde van het parkeren ingevolge deze overeenkomst de huurder van het motorvoertuig was, niet de houder maar de huurder wordt aangemerkt als degene die het motorvoertuig heeft geparkeerd;

      • 2.

        als blijkt dat een ander in het kentekenregister had moeten staan ingeschreven, die ander wordt aangemerkt als degene die het motorvoertuig heeft geparkeerd;

  • 3. De belasting bedoeld in artikel 10, onderdeel a wordt niet geheven van degene die op de voet van het tweede lid, onderdeel b, als degene die het motorvoertuig heeft geparkeerd wordt aangemerkt, als deze aannemelijk maakt dat ten tijde van het parkeren een ander tegen zijn wil van het motorvoertuig heeft gebruik gemaakt en dat hij dit gebruik redelijkerwijs niet heeft kunnen voorkomen.

  • 4. De belasting bedoeld in artikel 10, onderdeel b, wordt geheven van degene die de vergunning heeft aangevraagd.

Artikel 12 Wijze van heffing

  • 1. De belasting, bedoeld in artikel 10, onderdeel a, wordt geheven door voldoening op aangifte. Als voldoening op aangifte wordt aangemerkt het bij de aanvang van het parkeren in werking stellen van de parkeerapparatuur op de daartoe bestemde wijze en met inachtneming van de door het college gestelde voorschriften.

  • 2. De belasting, bedoeld in artikel 10, onderdeel b, wordt geheven door voldoening op aangifte.

Artikel 13 Ontstaan van de belastingschuld

  • 1. De belasting bedoeld in artikel 10, onderdeel a, ontstaat vanaf de aanvang van het parkeren, tenzij het bij aanvang van het parkeren in werking stellen van de parkeerapparatuur geschiedt door het via de telefoon inloggen op de centrale computer.

  • 2. De belasting, bedoeld in artikel 10, onderdeel b, is verschuldigd op het tijdstip waarop de vergunning wordt verleend.

Artikel 14 Termijnen van betaling

  • 1. De belasting bedoeld in artikel 10, onderdeel a, moet overeenkomstig de aangifte worden betaald bij de aanvang van het parkeren.

  • 2. In afwijking van het bepaalde in het lid 1 moet de belasting overeenkomstig de aangifte worden betaald binnen een maand na het einde van het parkeren, als het bij de aanvang van het parkeren in werking stellen van de parkeerapparatuur geschiedt door het via een telefoon inloggen op de centrale computer.

  • 3. De belasting bedoeld in artikel 10, onderdeel b, moet overeenkomstig de aangifte worden betaald op het tijdstip waarop de vergunning wordt verleend.

Artikel 15 Maatstaf van heffing, belastingtarief en belastingtijdvak

De maatstaf van heffing, het belastingtarief en het belastingtijdvak zijn vermeld in de bij deze verordening behorende , en daarvan deel uitmakende tarieventabel.

Artikel 16 Bevoegdheid tot aanwijzing parkeerplaatsen

De aanwijzing van de plaats waar, het tijdstip en de wijze waarop tegen betaling van de belasting, bedoeld in artikel 10, mag worden geparkeerd geschiedt in alle gevallen door het college bij openbaar te maken besluit.

Artikel 17 Bevoegdheid tot gebruik wielklem en wegsleepregeling

  • 1. Tot zekerheid van de betaling van een naheffingsaanslag ter zake van de belasting bedoeld in artikel 10, onderdeel a, kan aan het motorvoertuig een wielklem worden aangebracht, waardoor wordt verhinderd dat het motorvoertuig wordt weggereden.

  • 2. Het college wijst de terreinen en weggedeelten aan waar de wielklem wordt toegepast.

  • 3. Indien na het aanbrengen van de wielklem 24 uur zijn verstreken, kan het motorvoertuig naar een door een in artikel 231, tweede lid, onderdeel b, van de Gemeentewet bedoelde gemeenteambtenaar aangewezen plaats worden overgebracht en in bewaring worden gesteld.

Artikel 18 Kosten

  • 1. De kosten van de naheffingsaanslag ter zake van de belasting, bedoeld in artikel 10, onderdeel a, worden vermeld in de bij deze verordening behorende tarieventabel. Tevens wordt de kostenonderbouwing van de naheffingsaanslag aangegeven.

  • 2. De kosten van het aanbrengen en van het verwijderen van de wielklem worden vermeld in de bij deze verordening behorende tarieventabel.

  • 3. De kosten voor de volgende overbrengingen overeenkomstig de wegsleepverordening van de gemeente Diemen worden vermeld in de bij deze verordening behorende tarieventabel:

    • a.

      de overbrenging van ma. t/m vr. tussen 06.00u - 18.00u;

    • b.

      de overbrenging van ma. t/m vr. tussen 18.00u en 00.00u en di. t/m vr. tussen 00.00u en 06.00u;

    • c.

      de overbrenging op zon- en feestdagen van 6 uren voor tot en met 6 uren na de zon- en feestdag.

  • 4. Het bedrag van de ingevolge het tweede lid in rekening te brengen kosten wordt bij beschikking vastgesteld.

Artikel 19 Nadere regels door het college van Burgemeester en Wethouders

  • 1. Het college kan nadere regels vaststellen met betrekking tot de heffing en de invordering van de parkeerbelasting.

  • 2. Het college kan voorts nadere regels geven met betrekking tot de wijze waarop de parkeerbelasting, als bedoeld in artikel 10, onder a, voor de dagkaart moet worden verkregen.

AFDELING V: NAHEFFING EN KWIJTSCHELDING

Artikel 20 Naheffing

De kosten van de naheffingsaanslag ter zake van de belasting, bedoeld in artikel 10 onder a, zijn opgenomen in de bij deze verordening behorende, en daarvan deel uitmakende, tarieventabel.

Artikel 21 Kwijtschelding

Bij de invordering van de parkeerbelastingen wordt geen kwijtschelding verleend.

AFDELING VI: STRAFBEPALING, TOEZICHT EN SLOTBEPALINGEN

Artikel 22 Oneigenlijk gebruik parkeerplaats

  • 1. Het is verboden om enig voorwerp, niet zijnde een motorvoertuig, te plaatsen of te laten staan op:

    • a.

      een parkeerapparatuurplaats;

    • b.

      een belanghebbendenplaats;

    • c.

      een autodeelplaats.

  • 2. Het is verboden een fiets, een bromfiets of enig ander voorwerp op zodanige wijze tegen of bij parkeerapparatuur te plaatsen of te laten staan, dat daardoor een normaal gebruik daarvan wordt belemmerd of verhinderd.

  • 3. Het college kan ontheffing verlenen van het bepaalde in lid 1 van dit artikel.

Artikel 23 Voorschriften inwerkingstellen parkeerapparatuur

Het is verboden parkeerapparatuur op andere wijze of met andere middelen, dan die welke in de kennisgeving (instructies) op de parkeerapparatuur staan aangegeven, in werking te stellen.

Artikel 24 Strafbepaling en toezicht

  • 1. Overtreding van het bepaalde in artikel 22 van deze verordening wordt bestraft met hechtenis van ten hoogste een maand of een geldboete van de eerste categorie.

  • 2. Met het toezicht op de naleving van het bepaalde bij of krachtens deze verordening zijn belast de door het college aangewezen personen.

Artikel 25 Hardheidsclausule

Burgemeester en wethouders zijn bevoegd, in gevallen waarin de toepassing van deze Verordening naar hun oordeel leidt tot onaanvaardbare gevolgen voor de betrokkene(n), af te wijken.

Artikel 26 Inwerkingtreding, overgangsbepaling en citeertitel

  • 1. Deze verordening treedt in werking op de dag na die van bekendmaking;

  • 2. Op die dag vervalt de 'Parkeerverordening Diemen 2016', met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich vóór die datum hebben voorgedaan;

  • 3. Deze verordening wordt aangehaald als: Parkeerverordening Diemen 2020.

Ondertekening

Aldus besloten tijdens de gemeenteraadsvergadering van 19 december 2019,

De voorzitter,

De griffier,

GEBIEDSINDELING BETAALD PARKEREN

afbeelding binnen de regeling

Tarieventabel 2020

  • 1.

    Het tarief voor het straatparkeren bij parkeerapparatuur als bedoeld in artikel 10, onderdeel a bedraagt:

    In het Centrumgebied winkelcentrum Diemerplein

    • a.

      € 1,70 per uur voor kortparkeren

    • b.

      € 25,00 voor een dagkaart

    • c.

      € 1,70 per uur voor parkeren van een voertuig op een parkeerplaats met oplaadpunt voor elektrische voertuigen

  • Kantoorgebied Bergwijkpark Zuid

    • d.

      € 1,00 per uur voor kortparkeren

    • e.

      € 8,00 voor een dagkaart

    • f.

      € 1,00 per uur voor parkeren van een voertuig op een parkeerplaats met oplaadpunt voor elektrische voertuigen

  • Muiderstraatweg en omgeving

    • g.

      € 1,50 per uur. Daarbij is van toepassing dat de eerste twee uur gedurende een aangesloten periode niet in rekening wordt gebracht

    • h.

      € 1,50 per uur voor parkeren van een voertuig op een parkeerplaats met oplaadpunt voor elektrische voertuigen. Daarbij is van toepassing dat de eerste twee uur gedurende een aangesloten periode niet in rekening wordt gebracht

  • 2.

    Het tarief voor een parkeervergunning bedoeld in artikel 10, onderdeel b, bedraagt:

    Bewonersvergunning met einddatum 30 november in de even jaren

    Op basis van registratiedatum aanvraag in de maanden:

    Tarief

    Kwartaal 1

    December, Januari, Februari

    € 96,00

    Kwartaal 2

    Maart, April, Mei

    € 84,00

    Kwartaal 3

    Juni, Juli, Augustus

    € 72,00

    Kwartaal 4

    September, Oktober, November

    € 60,00

    Kwartaal 5

    December, Januari, Februari

    € 48,00

    Kwartaal 6

    Maart, April, Mei

    € 36,00

    Kwartaal 7

    Juni, Juli, Augustus

    € 24,00

    Kwartaal 8

    September, Oktober, November

    € 12,00

    Bedrijfsvergunning/ambulante ontheffing met einddatum 30 november

    Op basis van registratiedatum aanvraag in de maanden

    Tarief

    Kwartaal 1

    December, Januari, Februari

    € 96,00

    Kwartaal 2

    Maart, April, Mei

    € 72,00

    Kwartaal 3

    Juni, Juli, Augustus

    € 48,00

    Kwartaal 4

    September, Oktober, November

    € 24,00

    Tarief

    Deelautovergunning met einddatum 30 november

    € 0,00

    Soort vergunning

    Eenheid

    Tarief

    Gewijzigde parkeervergunning (kentekenwijziging)

    Per wijziging

    € 0,00

    Bezoekersvergunning

    Per 200 bezoekersuren

    € 50,00

    Bezoekersvergunning

    Per 400 bezoekersuren

    € 100,00

    Bezoekersvergunning

    Per 600 bezoekersuren

    € 150,00

  • 3.

    Kosten, artikel 18

    Kosten

    Aanbrengen/verwijderen wielklem

    Overbrenging/bewaring

    € 195,10

    Van ma t/m vr. tussen 06.00u -18.00 u

    € 216,60

    Van ma t/m vr. tussen 18.00u - 00.00 u en di t/m vr tussen 00.00u - 06.00u

    € 257,08

    Op zon- en feestdagen van 6 uren voor tot en met 6 uren na de zon- en feestdag

    € 297,56

  • 4.

    Tarieven parkeervergunning bij invoering nieuwe parkeerzone

    Voor bewoners:

    Bewonersvergunning ingaande vanaf parkeerregulering in:

    Op basis van registratiedatum aanvraag in de maanden:

    Tarief

    Kwartaal 1

    December, Januari, Februari

    € 96,00

    Kwartaal 2

    Maart, April, Mei

    € 84,00

    Kwartaal 3

    Juni, Juli, Augustus

    € 72,00

    Kwartaal 4

    September, Oktober, November

    € 60,00

    Kwartaal 5

    December, Januari, Februari

    € 48,00

    Kwartaal 6

    Maart, April, Mei

    € 36,00

    Kwartaal 7

    Juni, Juli, Augustus

    € 24,00

    Kwartaal 8

    September, Oktober, November

    € 12,00

    Voor bedrijven:

    Bedrijfsvergunning/ambulante ontheffing ingaande vanaf parkeerregulering in:

    Op basis van registratiedatum aanvraag in de maanden:

    Tarief

    Kwartaal 1

    December, Januari, Februari

    € 96,00

    Kwartaal 2

    Maart, April, Mei

    € 72,00

    Kwartaal 3

    Juni, Juli, Augustus

    € 48,00

    Kwartaal 4

    September, Oktober, November

    € 24,00

  • 5.

    De kosten van de naheffingsaanslag als bedoeld in artikel 10, onderdeel a bedragen € 64,50,

    • -

      plus een uurtarief van € 1,70 en vormen een totaalbedrag van € 66,20 voor Centrum Diemerplein,

    • -

      plus een uurtarief van € 1,00 en vormen een totaalbedrag van € 65,50 voor Bergwijkpark Zuid,

    • -

      plus een uurtarief van € 1,50 en vormen een totaalbedrag van € 66 voor Muiderstraatweg en omgeving.

  • 6.

    De kosten van de naheffingsaanslag voor de dagkaart, bedragen € 64,50 plus het tarief van een dagkaart (€ 25,00) en vormen een totaalbedrag van € 89,50.

  • 7.

    Kostenbesluit naheffingsaanslag parkeerbelasting 2020 naar wettelijk maximum van € 64,50.

    De kosten ter zake van het opleggen van een naheffingsaanslag parkeerbelastingen worden geraamd op:

    Vaste informatieverwerkingskosten

    € 17.450

    Variabele informatieverwerkingskosten

    € 8.200

    Kosten van afschrijving en interest

    € 18.975

    Personeelskosten

    € 120.500

    Overheadkosten

    € 42.138

    Totaal

    € 207.263

    De kosten per naheffingsaanslag worden als volgt berekend:

    Verwachte aantal naheffingsaanslagen 3000.

    Kosten € 207.263 / 3000 = € 69,08 per naheffingsaanslag

    Vaststelling nieuw tarief:

    Bij de vaststelling van het nieuwe tarief mag er wettelijk van worden uitgegaan dat de kosten gedekt worden door de naheffingen. Dit is begrensd tot een maximum. Met bovenstaande beargumentering mag het maximumtarief van € 64,50 gehanteerd worden.

Aldus besloten tijdens de gemeenteraadsvergadering van 19 december 2019,

De voorzitter,

De griffier,