Regeling vervallen per 10-03-2015

Verordening Winkeltijden Dinkelland 2012

Geldend van 01-01-2012 t/m 09-03-2015

Intitulé

Verordening Winkeltijden Dinkelland 2012

De raad van de gemeente Dinkelland;

gezien het voorstel van burgemeester en wethouders van 11 oktober 2011;

gelet op de Winkeltijdenwet en het Vrijstellingenbesluit Winkeltijdenwet;

Besluit

vast te stellen de volgende verordening

Verordening Winkeltijden gemeente Dinkelland 2012

Artikel 1 Begripsbepalingen

In deze verordening wordt verstaan onder:

  • a.

    de wet: de Winkeltijdenwet;

  • b.

    winkel: een winkel als bedoeld in artikel 1 van de wet;

  • c.

    feestdag: Nieuwjaarsdag, tweede Paasdag, Hemelvaartsdag, tweede Pinksterdag, eerste Kerstdag en tweede Kerstdag;

  • d.

    college: het college van Burgemeester en Wethouders van de gemeente Dinkelland.

Artikel 2 Beslistermijn

  • 1. Het college beslist op een aanvraag om een ontheffing binnen 8 weken.

  • 2. Het college kan de beslissing voor ten hoogste 6 weken verdagen.

Artikel 3 Overdracht van de ontheffing

  • 1. Een ontheffing op grond van deze verordening is overdraagbaar na verkregen schriftelijke toestemming van het college. Het college kan hieraan nadere voorwaarden verbinden.

  • 2. In geval van een voorgenomen overdracht doet de houder van de ontheffing hiervan onmiddellijk schriftelijk mededeling aan het college onder vermelding van de naam en het adres van de voorgestelde rechtverkrijgende.

Artikel 4 Intrekken of wijzigen van de ontheffing

Het college kan een ontheffing intrekken of wijzigen indien:

  • a.

    ter verkrijging daarvan onjuiste of onvolledige gegevens zijn verstrekt;

  • b.

    veranderende omstandigheden of gewijzigde inzichten dit noodzakelijk maken in verband met het belang of de belangen ter bescherming waarvan de ontheffing is vereist;

  • c.

    het gebruik van de winkel of de uitoefening van een bedrijf anders dan in een winkel gevaar oplevert voor de openbare orde, de veiligheid of het woon- en leefklimaat ter plaatse;

  • d.

    de aan de ontheffing verbonden voorschriften en beperkingen niet zijn of worden nagekomen;

  • e.

    van de ontheffing geen gebruik wordt gemaakt binnen een daarin gestelde termijn of, bij gebreke van een dergelijke termijn, binnen een redelijke termijn;

  • f.

    de houder dit aanvraagt.

Artikel 5 Ontheffing zon- en feestdagenregeling voor bijzondere situaties

1.Het college kan voor wat betreft zondagen of feestdagen ontheffing verlenen van de in artikel 2 van de wet genoemde verboden ten behoeve van:

  • a.

    bijzondere gelegenheden van tijdelijke aard (feestelijkheden, bijeenkomsten, veilingen, beurzen);

  • b.

    het uitstallen van goederen;

  • c.

    tentoonstellingen in kunstateliers en galeries.

Artikel 6 Openstelling op werkdagen tussen 22.00 en 06.00 uur (nachtwinkels)

  • 1. Het college kan op aanvraag ontheffing verlenen van het verbod, bedoeld in artikel 2, eerste lid, onder c, van de wet, voor de duur van maximaal één jaar.

  • 2. De ontheffing kan worden geweigerd indien de woonsituatie of de leefsituatie, de veiligheid of de openbare orde in de omgeving van de winkel op ontoelaatbare wijze nadelig wordt beïnvloed door de openstelling van de winkel.

Artikel 7 Toerisme

De verboden, bedoeld in artikel 2, eerste lid van de wet gelden, om reden van op de gemeente gericht toerisme, niet op zon- en feestdagen van 12.00 tot 19.00 uur.

Artikel 8 Grensovergangen

De verboden genoemd in artikel 2, eerste lid van de wet gelden, voor zover zij betrekking hebben op de zondagen en de feestdagen, om reden van grensoverschrijdend verkeer niet tussen 06.00 en 22.00 uur:

  • a.

    op de Nordhornsestraat voor wat betreft het gedeelte gelegen binnen een afstand van 450 meter van de grensovergang “Rammelbeek”;

  • b.

    voor de verkoop van de volgende artikelen: levensmiddelen, tabakswaren, souvenirs, foto- en filmartikelen, bloemen en planten.

Artikel 9 Intrekken voorgaande regeling

De “Verordening winkeltijden Dinkelland 2003” wordt ingetrokken op het moment dat de nieuwe verordening in werking treedt.

Artikel 10 Inwerkingtreding

Deze verordening treedt in werking op 1 januari 2012.

Artikel 11 Citeertitel

Deze verordening wordt aangehaald als “Verordening Winkeltijden Dinkelland 2012” .

Ondertekening

Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van de raad van 29 november 2011.
De griffier, De voorzitter,
Mr. O.J.R.J. Huitema Mr. R.S. Cazemier

Toelichting Verordening Winkeltijden Dinkelland 2012

(Vastgesteld bij Raadsbesluit van 29 november 2011)

A ALGEMENE TOELICHTING

De huidige Winkeltijdenwet dateert uit 1996 en is de opvolger van de Winkelsluitingswet. Het doel van de wetswijziging was de liberalisering van de openingstijden en het scheppen van ruimte voor ondernemers om een eigen verantwoordelijkheid te dragen in hun keuzes ter versterking van hun concurrentiepositie. In 1996 zijn de openingstijden van de winkels dan ook aanzienlijk verruimd.

In de jaren ’90 is door gemeenten en ondernemers nauwelijks gebruik gemaakt van de mogelijkheid tot het verruimen van hun openingstijden. De laatste jaren is er echter een steeds grotere vraag naar winkelopening op zondag ontstaan. Het aantal gemeenten dat de uitzonderingsbepalingen voor wat betreft het aantal koopzondagen benut, is dan ook toegenomen.

In 2006 is de Winkeltijdenwet in opdracht van het Ministerie van Economische Zaken geëvalueerd. Uit deze evaluatie is onder meer gebleken dat gemeenten de criteria voor de toepassing van de toerismebepaling niet helder vinden. Op 1 januari 2011 is een wijziging in de Winkeltijdenwet in werking getreden, bedoeld om deze onduidelijkheid weg te nemen. Deze wijziging scherpt de toerismebepaling in de Winkeltijdenwet aan om zo ‘het oneigenlijke gebruik van deze bepaling’ tegen te gaan.

Door de wijziging die per 1 januari 2011 in werking is getreden is het voor belanghebbenden mogelijk om op grond van artikel 10, lid 2 van de Winkeltijdenwet bezwaar te maken en beroep in te stellen tegen een bij verordening verleende vrijstelling in verband met op de gemeente of een deel daarvan gericht toerisme.

Uitgangspunten

De uitgangspunten van de wet komen neer op het volgende:

  • 1.

    Op maandag t/m zaterdag, de werkdagen is openstelling van winkels toegestaan tussen 06.00 en 22.00 uur. Gemeenten mogen tijdens deze uren geen beperkingen opleggen aan de openstelling van winkels

  • 2.

    Aan het aantal openingsuren per winkel is geen maximum verbonden

  • 3.

    Tussen 22.00 en 06.00 uur is winkelopening op werkdagen niet toegestaan. Gemeenten kunnen echter vrijstellingen of ontheffingen van deze verplichte winkelsluiting verlenen. Op Goede Vrijdag, Kerstavond (24 december) en Dodenherdenking (4 mei) moeten de winkels vanaf 19.00 uur dicht zijn

  • 4.

    Op zon- en feestdagen is winkelopening niet toegestaan. Voor maximaal 12 zon- en feestdagen per kalenderjaar kan de gemeente vrijstelling of ontheffing van deze verplichte sluiting verlenen. De Winkeltijdenwet merkt in dit verband als feestdagen aan: Nieuwjaarsdag, Tweede Paasdag, Hemelvaartsdag, Tweede Pinksterdag en Eerste en Tweede Kerstdag.

  • 5.

    Winkels waar uitsluitend of hoofdzakelijk levensmiddelen worden verkocht (in de praktijk gaat het vaak om supermarkten) kunnen ontheffing krijgen om op zon- en feestdagen vanaf 16.00 uur open te zijn. Ze moeten dan wel op alle zon- en feestdagen voor 16.00 uur dicht zijn, ook als die als koopzondag zijn aangewezen. Belangrijk is ook dat er in een gemeente maar één ontheffing per 15.000 inwoners mag worden verleend.

  • 6.

    De Gemeenteraad kan bij verordening vrijstelling verlenen van de verplichte winkelsluiting op zon- en feestdagen in verband met op de gemeente of een deel daarvan gericht autonoom toerisme. De wekelijkse zondagsopenstelling onder de vlag van het toeristische regime blijft dus mogelijk.

De Winkeltijdenwet is niet alleen van toepassing op winkels: het is op de in artikel 2, eerste lid, van de wet bedoelde dagen en tijden ook verboden om in de uitoefening van een bedrijf (anders dan in een winkel) goederen te koop aan te bieden of te verkopen aan particulieren. Dit volgt uit artikel 2, tweede lid. De ambulante handel, dus de markten en de standplaatsen, vallen daarom ook onder het regime van de Winkeltijdenwet.

Gemeentelijke bevoegdheden

Als algemene regel geldt dat op zon- en feestdagen de winkels gesloten zijn. Hierop bestaat een aantal uitzonderingen in de vorm van vrijstellings- en ontheffingsmogelijkheden. Hiermee kan de gemeente ook buiten de wettelijk geregelde openingstijden winkelopening toestaan. De bevoegdheden kunnen worden ingedeeld in:

  • 1.

    Bevoegdheden op werkdagen

De gemeentelijke bevoegdheden op werkdagen behelzen feitelijk de mogelijkheid om ook na 22.00 uur winkelopening toe te staan (art. 7 van de Winkeltijdenwet). De winkeltijdenverordening moet in een grondslag voorzien om de detailhandelsactiviteiten mogelijk te maken die na 22.00 uur op werkdagen plaatsvinden. Een voorbeeld hiervan zijn de nachtwinkels.

  • Bevoegdheden op zon- en feestdagen en 19-uurdagen

De gemeenteraad heeft op grond van artikel 3, eerste lid, Winkeltijdenwet de bevoegdheid per kalenderjaar maximaal 12 zondagen of feestdagen als koopzondag aan te wijzen. Deze bevoegdheid geldt per deel van de gemeente afzonderlijk en kan worden overgedragen aan het college van burgemeester en wethouders.

Artikel 2, eerste lid, aanhef en onder a, Winkeltijdenwet bepaalt dat winkels op zondag gesloten moeten zijn. In het eerste lid, onder b, wordt een aantal andere dagen genoemd waarop de winkels gesloten moeten zijn, namelijk Nieuwjaarsdag, tweede Paasdag, Hemelvaartsdag, tweede Pinksterdag en eerste en tweede Kerstdag. Daarnaast noemt artikel 2, eerste lid onder b, van de Winkeltijdenwet nog drie dagen waarop de winkels gesloten moeten zijn vanaf 19.00 uur; Goede Vrijdag, 4 mei en 24 december. Deze dagen vallen niet onder het begrip feestdagen. In deze toelichting worden ze verder aangeduid als ’19-uurdagen’.

Artikel 3, eerste lid, van de Winkeltijdenwet noemt als dagen die als koopzondag kunnen worden aangewezen naast de zondagen alleen de hiervoor vermelde feestdagen. Daaruit volgt dat de 19-uurdagen niet als koopzondag kunnen worden aangewezen, indien zij op een zondag zouden vallen.

Bevoegdheden voor specifieke situaties

Toerisme

De gemeente heeft de bevoegdheid om bij verordening vrijstelling te verlenen van het verbod om op zon- en feestdagen open te zijn vanwege op de gemeente of een deel daarvan gericht autonoom toerisme van substantiële omvang (artikel 3, derde lid, onder a). Hierbij geldt de wettelijke voorwaarde dat de lokale aantrekkingskracht voor toeristen niet wordt bepaald door de (vrijgestelde) winkelopening. In de praktijk komt het er op neer dat gemeenten eerst vast dienen te stellen of er in hun gemeente sprake is van toeristische aantrekkingskracht en of de toeristische aantrekkingskracht substantieel en autonoom is. De gemeenteraad is dan bevoegd, maar niet verplicht deze bepaling toe te passen.

Sinds de wetswijziging van 1 januari 2011 vereist de concrete toepassing van de toerismebepaling ook een afweging van daarbij betrokken belangen. In ieder geval betreft het daarbij: de belangen van de lokale economische bedrijvigheid en de werkgelegenheid, waaronder het belang van winkeliers met weinig of geen personeel en van winkelpersoneel, de zondagsrust, de leefbaarheid, de veiligheid en de openbare orde in de gemeente. Voor de meeste gemeenten die voor 1 januari 2011 al gebruik maakten van het toeristisch regime betekent dit dat de beoordeling opnieuw moet worden uitgevoerd aan de hand van de hier genoemde criteria. Het besluit dient daarnaast van een toelichting te worden voorzien. De toelichting moet een motivering bevatten dat wordt voldaan aan de voorwaarden uit de toerismebepaling en moet inzicht geven in de meegewogen belangen.

Grensoverschrijdend verkeer

Daarnaast behoudt de gemeente de mogelijkheid om voor grensoverschrijdend verkeer een vrijstelling of ontheffing te verlenen aan winkels in de nabijheid van grensovergangen langs daarop aansluitende wegen.

  • Overige bevoegdheden

Ongewijzigd zijn de bevoegdheden van het college om bij plotseling opkomende bijzondere omstandigheden een vrijstelling van de verplichte winkelsluiting te verlenen. Daarnaast kan het college op grond vaan een verordening op verzoek een ontheffing verlenen bij bijzondere gelegenheden van tijdelijke aard en voor het uitstallen van goederen. Alle op grond van de wet en verordening te verlenen vrijstellingen en ontheffingen kunnen onder beperkingen worden verleend; ook kunnen er voorschriften aan worden gebonden.

De landelijk geldende vrijstellingen – Vrijstellingenbesluit Winkeltijdenwet

In het Vrijstellingenbesluit worden aan enkele vormen van detailhandel landelijke vrijstellingen verleend van de openingsverboden uit de Winkeltijdenwet. Hierbij worden landelijke vrijstellingen voor de gehele week en landelijke vrijstellingen voor de zondagen en feestdagen onderscheiden.

Aan dit onderscheid ligt de keuze ten grondslag om het zwaartepunt bij de mogelijkheid voor het verlenen van vrijstellingen bij de gemeente te leggen. Voor een beperkt aantal detailhandelsactiviteiten wordt de vrijstelling gedurende de gehele week van zo groot landelijk belang geacht, dat hiervoor landelijke vrijstellingen zijn opgenomen. Het gaat om de detailhandel in instellingen voor de volksgezondheid, verkeer en vervoer en de verkoop van nieuwsbladen en tijdschriften.

Omdat de bevoegdheid van gemeenten om detailhandel op zon- en feestdagen toe te staan beperkt blijft tot twaalf dagen per jaar, geeft het besluit ook landelijke vrijstellingen voor enkele soorten detailhandel die van oudsher op zon- en feestdagen plaatsvindt. Het gaat deels om winkels die gewoonlijk ook op werkdagen na 22.00 uur geopend zijn. Om de openstelling van deze winkels dan mogelijk te maken, kan in de verordening een vrijstelling of mogelijkheid voor het verlenen van een ontheffing worden opgenomen.

  • 1.

    Vrijstelling voor zon- en feestdagen en werkdagen

De vrijstellingen die voor de hele week gelden zijn alleen van toepassing op:

- Instellingen van volksgezondheid (apotheken en winkels in en op het terrein van ziekenhuizen en verpleeghuizen). Het college krijgt daarbij de bevoegdheid om op verzoek een ontheffing te verlenen voor verkooppunten van uitsluitend of hoofdzakelijk eet- en drinkwaren, prentbriefkaarten, nieuwsbladen en tijdschriften, alsmede bloemen en planten, op ten hoogste 250 meter afstand van de publieksingang van een ziekenhuis of verpleeghuis. Deze ontheffing mag gelden vanaf een half uur voor aanvang van de bezoektijden tot het einde daarvan.

- Instellingen van verkeer en vervoer (winkels in NS-stationsgebouwen, luchtvaartterreinen voor intercontinentaal verkeer, shops in benzinestations en wegrestaurants en verkoop ten behoeve van de beroepsscheepvaart). Het college krijgt daarbij de bevoegdheid op verzoek een ontheffing te verlenen aan winkels gericht op reizigers, op knooppunten van openbaar vervoer of voor het verkopen van bloemen en planten op een afstand van ten hoogste 100 meter daarvan.

- Instellingen voor de verkoop van nieuwsbladen en tijdschriften

  • Vrijstellingen uitsluitend voor zon- en feestdagen

Vrijstellingen voor uitsluitend de zon- en feestdagen worden in dit besluit uitsluitend verleend voor:

- Bepaalde winkels (musea, winkels waar uitsluitend maaltijden, voor consumptie geschikte eetwaren, alcoholvrije dranken en, via een automaat, tabak en tabaksproducten, middelen ter voorkoming van zwangerschap en damesverband worden verkocht; videotheken)

- Openstelling van winkels anders dan voor verkoop, indien noodzakelijk voor het betreden van een restaurant of lunchroom en voor fietsenwinkels voor zover noodzakelijk voor het huren van fietsen en bromfietsen

- Straatverkoop van eetwaren voor directe consumptie en alcolholvrije dranken. Indien de plaatselijke omstandigheden daartoe aanleiding geven, kan de gemeenteraad bij verordening bepalen dat deze vrijstelling niet geldt voor de betrokken gemeente of een of meer delen daarvan

- Verkoop van bloemen en planten gedurende de openingstijden op een afstand van ten hoogste 100 meter van de publieksingang van een begraafplaats

- Verkoop van rechtstreeks verband houdende goederen bij voorstellingen, uitvoeringen of evenementen van culturele aard vanaf een uur voor aanvang tot een uur na afloop

- Verkoop van rechtstreeks verband houdende goederen in of op het terrein van sportcomplexen gedurende de openingstijden van die sportcomplexen

- Winkels in of op het terrein van bejaardenoorden, waar uitsluitend of hoofdzakelijk eet- en drinkwaren, prentbriefkaarten, nieuwsbladen en tijdschriften, alsmede bloemen en planten worden verkocht

- Winkels in fotoartikelen, indien betreden noodzakelijk is voor het maken van portretfoto’s ter gelegenheid van de Eerste Heilige Communie

- Verkoop van bloemen en planten op dagen waarop Allerheiligen en Allerzielen worden gevierd

- Verkoop van brood en gebak voor hen die zich aan de Ramadan houden tussen twee uur voor zonsondergang tot zonsondergang gedurende de Ramadan, mits in die winkel dat brood en gebak ook wordt verkocht buiten de periode van de Ramadan

- Verkoop van eetwaren voor directe consumptie en alcoholvrije dranken, religieuze artikelen en souvenirs, alsmede bloemen en planten, in de directe omgeving van een bedevaartplaats, gedurende de tijd dat deze plaats als zodanig wordt bezocht

- Verkoop van feestartikelen op zondag waarop carnaval wordt gevierd, vanaf 12.00 uur en op zon- en feestdagen waarop in de gemeente een kermis wordt gehouden, gedurende de openingstijden van die kermis.

Handhaving

De Winkeltijdenwet kan strafrechtelijk en bestuursrechtelijk worden gehandhaafd. Strafrechtelijke handhaving is een taak van de plaatselijk bevoegde politie in overleg met de gemeente. De Belastingdienst/FIOD-ECD wordt daarbij ingeschakeld als er een landelijke coördinatie vereist is.

B ARTIKELGEWIJZE TOELICHTING

Artikel 1 Begripsbepalingen

Voor de definitie van winkel wordt verwezen naar artikel 1 van de Winkeltijdenwet. Daarin is een winkel gedefinieerd als: een voor het publiek toegankelijke besloten ruimte, waarin goederen aan particulieren plegen te worden verkocht.

Voor de omschrijving van het begrip feestdag is aansluiting gezocht bij artikel 2 van de Winkeltijdenwet. In de wet is geen definitie opgenomen van feestdag, maar worden de volgende dagen genoemd als dagen waarop de winkels gesloten moeten zijn (naast de zondag): Nieuwjaarsdag, tweede Paasdag, Hemelvaartsdag, tweede Pinksterdag en eerste en tweede Kerstdag.

Daarnaast noemt artikel 2 van de Winkeltijdenwet nog drie dagen waarop de winkels gesloten moeten zijn vanaf 19.00 uur: Goede vrijdag, 4 mei en 24 december. Deze dagen vallen dus niet onder het begrip feestdag. Koninginnedag en Bevrijdingsdag (5 mei) zijn, voor zover deze dagen niet op zondag vallen, in de wet niet aangemerkt als een dag waarop de winkels gesloten moeten zijn.

Artikel 3 Overdracht van de ontheffing

De bepaling bindt de overdracht van de ontheffing aan de toestemming van het college. Deze tussenkomst geeft het college de gelegenheid inzicht te krijgen in de handel en wandel van de opvolger. Aan de overdracht kunnen nadere voorschriften worden verbonden.

Artikel 5 Ontheffing zon- en feestdagenregeling voor bijzondere situaties

Dit artikel steunt op artikel 4 van de Winkeltijdenwet. Aangezien de Winkeltijdenwet in artikel 7, eerste lid een directe bevoegdheid verleent aan het college om vrijstelling te verlenen op grond van plotseling opkomende bijzondere omstandigheden hoeft deze mogelijkheid niet afzonderlijk te worden genoemd in de verordening. Wel worden hier op grond van het tweede lid van artikel 7 van de Winkeltijdenwet de gevallen aangewezen waarin ontheffing kan worden verleend ten behoeve van bijzondere aangelegenheden van tijdelijke aard. Deze ontheffing kan zowel op aanvraag als ambtshalve worden verleend (artikel 4, lid 1, Winkeltijdenwet).

Artikel 6 Openstelling op werkdagen tussen 22.00 en 06.00 uur

Artikel 7 van de Winkeltijdenwet geeft de mogelijkheid de openingstijden op werkdagen tussen 22.00 en 06.00 uur te reguleren. Er kunnen gebieden worden aangewezen waar de winkels door de week wel tussen 22.00 en 06.00 uur geopend mogen zijn. Daarnaast kunnen vormen van detailhandel worden aangewezen waarvoor het verbod niet geldt. Ook kan in afzonderlijke gevallen ontheffing verleend worden.

De verordening gaat ervan uit dat voor de nachtelijke openstelling de ontheffing het belangrijkste instrument is. Per geval is dan een afweging te maken of de gewenste openstelling zich verhoudt met belangen van de woon- en leefomgeving, de veiligheid en de openbare orde. De vrijstellingen en ontheffingen kunnen onder beperkingen en voorschriften worden verleend. In het Vrijstellingenbesluit is voor een aantal overige vormen van detailhandel alleen de openstelling op zon- en feestdagen geregeld. De openstelling van deze vormen van detailhandel op de uren tussen 22.00 en 06.00 uur op werkdagen wordt door de verordening geregeld.

Artikel 7 Toerisme

De grondslag van het artikel in de verordening is artikel 3, derde lid, onder a van de Winkeltijdenwet. De wet laat de keuze tussen het verlenen van vrijstelling door de raad of het op basis van de verordening verlenen van ontheffing door burgemeester en wethouders. Gemeenten moeten daarbij eerst vaststellen of er in hun gemeente sprake is van toeristische aantrekkingskracht en of de aantrekkingskracht autonoom en substantieel is. De gemeenteraad is dan bevoegd, maar niet verplicht deze bepaling toe te passen. Sinds de wetswijziging van 1 januari 2011 vereist de concrete toepassing van de toerismebepaling ook een afweging van de daarbij betrokken belangen.

De gemeente die de toerismebepaling toepast, wordt verplicht in ieder geval de volgende belangen in zijn afweging te betrekken:

  • 1.

    de belangen van de lokale economische bedrijvigheid en de werkgelegenheid, waaronder mede wordt begrepen het belang van winkeliers met weinig of geen personeel en van winkelpersoneel;

  • 2.

    de zondagsrust in de gemeente;

  • 3.

    de leefbaarheid, veiligheid en openbare orde in de gemeente

Verder bepaalt de Winkeltijdenwet dat bij een besluit dat is genomen op basis van de toerismebepaling een toelichting moet worden gevoegd, waarin wordt gemotiveerd dat er sprake is van toeristische aantrekkingskracht van de gemeente of het gebied in kwestie. De toelichting moet verder expliciet de belangen beschrijven die bij de besluitvorming zijn betrokken, in elk geval de belangen die hiervoor onder a, b en c zijn genoemd.

In de Memorie van Toelichting bij de wetswijziging van 1 januari 2011 wordt nog met nadruk op de volgende aspecten gewezen. Van belang is allereerst dat de bepaling alleen mag worden toegepast als er sprake is van toerisme van een substantiële omvang in de gemeente of een deel daarvan. Ook moet worden aangegeven dat de aantrekkingskracht van de gemeente of het desbetreffende deel ervan geheel of nagenoeg geheel is gelegen buiten de verkoopactiviteiten die door de vrijstelling of ontheffing mogelijk worden gemaakt. De winkelopenstelling mag geen doel op zich zijn, maar moet ondersteunend zijn aan de toeristische aantrekkingskracht. De toeristische aantrekkingskracht moet met andere woorden autonoom zijn.

In deel C van deze bijlage zal deze toeristische aantrekkingskracht nader worden onderbouwd.

Artikel 8 Grensovergangen

Dit artikel steunt op artikel 3 van de Winkeltijdenwet. De wet geeft hierin de mogelijkheid bij verordening vrijstelling te verlenen of op basis van een aanvraag ontheffing te verlenen. Vanwege de aanwezigheid van winkels nabij de grensovergang “Rammelbeek” (Denekamp/Nordhorn) voorziet dit artikel in een vrijstelling op zon- en feestdagen voor winkels binnen 450 meter van bedoelde grensovergang ten behoeve van verkoop van levensmiddelen, tabakswaren, souvenirs, foto- en filmartikelen, bloemen en planten.

Artikel 10 Inwerkingtreding

Na inwerkingtreding van de wijziging van de Winkeltijdenwet hebben de gemeentebesturen nog een jaar de tijd, tot 1 januari 2012, om hun vrijstellingen en ontheffingen in verband met de toeristische aantrekkingskracht te heroverwegen, te onderbouwen en te voorzien van de toelichting die het nieuwe lid 7 van artikel 3 voorschrijft. Met een inwerkingtreding van 1 januari 2012 wordt aan deze voorwaarde voldaan.

C TOERISMEBEPALING

Inleiding

Met deze toelichting bij het toerismeartikel uit de Winkeltijdenverordening geeft de gemeenteraad gevolg aan de motiveringsplicht als bedoeld in artikel 3, lid 7 van de Winkeltijdenwet. Deze motivering dient in ieder geval twee onderdelen te bevatten. In de eerste plaats moet gemotiveerd worden dat is voldaan aan de hierboven genoemde voorwaarden voor toepassing van artikel 3, derde lid, onder a. In de tweede plaats dient de motivering van het besluit een grondig inzicht te geven in de belangenafweging die aan het besluit ten grondslag ligt (artikel 3, lid 6).

De hierna gegeven motivering voldoet aan deze wettelijke eisen.

Toepassingsvoorwaarden

De gemeenteraad heeft op grond van artikel 3, lid 3 van de Winkeltijdenwet de bevoegdheid om bij verordening vrijstelling te verlenen van het verbod de winkels op zon- en feestdagen geopend te hebben. Deze bevoegdheid is aan voorwaarden gebonden. Deze voorwaarden zijn gesteld in artikel 3, lid 3 onder a van de Winkeltijdenwet.

Er dient binnen de gemeente sprake te zijn van;

  • 1.

    1) op de gemeente of een deel daarvan gericht toerisme met een substantiële omvang

  • 2.

    mits de aantrekkingskracht voor dat toerisme geheel of nagenoeg geheel is gelegen buiten de verkoopactiviteiten die door de vrijstelling mogelijk worden gemaakt (het toerisme dient autonoom te zijn)

De vaststelling of aan deze voorwaarden is voldaan, vergt een beoordeling van alle feiten en omstandigheden, gerelateerd aan de specifieke situatie van deze gemeente. De gemeenteraad heeft een zekere beoordelingsvrijheid, die de rechter bij zijn toetsing behoort te respecteren. De gemeenteraad stelt vast dat, om de hiernavolgende redenen aan deze toepassingsvoorwaarden is voldaan.

Autonoom toerisme met een substantiële omvang

De gemeente Dinkelland – met het kunststadje Ootmarsum - is één van de meest toeristische gemeenten binnen Twente. De gemeente heeft hoge ambities op toeristisch gebied en streeft ernaar dé toeristische hoofdstad van het oosten te zijn. Toerisme en recreatie is dan ook tot één van de belangrijke speerpunten van beleid benoemd.

Toeristen en recreanten komen naar Dinkelland voor de kunst en cultuur, maar ook de ruimte en de natuur. Grootste trekpleister vormt het historisch kunststadje Ootmarsum. Met zijn vele galerieën, de jaarlijkse kunstmarkt, de diversiteit aan culturele evenementen en de vele musea is Ootmarsum het hele jaar door een absolute publiekstrekker. Alle dagen van de week bruist het er, met zondag als absoluut hoogtepunt, wanneer alle galerieën hun deuren openen en de terrassen vol zitten. Ook de andere kernen in Dinkelland hebben op cultureel gebied veel te bieden. Denekamp met Natura Docet, het oudste natuurhistorisch museum van Nederland, en het eeuwenoude landgoed Singraven met de vermaarde watermolens en het kasteel Huis Singraven. Daarnaast is Weerselo met het beschermde dorpsgezicht Het Stift en een 13e eeuws kerkje, ook zeker uniek te noemen.

Dinkelland is omgeven door prachtige natuur en maakt onderdeel uit van het Nationaal Landschap Noordoost Twente. De glooiing van het landschap met het water en de Dinkel als verrassend element in combinatie met de vele wandel- en fietsroutes en de bijzondere kernen lenen zich bij uitstek voor buitengewone belevenissen. De genoemde bezienswaardigheden/voorzieningen/trekpleisters worden veelvuldig en actief gepresenteerd in allerhande reisgidsen, boeken en via internet. De lokale VVV’s spelen hierin ook een prominente rol. Deze toeristische trekpleisters maken al sinds tientallen jaren onderdeel uit van deze gemeente en trekken sindsdien (in toenemende mate) toeristen. Deze trekpleisters hebben dan ook een autonome aantrekkingskracht op toeristen.

In combinatie met een groot en gevarieerd verblijfsrecreatief aanbod, biedt Dinkelland ook volop mogelijkheden voor een meerdaags verblijf. Binnen de gemeente zijn momenteel circa 135 verblijfsaccommodaties gevestigd, waaronder 25 hotels, pensions, B&B, 22 kampeerterreinen, 2 bungalowparken en circa 86 groepsaccommodaties, appartementen en gastenverblijven. Tevens zijn er circa 50 eet- en drinkgelegenheden in Dinkelland, waarvan de meeste in Ootmarsum en Denekamp zijn gevestigd.

Het aantal toeristische overnachtingen in 2009 bedroeg 320.000. Daarnaast zijn 510 objecten aangeslagen voor forensenbelasting. Het exacte aantal overnachtingen is niet bekend maar bedraagt naar schatting 150.000. Aangenomen kan worden dat deze recreanten in de zomermaanden veelal in de weekenden en vakanties in hun recreatieverblijf in Dinkelland aanwezig zullen zijn. De groep toeristen zal bij uitstek gebruik maken van de detailhandel in de dorpskernen.

De economische spin-off van het verblijfstoerisme bedraagt per jaar circa 15 miljoen euro, waarvan circa 6 miljoen bij de detailhandel terechtkomt, 5 miljoen bij de horeca, en ruim 3 miljoen in de verblijfssector. Het dagtoerisme is ook van belangrijke waarde in Dinkelland, zeker in Ootmarsum met haar vele galerieën, musea en bijzondere winkels. Jaarlijks worden circa 1,5 miljoen activiteiten ondernomen. De economische spin-off van het dagtoerisme bedraagt 46 miljoen per jaar, waarvan 33 miljoen bij de detailhandel terechtkomt en 8 miljoen in de horeca.

Binnen de recreatief-toeristische sector zijn 1361 banen (2009). Daarmee bedraagt het aandeel recreatie en toerisme binnen de totale werkgelegenheid 13% (6% gemiddeld binnen Twente). Vanaf 2004 is de werkgelegenheid binnen de recreatief-toeristische sector met 22% gestegen (bron: Twente Toerisme Monitor 2009, Regio Twente). In de gemeente Dinkelland is het aandeel van R&T in de totale werkgelegenheid significant hoger dan gemiddeld in Twente en Overijssel.

De gemeente Dinkelland heeft hoge ambities op het gebied van recreatie en toerisme en wenst het aantal toeristische overnachtingen in 2015 tot 500.000 te verhogen. Ook de dagrecreatie zal een sterke impuls krijgen. De economische spin-off van het toerisme zal uiteindelijk moeten groeien tot 74 miljoen euro per jaar. De ambities worden verwezenlijkt door versterking van het toeristisch product en verruiming en kwaliteitsverbetering van het verblijfsrecreatief aanbod. Daarnaast wordt sterk ingezet op promotie en marketing en het versterken van de toeristische organisatiestructuur en samenwerking binnen de sector.

Inventarisatie van de belangen

Nu aan de toepassingsvoorwaarden van artikel 3, derde lid, onder a van de Winkeltijdenwet is voldaan, is de gemeenteraad bevoegd van de bevoegdheid als bedoeld onder in artikel 3, lid 3 onder a gebruik te maken. In artikel 7 van deze verordening maakt de raad van deze bevoegdheid gebruik.

De raad mag deze bevoegdheid toepassen na afweging van de daarbij betrokken belangen (artikel 3, lid 6 van de Winkeltijdenwet). De raad is verplicht in ieder geval de volgende belangen in de afweging te betrekken:

  • 1.

    werkgelegenheid en economische bedrijvigheid in de gemeente, waaronder mede wordt begrepen het belang van winkeliers met weinig of geen personeel en van winkelpersoneel

  • 2.

    de zondagsrust

  • 3.

    de leefbaarheid, de veiligheid en de openbare orde in de gemeente

Omschrijving van de belangen

Economische belangen

In de gemeente Dinkelland is sprake van veel economische bedrijvigheid. In 2010 waren er 2.054 bedrijven, deze bedrijven zorgden voor 10.604 arbeidsplaatsen (bron: BIRO 2010). Uit de verschillende detailhandelsvisies (periode 2006-2008) valt op te maken dat het totaal aantal m2 winkelruimte (in de kernen Denekamp, Ootmarsum en Weerselo) ca. 28.000 m2bedraagt, de komende jaren zal daaraan in de verschillende kernen wellicht wat worden toegevoegd door uitbreidingswensen van ondernemers.

De ondernemers(verenigingen) zijn geconsulteerd over het voornemen vrijstelling te verlenen. Zij vertegenwoordigen alle aangesloten winkels (waaronder ook die met weinig of geen personeel). Door hen is in algemene zin aangegeven de continuering van deze openstelling voor de gehele gemeente te ondersteunen. Het niet continueren van het huidige regime zal, voornamelijk in Ootmarsum, leiden tot een behoorlijk omzetverlies van de betrokken winkels.

Zondagsrust

Uit een evaluatie van de Winkeltijdenwet in 2006 (bron: Ministerie van Economische Zaken; Evaluatie Winkeltijdenwet 2006) blijkt dat 7% van de Nederlandse consument de stelling “Ik vind het vervelend, wanneer winkels op zondag open zijn, omdat het in strijd is met mijn geloof” deelt. De zondagsopenstelling zal wellicht invloed hebben op de zondagsrust in de woongebieden. Dit heeft de afgelopen periode echter niet tot klachten geleid. Gezien de gekozen tijden (van 12.00 tot 19.00 uur) is ook rekening gehouden met kerkgangers. Deze combinatie heeft de afgelopen jaren niet tot conflicten geleid.

Leefbaarheid, veiligheid en openbare orde

Voor de leefbaarheid binnen de kernen is het toerisme van wezenlijk belang. De openstelling op zon- en feestdagen draagt hier in belangrijke mate aan bij. De sfeer in de kernen (met name Ootmarsum) gedurende deze openstelling, wordt door de politie zelfs als vriendelijk en gezellig getypeerd. Voor wat betreft veiligheid en openbare orde brengt de openstelling dan ook geen nadelige gevolgen met zich mee, integendeel zelfs. Er is geen aanleiding te veronderstellen dat dit onder de gewijzigde wet wel het geval zal zijn. In combinatie met evenementen is wel sprake van extra toezicht als het gaat om handhaving, met name met betrekking tot aspecten rondom parkeren en verkeer.

Afwegen van de belangen

Het doel van de Winkeltijdenwet is onder meer het borgen van de zondagsrust door zondagopenstelling van winkels te verbieden. Dit is de hoofdregel. Dit belang heeft de raad betrokken en gewogen. Echter, dit belang is onvoldoende van gewicht gebleken, na afweging van andere betrokken belangen en door het stellen van voorwaarden en beperkingen.

In de gemeente Dinkelland is sprake van een autonoom toerisme met een meer dan substantiële omvang, hetgeen een zondagopenstelling voor de gehele gemeente rechtvaardigt. Voor de leefbaarheid binnen de kernen is het toerisme van wezenlijk belang. Wij verwachten wat betreft veiligheid en openbare orde geen nadelige gevolgen van de zondagopenstelling. Ook in de achterliggende jaren is hiervan nimmer gebleken. Er is geen aanleiding te veronderstellen dat dit onder de gewijzigde wet wel het geval zal zijn.