Regeling vervallen per 01-01-2015

WMO-raad verordening gemeente Dinkelland

Geldend van 01-06-2007 t/m 31-12-2014

Intitulé

WMO-raad verordening gemeente Dinkelland

De raad van de gemeente Dinkelland;

gezien het voorstel van burgemeester en wethouders van 17 april 2007;

gelet op artikel 11 en 12 van de Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo), de Algemene wet bestuursrecht en artikel 150 van de Gemeentewet;

overwegende dat de gemeenteraad, op grond van artikel 11 lid 1 van de Wet maatschappelijke ondersteuning, verplicht is bij verordening regels te stellen over de wijze waarop personen als bedoeld in artikel 11 en 12 van voormelde wet of hun vertegenwoordigers, worden betrokken bij de uitvoering van die wet, waarbij in ieder geval wordt geregeld:

a. de wijze waarop met deze personen of hun vertegenwoordigers periodiek overleg wordt gevoerd;

b. de wijze waarop deze personen of hun vertegenwoordigers onderwerpen voor de agenda van dit overleg kunnen aanmelden;

c. de wijze waarop deze personen of hun vertegenwoordigers van de voor een adequate deelname aan het overleg benodigde informatie worden voorzien;

besluit

vast te stellen

de Wmo-raad verordening gemeente Dinkelland

Artikel 1 Begripsbepalinge

  • 1. In deze verordening wordt verstaan onder

    a. Wmo: de Wet maatschappelijke ondersteuning (Stb. 2006, 351);

    b. de wet: de wetten als bedoeld onder a;

    c. ingezetene: de persoon die woonachtig is in de gemeente Dinkelland en staat ingeschreven in de bevolkingsadministratie

    d. Wmo-raad: een uit afgevaardigden van de onder e bedoelde clusters van belangenorganisaties bestaand gremium, met taken en bevoegdheden zoals in deze verordening omschreven;

    e. belangenorganisaties: organisaties van ingezetenen, alsmede organisaties die mede de belangen van ingezetenen in het grondgebied van de gemeente Dinkelland behartigen;

    f. college: het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Dinkelland;

    g. breed overleg: overleg van de Wmo-raad met diverse consumentenorganisatie met als doel informatie en feedback te verkrijgen voor de advisering aan het college;

    h. raadpleging: overleg van de Wmo-raad met ingezetenen en directe gebruikers van maatschappelijke ondersteuning met als doel informatie te verkrijgen voor de advisering aan het college

  • 2. De in deze verordening gehanteerde begrippen en begripsbepalingen hebben dezelfde betekenis als bedoeld in de wet en de Algemene wet bestuursrecht, tenzij daarvan uitdrukkelijk in deze verordening wordt afgeweken.

Artikel 2 Taak en doelstelling Wmo-raad

  • 1. De Wmo-raad heeft tot doel het bevorderen van een integraal en evenwichtig gemeentelijk beleid op het gebied van maatschappelijke ondersteuning.

  • 2. De Wmo-raad brengt gevraagd en ongevraagd advies uit aan het college over beleidsmatige aangelegenheden op het terrein van maatschappelijke ondersteuning, alsmede over aangelegenheden die de gemeentelijke uitvoering en de kwaliteit van de dienstverlening op dit terrein betreffen.

  • 3. Met uitzondering van de daarbij gehanteerde gemeentelijke procedures en regelingen is de Wmo-raad niet bevoegd te adviseren over en/of zich bezig te houden met:

    a. klachten, bezwaarschriften en andere aangelegenheden op het gebied van maatschappelijke ondersteuning die individueel van aard zijn, dan wel op individuele personen betrekking hebben;

    b. de verplichte gemeentelijke uitvoering van wettelijke voorschriften op het gebied van maatschappelijke ondersteuning, voor zover ten aanzien van de uitvoering daarvan geen ruimte voor eigen gemeentelijk beleid aanwezig is.

Artikel 3 Samenstelling Wmo-raad

  • 1. De Wmo-raad bestaat uit minimaal 5 personen en maximaal 10 personen.

  • 2. Het college bevordert de instelling en de instandhouding van een Wmo-raad.

  • 3. De Wmo-raad streeft naar een vertegenwoordiging van minimaal de navolgende clusters van belangenorganisaties: ouderen, lichamelijk gehandicapten en chronisch zieken, mantelzorgers, jeugd en jongeren, verstandelijk gehandicapten, personen behorende tot de geestelijke gezondheidszorg, vrijwilligers, kernraden e.a.

  • 4. Per cluster van belangenorganisaties kan maximaal één vertegenwoordiger lid van de Wmo-raad zijn.

  • 5. De door de clusters voorgedragen leden voor de Wmo-raad worden, voor zover geen sprake is van onverenigbaarheid van functies als bedoeld in het achtste lid, door het college voor vier jaar benoemd.

  • 6. De leden van de Wmo-raad zijn herbenoembaar, met dien verstande dat de zittingstermijn per lid maximaal acht jaar bedraagt.

  • 7. Bij tussentijds aftreden van een lid voorziet, voor de resterende zittingstermijn, het afvaardigende cluster in een voordracht van een nieuw lid vanuit deze cluster aan het college. Kan deze organisatie hieraan niet voldoen, dan kan de vacature, met toestemming van de overige leden van de Wmo-raad, worden ingevuld door een ander.

  • 8. Het lidmaatschap van de Wmo-raad is onverenigbaar met:

    a.het lidmaatschap van het college, de gemeenteraad en/of een ander gemeentelijk cliëntenplatform of adviescommissie;

    b. het werknemerschap van de gemeente Dinkelland, of het verrichten van werkzaamheden in welke aard dan ook onder verantwoordelijkheid van het college op het beleidsterrein als bedoeld in artikel 2, derde lid.

Artikel 4 Werkwijze Wmo-raad

  • 1. De Wmo-raad heeft een door het college benoemde onafhankelijke voorzitter.

  • 2. De leden van de Wmo-raad benoemen uit hun midden een plaatsvervangend voorzitter, een secretaris en/of een penningmeester.

  • 3. De vergaderingen van de Wmo-raad worden voorgezeten door de voorzitter dan wel, bij diens afwezigheid, door de plaatsvervangend voorzitter.

  • 4. De leden van de Wmo-raad verrichten hun werkzaamheden in principe zonder last en ruggespraak maar voeren, waar nodig, overleg met de achterban en overige belanghebbenden. Hiertoe houdt zij breed overleg en/of raadplegingen.

  • 5. a. De voorzitter heeft geen stemrecht bij het uitbrengen van een advies aan het college.

    b. Onverminderd het onder a bepaalde beslist de voorzitter, indien en voor zover sprake is van het staken van stemmen bij het uitbrengen van een advies aan het college.

  • 6. De adviezen van de Wmo-raad worden schriftelijk, door middel van brieven, verslagen en/of rapporten uitgebracht waarbij, indien daartoe wordt verzocht, een minderheidsstandpunt van één of meer leden in het advies dient te worden opgenomen. Het streven is om te komen tot een éénstemmige advisering aan het college.

  • 7. Indien de besluitvorming van het college en/of een voorstel aan de gemeenteraad afwijkt van de advisering van de Wmo-raad wordt dit vermeld, waarbij tevens wordt aangegeven op welke gronden van de advisering van de raad is afgeweken.

Artikel 5 Ambtelijke ondersteuning/facilitering

  • 1. Een medewerker, of diens plaatsvervanger, van de afdeling Ontwikkeling is contactpersoon van de Wmo-raad voor zover het werkzaamheden betreffen die verband houden met de beleidsadvisering, het aanreiken van de benodigde stukken voor de agenda, het verwerken van de adviezen alsmede het in voorkomende gevallen deelnemen aan de vergadering.

  • 2. De secretaris van de Wmo-raad voorziet in het voorbereiden van de vergaderingen van de raad, waaronder de reservering van de vergaderruimte, het in overleg met de voorzitter opstellen en versturen van de agenda met bijlagen en de verslaglegging van het besprokene tijdens de vergadering.

  • 3. In de overige secretariaatswerkzaamheden van de Wmo-raad voorzien de leden van de raad zelf.

Artikel 6 De vergadering

  • 1. De Wmo-raad vergadert tenminste vier maal per kalenderjaar, of zoveel vaker als de voorzitter dan wel een meerderheid van de leden van de raad dat nodig achten, doch ten hoogste twaalf maal per kalenderjaar.

  • 2. De vergaderingen van de Wmo-raad worden zoveel mogelijk in het gemeentehuis te Denekamp gehouden.

  • 3. De leden van de Wmo-raad melden onderwerpen voor de agenda van de vergadering zoveel mogelijk voorafgaande aan de vergadering bij de secretaris, of diens plaatsvervanger, als bedoeld in artikel 5, tweede lid aan.

  • 4. Met inachtneming van het bepaalde in artikel 5, tweede lid wordt per vergadering een verslag, in-clusief een besluiten- en/of actielijst, opgemaakt. Dit verslag wordt uiterlijk 2 weken na de dag van de vergadering opgesteld en uitgebracht.

  • 5. De Wmo-raad heeft de mogelijkheid derden, waaronder medewerkers en/of vertegenwoordigers van de gemeente Dinkelland, voor een toelichting of een uiteenzetting tijdens de vergadering uit te nodigen, indien een agendapunt daartoe aanleiding geeft.

  • 6. De portefeuillehouder Maatschappelijke ondersteuning bezoekt op verzoek van de Wmo-raad de vergadering, met een minimum van één keer per kalenderjaar.

  • 7. a. De Wmo-raad kan geen besluiten nemen of advies uitbrengen, indien niet tenminste de helft van het aantal stemgerechtigde leden bij de vergadering aanwezig is.

    b. Onverminderd het bepaalde in artikel 4, zesde lid worden alle besluiten en adviezen van de Wmo-raad met meerderheid van stemmen genomen en uitgebracht.

  • 8. De vergaderingen van de Wmo-raad zijn openbaar en voor iedereen toegankelijk, tenzij het onderwerp op de agenda zich daarvoor niet leent.

  • 9. De ter behandeling in de vergadering ingebrachte stukken zijn, voor aanvang van de vergadering, voor het publiek ter inzage beschikbaar, tenzij het tiende lid van dit artikel in werking treedt.

  • 10. Onverminderd het bepaalde in het achtste lid kan de gemeente en de Wmo-raad besluiten tot het houden van een besloten vergadering. In dat geval zijn, in afwijking van het bepaalde in het achtste en negende lid, de ter behandeling in die vergadering ingebrachte stukken en de verslaglegging daarvan niet voor het publiek ter inzage beschikbaar.

  • 11. Met inachtneming van het bepaalde in deze verordening stelt de Wmo-raad een huishoudelijk reglement vast welk reglement, ter goedkeuring, aan het college wordt voorgelegd.

Artikel 7 De informatievoorziening

In het belang van een juiste en adequate besluitvorming en advisering door de Wmo-raad draagt de medewerker, of diens plaatsvervanger, als bedoeld in artikel 5, eerste lid, zorg voor een tijdige en zo volledig mogelijke informatievoorziening aan de leden van de Wmo-raad, voor zover het aangelegenheden betreft die tot de taak- en doelstelling van de Wmo-raad behoren als bedoeld in artikel 2, tweede en derde lid.

Artikel 8 Facilitering Wmo-raad

  • 1. Aan de Wmo-raad wordt jaarlijks, in overeenstemming met de terzake geldende gemeentelijke bepalingen, een subsidie toegekend voor de door de Wmo-raad en/of de leden van de Wmo-raad te maken onkosten.

  • 2. Onkosten, door de voorzitter en/of de leden van de Wmo-raad gemaakt ten behoeve van de uitoefening van het lidmaatschap van de Wmo-raad, komen ten laste van de subsidie als bedoeld in het eerste lid.

  • 3. Indien en voor zover sprake is van onkosten door de Wmo-raad en/of de leden van deze raad, waarin de subsidie als bedoeld in het eerste lid niet voorziet, worden deze slechts vergoed na voorafgaande goedkeuring of toestemming door het college.

Artikel 9 Beëindiging lidmaatschap Wmo-raad en invulling vacature

  • 1. Onverminderd het bepaalde in artikel 3, derde tot en met zevende lid, eindigt het lidmaatschap van de Wmo-raad in ieder geval indien een lid: a. geen belanghebbende of afgevaardigde meer is van het cluster van de belangenorganisatie, waarvoor dat lid zitting in de Wmo-raad heeft;

    b. op persoonlijke titel of om persoonlijke redenen aftreedt.

  • 2. Bij beëindiging van het lidmaatschap van de Wmo-raad als bedoeld in het eerste lid blijft het lid voor zover mogelijk de functie namens het afvaardigende cluster vervullen, totdat in de vacature is voorzien, met een maximale termijn van 3 maanden na de dag van opzegging of beëindiging van het lidmaatschap.

  • 3. Met inachtneming van het bepaalde in het tweede lid en onverminderd het bepaalde in artikel 3 voorziet het afvaardigende cluster op zo kort mogelijke termijn na kennisname van de beëindiging van het lidmaatschap van het lid in een voordracht van een nieuw lid namens deze cluster aan het college.

Artikel 10 Verslaglegging en verantwoording

  • 1. Jaarlijks vóór 1 april brengt de Wmo-raad verslag uit aan het college over de door de raad in het daaraan voorafgaande kalenderjaar verrichte activiteiten.

  • 2. Het verslag als bedoeld in het eerste lid wordt, voor zover daartoe aanleiding bestaat, vergezeld van voorstellen in het belang van een integraal en evenwichtig gemeentelijk beleid op het terrein van maatschappelijke ondersteuning dan wel ter verbetering van beleidsmatige aangelegenheden die de gemeentelijke uitvoering en de kwaliteit van de dienstverlening op dit terrein betreffen.

  • 3. Bij het verslag als bedoeld in het eerste lid wordt voorts een financieel verslag gevoegd waarin, door de voorzitter en/of de penningmeester, namens de Wmo-raad verantwoording wordt afgelegd over het door de raad gevoerde financiële beleid over het jaar waarvan verslag wordt gedaan ten aanzien van de wijze van besteding van de aan de raad beschikbaar gestelde subsidie als bedoeld in artikel 8, eerste lid.

  • 4. a. Het college brengt jaarlijks verslag uit aan de gemeenteraad inzake de uitvoering van deze verordening.

    b. Bij dit verslag worden de bevindingen, de aanbevelingen en de financiële verantwoording van de Wmo-raad op basis van het verslag als bedoeld in het eerste lid betrokken.

Artikel 11 Evaluatie

Het college evalueert, in samenspraak met in ieder geval de voorzitter van de Wmo-raad, eens per jaar het functioneren van de raad.

Artikel 12 Uitvoering verordening

  • 1. Het college is belast met de uitvoering van het bepaalde in deze verordening

  • 2. Het college is, gehoord de Wmo-raad, bevoegd om nadere regels te stellen met betrekking tot de uitvoering van deze verordening, in gevallen waarin deze verordening niet voorziet.

Artikel 13 Citeertitel

Deze verordening kan worden aangehaald als: Wmo-raad verordening gemeente Dinkelland.

Artikel 14 Inwerkingtreding

Deze verordening treedt in werking op 1 juni 2007.

Ondertekening

Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van de gemeenteraad van 22 mei 2007.
De griffier, De voorzitter,
G.H.M. Flinkers Mr. F.P.M. Willeme

Toelichting Wmo-raad verordening gemeente Dinkelland

A. Algemene toelichting

1. Inleiding

Op grond van artikel 11 van de Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo) dienen door de raad bij verordening regels gesteld te worden over de wijze waarop personen als bedoeld in artikel 11 en 12, van de Wmo of hun vertegenwoordigers, worden betrokken bij de uitvoering van die wet.

Met de voormelde personen worden bedoeld:

ingezetenen van de gemeente;

In de verordening dient in ieder geval te worden geregeld:

a. de wijze waarop met deze personen of hun vertegenwoordigers periodiek overleg wordt gevoerd;

b. de wijze waarop deze personen of hun vertegenwoordigers onderwerpen voor de agenda van dit overleg kunnen aanmelden;

c. de wijze waarop deze personen of hun vertegenwoordigers van de voor een adequate deelname aan het overleg benodigde informatie worden voorzien;

Artikelsgewijze toelichting

Artikel 1 Begripsbepalingen

De begrippen die in de verordening worden gebruikt, sluiten zoveel mogelijk aan en hebben zoveel mogelijk een gelijkluidende betekenis als de omschrijving hiervan in de relevante wetgeving. Dit is mede vastgelegd in het tweede lid van dit artikel. De in het eerste lid vermelde omschrijvingen spreken verder voor zich.

Artikel 2 Taak en doelstelling Wmo-raad

In het eerste lid is bepaald dat het college de instelling en instandhouding van een Wmo-raad bevordert.

In het tweede lid wordt de doelstelling van de Wmo-raad beschreven.

In het derde lid is verankerd dat de Wmo-raad gevraagd en ongevraagd advies aan het college kan uitbrengen over beleidsmatige aangelegenheden op het terrein van maatschappelijke ondersteuning, alsmede over aangelegenheden die de gemeentelijke uitvoering en de kwaliteit van de dienstverlening op dit terrein betreffen.

Het vierde lid geeft aan omtrent welke aangelegenheden de Wmo-raad niet bevoegd is te adviseren dan wel zich daarmee bezig te houden.

Artikel 3 Samenstelling Wmo-raad

In dit artikel is geregeld, dat de belanghebbenden bij maatschappelijke ondersteuning in de gemeente Dinkelland zich door middel van belangenorganisaties kunnen laten vertegenwoordigen in de Wmo-raad. Ten aanzien van doelgroepen bestaan soms meerdere belangenorganisaties. Gekozen wordt om deze te clusteren en dat per cluster van belangenorganisaties één vertegenwoordiger lid van de raad kan zijn.

In dit artikel is voorts geregeld:

  • ·

    het feit dat de leden van de raad door het college worden benoemd;

  • ·

    er een onafhankelijke voorzitter is;

  • ·

    de zittingsperiode van de leden, waarbij wordt aangesloten bij de zittingstermijn van de raad;

  • ·

    de maximale zittingsperiode van de leden (acht jaar);

  • ·

    het voorzien in een voordracht bij een tussentijds aftreden van een lid;

  • ·

    de onverenigbaarheid van functies van de leden.

Artikel 4 Werkwijze Wmo-raad

Behoeft geen nadere toelichting.

Artikel 5 Ambtelijke ondersteuning

In dit artikel is vastgelegd dat de leden van de Wmo-raad zelf in de secretariaatswerkzaamheden dienen te voorzien, voor zover het geen werkzaamheden betreffen die verband houden met de taken van de medewerker van de gemeente, die als contactpersoon optreedt tussen de Wmo-raad en de gemeente. Deze werkzaamheden worden door een medewerker, of diens plaatsvervanger, van de afdeling Ontwikkeling verzorgd. Dit met het oog op het vervaardigen van het 4 jaren activiteitenplan, als bedoeld in artikel 3 van de Wmo en de coördinatie van de daaruit voortvloeiende activiteiten.

Artikel 6 De vergadering

De plaats en de frequentie op jaarbasis van de vergaderingen van de Wmo-raad is in dit artikel geregeld, evenals de wijze waarop:

  • ·

    met de leden van de Wmo-raad periodiek overleg wordt gevoerd;

  • ·

    de wijze waarop de leden van de Wmo-raad onderwerpen voor de agenda van dit overleg kunnen aanmelden.

Voorts is in dit artikel geregeld:

  • ·

    binnen welke termijn de verslagen van de vergaderingen moeten zijn opgesteld en uitgebracht;

  • ·

    de mogelijkheid van de Wmo-raad om derden voor een toelichting of een uiteenzetting tijdens de vergadering uit te nodigen;

  • ·

    de wijze van besluitvorming i.c. advisering door de Wmo-raad;

  • ·

    de openbaarheid van de vergaderingen;

  • ·

    de mogelijkheid tot het houden van een besloten vergadering;

  • ·

    het feit dat de Wmo-raad met inachtneming van deze verordening een reglement van orde dient op te stellen, dat ter goedkeuring aan het college dient te worden voorgelegd.

Artikel 7 De informatievoorziening

De wijze waarop de leden van de Wmo-raad van de voor een adequate deelname aan het overleg benodigde algemene informatie op het terrein van maatschappelijke ondersteuning worden voorzien is in het eerste lid bepaald.

Artikel 8 Facilitering Wmo-raad

Aan de uitoefening van de taak van de Wmo-raad zijn kosten verbonden, o.a. voor het raadplegen van achterban en gebruikers van voorzieningen. Ter bestrijding van de door de raad en/of de leden van deze raad te maken onkosten is in dit artikel vastgelegd dat:

  • ·

    aan de Wmo-raad, in overeenstemming met de terzake geldende gemeentelijke bepalingen, jaarlijks een subsidie wordt toegekend;

  • ·

    dat onkosten, door de leden van de Wmo-raad gemaakt ten behoeve van de uitoefening van het lidmaatschap van deze raad, ten laste van die subsidie komen;

  • ·

    indien en voor zover sprake is van onkosten door de Wmo-raad en/of de leden daarvan, waarin de toegekende subsidie niet voorziet, deze slechts worden vergoed na voorafgaande goedkeuring of toestemming door het college.

Artikel 9 Beëindiging lidmaatschap Wmo-raad en invulling vacature

Behoeft geen nadere toelichting.

Artikel 10 Verslaglegging en verantwoording

In de eerste drie leden is geregeld dat:

  • ·

    de Wmo-raad jaarlijks, vóór 1 april, verslag aan het college dient uit te brengen over de door haar in het daaraan voorafgaande kalenderjaar verrichte activiteiten;

  • ·

    het verslag zoveel mogelijk wordt vergezeld van voorstellen door de Wmo-raad in het belang van het realiseren van een integraal en evenwichtig gemeentelijk beleid op het terrein van maatschappelijke ondersteuning, alsmede van een kwalitatief zo hoog mogelijke dienstverlening op dit terrein in de gemeente Dinkelland;

  • ·

    de Wmo-raad zich, door middel van de voorzitter en de penningmeester, met dat verslag tevens financieel moet verantwoorden over het door de Wmo-raad gevoerde financiële beleid over het jaar waarvan verslag wordt gedaan ten aanzien van de wijze van besteding van de aan de raad beschikbaar gestelde subsidie.

Op grond van het vierde lid wordt minimaal één keer per jaar verantwoording door het college aan de gemeenteraad afgelegd inzake de uitvoering van deze verordening. Deze verantwoording vindt schriftelijk plaats in het tweede kwartaal, volgend op een vol kalenderjaar. Gelet op de datum van inwerkingtreding zoals vastgelegd in artikel 14 van deze verordening vindt deze verantwoording voor het eerst plaats in het tweede kwartaal van 2008.

Bij de verantwoording op grond van deze verordening worden door het college de bevindingen, de aanbevelingen en de financiële verantwoording van de Wmo-raad op basis van het verslag als bedoeld in het eerste lid van dit artikel, betrokken.

Artikel 11 Evaluatie

Het wordt van belang geacht het functioneren van de Wmo-raad periodiek te evalueren. De wijze en frequentie waarop deze evaluatie plaatsvindt is in dit artikel geregeld.

Artikel 12 Uitvoering verordening

Dat het college is belast met de uitvoering van de verordening zoals dat in het eerste lid is vastgelegd, is wettelijk bepaald. Overeenkomstig hetgeen hierover wettelijk is geregeld en met inachtneming van het gemeentelijke mandaatbesluit, kan het college deze bevoegdheid mandateren aan gemeenteambtenaren, zulks onder eventueel nader door het college te stellen regels en onder behoud van de verantwoordelijkheid van het college van de door de gemeenteambtenaren terzake namens het college genomen besluiten.

Voor een juiste uitvoering van de verordening kan het noodzakelijk zijn dat nadere uitvoeringsregels worden vastgesteld. Op grond van het bepaalde in het tweede lid heeft het college de bevoegdheid om, nadat de Wmo-raad terzake gehoord is, dergelijke regels vast te stellen.

Artikel 13 Citeertitel

Behoeft geen nadere toelichting.

Artikel 14 Inwerkingtreding

Behoeft geen nadere toelichting.