Regeling vervallen per 01-01-2018

Preventie- en handhavingsplan alcohol 2015-2017

Geldend van 30-01-2015 t/m 31-12-2017

Intitulé

Preventie- en handhavingsplan alcohol 2015-2017

De raad van de gemeente Dinkelland,

gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 23 december 2014,

gelet op het advies van de commissie van 20 januari 2015,

gelet op het bepaalde in artikel 43a van de Drank- en Horecawet,

B E S L U I T:

-het Preventie- en handhavingsplan alcohol 2015-2017 vast te stellen, overeenkomstig het bijgevoegde en als zodanig gewaarmerkte ontwerpplan (i14.051125)

Ondertekening

Aldus besloten in de openbare vergadering
van 27 januari 2015
de griffier, de voorzitter,
mr. O.J.R.J. Huitema, mr. R.S. Cazemier

Bijlage Preventie- en handhavingsplan alcohol 2015 – 2017

Vastgesteld door de gemeenteraad van Dinkelland op 27 januari 2015

Inhoud

Voorwoord 4

Samenvatting 5

1. Inleiding 6

2. Wettelijk kader 7

  • 2.1

    Wetgeving 7

  • 2.2

    Lokale regelgeving 7

  • 2.2.1 Horecaverordening 7

  • 2.2.2 Het Interventiebeleid DHW 8

  • 2.2.3 Beleidsplan Omzien naar Elkaar 8

3. Alcohol en jongeren: probleemanalyse 9

4. Integrale aanpak 11

5. Preventie 12

  • 5.1

    Doelstellingen 12

  • 5.2

    Speerpunten 13

6. Toezicht en handhaving 16

  • 6.1

    Hoofdzaken van het handhavingsbeleid 16

  • 6.2

    Doelstellingen van het handhavingsbeleid op het gebied van alcohol 17

  • 6.3

    De wijze waarop het handhavingsbeleid wordt uitgevoerd 17

  • 6.4

    Handhavingsacties 2015-2017 18

7. Communicatie 20

8. Financiën 21

  • 8.1

    Preventie 21

  • 8.2

    Toezicht en handhaving 21

9. Evaluatie 22

Bijlage 1: Onderzoeken alcohol 23

Bijlage 2: Uitwerking preventie interventies 2015 24

Bijlage 3: Keetkeur in Dinkelland en Tubbergen 25

Voorwoord

Voor u ligt het eerste Preventie- en handhavingsplan van de gemeente Dinkelland. Het opstellen van een gemeentelijk preventie- en handhavingsplan is één van de wijzigingen van de Drank- en Horecawet (DHW) die per 1 januari 2014 in werking is getreden. In dit preventie- en handhavingsplan zijn de doelstellingen, prioriteiten/speerpunten opgenomen, de acties die worden ondernomen om alcoholgebruik met name onder jongeren te voorkomen en de wijze waarop het toezicht en de handhaving wordt uitgevoerd.

Als gemeente staan wij achter deze nieuwe wetgeving. Keer op keer komt uit onderzoek naar voren hoe schadelijk de effecten van (overmatig) drankgebruik zijn, zeker op jonge(re) leeftijd. De gezondheid van onze jongeren gaat ons allemaal aan het hart. Maar meer nog dan wetgeving, gaat het om een cultuurverandering waar iedereen een verantwoordelijkheid heeft. Jongeren zelf, hun ouders, ondernemers, scholen, sport- en jongerenverenigingen én gemeente.

Samenvatting

Per 1 januari 2013 is de Drank- en Horecawet (DHW) op een aantal punten gewijzigd. Eén van de belangrijkste wijzigingen is dat gemeenten aanzienlijk meer bevoegdheden hebben gekregen om zelf regels op te stellen en de naleving ervan te handhaven. De gewijzigde DHW schrijft voor dat gemeenten beschikken over een preventie- en handhavingsplan alcohol. De wetgever beoogt hiermee dat de gemeente invulling geeft aan haar handhavende taken en deze taken afstemt op preventieve taken.

Met het vaststellen van het preventie- en handhavingsplan alcohol 2015-2017 wordt ingezet op het realiseren van een integrale aanpak, gericht op preventie en toezicht en handhaving om het alcoholgebruik onder jongeren te verminderen. Het samengaan van preventie en toezicht en handhaving op het thema alcohol bundelt de expertise op beide beleidsterreinen en vergroot de effectiviteit van de inspanningen die op deze terreinen worden geleverd.

Het centrale doel van het plan is het tegengaan van alcoholgebruik door jongeren onder de 18 jaar door het versterken van de opvoeding door ouders en het bevorderen van verantwoorde verstrekking van alcoholhoudende drank door commerciële en para-commerciële instellingen door het uitvoeren van controles.

Preventie

Voor preventie zijn de volgende speerpunten benoemd:

  • ·

    Evenementen

  • ·

    Hokken en keten

  • ·

    Kamperen op eigen terrein

  • ·

    Deskundigheidsbevordering/vroegsignalering

  • ·

    Onderwijs

  • ·

    Happy Fris (regionaal)

Toezicht en handhaving

Voor toezicht en handhaving zijn de volgende speerpunten benoemd:

  • ·

    Controleren van horecabedrijven op de naleving van de DHW en de Horecaverordening. De gemeente controleert op diverse aspecten, bijvoorbeeld de verplichte aanwezigheid van een leidinggevende, leeftijdstijdsaanduiding, toegangscontrole en op verstrekking van alcoholhoudende drank aan jongeren onder de 18 jaar. Horecagelegenheden die veelal door jongeren worden bezocht, zoals discotheken, behoren ook tot deze categorie.

  • ·

    Controleren tijdens evenementen op de naleving van de DHW en de Horecaverordening.

  • ·

    Controleren van de naleving van de DHW en de Horecaverordening voor het schenken van alcoholhoudende drank door para-commerciële instellingen, zoals sportverenigingen en cultuurhuizen.

Communicatie

Voor het terugdringen van (overmatig) alcoholgebruik onder jongeren en naleving van de nieuwe leeftijdsgrens voor alcohol te vergroten, is kennis en draagvlak nodig. Het is bekend dat de kennis rondom alcohol en de gevolgen van alcoholmisbruik (invloed op de ontwikkeling van de hersenen) kan bijdragen aan meer draagvlak voor alcoholbeleid. Ook door het geven van duidelijkheid omtrent wet- en regelgeving, kan voorkomen worden dat mensen (onbedoeld) de regels overtreden. Hierop gelet zetten wij communicatie in als (extra) instrument.

1. Inleiding

Per 1 januari 2013 is de Drank- en Horecawet (DHW) op een aantal punten ingrijpend gewijzigd. Eén van de belangrijkste veranderingen is dat gemeenten aanzienlijk meer bevoegdheden hebben gekregen om zelf regels op te stellen en de naleving te handhaven. Per 1 januari 2014 is deze gewijzigde DHW op twee punten opnieuw aangepast. De leeftijdsgrens voor de verkoop van alcohol is verhoogd naar 18 jaar en gemeenten hebben de verplichting opgelegd gekregen om een integraal preventie- en handhavingsplan op te stellen en voor te leggen aan de gemeenteraad.

Gemeenten zijn daarmee de belangrijkste uitvoerder van de DHW geworden. Zowel op juridisch-, handhavings- als op educatief vlak is de gemeente de regisseur van het Nederlandse alcoholbeleid. Het verplichte preventie- en handhavingsplan is de wettelijke bekrachtiging van dit gegeven.

Effectief beleid om het (overmatig) alcoholgebruik terug te dringen, in het bijzonder onder jongeren, is alleen haalbaar als op alle fronten tegelijk wordt ingezet: bewustwording van de risico’s, het stellen van duidelijke grenzen en het bewaken van die grenzen. Met dit plan willen wij bijdragen aan een gezondere en veiliger samenleving.

In dit plan beschrijven wij de integrale aanpak van de gemeente Dinkelland voor alcoholpreventie en toezicht en handhaving. Het plan heeft een looptijd tot aan de vaststelling van de nieuwe Nota Volksgezondheid (2017). Daarna stellen wij elke vier jaar een preventie- en handhavingsplan op, gekoppeld aan de vierjaarlijkse cyclus van de Nota Volksgezondheid.

Met het vaststellen van het plan wordt ingezet op het realiseren van een integrale aanpak gericht op preventie en toezicht en handhaving. Het samengaan van preventie en toezicht en handhaving op het thema alcohol bundelt de expertise op beide beleidsterreinen en vergroot de effectiviteit van de inspanningen die op beide terreinen worden geleverd.

2. Wettelijk kader

2.1 Wetgeving

Om schadelijk alcoholgebruik onder jongeren tegen te gaan is per 1 januari 2013 de DHW aangepast. Gemeenten hebben daarmee meer instrumenten in handen gekregen om een effectief alcoholmatigingsbeleid te voeren. Daarnaast betekent de wetswijziging een lastenvermindering voor horecaondernemers. De regels ten aanzien van vergunningverlening zijn zo eenvoudig mogelijk opgesteld en bij veranderingen hoeft in minder gevallen een compleet nieuwe vergunning te worden aangevraagd.

Per 1 januari 2013 zijn onderstaande wijzigingen in de DHW opgenomen:

  • 1.

    De burgemeester is belast me de uitvoering van de DHW.

  • 2.

    Toezicht en handhaving op de DHW is overgegaan van de Nederlandse Voedsel en Waren Autoriteit (NVWA) naar de gemeente. De burgemeester kan gemeentelijke toezichthouders (BOA’s) aanwijzen voor lokaal toezicht.

  • 3.

    Jongeren onder de 16 jaar die in het bezit zijn van alcoholhoudende drank in de openbare ruimte en in voor het publiek toegankelijke ruimten (zoals horecagelegenheden) zijn strafbaar.

  • 4.

    Als een winkelier drie keer in één jaar het verbod op de verkoop van alcohol aan 16-minners overtreedt, kan de burgemeester een ontzegging van de verkoopbevoegdheid opleggen voor een periode van 1 tot maximaal 12 weken (three strikes out).

  • 5.

    De gemeenteraad kan toegangsleeftijden koppelen aan sluitingstijden horeca.

  • 6.

    De gemeenteraad kan extreme prijsacties verbieden.

  • 7.

    Het vergunningstelsel is vereenvoudigd.

  • 8.

    De gemeente is verplicht om in een verordening regels te stellen aan het schenken van alcohol door para-commerciële instellen, zoals cultuurhuizen en sportverenigingen.

Per 1 januari 2014 is de DHW op nog twee belangrijke punten aangepast:

  • 1.

    De leeftijdsgrens voor verkoop van alcohol en in bezit hebben van alcohol op publiek toegankelijke plaatsen (zoals horeca, parken, winkelcentra) is verhoogd van 16 naar 18 jaar.

  • 2.

    Gemeenten zijn verplicht om 2014 een preventie- en handhavingsplan alcohol vast te stellen (door de gemeenteraad).

Dit plan geeft invulling aan deze laatste wettelijke verplichting.

In artikel 43a DHW lid 2 en 3 is aangegeven wat de minimale eisen zijn waaraan een preventie- en handhavingsplan alcohol:

  • ·

    Het plan bevat de hoofdzaken van het beleid betreffende de preventie van alcoholgebruik, met name onder jongeren, en de handhaving van de wet.

  • ·

    In het plan wordt in ieder geval aangegeven:

    • o

      wat de doelstellingen zijn van het preventie- en handhavingsbeleid alcohol;

    • o

      welke acties worden ondernomen om alcoholgebruik, met name onder jongeren, te voorkomen, al dan niet in samenhang met andere preventieprogramma’s als bedoeld in artikel 2, tweede lid, onderdeel d, van de Wet publieke gezondheid;

    • o

      de wijze waarop het handhavingsbeleid wordt uitgevoerd, welke handhavingsacties in de door het plan bestreken periode worden ondernomen en welke resultaten in de door het plan bestreken periode minimaal behaald dienen te worden.

2.2 Lokale regelgeving

De DHW geeft op een aantal onderdelen een uitwerkingsplicht of -mogelijkheid aan gemeenten.

2.2.1 Horecaverordening

Op basis van artikel 4 DHW zijn gemeenten verplicht om – bij verordening – regels op te stellen voor het schenken van alcohol door para-commerciële instellingen. Deze verordening is op 17 december 2013 door de gemeenteraad vastgesteld. In deze verordening is met betrekking tot para-commerciële instellingen vastgesteld dat maximaal 40 uur per week alcohol mag worden verstrekken, bijeenkomsten van persoonlijke aard niet zijn toegestaan en dat geen sterke drank mag worden verstrekt.

2.2.2 Het Interventiebeleid DHW

Het Interventiebeleid DHW beschrijft de wijze waarop toezicht en handhaving van de DHW plaatsvindt. Dit beleid is op 17 december 2013 vastgesteld door de burgemeester van de gemeente Dinkelland.

2.2.3 Beleidsplan Omzien naar Elkaar

Met ingang van 1 januari 2015 zijn drie grote taken naar gemeenten gegaan. Het gaat om: de Participatiewet, de overgang van onderdelen uit de AWBZ naar de WMO en de overname van de gehele zorg voor de jeugd. Deze nieuwe taken samen met de huidige taken uit de Wet werk en bijstand (WWB), de Wet Maatschappelijke Ondersteuning (WMO) en preventief jeugdbeleid maken de gemeente verantwoordelijk voor vrijwel de gehele (niet-medische) ondersteuning aan de inwoners. Hoe de gemeente met deze nieuwe taken omgaat, is opgenomen in het beleidsplan Omzien naar Elkaar. Dit beleidsplan is op 7 oktober 2014 door de raad vastgesteld.

In het beleidsplan Omzien naar Elkaar is aangegeven hoe de gemeente om wil gaan met het aspect preventie per 1 januari 2015. Hierover is het volgende opgenomen:

  • ·

    Op het gebied van preventie wil de gemeente vraag en aanbod beter op elkaar afstemmen en beter laten aansluiten bij de zogenaamde vindplekken. Het gaat hier bijvoorbeeld om de scholen en verenigingen waar onze jeugd lid van is. Zij weten waar de behoeften van de jongeren liggen. Scholen en verenigingen hebben grote invloed op de sociale vorming en ontwikkeling van de jeugd en daarmee op het voorkomen van het ontstaan van behoeften aan (langdurige) professionele hulp en zorg. Zij kunnen in een vroeg stadium probleemsituaties herkennen en aanmelden voor hulpverlening waardoor escalatie wordt afgewend. Activiteiten en inspanningen van scholen en verenigingen die dit versterken, wil de gemeente graag stimuleren.

  • ·

    Door meer in te zetten op preventie moet het beroep op de langdurige en/of specialistische ondersteuning verminderd worden. Dit ook gelet op de gedachte dat preventie goedkoper is dan het inzetten van ondersteuning en zorg.

  • ·

    Het jaar 2015 wordt gebruikt als overgangsjaar. Dit betekent dat de gemeente de bestaande preventieactiviteiten die men laat uitvoeren door welzijnsinstellingen gaat ombouwen naar maatwerk per kern. Hierbij is niet van te voren bepaald dat de huidige welzijnsinstelling uitvoering gaat geven aan deze preventieve activiteiten. Dit is mede afhankelijk van de behoefte in de kernen. Het gemeentelijk idee hierbij is wel, dat niet langer gewerkt gaat worden met meerjarige subsidies. De gemeente wil namelijk de ruimte houden om tussentijds (per kern) te kunnen schakelen in het inzetten van preventie instrumenten. Uiteraard in samenspraak en in samenwerking met de mensen uit de kern. De gemeente wil gaan werken met een preventieconsulent, die de contacten met de kernen onderhoudt en samen met de kern bepaalt welk instrument waar, op welk moment en door wie wordt ingezet. Een gevolg hiervan is dat huidige subsidiestromen aan instanties onder bestaande voorwaarden en afspraken met ingang van 1 januari 2016 worden herzien, passend bij de nieuwe structuren en behoeften.

Bij het opstellen van dit preventie- en handhavingsplan alcohol is met het bovenstaande rekening gehouden.

3. Alcohol en jongeren: probleemanalyse

Sinds 1988 is onder Nederlandse jongeren het alcoholgebruik flink toegenomen. Jongeren gingen in de loop van de afgelopen decennia meer, vaker én op jongere leeftijd drinken. In 2003 waren Nederlandse jongeren zelfs koplopers in Europa, als het ging om binge-drinken, dat wil zeggen het op één avond vijf of meer drankjes drinken (Hibell e.a., 2012). Er zijn veel van zulke avonden: vaak wekelijks of zelfs méér dan één avond per week. Uitgaan werd steeds minder ‘een glaasje voor de gezelligheid’ en steeds meer een alibi om stevig in te nemen, vaak vóór het uitgaan zelf (“indrinken”).

De meeste recente cijfers over alcohol (alcoholgebruik door jongeren en afspraken met ouders) in de gemeente Dinkelland kunnen worden gevonden in de volgende onderzoeken:

  • ·

    E-MOVO 2011

  • ·

    Enquête jongeren & alcohol 2014

  • ·

    Enquête ouders & alcohol 2014

  • ·

    Op tijd voorbereid 2014

  • ·

    Kindermonitor 2013

Ten aanzien van de genoemde onderzoeken dient opgemerkt te worden dat de resultaten van E-MOVO, Op tijd voorbereid en de kindermonitor specifiek gegevens bevatten van de gemeente Dinkelland. De resultaten van de enquête jongeren & alcohol en ouders & alcohol zijn “Noaberkrachtse cijfers” oftewel deze zijn niet uitgesplitst naar de gemeenten Dinkelland en Tubbergen afzonderlijk. Voor een toelichting op de uitgevoerde onderzoeken zie bijlage 1.

Hieronder worden per onderzoek enkele resultaten aangegeven. Bij elk onderzoek is aangegeven hoeveel jongeren/ouders daadwerkelijk hieraan hebben deelgenomen (N = …).Voor een uitgebreider overzicht van resultaten wordt verwezen naar de onderzoeken zelf.

Uit bovenstaande onderzoeken blijkt onder andere het volgende:

E-MOVO 2011 (N = 486)

Uit E-MOVO 2011 blijkt dat in de gemeente Dinkelland 11% van de leerlingen in klas 2 en 82% van de leerlingen in klas 4 in de afgelopen vier weken alcohol hebben gedronken. Dit is een daling ten opzichte van 2007 en 2003. Het percentage binge-drinkers (grote hoeveelheid alcohol in korte tijd drinken) is 26%. Ook dit is een daling ten opzichte van 2007 en 2003. De gemeente Dinkelland wijkt gunstig af bij de landelijke situatie.

Enquête jongeren & alcohol 2014 (N = 443)

  • ·

    75,5% van jongeren in de leeftijd van 12/13/14 jaar geeft aan nog geen alcohol te hebben gedronken. Van de 16/17 jarigen gaf 4,4% aan nog geen alcohol te hebben gedronken. Het merendeel (51,3%) van de 16/17 jarigen was 15 jaar toen zij voor het eerst alcohol dronken, 18,8% was 16 jaar en 16,9% was 14 jaar.

  • ·

    Verreweg de meeste jongeren (73,3%) gaven aan geen alcohol te drinken op doordeweekse dagen (maandag tot en met donderdag); dit gold voor 76,5% van de 12/13/14 jarigen en voor 71,9% van de 16/17 jarigen

  • ·

    In beide leeftijdscategorieën gaven de meeste jongeren aan meestal alcohol te drinken voordat zij uitgaan; dit gaat op voor 47% van de 12/13/14 jarigen en voor 57,5% van de 16/17 jarigen. In beide leeftijdscategorieën gaven verreweg de meeste jongeren aan (85,1%) al eens aangeschoten te zijn geweest; 79,4% van de 12/13/14 jarigen versus 87,6% van de 16/17 jarigen.

  • ·

    Ook op de vraag hoe vaak men dronken is geweest de maand voorafgaand aan het onderzoek, gaven verreweg de meeste jongeren (84,2%) aan niet dronken te zijn geweest; dit ging op voor 85,3% van de 12/13/14 jarigen en voor 83,7% van de 16/17 jarigen. Met dronken werd bedoeld ‘dat je minder goed in de gaten hebt wat er gebeurd, je minder goed kan lopen, de volgende dag last van hoofdpijn hebt’.

  • ·

    Wanneer jongeren werd gevraagd naar hun top 3 van meest genoemde plekken waarop alcohol wordt gedronken, bleken de discotheek (40,6%), thuis met anderen (28,2%) en bij anderen thuis (26,2%) het populairst. Op de vierde plek werden keten/hokken (22,8%) genoemd.

  • ·

    61,5% van de jongeren had afspraken gemaakt met hun ouders/voogd over het drinken van alcohol. Iets meer dan 90% van de jongeren gaf aan de gemaakte afspraken ook na te komen.

  • ·

    Aan respondenten die afspraken gemaakt hadden rondom alcoholgebruik, is een aantal stellingen voorgelegd met afspraken die jongeren mogelijk met hun ouders gemaakt kunnen hebben over het drinken van alcohol. Van de 12/13/14 jarigen gaf 49,4% en van de 16/17 jarigen gaf 5% aan geen alcohol te mogen drinken tot hun 18e. 45,7% van de 12/13/14 jarigen had (daarnaast ook) de afspraak om geen alcohol te drinken tot hun 16e versus 58,4% van de 16/17 jarigen. Opvallend is dat van de 12/13/14 jarigen ruim 20% van hun ouders mochten indrinken voor en tijdens het uitgaan. Bij 16/17 jarigen mocht 75,2% indrinken voor het uitgaan en 93,1% alcohol drinken tijdens het uitgaan.

  • ·

    Volgens de meeste jongeren (85,6%) waren hun ouders/voogd het eens met de hoeveelheid alcohol die door hen werd gedronken; dit gold voor 72,1% van de 12/13/14 jarigen en 67,1% van de 16/17 jarigen.

Enquête ouders & alcohol 2014 (N = 78)

In de ouderenquête gaf 69% aan met hun kind te praten over het niet mogen drinken van alcohol onder de 18 jaar. Tevens gaf 60% aan met hun kind afspraken te hebben gemaakt over het drinken van alcohol. Er zijn onder andere afspraken gemaakt over: alcohol drinken voor het 16e jaar, alcohol drinken voor het 18e jaar, indrinken voor het uitgaan, alcohol drinken bij het uitgaan. Meer dan de helft van de ouders (56%) gaf aan de afspraak te hebben gemaakt dat voor hun kind geen alcohol mocht drinken voor het 16e jaar. Slechts 17% heeft de afspraak om voor het 18e jaar geen alcohol te drinken. Gemaakte afspraken worden daarentegen niet altijd nagekomen; slechts 56% gaf aan dat de gemaakte afspraken geheel worden nagekomen.

Op tijd voorbereid 2014 (N = 214)

  • ·

    49% van de jongeren uit groep 8 geeft aan al eens alcohol te hebben gedronken. In de regio Twente is dit 54%.

  • ·

    78% van de jongeren uit groep 8 mag thuis geen alcohol drinken. In de regio Twente is dit 71%.

  • ·

    16% van de jongeren uit groep 8 geeft aan alcohol te gaan drinken voor zijn/haar 18e jaar. In de regio Twente is dit 16%.

Kindermonitor 2013 (N = 324)

Wat de houding van de ouders betreft, is te zien dat iets minder dan de helft van de ouders (45%) een afspraak met hun kinderen van 8-12 jaar heeft gemaakt om tot een bepaalde leeftijd geen alcohol te drinken. Tevens vindt iets meer dan 30% het acceptabel dat hun kind onder de 18 jaar voor het eerst alcohol drinkt. Het wel/niet drinken van alcohol in het bijzijn van hun kind valt onder voorbeeldgedrag. Door 20% van de ouders wordt in het bijzijn van het kind nooit alcohol gedronken en (heel) soms door 72%.

4. Integrale aanpak

Dit plan is gebaseerd op een integrale beleidsvisie. Er is immers sprake van een preventie- én handhavingsplan. Dat impliceert dat meerdere afdelingen binnen de gemeenten – en dus ook meerdere type maatregelen – worden ingezet bij de aanpak van de alcoholbeleid.

Als uitgangspunt voor integraal alcoholbeleid hanteren we het preventiemodel van Reynolds (2003) dat ook de basis vormt voor de Handreiking Gezonde Gemeenten van het RIVM. Het preventiemodel kent drie beleidspijlers, te weten: educatie, regelgeving en handhaving. De pijlers staan deels op zichzelf maar overlappen elkaar ook (zie onderstaande afbeelding). Juist in de overlap zien we het integrale preventiebeleid terug.

De aanpak van alcoholmatiging is een continu proces: we willen draagvlak zoeken en creëren in onze samenleving voor dit thema. Dit kunnen we niet alleen. We willen vraag en aanbod op elkaar afstemmen en laten aansluiten bij de zogenaamde vindplekken. Immers op de vindplekken kun je de jongeren bereiken. Het gaat om de volgende vindplekken: thuis (ouders), school en vrije tijd (denk aan sport- en jongerenverenigingen, horecagelegenheden en evenementen).

5. Preventie

Artikel 43a DHW schrijft voor dat doelstellingen van het beleid duidelijk moeten zijn. De algemene doelstelling is dat jongeren op een zo gezonde en veilig mogelijke wijze kunnen opgroeien, zodat hun talenten zo optimaal mogelijk tot ontwikkeling kunnen komen. Er zijn specifieke doelstellingen geformuleerd voor zowel preventie als toezicht en handhaving. Bij het bepalen van de doelstellingen is gekeken naar:

  • ·

    Wettelijk kader (Drank- en Horecawet en Horecaverordening)

  • ·

    Recente cijfers alcohol in Dinkelland/Tubbergen/Noaberkracht

  • ·

    Project Gezonde Slagkracht

  • ·

    Kadernota Happy Fris! Hep ie fris? alcoholmatiging in de gemeenten Oldenzaal, Losser en Dinkelland

  • ·

    Bijeenkomsten georganiseerd Plattelands Jongeren Overijssel (PJO) in Dinkelland en Tubbergen

  • ·

    Resultaten uitgevoerde horecacontroles door team Veiligheid & Handhaving in 2013 en 2014

Bij het formuleren van de doelstellingen is met betrekking tot de aspecten “preventie” en “toezicht en handhaving” sprake van een integrale aanpak. Dit met de gedachte: geen preventie zonder toezicht en handhaving en geen toezicht en handhaving zonder preventie. Beide aspecten moeten dus in elkaars verlengde liggen. Als je bijvoorbeeld (hoog) inzet op controle van leeftijdsgrenzen bij evenementen, moet je hierover vooraf wel voorlichting geven. Dit kan onder andere door tijdens een vooroverleg met een organisator van een evenement dit aspect te bespreken en/of door hierover in de pers te communiceren.

5.1 Doelstellingen

Jongeren drinken nog altijd te vroeg, te veel en te vaak. Alcohol is slecht voor de ontwikkeling van het jonge brein. Dit kan gevolgen hebben voor de leerprestaties op school en uiteindelijk voor de carrière en de gezondheid op latere leeftijd. Daarnaast zorgt overmatig drankgebruik van jongeren vaak voor overlast op straat en speelt bij veel vernielingen, verkeersongevallen en vechtpartijen alcohol vaak een grote rol. Redenen genoeg om het alcoholgebruik van jongeren terug te dringen!

De algemene doelstellingen zijn als volgt:

  • ·

    Jongeren tot 18 jaar drinken geen alcohol.

  • ·

    Jongeren gaan vanaf 18 jaar verantwoord met alcohol om.

  • ·

    Ouders nemen hun verantwoordelijkheid met betrekking tot het voorkomen van drinken van alcohol door hun kind/kinderen onder de 18 jaar en voor het aanleren van verantwoord alcoholgebruik vanaf het 18e jaar.

  • ·

    Verstrekkers van alcohol nemen hun verantwoordelijkheid in het voorkomen van drinken van alcohol door jongeren onder de 18 jaar en in het verantwoord alcoholgebruik na het 18e jaar.

  • ·

    Actief communiceren over alcohol in zijn algemeenheid en specifiek over preventie- en/of handhavingsacties.

  • ·

    Jongerenketen gezonder en veiliger maken.

We richten ons op de doelgroep jongeren in de leeftijd van 10- 25 jaar met extra aandacht voor jongeren in de leeftijd 11-18 jaar en hun ouders.

Wij hebben de ambitie dat jongeren tot 18 jaar geen alcohol gebruiken en een verantwoord alcoholgebruik door jongeren in de leeftijd van 18-25 jaar. Daarbij zijn we realistisch. De wetswijziging met betrekking tot het verhogen van de leeftijdsgrens voor het mogen kopen en nuttigen van 16 naar 18 jaar is immers nog maar recent (1 januari 2014) ingegaan. Het kost tijd voordat 18 jaar ook als sociale norm wordt gezien.

Bovenstaande algemene doelstellingen willen we graag verder concretiseren. Voor het concretiseren hiervan zijn we aangewezen op objectief meten (= tellen). Hiervoor gebruiken we de volgende onderzoeken: E-MOVO en Op tijd voorbereid. Het eerstvolgende E-MOVO onderzoek wordt uitgevoerd in het najaar van 2015. Op tijd voorbereid wordt jaarlijks uitgevoerd in groep 8 van het basisonderwijs.

Indicator

Bron

Vraag

Meting

Doelstelling

De startleeftijd voor het drinken van alcohol gaat omhoog

E-MOVO

Heb je ooit alcohol gedronken?

Antwoord ja in 2011:

-klas 2: 18%

-klas 4: 86%

Antwoord ja in 2015:

-klas 2: < 10%

-klas 4: < 50%

Het aantal binge-drinkers daalt

E-MOVO

Heb je binge-gedronken in de laatste 4 weken?

Antwoord ja in 2011:

-klas 2: 7%

-klas 4: 65%

Antwoord ja in 2015:

-klas 2: < 2%

-klas 4: < 40%

Meer ouders raden hun kinderen af om alcohol te drinken voor hun 18e jaar

E-MOVO

Heb je met je ouders afgesproken om tot 18 jaar geen alcohol te drinken?

Antwoord ja in 2011:

-klas 2: 57%

-klas 4: 21%

Antwoord ja in 2015

-klas 2: > 75%

-klas 4: > 50%

Minder jongeren mogen thuis van hun ouders alcohol drinken

Op tijd voorbereid

Mag je thuis alcohol drinken of zou het mogen?

Antwoord nee in 2013-2014: 78%

Antwoord nee in 2015-2016: > 90%

5.2 Speerpunten

Om de doelstellingen te behalen, zetten wij in op het ontwikkelen, uitvoeren en/of faciliteren van activiteiten op de leefgebieden thuis, onderwijs/werk en vrije tijd. We komen niet tot een activiteitenplan waarin alle activiteiten zijn opgenomen. Dit omdat niet vaststaat welke activiteiten elk jaar worden georganiseerd en er immers ook ruimte moet zijn om in te springen op actuele gebeurtenissen. Tevens is er – gelet op hetgeen ten aanzien van preventie is opgenomen in he beleidsplan Omzien naar Elkaar – ook ruimte voor (nieuwe) initiatieven vanuit de samenleving.

Wel hebben wij voor de periode 2015-2017 enkele speerpunten bepaald.

  • 1.

    Evenementen

  • 2.

    Hokken en keten

  • 3.

    Kamperen op eigen terrein

  • 4.

    Deskundigheidsbevordering/vroegsignalering

  • 5.

    Onderwijs

  • 6.

    Happy Fris (regionaal)

Op deze aspecten willen wij in deze periode specifiek inzetten. Hierbij dient opgemerkt worden dat niet in alle gevallen het initiatief met betrekking tot het ontwikkelen/uitvoeren bij ons hoeft te liggen. Het initiatief kan ook komen vanuit groepen/organisaties als sportverenigingen, horecaondernemers/ Koninklijke Horeca Nederland, politie, onderwijs, welzijnsorganisatie. In dat geval heeft de gemeente meer een faciliterende rol.

Welke acties concreet worden uitgevoerd, is in bijlage 2 aangegeven.

1.Evenementen

In de gemeente worden veel evenementen georganiseerd. Zo heeft elke kern zijn eigen dorpsfeest en ook worden veel evenementen georganiseerd rondom carnavalstijd. Daarnaast worden ook diverse muziekfeesten en sport gerelateerde evenementen gehouden. Bij het merendeel van de evenementen wordt alcohol verstrekt. Jongeren komen bij dergelijke evenementen in aanraking met alcohol. Echter ook de verstrekkers van alcohol dienen geïnformeerd te worden over een effectief alcoholbeleid.

Ten aanzien van evenementen wordt ingezet op:

  • ·

    Organiseren van vooroverleggen met organisatoren van evenementen. Tijdens het vooroverleg wordt het aspect alcohol altijd aan de orde gesteld. Er worden dan onder andere tips gegeven hoe het beste de leeftijdsgrens van 18 jaar gehanteerd kan worden.

  • ·

    Actief communiceren tijdens “evenementenperiodes” (bijvoorbeeld carnaval en dorpsfeesten) eventueel in overleg met horecaondernemers. Hierbij specifiek aandacht besteden aan de leeftijdsgrens van 18 jaar (hoe kan de leeftijdsgrens bij een evenement worden aangehouden).

2. Keten en hokken

In de gemeente Dinkelland zijn een aanzienlijk aantal jongerenketen. Deze keten, in de vorm van een caravan, deel van de schuur, tuinhuisje of verlengd gedeelte van het huis, bevinden zich doorgaans op particulier terrein, bijvoorbeeld het erf van een boerderij.

Jongerenketen zijn een vorm van burgerinitiatief die passen bij de traditie van het platteland. Jongeren richten met hun vriendengroep een plek in die gezelligheid en een sociaal netwerk biedt. Het draagt op deze manier bij aan de leefbaarheid van het platteland voor jongeren. Keten hebben ontegenzeggelijk een belangrijke sociale functie voor jongeren op het platteland. Daarnaast zijn de keten het initiatief van jongeren, die als vrijwilliger vaak veel tijd en energie in de keet steken. Deze functie moet behouden blijven en versterkt worden. Tegelijkertijd moet er aandacht zijn voor mogelijk drankmisbruik en (brand)onveiligheid van de keten.

Wij hechten veel belang aan initiatieven van jongeren: keten moeten hun functie op het platteland kunnen behouden. De veiligheid en gezondheid van jongeren in keten vergt wel aandacht. Het brengt ons in een ingewikkeld pakket van preventie en handhaver. Om deze reden is Plattelands Jongeren Overijssel (PJO) gevraagd om te komen tot een plan. Stichting PJO heeft samen met Stichting Plattelands Jongeren Services (Stichting PJS) een plan ingediend (zie bijlage 3). Dit plan gaat uit van het bezoeken van keten/hokken door persvoorlichters volgens de methode van Keetkeur. De nadruk bij het bezoeken van keten/hokken ligt op het preventieve aspect: alcoholbeleid, betrokkenheid ouders, brandveiligheid en noodsituaties. Ten aanzien van brandveiligheid is de mogelijkheid opgenomen dat een medewerker van de brandweer Twente als expert brandveiligheid kan worden ingezet om de keet/hok te bezoeken. Het project Keetkeur wordt gecoördineerd door een projectleider van Stichting PJS/PJO.

Het project Keetkeur wordt zo veel mogelijk op het niveau van Noaberkracht uitgevoerd. De kosten voor het uitvoeren van Keetkeur door de Stichting PJO in de periode 2015 tot en met 2017 bedragen in totaal bijna € 30.000 voor de gemeente Dinkelland afzonderlijk. Deze kosten kunnen niet worden betaald uit het reguliere alcoholbudget. Meer hierover in hoofdstuk 8.

3.Kamperen op eigen terrein

Al vele jaren kamperen jongeren thuis in de tuin of in een weiland. De laatste jaren lijkt het of de nadruk komt te liggen op het drinken van alcohol dan op het kamperen. De strafrechtelijke mogelijkheden met betrekking tot het drankgebruik op eigen terrein zijn beperkt. Wel zijn er mogelijkheden om preventief het alcoholgebruik bespreekbaar te maken, zodat meldingen van (geluid)overlast, vernieling en/of openbaar dronkenschap voorkomen kunnen worden. Wel zijn er mogelijkheden op het gebied van preventie door actief in te zetten op communicatie. Ook de toezichthouders van onze gemeente kunnen hieraan bijdragen door actief te communiceren over de gevolgen van het niet naleven van de regels uit de DHW.

4.Deskundigheidsbevordering/vroegsignalering

Op het gebied van preventie wil de gemeente vraag en aanbod beter op elkaar afstemmen en ook beter laten aansluiten bij de zogenaamde vindplekken. Het gaat hier bijvoorbeeld om scholen en verenigingen met (veel) jeugdleden. Scholen en verenigingen hebben grote invloed op de sociale vorming en ontwikkeling van de jeugd en daarmee op het voorkomen van het ontstaan van behoeften aan (langdurige) professionele hulp en zorg. Zij kunnen in een vroeg stadium probleemsituaties herkennen en zo nodig doorverwijzen/begeleiden. Hierop gelet willen wij de komende periode inzetten op deskundigheidsbevordering en vroegsignalering ten aanzien van alcohol (eventueel in combinatie met andere thema’s als drugs, kindermishandeling, gezonde leefstijl).

5.Onderwijs

School is een belangrijke leefomgeving voor tieners. Tevens is het ook een belangrijke vindplek van jongeren. Daarnaast kunnen ook ouders van jongeren via de school ( ouderavonden, nieuwsbrieven bijvoorbeeld) makkelijk benaderd worden. Ten aanzien van onderwijs wordt in ieder geval ingezet op:

  • ·

    Module op tijd voorbereid voor leerlingen groep 8 van het basisonderwijs

  • ·

    Alcoholvrije school

  • ·

    Organiseren van bijeenkomsten voor ouders en/of jongeren waarbij aandacht is voor het thema alcohol

  • ·

    Deskundigheidsbevordering/vroegsignalering (zie speerpunt 4)

6. Happy Fris (regionaal project)

Happy Fris is een Twents alcoholpreventieproject. Dit project is voornamelijk met middelen van de provincie Overijssel uitgevoerd. Thans is onduidelijk of en zo ja op welke wijze dit project wordt gecontinueerd. De onduidelijkheid komt doordat de provincie Overijssel recent de subsidieaanvraag voor de jaren 2015 tot en met 2017 heeft afgewezen. Het is mogelijk dat het project de komende drie jaren wordt voortgezet, maar in welke vorm is thans onduidelijk. Bij voortzetting van het project zal de gemeentelijke bijdrage waarschijnlijk € 0,05 per inwoner per jaar bedragen.

Wij hechten grote waarde aan voortzetting van dit project voor de komende drie jaar. Ook als dit alleen mogelijk is met de financiële bijdrage van de Twentse gemeenten. Voortzetten van Happy Fris betekent namelijk ook dat een belangrijke interventie als AlcoHalt kan blijven worden uitgevoerd. Tevens verwachten wij een stijging van het aantal trajecten AlcoHalt. Dit omdat – naast de politie – gemeentelijke BOA’s DHW sinds kort ook mogen doorverwijzen naar AlcoHalt.

6. Toezicht en handhaving

Met de gewijzigde Drank- en Horecawet (per 1 januari 2013) is de gemeente toezichthouder geworden voor de hele DHW. Vanaf deze datum is de burgemeester belast met de uitvoering en het toezicht op de naleving van deze wet.

De toezichttaak voor de DHW is veelomvattend. Er moet onder andere worden bepaald bij welke locaties de gemeente toezicht wil voeren, hoe intensief dat moet gebeuren en wanneer controles plaats moeten vinden. Daarnaast moet ook worden vastgelegd hoe wordt opgetreden bij welke overtreding(en).

In de navolgende alinea’s wordt beschreven op welke wijze invulling zal worden gegeven aan het toezicht en de handhaving van de (vernieuwde ) DHW. Het toezicht en de handhaving bevat de volgende elementen:

  • 1.

    De hoofdzaken van het handhavingsbeleid.

  • 2.

    De doelstellingen van het handhavingsbeleid.

  • 3.

    De wijze waarop het handhavingsbeleid wordt uitgevoerd.

  • 4.

    De handhavingsacties die worden gepland: een lokaal activiteitenplan op handhaving.

In de volgende paragrafen worden deze elementen uiteengezet.

6.1 Hoofdzaken van het handhavingsbeleid

In het algemeen geldt dat handhaving tot doel heeft ervoor te zorgen dat de van toepassing zijnde wet- en regelgeving wordt nageleefd. Daarbij wordt ook in de gemeente Dinkelland toepassing gegeven aan de Handhavings- en gedoogstrategie Overijssel. In de Handhavingsstrategie is bepaald op welke wijze gelijksoortige overtredingen publiekrechtelijk en/of strafrechtelijk worden gehandhaafd. De handhavings- en gedoogstrategie is ook van toepassing op de DHW.

In het bijzonder zijn bij het toezicht en de handhaving van de DHW de volgende zaken van belang:

1.Het Preventie- en handhavingsplan

Het plan is gebaseerd op een integrale beleidsvisie over de aanpak van de alcoholproblematiek. Het toezicht op de naleving van de DHW is een onderdeel van de integrale aanpak van alcoholmatiging en ondersteunt daarmee de preventiedoelstellingen.

2.Interventiebeleid DHW

In de gemeente Tubbergen is het Interventiebeleid DHW vastgesteld.

Het Interventiebeleid DHW beschrijft de wijze waarop de gemeente Tubbergen handelt om overtredingen van deze wet die tijdens de inspectie(s) zijn geconstateerd, op te heffen en herhaling ervan te voorkomen. De procedure beschrijft de methode of de werkwijze waarmee de toezichthouder de uiteindelijk toe te passen interventie vaststelt, gekoppeld aan de ernst van overtredingen en de risico’s die hieraan verbonden zijn. Per constatering is de voorgestelde interventie beschreven in een stappenplan.

3.Handhavingsuitvoeringsprogramma (HUP)

Ook wordt jaarlijks een handhavingsuitvoeringsprogramma (HUP) opgesteld. Het HUP is wettelijk verplicht en geeft per kalenderjaar de planning en de bijbehorende capaciteit weer van de medewerkers van de afdeling Veiligheid & Handhaving. Voor het uitvoeren van controles op basis van de DHW zijn uren gereserveerd. Binnen deze uren is het niet mogelijk om alle locaties waar alcohol wordt geschonken te controleren. Dit betekent dat er jaarlijks keuzes worden gemaakt.

Sinds de inwerkingtreding van het Omgevingsrecht is monitoring van de uitvoering een wettelijke verplichting. Dit sluit aan bij de landelijke beleidsdoelstelling om handhaving zo effectief mogelijk uit te voeren.

Door het vaststellen van dit preventie- en handhavingsplan wordt inzichtelijk gemaakt waar de toezicht- en handhavingscapaciteit wordt ingezet.

4.Programmatisch handhaven

Programmatisch handhaven betekent dat de beschikbare handhavingscapaciteit zo effectief mogelijk wordt ingezet om de naleving van regels en wetten te vergroten. Het toezicht vindt zo veel mogelijk planmatig plaats in plaats van incident gestuurd.

5.AlcoHalt

Ook bestaat de mogelijkheid van AlcoHalt. AlcoHalt is bedoeld voor jongeren van 12 tot 18 jaar, die onder invloed een delict plegen of vanwege dronkenschap of het in het bezit hebben van alcohol, door de politie of door een BOA zijn aangehouden. De leerstraf bestaat uit een tweeledig traject, te weten: een Halt-traject om recidive voor het gebruik van alcohol terug te dringen en een leeropdracht met als doel het schadelijk alcoholgebruik terug te dringen. De leeropdracht wordt begeleid door Tactus en richt zich op zowel jongeren als hun ouders. Jongeren volgen twee bijeenkomsten en maken een huiswerkopdracht. Ouders volgen een informatieve bijeenkomst. Naast voorlichting over de risico’s van het alcoholgebruik op jonge leeftijd en de relatie tussen het gebruik en het delict worden jongeren en hun ouders gemotiveerd iets te doen aan dit gebruik.

6.Nalevingcommunicatie

Het effect van toezicht en handhaving kan toenemen door communicatie als extra instrument in te zetten. Planmatige communicatie gekoppeld aan toezicht en handhaving, om de naleving van wet- en regelgeving te bevorderen, wordt ook wel handhaving- of nalevingcommunicatie genoemd. Het werkingsprincipe is gebaseerd op het vergroten van de subjectieve pakkans. Hoe hoog schat iemand die de regels overtreedt, de kans in dat hij bij een controle gepakt wordt? Deze subjectieve pakkans is medebepalend voor het uiteindelijke naleefgedrag. Communicatie kan op verschillende momenten en manieren ingezet worden. Een voorbeeld is de 'zichtbare leeftijdsgrenzencontrole', waarbij de inspecteurs de controles in uniform uitvoeren. Dit heeft een preventieve werking.

6.2 Doelstellingen van het handhavingsbeleid op het gebied van alcohol

De gemeente controleert op de naleving van de Horecaverordening en op de DHW.

Het toezicht op en de handhaving van de DHW is wettelijk verplicht en ondersteunt daarbij de doelstellingen van het gemeentelijk alcoholprogramma.

Het toezicht en de handhaving zijn bedoeld om het naleefgedrag van mensen te bevorderen. Op het gebied van alcohol wordt daarbij de volgende doelstelling geformuleerd:

Het terugdringen van risico’s voor de volksgezondheid door controle op het gebruik van alcohol.

Binnen deze doelstelling ligt voor toezicht en handhaving de prioriteit bij leeftijdscontroles, zowel bij het verkopen en het schenken van alcohol aan jongeren onder de 18 jaar, als het in het bezit hebben van alcohol door de jongeren zelf.

6.3 De wijze waarop het handhavingsbeleid wordt uitgevoerd

Het toezicht op de Drank- en Horecaregelgeving betekent in de praktijk het geven van voorlichting om het naleefgedrag te bevorderen, het maken van afspraken en daarnaast de controles op de naleving van de regels. Bij de controles hanteren we vernieuwende methodes om effectief te kunnen controleren. Ook zetten we nadrukkelijk in op de samenwerking met de gemeente Oldenzaal voor onder andere het toezicht op de DHW.

De gemeente kan niet alles controleren. Er is ook een rol weggelegd voor de alcoholverstrekkende (horeca-)gelegenheden en detailhandelsbedrijven. Zij hebben een eigen verantwoordelijkheid om de regels van de DHW na te leven. Het kan soms lastig zijn om toezicht te houden op de alcoholverstrekking aan de vele bezoekers. Daarom wordt ter ondersteuning van het toezicht nadrukkelijk ingezet op het geven van voorlichting over het verstrekken van alcohol aan jongeren onder de 18 jaar.

De gemeenten Dinkelland en Tubbergen hebben besloten intensief te gaan samenwerken. De ambtelijke organisaties zijn samengevoegd in één nieuwe werkorganisatie Noaberkracht Dinkelland Tubbergen. Twee toezichthouders van Noaberkracht Dinkelland Tubbergen beschikken over de bekwaamheidseis DHW. Zij voeren hun werkzaamheden uit voor de gemeenten Dinkelland en Tubbergen. Ook verrichten zij controles op het gebied van DHW voor de gemeente Oldenzaal.

Omdat een groot deel van de controles ’s avonds en ’s nachts in het weekeinde plaatsvinden, moet in verband met de veiligheid in tweetallen worden gewerkt.

6.4 Handhavingsacties 2015-2017

Op hoofdlijnen kunnen wij de volgende handhavingsacties in de planperiode uitvoeren (de volgorde is willekeurig):

  • ·

    Controleren van horecabedrijven op de naleving van de DHW en de Horecaverordening. De gemeente controleert op diverse aspecten, bijvoorbeeld de verplichte aanwezigheid van een leidinggevende, leeftijdstijdsaanduiding, toegangscontrole en op verstrekking van alcoholhoudende drank aan jongeren onder de 18 jaar. Horecagelegenheden die veelal door jongeren worden bezocht, zoals discotheken, behoren ook tot deze categorie.

  • ·

    Controleren tijdens evenementen op de naleving van de DHW en de Horecaverordening.

  • ·

    Controleren van de naleving van de DHW en de Horecaverordening voor het schenken van alcoholhoudende drank door para-commerciële instellingen, zoals sportverenigingen en cultuurhuizen.

  • ·

    Controleren op de naleving van de wettelijke leeftijdsgrens bij de verstrekking van alcoholhoudende drank door niet vergunning plichtige horecabedrijven (art. 18 bedrijven), zoals supermarkten en cafetaria’s.

  • ·

    Handhaven van het verbod voor jongeren onder de 18 jaar, om op publiek toegankelijke plaatsen, in het bezit te zijn van alcoholhoudende drank.

  • ·

    Regelmatig het gesprek aangaan over de gevolgen van het niet-naleven van de regels uit de DHW met als doel het vergroten van het naleefgedrag met betrekking tot het drinken van alcohol door jongeren.

  • ·

    Jongeren onder de 18 jaar kan een HALT-procedure aangeboden als alternatief voor een boete bij het in bezit hebben van alcohol.

De keuze voor de handhavingsacties is voornamelijk gebaseerd op de ervaringen van de toezichthouders tijdens de controles DHW tot op heden.

In het eerste jaar van de planperiode ligt de nadruk voor toezicht en handhaving – naast de reguliere horecacontroles – op het controleren op de naleving van de DHW en de Horecaverordening voor het schenken van alcoholhoudende drank door para-commerciële instellingen: controle op schenktijden en het verstrekken van alcohol aan jongeren onder de 18 jaar.

Aanvullend is er speciale aandacht voor evenementen waarvoor een ontheffing ex artikel 35 DHW is afgegeven en voor evenementen waarvoor geen ontheffing is afgegeven, maar die wel een risico opleveren voor de verkoop van alcohol aan jongeren.

De uitwerking van de handhavingsacties wordt opgenomen in het Handhavingsuitvoeringsprogramma (HUP) en de resultaten worden vermeld in het jaarverslag van de afdeling Veiligheid & Handhaving van Noaberkracht Dinkelland Tubbergen.

De resultaten van de uitgevoerde controles tijdens de planperiode kunnen aanleiding zijn de handhavingsacties uit te breiden of bij te stellen.

Overigens kunnen ook handhavingsverzoeken en/of excessen aanleiding zijn om van de voorgenomen inzet door de toezichthouders af te wijken.

In geval van overtreding(en) wordt conform het door de burgemeester vastgestelde Interventiebeleid DHW gehandeld.

De kernwaarden van Noaberkracht Dinkelland Tubbergen

De kernwaarden zakelijk, ondernemend en betrokken zijn vastgelegd in de bestuurlijke visie van de Noaberkracht Dinkelland Tubbergen.

De wijze waarop wij het toezicht en de handhaving uitvoeren wordt mede bepaald door deze kernwaarden:

  • ·

    Zakelijk: In de Handhavings- en gedoogstrategie en in het Interventiebeleid DHW hebben wij beschreven welke sancties genomen kunnen worden wanneer de regels worden overtreden. Hiermee laten wij naar onze inwoners zien dat wij eenduidig handhavend optreden bij vergelijkbare type overtredingen.

  • ·

    Betrokken: De gemeente biedt alle horecapartners in onze gemeente de ruimte. In die zaken waarin een aanvaardbaar beleid wordt gevoerd en nageleefd kan eventueel worden afgezien van actief toezicht. Steekproefsgewijs kan dan toezicht plaatsvinden. Ook naar onze burgers tonen wij onze betrokkenheid door het geven van voorlichting over de DHW en door het aanbieden van AlcoHalt aan jongeren.

  • ·

    Ondernemend: In de praktijk wordt bij niet-naleving van de DHW meteen handhavend opgetreden door het (laten) aanpassen van hetgeen niet in orde is. Deze pragmatische aanpak heeft tot op heden goed gewerkt, mede ook omdat waar mogelijk wordt samengewerkt met diverse belanghebbenden. Zorgvuldig (voor)overleg speelt hierbij een belangrijke preventieve rol. Daarnaast kunnen wij, afhankelijk van de ernst van de overtreding, maatwerk toepassen. Dit betekent dat in sommige situaties de gemeente een zwaardere maatregel kan opleggen dan in het Interventiebeleid DHW wordt vermeld.

7. Communicatie

Het belang van communicatie kan niet genoeg worden benadrukt. Communicatie is één van de belangrijkste voorwaarden voor een effectieve aanpak. Communicatie is niet alleen geschikt om draagvlak te creëren, maar kan ook bijdragen aan de kracht van interventies.

Voor het terugdringen van (overmatig) alcoholgebruik onder jongeren en naleving van de nieuwe leeftijdsgrens voor alcohol te vergroten, is kennis en draagvlak nodig. Het is bekend dat de kennis rondom alcohol en de gevolgen van alcoholmisbruik (invloed op de ontwikkeling van de hersenen) kan bijdragen aan meer draagvlak voor alcoholbeleid. Ook door het geven van duidelijkheid omtrent wet- en regelgeving, kan voorkomen worden dat mensen (onbedoeld) de regels overtreden. Hierop gelet is het wenselijk om communicatie als (extra) instrument in te zetten.

Met betrekking tot communicatie willen wij specifiek inzetten op:

  • 1.

    Gesprekken met/bijeenkomsten voor inwoners, ondernemers en organisaties

  • 2.

    Social media

  • 3.

    Themaberichten alcohol & … (kwetsbare momenten)

  • 4.

    Actief inschakelen van de pers

Wij richten ons ten aanzien van communicatie op de omgeving van jongeren, denk aan: ouders, onderwijs, sport- en jeugdverenigingen en horeca.

1.Gesprekken met/bijeenkomsten voor inwoners, ondernemers en organisaties

Wij willen informatie “brengen” naar inwoners, ondernemers en organisaties die hieraan behoefte

hebben. Het gaat hier bijvoorbeeld om organisatoren van evenementen die willen weten wat een

effectieve aanpak is ten aanzien van het controleren van leeftijdsgrenzen of jeugdleiders die willen

weten waar ze terecht kunnen met signalen van (overmatig) alcoholgebruik. Ook tijdens reguliere

overleggen kan informatie worden gegeven, bijvoorbeeld: vooroverleg met organisator evenement,

horeca-overleg, carnavalsoverlegorgaan.

Het is niet altijd de gemeente die hieromtrent initiatief hoeft te nemen. Initiatieven kunnen ook uit de

samenleving komen. Wij zijn bereid om met de betreffende vereniging/instelling in gesprek te gaan om

te achterhalen waaruit de behoefte precies bestaat.

2.Social media

Het gebruik van social media is de afgelopen jaren erg toegenomen. Social media kan ook gebruikt

worden voor communicatie over alcoholmatiging. Specifiek willen we inzetten op:

  • ·

    Twiteraccount handhaving

  • ·

    Facebookaccount van de gemeente

  • ·

    Twitter van bestuurders

  • ·

    Gemeentelijke website

3. Themaberichten alcohol & … (kwetsbare momenten)

Rondom kwetsbare momenten willen we inzetten op themaberichten. Voorbeelden van kwetsbare

momenten zijn: carnaval, zomerfeesten, vakantietijd. Themaberichten kunnen geplaatst worden in

nieuwsbrieven van scholen (basisonderwijs en/of voortgezet onderwijs), huis-aan-huisbladen en/of op

websites van gemeente, scholen en (sport)verenigingen.

In het verlengde van het plaatsen van themaberichten kunnen ook de billboards aan de lichtmasten

gebruikt worden om aandacht te besteden aan alcoholmatiging.

4.Actief inschakelen van de pers

Als er nieuws is over alcoholmatiging, dan zoeken we hieromtrent actief de pers op. Het gaat hier om het versturen van persberichten over komende en/of uitgevoerde interventies en resultaten van een uitgevoerde onderzoeken. Ook kan het gaan om het uitnodigen van de pers om aanwezig te zijn bij bijvoorbeeld het onderteken van een “alcoholconvenant”, een theatervoorstelling, themabijeenkomst of om een avond mee te gaan op controle met de BOA’s DHW.

8. Financiën

8.1 Preventie

De gemeente Dinkelland heeft voor preventieactiviteiten een (structureel) budget beschikbaar van € 12.000. De acties opgenomen in dit plan kunnen bekostigd worden met dit reguliere budget. Dit met uitzondering van Keetkeur.

De kosten voor het uitvoeren van Keetkeur door Stichting PJO bedragen voor de periode 2015 tot en met 2017 bedragen in totaal bijna € 30.000. Deze kosten zijn gebaseerd op een offerte die hieromtrent door Stichting PJO is ingediend. Om te voorkomen dat extra budget hiervoor moet worden vrijgemaakt, is binnen de huidige financiële producten/budgetten gezocht naar financieringsmogelijkheden. Deze is gevonden door voor de jaren 2015, 2016 en 2017 een bedrag van € 10.000 van het product “jeugdgezondheidszorg uniform” over te hevelen naar het product “gezondheidszorg openbaar”. Binnen dit product zal specifiek worden aangegeven dat dit bedrag ingezet moet worden voor het uitvoeren van lokaal gezondheidsbeleid (Keetkeur).

8.2 Toezicht en handhaving

De taken voor toezicht en handhaving DHW zijn nieuw voor de gemeente. Met deze extra taken was geen rekening gehouden bij het bepalen van de capaciteit. Door het aanpassen van de prioritering, is het mogelijk om deze taken alsnog op te nemen in de reguliere capaciteit van de afdeling Veiligheid & Handhaving van Noaberkracht Dinkelland Tubbergen.

9. Evaluatie

Het is de eerste keer dat de gemeente Dinkelland een preventie- en handhavingsplan alcohol vaststelt. Vervolgens moet een dergelijk plan elke vier jaar gelijktijdig met de vaststelling van de nota gezondheidsbeleid te worden vastgesteld.

Gedurende de planperiode (2015 tot en met 2017) wordt het preventie- en handhavingsplan alcohol jaarlijks geëvalueerd. Bij de evaluatie kijken we naar de bevindingen van de preventie- en handhavingsacties van het afgelopen jaar. Vervolgens wordt beoordeeld wat we het daaropvolgende jaar gaan doen. Het college van B&W en de gemeenteraad worden hierover geïnformeerd.

Bijlage 1: Onderzoeken alcohol

De meeste recente cijfers over alcohol (alcoholgebruik door jongeren en afspraken met ouders) in de gemeente Dinkelland kunnen worden gevonden in:

  • ·

    E-MOVO 2011

  • ·

    Enquête jongeren en alcohol 2014

  • ·

    Enquête ouders en alcohol 2014

  • ·

    Op tijd voorbereid 2014

  • ·

    Kindermonitor 2013

E-MOVO 2011

E-MOVO (Elektronische Monitoring en Voorlichting) is een bestaand monitoringsonderzoek die 4-jaarlijks wordt uitgevoerd en waarbij gebruik wordt gemaakt van een elektronische vragenlijst. E-MOVO is een grootschalig onderzoek naar de gezondheid, het welzijn en de leefstijl van jongeren. De jongeren beantwoorden individueel vragen op de computer. De vragenlijst wordt via internet afgenomen op school in klas 2 en klas 4 van het voortgezet onderwijs. Het meest recente onderzoek is in 2011 afgenomen. Het eerstvolgende onderzoek staat gepland voor 2015.

Enquête jongeren en alcohol 2014

In het kader van de afronding van het alcoholproject Gezonde Slagkracht heeft in april/mei 2014 een enquête onder jongeren (12/13/14-jarigen en 16/17-jarigen) uit de gemeente Dinkelland en Tubbergen plaatsgevonden. Het doel van deze enquête was te achterhalen of een cultuuromslag heeft plaatsgevonden met betrekking tot alcoholgebruik onder jongeren en of de ingezette preventieactiviteiten de jongeren daadwerkelijk hebben bereikt. Deze enquête is uitgevoerd in het kader van een “klein-en-fijn” project van de Academische Werkplaats Jeugd in Twente. De resultaten hiervan zijn overigens niet gesplitst naar de gemeente afzonderlijk. Het gaat dus om “Noaberkrachtse cijfers”.

Enquête ouders en alcohol 2014

In het kader van de afronding van het alcoholproject Gezonde Slagkracht heeft in juni 2014 ook een enquête plaatsgevonden onder ouders uit de gemeente Dinkelland en Tubbergen met een kind in de leeftijd van 16/17 jaar. De resultaten hiervan zijn overigens niet gesplitst naar de gemeenten afzonderlijk. Het gaat dus om “Noaberkrachtse cijfers”.

Op tijd voorbereid 2014

Het preventieproject “Op tijd voorbereid” van Tactus Verslavingszorg is voor leerlingen van groep 8 van het basisonderwijs. Het gaat over alcohol, roken en verslaving. Het merendeel van de basisscholen in de gemeenten Dinkelland (sinds 2008-2009) neemt aan deze interventie deel. Een onderdeel van dit project is het invullen van een online vragenlijst door de leerlingen van de deelnemende scholen.

Kindermonitor 2013

In 2013 is de kindermonitor voor het eerst in Twente uitgevoerd. De kindermonitor wordt uitgevoerd in een 4-jaarlijkse cyclus. Hierbij werd aan ouders van kinderen van 0-12 jaar een online vragenlijst voorgelegd. Hierin zijn onder meer vragen gesteld over de houding van de ouders ten aanzien van (toekomstig) alcoholgebruik van hun kinderen.

Bijlage 2: Uitwerking preventie interventies 2015

Hieronder is aangegeven welke interventies de gemeente Dinkelland in 2015 concreet gaat uitvoeren. De interventies die in onderstaand overzicht zijn aangegeven, worden door de gemeente bekostigd. Ten aanzien van onderstaand overzicht, moet opgemerkt worden dat er (financiële) ruimte is voor initiatieven vanuit de samenleving, welke door de gemeente gefaciliteerd kunnen worden. Dit gelet op hetgeen met betrekking tot preventie is opgenomen in het beleidsplan Omzien naar Elkaar.

Interventie

Toelichting

Themaberichten Alcohol & …. (kwetsbare momenten)

Rondom kwetsbare momenten themaberichten opstellen (door Tactus). De gemeente verspreidt deze met als doel dat deze worden opgenomen in nieuwsbrieven van scholen, in huis-aan-huisblad (gemeentepagina) en websites van gemeente, scholen en (sport)verenigingen. De volgende themaberichten worden verspreid:

·Omgaan met groepsdruk in relatie tot alcohol

·Periode na examen (examenfeesten + op vakantie gaan)

·Energydrank als alternatief voor alcohol

·Van groep 8 BO naar klas 1 VO

·Kamperen op eigen terrein

·Sport gerelateerd artikel

·Vroegsignalering/deskundigheidsbevordering: op welke signalen letten als docent, jeugdleider, ouder e.d.

NB Tevens zullen enkele themaberichten die in 2014 ook al zijn verspreid nogmaals worden verspreid/geplaatst.

Carnaval

Themabericht en persbericht over de spelregels veilig en verantwoord carnaval vieren (in overleg met horeca/Koninklijke Horeca Nederland).

Mailing aan ouders met leerling in groep 8 basisonderwijs

Versturen brief + folder (bijvoorbeeld de folder: Hoe help ik mijn kind nee te zeggen tegen roken, drinken en blowen).

Op tijd voorbereid (groep 8 basisonderwijs)

Is een preventieproject van Tactus. Het project vergroot de kennis van de leerlingen omtrent de risico’s van genotmiddelen en maakt hen bewuster van hun houding en gedrag. Onderdeel van deze interventie is het afnemen van een onderzoek.

Bezoeken van keten/hokken

In 2015 worden keten door peersvoorlichters bezocht volgens de methodiek van Keetkeur. De nadruk ligt hierbij op het preventieve aspect: een (brand)veilige en gezonde keet. Het project wordt gecoördineerd door Stichting PJO/PJS.

Deelname aan Twents alcoholproject Happy Fris

Dit project is voorheen voornamelijk met middelen van de provincie Overijssel uitgevoerd. Thans is onduidelijk of en zo ja op welke wijze dit project wordt gecontinueerd. Dit omdat een nieuwe subsidieaanvraag recent door de provincie is afgewezen. Het is goed mogelijk dat het project de komende drie jaren wordt voortgezet met een gemeentelijke bijdrage van € 0,05 per inwoner per jaar. Voortzetting betekent onder andere dat een belangrijke interventie als AlcoHalt kan blijven worden uitgevoerd.

Inzetten Facebook/twitter (account gemeente en bestuurders)

Facebook/twitter actief inzetten om “alcoholboodschappen” onder de aandacht te brengen.

Evalueren convenant met discotheken

Met de discotheken Tijs en Bruins is een convenant afgesloten. Deze wordt jaarlijks geëvalueerd.

Horeca-overleg

Jaarlijks overleg met horeca-ondernemers uit Dinkelland en Tubbergen en de gemeente.

Organiseren vooroverleggen met organisatoren van evenementen

Tijdens vooroverleggen het aspect alcohol aan de orde stellen.

Alcoholvrije school

In overleg met school (zowel basis- als voortgezet onderwijs) om te bekijken of naast de interventies die zij zelf en/of Tactus al initiëren (en welke de school zelf bekostigd of via preventiegelden van Tactus) of nog aanvullende interventies uitgevoerd kunnen worden (bijvoorbeeld: deskundigheidsbevordering docenten, alcoholvrije school, theatervoorstellen, discussie-/ouderavond).

Bijlage 3: Keetkeur in Dinkelland en Tubbergen

Keetkeur in Dinkelland en Tubbergen

Veilige en gezonde keten door de inzet van jongerenadviseurs

Projectplan

Stichting Plattelands Jongeren Services

Plattelands Jongeren Overijssel

Bemuurde Weerd OZ 12

3514 AN Utrecht

Postbus 816

3500 AV Utrecht

Contactpersoon: Suzanne Borgharts, directeur PJS

www.stichting-pjs.nl

www.pjoverijssel.nl

Kenmerk: 11-05-0288MvW

Inhoudsopgave

1.Inleiding27

2.Doelstelling28

3.Beschrijving keetkeurmethodiek29

4.Fase 1: Draagvlak31

5.Fase 2: Opleiden keetadviseurs en bezoeken keten32

6.Fase 3: Implementatie33

7.Afsluitende opmerkingen34

Inleiding

In de gemeenten Dinkelland en Tubbergen zijn er een aanzienlijk aantal jongerenketen. Deze keten, in de vorm van een caravan, deel van de schuur, tuinhuisje of verlengd gedeelte van het huis, bevinden zich op particulier terrein, bijvoorbeeld het erf van een boerderij.

Jongerenketen zijn een vorm van burgerinitiatief die passen bij de traditie van het platteland. Jongeren richten met hun vriendengroep een plek in die gezelligheid en een sociaal netwerk biedt. Het draagt op deze manier bij aan de leefbaarheid van het platteland voor jongeren. Keten hebben ontegenzeggelijk een belangrijke sociale functie voor jongeren op het platteland. Daarnaast zijn de keten het initiatief van jongeren, die als vrijwilliger vaak veel tijd en energie in de keet steken. Deze functie moet behouden blijven. Tegelijkertijd moet er aandacht zijn voor mogelijk drankmisbruik en brandonveiligheid van de keten. Contact met de omgeving en gemeente is hierbij belangrijk, zodat de keet geen onneembare vesting is, maar een jeugdlokaal waar vrijwillige inzet en sociale samenhang hoogtij vieren en waar externe partijen ook invloed kunnen hebben en advies kunnen geven.

De gemeente hecht veel belang aan de initiatieven van jongeren: keten moeten hun functie op het platteland kunnen behouden. De veiligheid en gezondheid van jongeren in keten vergt echter wel aandacht. Het brengt de gemeente soms in een ingewikkeld pakket met betrekking tot preventie en handhaving. Om deze reden is Plattelands Jongeren Overijssel (PJO) en Stichting Plattelands Jongeren Services (PJS) gevraagd om de keetkeurmethodiek in te zetten voor het verbeteren van de veiligheid van keten.

Onderstaand vindt u het voorstel voor de aanpak met de keetkeurmethodiek in de gemeente Tubbergen en Dinkelland. Het voorstel beschrijft diverse mogelijkheden waaruit in overleg met betrokken partijen een passende aanpak samengesteld kan worden. Het project wordt gecoördineerd door een projectleider van Stichting PJS/PJO.

De gemeenten Dinkelland en Tubbergen hebben de krachten gebundeld voor het project Keetkeur. Voor de beide gemeenten is het een afzonderlijk projectplan echter daar waar mogelijk worden activiteiten gezamenlijk georganiseerd. Dit versterkt het project op Noaberkracht niveau.

Doelstelling

Doelstelling

Jongerenketen in Tubbergen en Dinkelland gezonder en veiliger maken door de inzet van peervoorlichters en de keetkeurmethodiek.

Jongerenketen in Tubbergen en Dinkelland worden bezocht door jonge keetadviseurs die door middel van een workshop voorlichting geven en informatie verspreiden aan jonge keetbezoekers en de eigenaar. Het streven is om zoveel mogelijk keten in Tubbergen en Dinkelland te bezoeken.

Doelgroep

De doelgroep is jongeren van 16 jaar tot begin 20 die een keet hebben of keten bezoeken. Oudere jongeren vanaf 25 jaar vallen buiten de doelgroep: de methodiek sluit minder aan op deze oudere doelgroep. Jongeren van 16 jaar zijn juist nog goed te beïnvloeden door middel van voorlichting van leeftijdsgenoten. Daarbij zijn zij ook de meest frequente keetbezoekers. De schatting is dat er ongeveer 50 keten zijn in Tubbergen en Dinkelland.

De secundaire doelgroepen zijn ouders en lokale organisaties. Zij leren de methodiek van Keetkeur kennen en spelen een belangrijke rol in de benadering en voorlichting van jongeren. Speciale aandacht is daarbij voor ouders van keetbezoekers en keeteigenaren. Zij stellen door middel van hun betrokkenheid grenzen aan jongeren en hebben een grote invloed op de veiligheid.

Beschrijving keetkeurmethodiek

Keten worden bezocht door een keetadviseur. Een keetadviseur is een jongere die is opgeleid om een keet te beoordelen en een informatieve workshop te geven aan de keetbezoekers. Een keetadviseur komt bij voorkeur uit de gemeente Tubbergen of Dinkelland, heeft zelf een keet, bezoekt deze, of is in ieder geval bekend met keten en staat sterk in zijn/haar schoenen.

Het inzetten van jongeren als peervoorlichter heeft meerdere voordelen:

Jongeren spreken elkaars taal.

Doordat de voorlichting gegeven wordt door een andere jongere sluit dit beter aan bij de belevingswereld en wordt dit eerder geaccepteerd.

Jongeren weten andere jongeren te vinden.

Jongeren gedragen zich minder sociaal wenselijk bij andere jongeren.

Peervoorlichters vervullen een voorbeeldfunctie.

Met een potentiële keetadviseur wordt door de projectleider een intakegesprek gehouden om te zien of hij/zij in het profiel past en om afspraken te maken. De keetadviseurs worden tijdens een weekend getraind in kennis over keten, veiligheid en gezondheid, leren de workshop en presentatievaardigheden.

De workshop behandelt de volgende onderwerpen:

Activiteiten: hoe actief is een keet? Worden er ook weleens activiteiten buiten de keet of samen met andere keten georganiseerd?

Alcoholbeleid: voert een keet alcoholbeleid? Zijn er afspraken gemaakt over het gebruik van alcohol?

Betrokkenheid ouders: zijn de ouders betrokken bij de keet en spelen zij een rol bij de totstandkoming van regels en afspraken?

Brandveiligheid: is de keet brandveilig en zijn er vluchtwegen?

Noodsituaties: zijn EHBO-kist en noodnummer aanwezig?

Uitstraling: wat is de uitstraling van de keet?

Huisregels: zijn er afspraken gemaakt over hoe bezoekers zich dienen te gedragen binnen de keet?

Bij de behandeling van de verschillende onderwerpen wordt de nadruk gelegd op alcoholbeleid, betrokkenheid ouders, brandveiligheid en noodsituaties. Aanvullend hierop is de mogelijkheid opgenomen dat een medewerker van de brandweer Twente als expert brandveiligheid kan worden ingezet om de keet te bezoeken.

Deelname aan de workshop moet aantrekkelijk zijn. Om dit te bevorderen is de workshop allereerst interactief, zodat het ook een leuke avond is. Daarnaast worden er diverse gadgets beschikbaar gesteld voor de keet en de keetbezoekers. Denk hierbij bijvoorbeeld aan bierviltjes, stickers, alcoholmeter, posters en voorlichtingsmateriaal. De gemeenten Tubbergen en Dinkelland gaan gebruik maken van bestaande Keetkeur-gadgets. Tijdens de workshop doen de bezoekers mee aan de hand van een werkboek. De jongeren mogen het werkboek houden, het werkboek is tevens het voorlichtingsmateriaal. De workshop wordt afgesloten met een advies om de keet te verbeteren. Er wordt uitgegaan van het bestaande materiaal als basis. De ouders van de keeteigenaar nemen actief deel aan de keetkeurworkshop bij het gedeelte ‘betrokkenheid ouders’ en ‘huisregels’. Daarnaast is er ruimte om ervaringen uit te wisselen.

Fase 1: Draagvlak

De afgelopen periode is binnen de gemeenten Tubbergen en Dinkelland al veel gesproken en gediscussieerd over de aanpak van keten. Voor het welslagen van het project Keetkeur is het van belang dat alle betrokkenen de keetkeurmethodiek kennen en onderschrijven. Dit voorkomt valse verwachtingen, verduidelijkt ieders verantwoordelijkheid en zorgt voor een grote betrokkenheid. De projectleider heeft structureel overleg met de beleidsadviseur over de methodiek en de inzet van Keetkeur in Tubbergen en Dinkelland. Indien nodig worden anderen hierbij betrokken.

Keten nemen op vrijwillige basis deel aan Keetkeur. Om deelname te bevorderen worden keten van diverse kanten benaderd om hun keet te laten bezoeken door een keetadviseur. Hiervoor wordt het netwerk rond jongeren ingezet. Dit zijn de ouders van keeteigenaren en bezoekers, jongeren zelf, buurt- en jongerenwerk, dorpsraden, onderwijs, wijkagent etc. Door middel van publiciteit wordt extra aandacht gegenereerd. Via de intermediair worden keten aangeleverd bij de projectleider. De projectleider neemt contact op en plant een bezoek van een keetadviseur in.

De werving van keten wordt in deze opzet gezien als een gezamenlijke verantwoordelijkheid. De projectleider speelt hierin een actieve rol.

Er wordt voorlichtingsmateriaal ontwikkeld gebaseerd op het huidige werkboek en toegepast op de lokale situatie. Daarnaast worden informatiemateriaal, posters, flyers en gadgets ontwikkeld.

Ieder jaar wordt ‘de Beste Keet van Tubbergen/Dinkelland’ afzonderlijk gekozen. Dezelfde benadering wordt ook lokaal en provinciaal toegepast. Om aandacht te generen en keten te bewegen zich te laten keuren is de verkiezing van ‘De Beste Keet van Tubbergen’ en ‘De Beste Keet van Dinkelland’ een mooie manier. Het genereert veel aandacht en laat direct zien dat de gemeente kiest voor de positieve benadering van keten. De wedstrijd zorgt ervoor dat keten zich aanmelden. Om mee te kunnen doen moet een keet bezocht worden door een keetadviseur. De wedstrijd vindt jaarlijks plaats. De beste keet kan een leuke prijs winnen en eeuwige roem.

Bij een goede, veilige keet zijn ouders betrokken. Daarom worden bijeenkomsten voor ouders georganiseerd over o.a. Keetkeur en alcoholgebruik, het opstellen van huisregels voor de keet en het houden van toezicht op een effectieve manier. Hiermee wordt het draagvlak onder ouders vergroot, de keten veiliger en andere keten gemotiveerd om een workshop te volgen.

De avonden voor ouders brengen ouders met elkaar in contact om te discussiëren over de rol en verantwoordelijkheden van ouders bij keten. Ook de keetadviseurs spelen hierin een actieve rol.

Fase 2: Opleiden keetadviseurs en bezoeken keten

Keten kunnen zich aanmelden voor een bezoek van een keetadviseur. Keten worden ook actief benaderd. Indien de gegevens bekend zijn wordt contact met hen opgenomen. Het bezoeken van keten gebeurt alleen op vrijwillige basis en met toestemming van de keeteigenaren. Keten kunnen anoniem deelnemen. Hun standplaats en contactgegevens blijven geheim. Slechts de projectleider en keetadviseur weten waar de keet staat.

Het streven is om 10 tot 20 keten per jaar te bezoeken. Hierbij wordt ervan uitgegaan dat in Tubbergen en Dinkelland ongeveer een gelijk aantal keten aanwezig is en dus per gemeente 5 tot 10 keten bezocht worden. De bezoeken kunnen na verloop van tijd herhaald worden. Een bezoek aan een keet wordt bij voorkeur binnen twee jaar herhaald. Om de keten te bezoeken worden vijf tot tien jongeren opgeleid tot keetadviseur. Zij krijgen een meerdaagse training waarin ze inhoudelijk bijgeschoold worden, leren presenteren en de workshop oefenen. In eerste instantie gaan de adviseurs in tweetallen de keet bezoeken. De projectleider begeleidt ze intensief de eerste keren. Later kan dit ook alleen.

Na verloop van tijd wordt de training herhaald voor nieuwe keetadviseurs om de bestaande groep uit te breiden. Indien nodig wordt dan ook de inhoudelijke kennis bijgespijkerd. Denk hierbij aan wijzigende regel- en wetgeving.

De keetadviseurs spelen een belangrijke rol in het benaderen en werven van keten. Zij zijn zelf jong en weten vaak als geen ander waar de keten zich bevinden en wie ze daarvoor moeten aanspreken. De keetadviseurs worden gestimuleerd om zelf keten te werven.

Fase 3: Implementatie

Belangrijke taak van de projectleider is zorgdragen voor draagvlak voor Keetkeur in de gemeenten Tubbergen en Dinkelland. Er dient een vanzelfsprekendheid te ontstaan dat iedere keet om de bepaalde tijd wordt bezocht door een keetadviseur. Dit kan door betrokkenheid van ouders, inzet van de gemeente en maatschappelijke organisaties en aandacht onder jongeren. Door de training voor keetadviseurs te herhalen blijft een groep keetadviseurs actief. Van belang is dat zij keten kunnen bezoeken en zo ook actief blijven. Er wordt een projectleider aangesteld die van 2015 t/m 2017 lokaal actief blijft. Deze rol wordt vervuld door de projectleider van Stichting PJS/PJO.

De keetbezoeken leveren informatie op die ingezet kan worden voor aanpassing van de workshop of behoefte voor extra aandacht aan bepaalde thema’s. De keetadviseurs koppelen de bezoeken en hun bevindingen terug naar de projectleider. Aan de hand van deze bevindingen wordt gerapporteerd aan beide gemeenten. Keten zijn in principe anoniem, eventuele misstanden kunnen daarom alleen in overleg met de keetjongeren en/of ouders op wiens terrein de keet staat, aangepakt worden. De projectleider neemt hierin het voortouw en zal in deze situaties nadrukkelijk de veiligheidsbevordering stimuleren. Hierbij behoort inzet van externen als een (vrijwillig) bezoek van een medewerker van de Brandweer Twente tot de mogelijkheden. Wanneer misstanden blijven heeft de projectleider de mogelijkheid om de beleidsadviseur volksgezondheid van Noaberkracht in te lichten. De gemeente bekijkt dan welke eventuele stappen genomen moeten worden om de misstanden weg te nemen.

Afsluitende opmerkingen

Het belangrijkste onderdeel voor het welslagen van Keetkeur (eigenlijk bij iedere activiteit) is de deelname. In dit geval de deelname van keten, jongeren en ouders. Om de grootst mogelijke deelname te behalen is inzet van een kartrekker nodig en betrokkenheid van alle partijen rondom de keten. De projectleider van Stichting PJS/PJO is de kartrekker, het netwerk zijn alle betrokken partijen in de gemeente Tubbergen en Dinkelland. Hiervoor is inzet voorafgaand aan het project betrokkenheid gedurende het gehele project van belang. De werving van keten is een gezamenlijke verantwoordelijkheid.

Keetkeur wordt na de implementatie voortgezet met (jaarlijkse) impulsen, waaronder de wedstrijd en de keetadviseurstraining. Er zullen doorlopend keetworkshops worden gegeven door de keetadviseurs. In de tweede helft van het jaar 2017 wordt gekeken naar de stand van zaken in gemeente Tubbergen en Dinkelland betreffende de ketenaanpak. Dan kan besloten worden tot voortzetting van Keetkeur. Overdracht van de methodiek op een lokale partij behoort daarbij tot de mogelijkheden.