Regeling vervallen per 11-10-2023

Gemeente Dinkelland; Verordening op de raadscommissies gemeente Dinkelland 2018

Geldend van 01-05-2018 t/m 10-10-2023

Intitulé

Gemeente Dinkelland; Verordening op de raadscommissies gemeente Dinkelland 2018

De raad van de gemeente Dinkelland;

gezien het voorstel van het presidium d.d. 23 januari 2018

gelet op artikel 82 van de Gemeentewet;

besluit

vast te stellen de

Verordening op de raadscommissies gemeente Dinkelland 2018

Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen

Artikel 1. Begripsbepalingen

In deze verordening wordt verstaan onder:

  • a.

    commissiegriffier: griffier van een raadscommissie of diens plaatsvervanger;

  • b.

    commissielid: lid van een raadscommissie of diens plaatsvervanger;

  • c.

    commissievoorzitter: voorzitter van een raadscommissie of diens plaatsvervanger;

  • d.

    griffier: griffier van de raad of diens plaatsvervanger.

Artikel 2. Instelling raadscommissies

  • 1.

    De raad stelt de volgende raadscommissies in:

    • a.

      raadscommissie Omgeving en Economie

    • b.

      raadscommissie Sociaal Domein en Bestuur

Artikel 3. Taken

  • 1.

    Een raadscommissie:

    • a.

      brengt advies uit aan de raad over die onderwerpen waarop haar werkzaamheden betrekking hebben;

    • b.

      kan advies uitbrengen aan de raad over andere onderwerpen dan bedoeld onder a;

    • c.

      voert overleg met het college of de burgemeester over in ieder geval de door hen verstrekte inlichtingen en het gevoerde bestuur ten aanzien van de onderwerpen bedoeld onder a.

  • 2.

    Het presidium wijst de onderwerpen aan de raadscommissies toe.

Artikel 4. Samenstelling raadscommissies; commissieleden niet-raadslid zijnde

  • 1.

    Lid van de in artikel twee genoemde raadscommissies zijn de leden van de raad en de als zodanig door de raad benoemde commissieleden niet-raadslid zijnde.

  • 2.

    Commissieleden niet-raadslid zijnde worden op voordracht van de raadsfracties door de raad benoemd.

  • 3.

    Het aantal commissieleden niet-raadslid zijnde, als bedoeld in het eerste lid, bedraagt voor raadsfracties met zes leden en meer maximaal drie en voor raadsfracties met vijf leden of minder maximaal vier.

  • 4.

    De artikelen 10, 11, 12, 13, 14 en 15 van de Gemeentewet zijn van overeenkomstige toepassing op een commissielid niet-raadslid zijnde.

Artikel 5. Commissievoorzitter

  • 1.

    De raadsleden die door de raad zijn benoemd tot lid van het presidium zijn uit dien hoofde voorzitter van de commissie. Zij treden als zodanig op volgens een door het presidium te bepalen rooster.

  • 2.

    De fungerend voorzitter is geen deelnemend lid van de commissie.

  • 3.

    De voorzitter is belast met:

    • a.

      het leiden van de vergadering;

    • b.

      het handhaven van de orde;

    • c.

      het doen naleven van deze verordening;

    • d.

      hetgeen deze verordening hem verder opdraagt.

Artikel 6. Zittingsduur en vacatures

  • 1.

    De zittingsperiode van een commissielid en een commissievoorzitter valt samen met de zittingsperiode van de raad.

  • 2.

    Een commissielid die geen raadslid is houdt op lid te zijn als niet meer voldaan wordt aan de in artikel 4, vierde lid, gestelde eisen.

  • 3.

    De raad kan een commissielid die geen raadslid is ontslaan op voorstel van de fractie die het lid voor benoeming heeft voorgedragen.

  • 4.

    De raad kan de commissievoorzitters ontslaan. Zij houden daarmee tevens op lid te zijn van het presidium.

  • 5.

    Een commissielid en de commissievoorzitter kunnen te allen tijde ontslag nemen. Zij doen daarvan schriftelijk mededeling aan de raad. Het ontslag gaat een maand na de schriftelijke mededeling in of zoveel eerder als hun opvolger is benoemd. Ontslag van een commissievoorzitter betekent tevens ontslag als lid van het presidium.

  • 6.

    Als door overlijden of ontslag een vacature ontstaat, beslist de raad zo spoedig mogelijk over de vervulling daarvan.

  • 7.

    Als een fractie niet langer vertegenwoordigd is in de raad, vervalt het lidmaatschap van commissieleden die op voordracht van die fractie zijn benoemd van rechtswege.

Artikel 7. Griffier en commissiegriffier

  • 1.

    De griffier, de plaatsvervangend griffier en de als zodanig door de griffier aangewezen medewerker(s) zijn commissiegriffier.

  • 2.

    In iedere vergadering is een commissiegriffier aanwezig.

  • 3.

    De griffier kan in iedere vergadering aanwezig zijn.

Hoofdstuk 2. Vergaderingen

Paragraaf 1. Voorbereidingen

Artikel 8. Oproep

  • 1.

    1.Het presidium stelt de agenda van de raadscommissies vast.

  • 2.

    Het presidium zendt ten minste zeven dagen voor een vergadering de commissieleden een schriftelijke oproep en de agenda met de daarbij behorende stukken, met uitzondering van de in artikel 86, eerste en tweede lid, van de Gemeentewet bedoelde stukken.

  • 3.

    Als een aanvullende agenda als bedoeld in artikel 9 eerste lid, wordt vastgesteld, wordt deze met de daarbij behorende stukken zo spoedig mogelijk, doch uiterlijk 48 uur voor aanvang van de vergadering aan de leden gezonden.

Artikel 9. Agenda

  • 1.

    In spoedeisende gevallen kan het presidium na het verzenden van een schriftelijke oproep een aanvullende agenda opstellen. De daarbij behorende stukken worden openbaar gemaakt.

  • 2.

    De voorzitter kan, na peiling van de raadscommissie, onderwerpen aan de agenda toevoegen of van de agenda afvoeren, dan wel de volgorde van behandeling van de agendapunten wijzigen.

  • 3.

    Wanneer de raadscommissie een onderwerp of voorstel onvoldoende voor de beraadslaging voorbereid acht, kan hij aan het college of de burgemeester nadere inlichtingen of advies vragen. Het presidium bepaalt vervolgens in welke vergadering het onderwerp of voorstel opnieuw geagendeerd wordt.

Artikel 10. Ter inzage leggen van stukken

  • 1.

    Stukken behorend bij onderwerpen of voorstellen op de agenda, worden gelijktijdig met het verzenden van de schriftelijke oproep door plaatsing op het digitale raadsinformatiesysteem beschikbaar gesteld en openbaar gemaakt. Als na het verzenden van de schriftelijke oproep stukken op het raadsinformatiesysteem worden geplaatst, wordt hiervan mededeling gedaan aan de leden van de raadscommissie. Van deze plaatsing wordt, zo mogelijk, een openbare kennisgeving gedaan.

  • 2.

    De op het raadsinformatiesysteem geplaatste stukken zijn tevens toegankelijk via de website van de gemeente.

  • 3.

    Als omtrent stukken op grond van artikel 86, eerste en tweede lid, van de Gemeentewet geheimhouding is opgelegd, blijven deze stukken in afwijking van het eerste en tweede lid onder berusting van de griffier en verleent deze de commissieleden op verzoek inzage.

Artikel 11. Openbare kennisgeving

Commissievergaderingen worden ten openbare kennis gebracht door aankondiging in Dinkelland Visie en op de gemeentelijke website. Daarbij wordt tevens vermeld dat de stukken behorend bij onderwerpen of voorstellen op een voorlopige agenda beschikbaar en openbaar zijn en op het raadsinformatiesysteem en via de website van de gemeente te raadplegen zijn.

Artikel 12. Aanwezigheid burgemeester, wethouders, secretaris en ambtenaren

  • 1.

    Het presidium kan namens de raad de burgemeester, één of meer wethouders en de secretaris uitnodigen in de vergadering aanwezig te zijn en aan de beraadslagingen deel te nemen.

  • 2.

    Aan de secretaris kan worden verzocht andere ambtenaren bij de vergadering aanwezig te doen zijn voor het verstrekken van informatie.

  • 3.

    Indien de burgemeester of een wethouder bij een vergadering aanwezig wil zijn en wil deelnemen aan de beraadslagingen, doet hij hiertoe een verzoek aan de fungerend voorzitter.

  • 4.

    De fungerend voorzitter neemt namens het presidium zo spoedig mogelijk een beslissing op het verzoek.

Paragraaf 2 De vergadering

Artikel 13. Aantal deelnemers aan de vergadering

Elke raadsfractie neemt met maximaal twee leden deel aan de vergadering. De fungerend voorzitter wordt daarbij niet meegerekend.

Artikel 14. Presentielijst

  • 1.

    De commissiegriffier draagt zorg voor het bijhouden van presentielijsten van vergaderingen.

  • 2.

    Bij binnenkomst in de vergaderzaal tekenen commissieleden de presentielijst. Aan het einde van elke vergadering wordt die lijst door de commissievoorzitter en de commissiegriffier door ondertekening vastgesteld.

Artikel 15. Opening vergadering en quorum

  • 1.

    Een vergadering wordt niet geopend voordat blijkens de presentielijst meer dan de helft van de raadsfracties tegenwoordig is.

  • 2.

    Als ingevolge het eerste lid de vergadering niet kan worden geopend, belegt de commissievoorzitter opnieuw een vergadering tegen een tijdstip dat ten minste vierentwintig uur na het bezorgen van de oproeping is gelegen.

  • 3.

    Op een vergadering als bedoeld in het tweede lid is het eerste lid niet van toepassing. Een raadscommissie kan echter over andere aangelegenheden dan die waarvoor de ingevolge het eerste lid niet geopende vergadering was belegd alleen beraadslagen of besluiten, als blijkens de presentielijst meer dan de helft van het aantal zitting hebbende commissieleden tegenwoordig is.

Artikel 16. Actieve informatieplicht college

  • 1.

    Het college en de leden van het college krijgen om te kunnen voldoen aan hun actieve informatieplicht jegens de raadscommissie, in elke commissievergadering tijdens een daarvoor aangewezen vast agendapunt de gelegenheid kort het woord te voeren.

  • 2.

    De collegeleden volgen daarbij de aanwijzingen van de voorzitter.

Artikel 17. Rondvraag

  • 1.

    In iedere raadscommissie staat een rondvraag geagendeerd. Tijdens deze rondvraag mag iedere fractie over maximaal twee onderwerpen vragen stellen. Per onderwerp worden maximaal drie vragen gesteld.

  • 2.

    De fractie die tijdens de rondvraag vragen wil stellen, meldt het onderwerp en daarbij te stellen vragen vraag/vragen uiterlijk 10 uur voor aanvang van de vergadering bij de griffier. De griffier draagt er zorg voor dat de vragen zo spoedig mogelijk ter kennis van het college en de leden van de raadscommissie worden gebracht. Indien het college niet in staat is de ingediende vragen tijdens de rondvraag te beantwoorden wordt hiervan vóór aanvang van de vergadering mededeling gedaan aan de griffier. Deze stelt de vragensteller hiervan zo snel mogelijk in kennis.

  • 3.

    De voorzitter kan toestaan dat vragen die niet overeenkomstig het tweede lid tevoren zijn ingediend tijdens de rondvraag mogen worden gesteld indien de actualiteit dit naar zijn oordeel rechtvaardigt.

  • 4.

    Tijdens de rondvraag vindt geen debat plaats.

Artikel 18. Deelname aan de beraadslaging door anderen

Een raadscommissie kan besluiten dat anderen mogen deelnemen aan de

beraadslaging.

Artikel 19. Verslag

  • 1.

    Een commissiegriffier draagt zorg voor video-audioverslagen van vergaderingen. Deze worden op het raadsinformatiesysteem openbaar gemaakt.

  • 2.

    Daarnaast stelt de commissiegriffier een korte schriftelijke weergave van vergaderingen op. Deze weergave bevat in ieder geval:

    • a.

      de namen van de commissievoorzitter, de griffier, de commissiegriffier, de burgemeester, de wethouders en de commissieleden, allen voor zover aanwezig, alsmede van de overige personen die het woord gevoerd hebben;

    • b.

      een aantekening van welke commissieleden aanwezig waren;

    • c.

      een vermelding van de zaken die aan de orde zijn geweest;

    • d.

      een samenvatting van het advies aan de raad;

    • e.

      bij het desbetreffende agendapunt de naam en de hoedanigheid van die personen aan wie het op grond van het bepaalde in artikel 18 door de raadscommissie is toegestaan deel te nemen aan de beraadslagingen.

Artikel 20. Advies; geen stemmingen

  • 1.

    Wanneer de voorzitter vaststelt, dat een onderwerp of voorstel voldoende is toegelicht, sluit hij de beraadslaging, tenzij de commissie anders beslist.

  • 2.

    Nadat de beraadslaging is gesloten, beslist de commissie of er een advies aan de raad wordt uitgebracht.

  • 3.

    Indien de commissie een advies aan de raad uitbrengt beslist de commissie op voorstel van de voorzitter over de inhoud van het advies.

  • 4.

    In het advies worden de standpunten van afzonderlijke fracties opgenomen indien hierom wordt verzocht.

  • 5.

    De commissie adviseert aan de raad of een stuk als hamerstuk of bespreekstuk wordt geagendeerd voor de raadsvergadering. Een stuk wordt alleen als hamerstuk geagendeerd na een unaniem advies van de commissie.

  • 6.

    In een vergadering vinden geen stemmingen plaats, met uitzondering van over geheimhouding en met betrekking tot de orde.

Artikel 21. Aantal spreektermijnen

  • 1.

    Beraadslaging over onderwerpen of voorstellen geschiedt in ten hoogste drie termijnen. Er vinden geen interrupties door de leden plaats. De voorzitter ziet er in de tweede en derde spreektermijn op toe dat herhaling van hetgeen reeds gezegd is in de beraadslaging, wordt voorkomen.

  • 2.

    Spreektermijnen worden door de commissievoorzitter afgesloten.

  • 3.

    Commissieleden mogen in een termijn niet meer dan éénmaal het woord voeren over hetzelfde onderwerp of voorstel.

  • 4.

    Bij de bepaling hoeveel malen een commissielid over hetzelfde onderwerp of voorstel het woord heeft gevoerd, wordt niet meegerekend het spreken over een voorstel van orde.

Artikel 22. Spreekrecht burgers over onderwerpen die op de agenda staan

  • 1.

    Burgers kunnen in een vergadering het woord voeren (spreekrecht) over onderwerpen die geagendeerd zijn.

  • 2.

    Degene die van het spreekrecht gebruik wil maken, meldt dit voor aanvang van de vergadering aan de commissiegriffier onder vermelding van zijn naam, adres en telefoonnummer en het onderwerp waarover het woord gevoerd wenst te worden.

  • 3.

    Het woord kan niet gevoerd worden over:

    • a.

      benoemingen, keuzen, voordrachten of aanbevelingen van personen;

    • b.

      een gedraging waarover een klacht ex artikel 9:1 van de Algemene wet bestuursrecht kan of kon worden ingediend.

  • 4.

    De commissievoorzitter geeft het woord op volgorde van aanmelding. De commissievoorzitter kan van de volgorde afwijken, als dit in het belang is van de orde van de vergadering.

  • 5.

    Elke spreker krijgt maximaal vijf minuten spreektijd. Indien er meerdere sprekers zijn behorend tot één groep kan de voorzitter de spreektijd evenredig verdelen over de sprekers. De voorzitter kan in bijzondere gevallen afwijken van de maximale duur van de spreektijd.

  • 6.

    De spreker voert het woord, nadat de commissievoorzitter hem dit heeft verleend. De commissievoorzitter kan de deelnemers aan de vergadering toestaan aan insprekers een korte, verhelderende vraag te stellen. Er vindt geen discussie plaats tussen een inspreker en deelnemers van de vergadering.

  • 7.

    Na de commissiebehandeling van het betreffende onderwerp stelt de voorzitter de spreker in de gelegenheid nog één keer kort, maximaal één minuut, het woord te voeren. Daarna sluit hij het agendapunt af.

  • 8.

    De commissievoorzitter of een commissielid doet een voorstel voor de behandeling van de inbreng van de burger.

Artikel 23. Spreekrecht burgers over onderwerpen die niet op de agenda staan

  • 1.

    Burgers kunnen tijdens de vergadering het woord voeren over onderwerpen die niet op de agenda staan.

  • 2.

    De burger die van de in het eerste lid genoemde mogelijkheid gebruik wil maken meldt dit schriftelijk aan de griffier. Hij vermeldt daarbij zijn naam, adres en telefoonnummer en een omschrijving van het onderwerp waarover hij het woord wil voeren. De griffier legt het verzoek voor aan het presidium.

  • 3.

    Het presidium beslist gemotiveerd of en op welke wijze invulling wordt gegeven aan het verzoek. De griffier informeert de betreffende burger hierover zo spoedig mogelijk. 4. Het woord kan niet gevoerd worden over:

    • a.

      benoemingen, keuzen, voordrachten of aanbevelingen van personen;

    • b.

      een gedraging waarover een klacht ex artikel 9:1 van de Algemene wet bestuursrecht kan of kon worden ingediend.

  • 4.

    Tijdens de vergadering volgt de spreker de aanwijzingen van de voorzitter. De leden 3 tot en met 7 van artikel 22 zijn daarbij van overeenkomstige toepassing.

Artikel 24. Spreekrecht zienswijzenindieners bestemmingsplannen

  • 1.

    De raadscommissie Omgeving en Economie kent een vast agendapunt “Spreekrecht zienswijzenindieners bestemmingsplannen”. Indieners van een zienswijze op een ontwerp-bestemmingsplan krijgen bij dit agendapunt de gelegenheid hun zienswijze toe te lichten.

  • 2.

    Degene die van het spreekrecht gebruik wil maken, meldt dit voor aanvang van de vergadering aan de commissiegriffier onder vermelding van zijn naam, adres en telefoonnummer en het onderwerp waarover het woord gevoerd wenst te worden.

  • 3.

    Elke spreker krijgt hiervoor maximaal vijf minuten spreektijd. Indien er meerdere sprekers zijn behorend tot één groep kan de voorzitter de spreektijd evenredig verdelen over de sprekers. De voorzitter kan in bijzondere gevallen afwijken van de maximale duur van de spreektijd.

  • 4.

    De spreker voert het woord, nadat de commissievoorzitter hem dit heeft verleend. De commissievoorzitter kan de deelnemers aan de vergadering toestaan aan insprekers een korte, verhelderende vraag te stellen. Er vindt geen discussie plaats tussen een inspreker en deelnemers van de vergadering.

Artikel 25. Handhaving orde en schorsing

  • 1.

    De commissievoorzitter zorgt voor de handhaving van de orde in de vergadering.

  • 2.

    Hij kan de raadscommissie voorstellen aan een commissielid dat door zijn gedragingen de geregelde gang van zaken belemmert, het verdere verblijf in de vergadering te ontzeggen. Over het voorstel wordt niet beraadslaagd. Na aanneming daarvan verlaat het commissielid de vergadering onmiddellijk. Zo nodig doet de commissievoorzitter hem verwijderen. Bij herhaling van zijn gedrag kan het commissielid bovendien voor ten hoogste drie maanden de toegang tot de vergadering worden ontzegd.

  • 3.

    Hij kan ter handhaving van de orde de vergadering voor een door hem te bepalen tijd schorsen en, als na de heropening de orde opnieuw wordt verstoord, de vergadering sluiten.

  • 4.

    Hij roept sprekers tot de orde als deze zich in beledigende of onbetamelijke uitdrukkingen uitlaten, afwijken van het in behandeling zijnde onderwerp, andere sprekers herhaaldelijk interrumperen, dan wel anderszins de orde verstoren. Sprekers die hieraan geen gevolg geven, kunnen door hem het woord ontnomen worden over het aanhangige onderwerp.

Artikel 26. Voorstellen van orde

Commissieleden kunnen tijdens een vergadering mondeling een voorstel van orde betreffende de vergadering doen. De raadscommissie beslist hier terstond over.

Paragraaf 3. Besloten vergaderingen

Artikel 27. Algemeen

Op een besloten vergadering is deze verordening van overeenkomstige toepassing voor zover deze bepalingen niet strijdig zijn met het besloten karakter van de vergadering.

Artikel 28. Beknopte schriftelijke weergave

  • 1.

    De beknopte schriftelijke weergave van een besloten vergadering worden niet verspreid, maar ligt uitsluitend voor de leden ter inzage bij de griffier.

  • 2.

    De beknopte schriftelijke weergave wordt door de voorzitter en de commissiegriffier ondertekend.

Artikel 29. Geheimhouding

Voor de afloop van de besloten vergadering beslist de raadscommissie overeenkomstig artikel 86, eerste lid, van de Gemeentewet of omtrent de inhoud van de stukken en het verhandelde geheimhouding zal gelden. De raadscommissie kan besluiten de geheimhouding op te heffen.

Artikel 30. Opheffing geheimhouding

Indien de raad op grond van artikel 25, derde en vierde lid, van de Gemeentewet voornemens is de geheimhouding op te heffen wordt daarover, indien de commissie die geheimhouding heeft opgelegd daarom verzoekt, in een besloten vergadering met de raadscommissie overleg gevoerd.

Paragraaf 4. Toehoorders en pers

Artikel 31. Toehoorders en pers

  • 1.

    Toehoorders en vertegenwoordigers van de pers wonen openbare vergaderingen uitsluitend bij op de voor hen bestemde plaatsen.

  • 2.

    Het blijkgeven van tekenen van goed- of afkeuring of het op andere wijze verstoren van de orde is hen verboden.

  • 3.

    De commissievoorzitter is bevoegd, wanneer de orde in de vergadering op enigerlei wijze door toehoorders wordt verstoord, deze en zo nodig andere toehoorders te doen vertrekken.

  • 4.

    Hij is bevoegd toehoorders die bij herhaling de orde in de vergadering verstoren voor ten hoogste drie maanden de toegang tot de vergadering te ontzeggen.

Artikel 32. Geluid- en beeldregistraties

Degenen die van een openbare vergadering geluid- of beeldregistraties willen maken, doen hiervan mededeling aan de commissievoorzitter en gedragen zich naar diens aanwijzingen.

Hoofdstuk 3. Slotbepalingen

Artikel 33. Intrekken oude verordening

De Verordening op de algemene raadscommissie gemeente Dinkelland 2010 wordt ingetrokken op de datum waarop deze verordening in werking treedt.

Artikel 34. Inwerkingtreding en citeertitel

  • 1.

    Deze verordening treedt in werking op 1 mei 2018

  • 2.

    Deze verordening wordt aangehaald als: Verordening op de raadscommissie gemeente Dinkelland 2018.

Ondertekening

Aldus vastgesteld door de raad van Dinkelland op 20 februari 2018,

De griffier, De voorzitter,

Mr. O.J.R.J. Huitema MPM, J.G.J. Joosten