Verordening “Fonds Culturele Doeleinden gemeente Doesburg”

Geldend van 01-04-2012 t/m heden

Intitulé

Verordening “Fonds Culturele Doeleinden gemeente Doesburg”

De raad van de gemeente Doesburg;

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 6 december 2011;

gehoorde de commissie Maatschappelijke ondersteuning van 10 januari 2012;

gelet op de statuten van de Stichting Fonds Culturele Doeleinden;

b e s l u i t :

  • 1.

    In te stemmen met de liquidatie van de Stichting Fonds Culturele Doeleinden;

  • 2.

    Een revolving fonds culturele doeleinden in te stellen analoog aan de statuten van de Stichting Fonds Culturele Doeleinden;

  • 3.

    Het revolving fonds initieel te voeden met de van de SFCD als gevolg van de liquidatie te verkrijgen middelen;

  • 4.

    Vast te stellen:

Verordening “Fonds Culturele Doeleinden gemeente Doesburg”

Artikel 1.

  • 1. Het revolving fonds draagt de naam “Fonds voor Culturele Doeleinden te Doesburg” en wordt beheerd door het college van burgemeester en wethouders.

  • 2. Het revolving fonds heeft ten doel door het verlenen van renteloze leningen aan plaatselijke verenigingen, stichtingen en dergelijke, met volledige eerbiediging van verschillen in levens-, wereld- en maatschappelijke beschouwingen van de ingezetenen, de culturele belangen in de gemeente Doesburg te bevorderen.

Artikel 2.

1.Voor de toekenning van leningen kunnen verenigingen, stichtingen en dergelijke slechts in aanmerking komen, indien deze zonder winstoogmerken de bevordering van culturele belangen beogen.

Artikel 3.

  • 1. De gemeenteraad kan uit het revolving fonds renteloze leningen verstrekken aan daarvoor krachtens het bepaalde in artikel 2 van deze regeling in aanmerking komende plaatselijke verenigingen, stichtingen en dergelijke voor zover de actuele stand van het fonds daartoe de financiële mogelijkheden biedt. Deze renteloze leningen worden voor een bepaalde termijn van ten hoogste tien jaren toegekend.

  • 2. De gemeenteraad kan aan de lening voorwaarden verbinden.

  • 3. Wanneer een lening wordt verstrekt aan een vereniging of dergelijke, welke geen rechtspersoonlijkheid bezit, worden zodanige voorwaarden opgelegd aan de begunstigde, dat de juiste nakoming der verplichting tot terugbetaling van de lening is gewaarborgd.

Artikel 4.

  • 1. De aanvraag van een renteloze lening kan te allen tijde worden ingediend.

  • 2. Bij de aanvraag dienen te worden overlegd de bescheiden, welke het college van burgemeester en wethouders nodig acht, terwijl voorts kan worden verlangd, dat een deskundig onderzoek wordt ingesteld, op kosten van het revolving fonds, naar de financiële toestand van de betrokken vereniging, stichting of anderszins.

Artikel 5.

  • 1. De begunstigde is verplicht een verklaring te ondertekenen, waarbij deze zich verbindt de uit het revolving fonds ontvangen renteloze lening terug te betalen, naar door het college van burgemeester en wethouders vast te stellen regels.

  • 2. Het college van burgemeester en wethouders is bevoegd uitstel van terugbetaling, respectievelijk vrijstelling van de verplichting tot terugbetaling te verlenen. Deze vrijstelling wordt slechts verleend na verkregen toestemming van de gemeenteraad.

  • 3. De terug te betalen bedragen worden voldaan aan de gemeente Doesburg ten behoeve van het revolving fonds.

  • 4. Het verschuldigde, dat op de bepaalde datum niet is voldaan, kan, als vrijstelling ex lid 2 niet wordt toegepast met rente en kosten gerechtelijk worden ingevorderd.

Artikel 6.

  • 1. Het college van burgemeester en wethouders stelt zich op de hoogte van de financiële toestand van de verenigingen en anderszins, die in het genot zijn gesteld van een renteloze lening en is bevoegd daartoe overlegging van de gehele financiële administratie te vorderen. Bij het niet voldoen aan deze vordering binnen een door het college van burgemeester en wethouders te stellen termijn, is de renteloze lening, zonder enige ingebrekestelling, direct opvorderbaar.

  • 2. De in het vorige lid bedoelde verplichting tot beschikbaarstelling van stukken wordt opgenomen in de in artikel 5 bedoelde verklaring.

Artikel 7.

De geldmiddelen van het revolving fonds bestaan uit:

  • A.

    het van de Stichting Fonds Culturele Doeleinden verkregen stichtingskapitaal;

  • B.

    subsidies;

  • C.

    hetgeen het revolving fonds zal verkrijgen door making, schenking of op andere wijze;

  • D.

    terugbetaling van verleende leningen;

  • E.

    rente van eigen middelen van het revolving fonds;

  • F.

    andere baten.

Artikel 8.

Ten laste van het revolving fonds kunnen worden gebracht:

  • A.

    de uitgaven, wegens verleende renteloze leningen;

  • B.

    de voor het beheer en de administratie van het fonds noodzakelijke uitgaven;

  • C.

    de kosten, bedoeld in het tweede lid van artikel 4.

Artikel 9.

De administratie van het revolving fonds zal steeds een volledig beeld moeten geven van zijn ontvangsten, uitgaven, bezittingen en schulden.

Artikel 10.

In alle gevallen, waarin deze regeling niet voorziet, beslist de gemeenteraad.

Artikel 11.

Deze regeling treedt in werking met ingang van 1 april 2012.

Ondertekend raadsbesluit

Ondertekening

Aldus besloten door de raad van de gemeente Doesburg in zijn openbare vergadering van 26 januari 2012.
De griffier,
J.B. Voorhof
De voorzitter,
drs. C.J.G. Luesink