Verordening Brede Sociaal Maatschappelijke raad gemeente Doesburg

1. De BSMR stelt zich tot doel om het college gevraagd en ongevraagd van advies te voorzien over zaken die de voorbereiding en uitvoering van het gemeentelijk sociaal-maatschappelijke beleid betreffen, alsmede andere beleidsterreinen die (op onderdelen) samenhang kunnen hebben met het gemeentelijk sociaal-maatschappelijk beleid. Hierbij kan worden gedacht aan ruimtelijke ordening, woningbouw, verkeer en vervoer, sociaal beleid inclusief WWB, WIJ, IOAW/IOAZ-beleid en demografische ontwikkelingen.

2. Met de instelling van de BSMR wordt beoogd meerwaarde te bereiken in de kwaliteit van de publieke dienstverlening bij de uitvoering van de Wmo en aanverwante wetgeving.

1. De BSMR heeft tot taak het gevraagd en ongevraagd adviseren van het college over alle onderwerpen, die de vorming, de uitvoering, de controle en evaluatie van het gemeentelijk sociaal maatschappelijk beleid betreffen ten aanzien van de Wmo, de Wwb, de WIJ, de IOAW/IOAZ, ouderenbeleid en aanpalende terreinen zoals bijvoorbeeld het minimabeleid en de Wsw.

2. De BSMR is alert op ontwikkelingen en knelpunten binnen de voor de BSMR relevante beleidsvelden voor zover deze doelgroepen en/of individuen raken. De BSMR geeft deze signalen door aan de gemeente.

3. De BSMR kan werkgroepen instellen rond bepaalde onderwerpen. De bevindingen van de werkgroepen worden aan de BSMR voorgelegd. De onkosten voor werkgroepen komen ten laste van het budget van de BSMR.

4. Indien de BSMR zich bedient van werkgroepen blijft de adviesverantwoordelijkheid te allen tijde bij de BSMR liggen.

5. De BSMR zal minimaal eenmaal per jaar een breed overleg bestaande uit betrokken (on)georganiseerde burgers op sociaal-, welzijn- en zorggebied bijeenroepen.

6. Op verzoek van de BSMR kunnen deskundigen worden uitgenodigd om een vergadering bij te wonen met het oog op de behandeling van een bepaald onderwerp.

7. De leden van de BSMR kunnen derden raadplegen over de aangelegenheden waarmee zij als lid van de BSMR te maken krijgen.

8. Minimaal één keer per jaar wordt het functioneren van de BSMR besproken met de portefeuillehouder Wmo.

1. Het college vraagt bij de voorbereiding van een besluit of beleid, dat van invloed is op de Wmo en aanverwante beleidsterreinen zoals genoemd in artikel 2 lid 1 en in artikel 3 lid 1 van deze verordening, advies aan de BSMR.

2. Het college verstrekt bij een adviesaanvraag alle relevante informatie die voor de betreffende aanvraag van belang is. Aan het verstrekken van deze informatie zijn geen kosten voor de BSMR verbonden.

3. Op verzoek van de BSMR kan het college ook andere niet op een adviesaanvraag betrekking hebbende informatie verstrekken. Deze informatie wordt digitaal verstrekt.

4. Het college stelt de BSMR in ieder geval in kennis van beleidsstukken aangaande:

• a.

  Wmo.

• b.

  Sociale wetgeving.

• c.

  Minimabeleid.

• d.

  Ouderenbeleid.

1. Adviesvragen worden door het college schriftelijk gericht aan het secretariaat van de BSMR

2. De termijn voor het uitbrengen van een advies bedraagt minimaal drie weken en maximaal zes weken.

3. Het college meldt bij de adviesaanvraag de datum waarop uiterlijk advies moet zijn uitgebracht wil het nog van invloed kunnen zijn op de besluitvorming.

4. Het besluit omtrent de advisering wordt bij meerderheid van stemmen genomen:

• a.

  bij het staken der stemmen wordt dit in het schriftelijke advies dat wordt gedaan aan het college vermeld.

• b.

  minderheidsstandpunten kunnen apart worden vermeld.

5. Het secretariaat van de BSMR zorgt voor de verspreiding van de adviesaanvraag onder de leden van de BSMR.

6. De BSMR kan desgewenst aan het college verzoeken om nadere uitleg van een ambtenaar namens het college.

7. De BSMR brengt schriftelijk advies uit aan het college.

8. Indien het college een advies van de BSMR niet overneemt, deelt het dat binnen drie weken na ontvangst van het advies met redenen omkleed schriftelijk mee aan de BSMR.

1. De BSMR kan, in overeenstemming met artikel 3 lid 1 van deze verordening, ook ongevraagd advies uitbrengen.

2. Het advies, bedoeld in het eerste lid, dient schriftelijk aan het college te worden gericht.

3. Het college onderzoekt een dergelijk advies en deelt binnen een periode van acht weken haar standpunt schriftelijk aan de BSMR mee. Wanneer dit niet mogelijk is wordt gemotiveerd van deze periode afgeweken en wordt de BSMR hierover schriftelijk geïnformeerd.

1. In de BSMR zitten personen die tezamen als een representatieve afspiegeling van de plaatselijke samenleving kunnen worden beschouwd en deskundig worden geacht op één of meer van de beleidsterreinen waarin op grond van deze verordening adviezen worden gevraagd en/of gegeven.

2. De BSMR bestaat uit maximaal 11 leden, exclusief een onafhankelijk voorzitter, maar inclusief een secretaris en een penningmeester.

3. De BSMR is een afspiegeling van deskundigheid ten aanzien van de volgende doelgroepen:

• a.

  wijkraden;

• b.

  jongeren;

• c.

  mantelzorgers en (zorg)vrijwilligers;

• d.

  ouderen;

• e.

  lichamelijk beperkte mensen en chronisch zieken;

• f.

  mensen met een verstandelijke beperking;

• g.

  mensen met een psychische beperking;

• h.

  cliënten maatschappelijke zorg en verslavingszorg;

• i.

  cliënten Wwb, cliënten wet Wij, cliënten Ioaw/Ioaz (vertegenwoordigd door 2 personen).

4. Met leden die een afspiegeling vormen van de doelgroepen zoals genoemd in het derde lid, wordt niet gedoeld op een directe vertegenwoordiging van de betreffende doelgroepen.

5. De (plaatsvervangende)leden alsmede eventuele leden van werkgroepen opereren zonder last- of ruggespraak.

6. De genoemde doelgroepen dienen zo volledig mogelijk te zijn vertegenwoordigd in de BSMR en zij dienen Doesburg op een zo evenredig mogelijke wijze te vertegenwoordigen, met dien verstande dat het maximale ledenaantal van 11, exclusief de onafhankelijk voorzitter, niet overschreden mag worden.

7. De voorzitter, de secretaris en de penningmeester vormen tezamen het dagelijks bestuur van de BSMR.

8. Voor de leden, de onafhankelijk voorzitter, de secretaris en de penningmeester worden plaatsvervangers aangewezen.

9. De vicevoorzitter heeft wel stemrecht in de BSMR.

10. De (plaatsvervangende) leden en de voorzitter van de BSMR mogen geen lid zijn van, of gelieerd zijn aan, een bestuursorgaan van de gemeente Doesburg of werken bij de gemeente Doesburg of bij een professionele zorg- of welzijnsaanbieder (die actief is) in de gemeente Doesburg.

1. Teneinde de voorzitter, de leden van de doelgroepen en andere burgers de gelegenheid te geven zich kandidaat te stellen voor de BSMR wordt een oproep geplaatst in de Regiobode.

2. Teneinde representatieve organisaties van de kant van de vragers op het gebied van de beleidsvelden zoals weergegeven in artikel 2 lid 1 en in artikel 3 lid 1 van deze verordening de gelegenheid te geven een suggestie voor een kandidaat aan te leveren, wordt hiertoe een schriftelijk verzoek gestuurd door het college.

3. De (plaatsvervangende) leden van de BSMR worden voorgedragen door de BSMR en worden benoemd door het college.

4. De (plaatsvervangende) leden van de BSMR zijn inwoners van de gemeente Doesburg. In voorkomende gevallen kan de BSMR het college verzoeken om gemotiveerd van deze bepaling af te wijken.

5. De onafhankelijke voorzitter wordt door het college benoemd.

6. De BSMR kiest uit haar midden de secretaris en de penningmeester en hun vervangers, ook kiest zij uit haar midden een vicevoorzitter.

7. De voorzitter, de leden en de plaatsvervangende leden worden benoemd voor een periode van vier jaar.

8. Leden en plaatsvervangende leden zijn terstond eenmalig herkiesbaar voor een periode van vier jaar.

9. De voorzitter, de leden en de plaatsvervangende leden van de BSMR maken maximaal acht jaren deel uit van de BSMR.

10. Bij tussentijds aftreden van een lid, niet zijnde de voorzitter, draagt de BSMR een opvolger voor aan het college.

11. De benoeming ter voorziening van in de tussentijd weggevallen leden geschiedt binnen acht weken na het ontstaan van de vacature.

12. Het lidmaatschap van de BSMR eindigt:

• a.

  Als een zittend lid op jaarbasis meer dan de helft van het aantal gehouden vergaderingen verzuimt;

• b.

  Na twee termijnen;

• c.

  Door opzegging van het lid;

• d.

  Door verhuizing van het lid naar een andere gemeente, tenzij anders wordt beslist zoals genoemd in lid 4 van dit artikel;

• e.

  Door schorsing en ontslag als bedoeld lid 14 van dit artikel;

• f.

  Bij overlijden van het zittend lid.

13. De BSMR heeft het recht om, bij blijkend disfunctioneren van een van haar leden, het college schriftelijk te verzoeken om het betreffende lid te schorsen of te ontslaan. Alvorens de BSMR het college hiertoe verzoekt, past zij hoor en wederhoor toe. Een verslag van het horen van het betreffende lid dient bij het verzoek te worden gevoegd en is ten minste “voor gezien” getekend door het betreffende lid.

14. In geval van schorsing of ontslag wordt betrokkene hiervan door het bestuur van de BSMR onverwijld schriftelijk op de hoogte gesteld onder vermelding van redenen.

1. De BSMR vergadert minimaal eens per kwartaal of zoveel vaker als wenselijk wordt geacht.

2. Voorafgaand aan de vergadering stelt het dagelijks bestuur van de BSMR een agenda op van de te bespreken punten.

3. De agenda wordt minimaal vijf werkdagen voor de vergadering aan de leden toegezonden.

4. Jaarlijks voor 1 juni wordt door de BSMR een jaarverslag opgesteld en aan het college toegezonden.

5. De vergaderingen zijn openbaar en worden ten minste 14 dagen van tevoren aangekondigd in een huis-aan-huisblad en de website van de gemeente Doesburg.

6. Indien de meerderheid van de aanwezige leden dit verlangt of indien de voorzitter het nodig acht, zal de vergadering bestaan uit een openbaar en een besloten gedeelte. In het besloten gedeelte zal worden vergaderd, indien blijkt dat bij (verdere) openbare beraadslagingen private of openbare belangen door de openbaarheid wezenlijk zouden kunnen worden geschaad.

7. Ieder lid heeft het recht schriftelijk voorstellen in te brengen. Deze dienen bij de secretaris te worden ingediend. Hetzelfde is van toepassing voor het college dat beleidsstukken kan inbrengen aangaande het gemeentelijk beleid op de terreinen zoals genoemd in artikel 2 lid 1 en artikel 3 lid 1 van deze verordening. Deze voorstellen worden met de agenda voor de eerstvolgende vergadering meegezonden.

8. Ieder lid heeft het recht een voorstel betreffende de orde van de vergadering te doen.

9. De BSMR kan derden of het college uitnodigen de vergadering bij te wonen voor het geven van toelichting of advies.

10. De notulen van de vergadering worden tijdens de eerstvolgende vergadering ter vaststelling aangeboden.

11. De BSMR mag geen besluiten nemen als niet meer dan de helft van het aantal leden aanwezig is, hierbij wordt de voorzitter niet meegeteld.

12. Alle besluiten worden bij meerderheid van stemmen van de aanwezige leden genomen. Bij het staken der stemmen, wordt dit in het advies dat wordt gedaan aan het college meegenomen.

13. Indien gewenst kunnen minderheidsstandpunten kenbaar worden gemaakt in het advies.

14. De notulen van de vergadering worden binnen een week na de vaststelling ervan op de gemeentelijke website geplaatst.

1. Het college stelt jaarlijks een budget beschikbaar ten behoeve van de werkzaamheden van de BSMR.

2. Het budget wordt toegekend in de vorm van een gemeentelijke subsidie en wordt gesteld op een grootte van maximaal € 5.698,-.

3. De subsidie is bedoeld voor:

• a.

  vergaderruimte, voor zover niet door de gemeente beschikbaar gesteld;

• b.

  cliëntenraadpleging en het instellen van werkgroepen;

• c.

  activiteiten rondom bijvoorbeeld toegankelijkheid, beeldvorming en opdrachten om voor alle doelgroepen vallend onder de Wmo actief te zijn;

• d.

  maatschappelijke initiatieven, secretariaatskosten;

• e.

  kopieerkosten;

• f.

  kosten van deskundigheidsbevordering;

• g.

  kosten van het bijwonen van studiedagen/bijeenkomsten;

• h.

  kosten van het raadplegen van (externe) deskundigen;

• i.

  reiskosten en telefoonkosten;

• j.

  kosten van bijeenkomsten van werkgroepen;

• k.

  kosten van initiatieven om ongeorganiseerden te organiseren.

4. De subsidie zoals genoemd in lid 2 van dit artikel moet jaarlijks aantoonbaar worden besteed. Op de subsidie zijn de regels van de Algemene subsidieverordening maatschappelijk en sociaal welzijn voor de gemeente Doesburg 2002 van toepassing. Eventuele toekomstige wijzigingen van voornoemde verordening worden van overeenkomstige toepassing verklaard.

5. Het college stelt vergaderruimte beschikbaar voor overlegvergaderingen.

6. Het college stelt kopieerfaciliteiten op het stadhuis beschikbaar.

7. Het college stelt de BSMR in de gelegenheid om bij het opzetten van een website en e-mailaccount aan te sluiten bij de gemeentelijke digitale voorzieningen.

8. Het college draagt zorg voor een relevante en tijdige informatievoorziening richting de BSMR over zaken die tot het taakgebied van de BSMR behoren, waarbij van de BSMR wordt verwacht het college uiterlijk binnen zes weken na een adviesvraag van advies te dienen.

1. De leden van de BSMR, deskundigen en/of derden, zijn verplicht tot geheimhouding van al wat zij in de hiervoor aangeduide hoedanigheid vernemen voor zover dit door het college, de wethouder of gemachtigde gemotiveerd bekend is gemaakt.

2. Het voornemen tot geheimhouding moet van te voren schriftelijk bekend zijn gemaakt. De duur en de inhoud van de geheimhoudingsplicht moeten van te voren bekend zijn gemaakt. De geheimhouding vervalt niet door beëindiging van het lidmaatschap van de BSMR.

1. Wijziging of intrekking van deze verordening vindt niet eerder plaats dan nadat de BSMR daarover is gehoord.

2. Bij verschil van mening over de toepassing van deze verordening alsmede in gevallen waarin deze niet of onvoldoende voorziet, beslist het college.

3. Het college kan ter uitvoering van deze verordening nadere voorschriften geven.

4. Het college draagt er zorg voor dat leden van de BSMR in contacten met de gemeente Doesburg voordelen noch nadelen ondervinden als gevolg van het lidmaatschap van de BSMR.

5. De BSMR behandelt geen klachten die op individuen betrekking hebben. In voorkomende gevallen verwijst de BSMR door naar de klachtenregeling van de gemeente.

1. Deze verordening treedt in werking op de dag nadat deze verordening is bekendgemaakt in De Regiobode.

2. Met de inwerkingtreding van deze verordening worden de “Verordening klantenparticipatie Wet werk en Bijstand (WWB) gemeente Doesburg 2005” en de “Verordening Seniorenraad” ingetrokken.