Regeling vervallen per 01-01-2014

Verordening op de heffing en de invordering parkeerbelastingen 2013

Geldend van 01-01-2013 t/m 31-12-2013

Intitulé

Verordening op de heffing en de invordering parkeerbelastingen 2013

11e

De raad van de gemeente Doesburg;

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 25 oktober 2012;

gelet op artikel 225 van de Gemeentewet en de Parkeerverordening Doesburg 2004

b e s l u i t:

vast te stellen de:

Verordening op de heffing en de invordering parkeerbelastingen 2013

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

  • Voor de toepassing van deze verordening wordt verstaan onder:

  • 1. parkeren: het gedurende een aaneengesloten periode doen of laten staan van een voertuig, anders dan gedurende de tijd die nodig is voor en gebruikt wordt tot het onmiddellijk in- of uitstappen van personen dan wel het onmiddellijk laden of lossen van goederen, op binnen de gemeente gelegen voor het openbaar verkeer openstaande terreinen of weggedeelten, waarop dit doen of laten staan niet ingevolge een wettelijk voorschrift is verboden;

  • 2. houder: degene die naar de omstandigheden als houder van een voertuig moet worden beschouwd, met dien verstande dat voor een motorrijtuig dat is ingeschreven in het krachtens de Wegenverkeerswet 1994 (Stbl. 1994, 475) aangehouden register van opgegeven kentekens als houder wordt aangemerkt degene op wiens naam het voor het motorrijtuig opgegeven kenteken ten tijde van het parkeren in het register was ingeschreven;

  • 3. Parkeerapparatuur: parkeermeters, parkeerautomaten, met inbegrip van verzamelparkeermeters en hetgeen naar maatschappelijke opvatting overigens onder parkeerapparatuur wordt verstaan.

Artikel 2 Parkeerbelastingen

  • Onder de naam "parkeerbelastingen" worden de volgende belastingen geheven:

  • a. een belasting ter zake van het parkeren van een voertuig op een bij, dan wel krachtens deze verordening in de daarin aangewezen gevallen door burgemeester en wethouders te bepalen plaats, tijdstip en wijze;

  • b. een belasting ter zake van een van gemeentewege verleende vergunning voor het parkeren van een voertuig op de in die vergunning aangegeven plaats en wijze.

  • c. een belasting ter zake van een van gemeentewege verleende bezoekerskaart voor het parkeren van een voertuig op de op die kaart aangegeven plaats en wijze.

Artikel 3 Belastingplicht

  • 1. De belasting bedoeld in artikel 2, onderdeel a, wordt geheven van degene die het voertuig heeft geparkeerd.

  • 2. Als degene die het voertuig heeft geparkeerd, wordt mede aangemerkt:

    a.degene die de belasting voldoet, dan wel te kennen geeft of heeft gegeven de belasting te willen voldoen;

    b.zolang geen voldoening van de belasting genoemd in artikel 2, onderdeel a, heeft plaatsgevonden: de houder van het voertuig, met dien verstande dat:

    1.indien een voor ten hoogste drie maanden aangegane huurovereenkomst wordt overgelegd waaruit blijkt wie ten tijde van het parkeren ingevolge deze overeenkomst de huurder van het voertuig was, niet de houder maar de huurder wordt aangemerkt als degene die het voertuig heeft geparkeerd;

    2.indien blijkt dat een ander in het kentekenregister had moeten staan ingeschreven, die ander wordt aangemerkt als degene die het voertuig heeft geparkeerd.

  • 3. De belasting bedoeld in artikel 2, onderdeel a, wordt niet geheven van degene die op de voet van het tweede lid, onderdeel b, als degene die het voertuig heeft geparkeerd wordt aangemerkt, indien deze aannemelijk maakt dat ten tijde van het parkeren een ander tegen zijn wil van het voertuig heeft gebruik gemaakt en dat hij dit gebruik redelijkerwijs niet heeft kunnen voorkomen.

  • 4. De belasting bedoeld in artikel 2, onderdeel b, wordt geheven van degene die de vergunning heeft aangevraagd.

Artikel 4 Tijdstip van ontstaan van de belastingschuld.

  • 1. De belasting bedoeld in artikel 2, onderdeel a, is verschuldigd bij de aanvang van het parkeren.

  • 2. De belasting bedoeld in artikel 2, onderdeel b, is verschuldigd op het tijdstip waarop de vergunning wordt verleend.

Artikel 5 Tarief, tijdvak en maatstaf van heffing.

Het tarief, het tijdvak en de maatstaf van heffing zijn vermeld in de bij deze verordening behorende en daarvan deel uitmakende tarieventabel.

Artikel 6 Wijze van heffing en termijn van betaling.

  • 1. De belasting bedoeld in artikel 2, onderdeel a, wordt geheven bij wege van voldoening op aangifte dan wel door middel van het werpen van geld in parkeerapparatuur en moet worden betaald bij de aanvang van het parkeren.

  • 2. De belasting bedoeld in artikel 2, onderdeel b, wordt geheven bij wege van een gedagtekende, schriftelijke kennisgeving, waaronder mede wordt begrepen een nota of andere schriftuur en moet worden betaald binnen 14 dagen na toezending van de kennisgeving.

  • 3. Een naheffingsaanslag moet terstond worden betaald.

Artikel 7 Vaststelling formulier aangiftebiljet.

Het formulier van het aangiftebiljet wordt bij afzonderlijk raadsbesluit vastgesteld.

Artikel 8 Bevoegdheid tot aanwijzing parkeerplaatsen.

De aanwijzing van de plaats waar, het tijdstip en de wijze waarop tegen betaling van de belasting bedoeld in artikel 2, onderdeel a, mag worden geparkeerd geschiedt in alle gevallen door burgemeester en wethouders bij openbaar bekend te maken besluit.

Artikel 9 Naheffingsaanslag.

  • 1. De naheffingsaanslag ter zake van de belasting bedoeld in artikel 2, onderdeel a, bedraagt op het moment van vaststelling van deze verordening € 50,00).

  • 2. De aanpassing van het tarief van de naheffingsaanslag geschiedt via aanpassing van de bij deze verordening behorende en daarvan deel uitmakende tarieventabel

Artikel 10 Kwijtschelding.

Bij de invordering van deze belasting wordt geen kwijtschelding verleend.

Artikel 11 Nadere regels door het college van B en W.

Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en de invordering van de parkeerbelastingen.

Artikel 12 Overgangsbepaling, inwerkingtreding en citeertitel

  • 1. De door burgemeester en wethouders bij of krachtens de “Verordening Parkeerbelastingen 2012” vastgestelde uitvoeringsbesluiten en nadere regels blijven in stand voor zover de bevoegdheid daartoe in de “Verordening Parkeerbelastingen 2012” eveneens is opgenomen en voor zover deze niet bij afzonderlijk besluit reeds zijn ingetrokken.

  • 2. De “Verordening Parkeerbelastingen 2012”, vastgesteld bij raadsbesluit nummer 2h van 8 november 2011, wordt ingetrokken met ingang van de in de in het derde lid genoemde datum, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten, die zich hebben voorgedaan vóór de in het derde lid genoemde datum van ingang van de heffing.

  • 3. Deze verordening treedt in werking met ingang van 1 januari 2013 en wordt voorafgaand daaraan 0p de gebruikelijke wijze bekend gemaakt.

  • 4. Deze verordening kan worden aangehaald als "Verordening parkeerbelastingen 2013”.

Ondertekening

Aldus besloten door de raad van de gemeente Doesburg in zijn openbare vergadering van25 oktober 2012.
De griffier,
J.B. Voorhof
De voorzitter,
drs. C.J.G. Luesink

Nummer: 11e

Tarieventabel als bedoeld in artikel 5 van de “Verordening Parkeerbelastingen 2013”.

I)

Het tarief voor het parkeren bij parkeerapparatuur als bedoeld in artikel 2, sub a, bedraagt:

A.

het bedrag per tijdseenheid voor de betreffende parkeerlocaties genoemd in onderstaande tabel, zonder maximum tijdsduur, voor zover het parkeren plaatsvindt van maandag tot en met zaterdag van 09.00 tot 18.00 uur en op koopavonden tot 21.00 uur (zie onderstaande tabel):

Parkeerterrein, voorzien van een parkeerautomaat

Bedrag

Tijdseenheid

-Kloostertuin

€ 0,10

8 minuten

-parkeerplaats Meipoortwal

€ 0,10

8 minuten

-FD Rooseveltsingel

€ 0,10

8 minuten

-FD Rooseveltsingel nummers 10-44 aan beide zijden van de weg

€ 0,10

8 minuten

-Zandbergstraat

€ 0,10

8 minuten

B.

het bedrag per tijdseenheid voor de betreffende parkeerlocaties genoemd in onderstaande tabel, zonder maximum tijdsduur, voor zover het parkeren plaatsvindt van maandag tot en met zaterdag van 09.00 tot 20.00 uur en op koopavonden tot 21.00 uur (zie onderstaande tabel):

Parkeerterrein, voorzien van een parkeerautomaat

Bedrag

Tijdseenheid

-Contre Escarpe

€ 0,10

8 minuten

-Hanzeweg

€ 0,10

8 minuten

-Markt

€ 0,10

8 minuten

-Paardenmarkt

€ 0,10

8 minuten

-Veerpoortdijk

€ 0,10

8 minuten

C.

het bedrag per tijdseenheid voor de betreffende parkeerlocaties genoemd in onderstaande tabel, met een maximum tijdsduur van 1 uur, voor zover het parkeren plaatsvindt van maandag tot en met zaterdag van 09.00 tot 18.00 uur en op koopavonden tot 21.00 uur (zie onderstaande tabel):

Parkeerterrein, voorzien van een parkeerautomaat

Bedrag

Tijdseenheid

-Kerkstraat

€ 0,10

6 minuten

-Meipoortstraat

€ 0,10

6 minuten

-Ooipoortstraat

€ 0,10

6 minuten

-Zandbergstraat

€ 0,10

6 minuten

D.

het bedrag per tijdseenheid voor de betreffende parkeerlocaties genoemd in onderstaande tabel, met een maximum tijdsduur van 1 uur, voor zover het parkeren plaatsvindt van maandag tot en met zaterdag van 09.00 tot 20.00 uur en op koopavonden tot 21.00 uur (zie onderstaande tabel):

Parkeerterrein, voorzien van een parkeerautomaat

Bedrag

Tijdseenheid

-Bergstraat

€ 0,10

6 minuten

-Boekholtstraat

€ 0,10

6 minuten

-Burg Flugi van Aspermontlaan

€ 0,10

6 minuten

-Koepoortstraat

€ 0,10

6 minuten

-Korte Veerpoortstraat

€ 0,10

6 minuten

-Noordelijke Markt

€ 0,10

6 minuten

-Ph Gastelaarsstraat

€ 0,10

6 minuten

-Roggestraat

€ 0,10

6 minuten

II)

Het tarief voor het parkeren met een parkeervergunning als bedoeld in artikel 2, sub b, bedraagt:

A.

Indien de parkeervergunning is verleend op grond van het bepaalde in artikel 3, lid 2, sub a van de Parkeerverordening Doesburg 2004, voor het parkeren van maandag tot en met zondag van 0.00 tot 24.00 uur:

1.

voor een periode van een kalenderjaar een eerste vergunning

€ 67,40

2.

voor een periode van een kalenderjaar een tweede vergunning

€ 135,00

3.

voor een periode korter dan een kalenderjaar, per maand of een gedeelte daarvan

€ 14,25

4.

voor het verstrekken van een duplicaat bij diefstal of vermissing

€ 14,25

B.

Indien de parkeervergunning is verleend op grond van het bepaalde in artikel 3, lid 2, sub b van de Parkeerverordening Doesburg 2004, voor het parkeren van maandag tot en met zaterdag van 09.00 tot 18.00 uur en op koopavonden tot 21.00 uur:

1.

voor een periode van een kalenderjaar een eerste vergunning

€ 134,00

2.

voor een periode van een kalenderjaar een tweede vergunning

€ 201,00

3.

voor een periode van een kalenderjaar een volgende vergunning

€ 201,00

4.

voor een periode korter dan een kalenderjaar

Alinea­

Alinea­

4.1

per dag of een gedeelte daarvan

€ 4,77

Alinea­

4.2

per week of een gedeelte daarvan

€ 14,25

4.3

van 1 tot 2 weken

€ 20,15

4.4

van 2 tot 3 weken

€ 26,35

4.5

van 3 weken tot een maand

€ 28,70

4.6

voor een periode langer dan een maand, per maand of een gedeelte daarvan

€ 28,70

C.

Indien de parkeervergunning is verleend ten behoeve van regelmatige kortdurende werkzaamheden op grond van het bepaalde in artikel 3, lid 2, sub b, en artikel 4 en 5 van de Parkeerverordening Doesburg 2004, voor het parkeren van maandag tot en met zaterdag van 09.00 tot 18.00 uur en op koopavonden tot 21.00 uur:

1.

voor een periode van een kalenderjaar een eerste vergunning

€ 342,00

2.

voor een periode van een kalenderjaar een tweede vergunning

€ 342,00

maximum

D.

Indien de parkeervergunningen, genoemd in dit onderdeel II) onder A, B en C, worden gewijzigd:

€ 14,25

III)

Het tarief voor het parkeren met een bezoekerskaart als bedoeld in artikel 2, sub c, en verleend op grond van het bepaalde in artikel 7, lid 2, van de Parkeerverordening 2004, voor het parkeren van maandag tot en met zondag van 08.00 tot 24.00 uur, bedraagt per dagdeel van 6 uur.

€ 3,25

IV)

Het tarief voor een naheffingsaanslag, als bedoeld in artikel 9, bedraagt

€ 56,00

V)

Op algemeen erkende feestdagen is, alsmede op Goede Vrijdag na 19.00 uur, geen parkeerbelasting verschuldigd.

Behorende bij raadsbesluit van 25 oktober 2012.

Mij bekend.

De raadsgriffier van Doesburg,

J.B. Voorhof

Raadsbesluit